Historisch Archief 1877-1940
3 Febr. '17, - No. 2067
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
In een van de houten gebouwtjes
van de Jaarmarkt te Utrecht
Deze maand begint de groote Jaarmarkt
te Utrecht, waarover al genoeg gehoord en
geschreven is en waarvoor in Utrecht de
pleinen volgebouwd worden. Maar het is
niet over die Jaarmarkt dat ik u wilde
spreken, het is over hetgeen Vrijdag 12
Jan. plaats had in een van die
nieuwerwetsche houten gebouwtjes van de Jaar
markt, versierd met planten en
allervioolijkst verlicht door electrische lampen met
' gekleurde kapjes. Het zag er vroolijk en
gezellig uit in de overvolle zaal, heel wat
vroolijker en gezelliger dan hetgeen in onze
gedachten zou komen door het onderwerp
dat zou- worden behandeld, op verzoek van
de afdeeling Utrecht van de Vereeniging
voor duurzamen vrede.
Wat een onzin, hoor ik zeggen, duurzame
vrede, nu er nog niet eens kans is op ge
wonen, tijdelijken vrede. Ja, wat zal ik u het
eerst antwoorden, want antwoorden heb ik
genoeg. Laat ik maar eerst zeggen (Ik schrij
in .de Vrouwenrubriek" en die lezen de
mannen meestal niet) dat op die samenkoms
van 12 Jan. alleen vrouwen en jonge meisjes
waren en, nietwaar? wij vrouwen durven,als
wij eenmaal vinden dat het moet en wij
. kunnen zoo vol blijde verwachting zijn, al:
wij eenmaal waarachtig begrijpen waar hei
om gaat en nu durven wij vrouwen niet
alleen spreken over duurzamen vrede maar
wij durven er zelf* plannen voor maken
En duizende en duizende vrouwen over
de geheele wereld weten ook reeds waar
het om gaat. In alle landen hebben zich
reeds talloos velen bij ons aangesloten, bij
allen die zich opmaken van alle oorden om
een duurzamen vrede te bepleiten, te ver
overen, waarbij aller volkeren belangen en
eischen zullen worden uitgemaakt door ar
bitrage en nooit meer door een afgrijselijk
bloedbad en al de rampzalige ellende die
met een oorlog samengaat. En dit kan ik
u verzekeren wij hebben reeds de eerste
voorschriften voor onderlinge samenwerking
uit Amerika ontvangen. Drie weken nadat
de vredesconferentie zal hebben zitting ge
nomen, om over dezen ontzettenden oorlog
met alle verminking en verwoesting te
spreken en voorwaarden tot vrede vast te
stellen, zullen de vrouwen van de geheele
wereld samenkomen op diezelfde plek, in
diezelfde stad, om ook hare roepstem te
doen hooren, hare eischen te stellen. Want,
wie duift volhouden dat de mannen die het
hoogste woord, de beslissing hadden in dezen
afschu welijken toestand, die dit alles hebben
ontketend, niet gefaald hebben; als ver
dwaasden, als ontredderde wrakken staan
zij tegenover elkaar, of zitten zij vast.
En de vrouwen ? Zij hadden reeds hun
moedig en grootsch internationaal congres
van 28 April tot l Mei in den Haag in 1915.
Wie die dat bijwoonde durft zeggen dat de
vrouw oomachtig is den toestand te
beheerschen als zij wil, wie die daar was
. voelde niet dat er grooter dingen zijn dan
wereldverovering, dan vaderlandsliefde l
Wij stonden als mensch tegenover mensen,
als moeder tegenover dochter, als dochter
tegenover hare zusters. En wij lazen de
smart, de wanhoop in eikaars blikken en
boorden het bazuingeschal in de stemmen
die daar riepen om verandering, om
medezeggingssctap, om volksoor deel in al deze
dingen betreffende oorlog, om den waanzin
te beheerschen waardoor de gezinnen ver
scheurd worden en hare kinderen worden
gedood of verminkt.
En tal van resolutieën, verdedigd en be
sproken in verschillende talen, werden aan
genomen en vastgelegd, en het is op de
grondvesten van deze goed doordachte
resolutieën, dat wij den duurzamen vrede
zullen opbouwen. Wij moeten echter allen
mede helpen, wij vrouwen moeten be
grijpen; love must be called from itsplay,
to drink sorrow and be borne to the heaven
of tears" maar dan ook heeft de smart
ons veranderd en staan wij als krachtige
moeders der menschheid, om deze vernieling
te voorkomen.
Den 12den Januari sprak mevr. Ramondt
Hirschmann met haar helder, warm stem
geluid over dit alles en nog veel meer. Zij
is onvermoeid, volijverig, in alle steden wil
zQ komen spreken als het noodig is, voor het
groote doel. Maar aansluiten moeten wij
miiiiiliiiiiiiiiiuiiimiiiiiiiMiimiiHiiiiiiiiiiiuimiiiitMHMmtiMittMiMrt
i Een Vleugje Koude
il
Als het sterk ijs is, kom je, waar je anders
nooit komt. Nog levendig herinner ik mij,
hoe ik als jongen van een jaar of tien op
een der eerste van mijn zwerftochten per
schaats in het polderland van Zegveld en
Kockengen terecht kwam op een vijver of
meertje, waar nog niemand geweest was en
waar het kristalheldere ijs net een
spiegelruit leek van een aquarium. Alleen Hier en
daar waren er bloemfiguurtjes op gevroren
ik zie ze nog maar het meerendeel
was volkomen vlak en nu zag je de visschen
rondzwemmen onder de schaats. Groote
watertorren en lichtrose bootsmannetjes
scharrelden met hun lange zwempooten
langs den onderkant van het ijsvlak en
heel in de diepte bewogen heel eventjes,
als die visschen er langs zwommen, groote
gekrulde heidergroene bladeren van de gele
waterlelie, want die heeft groen blad het
heele jaar door. Langs den oever groeiden
elzen, die leken mij toen heel boog en
donker. Ze hadden hun oranje vruchtjes
gestrooid uit de zwarte proppen, de heele
waterkant had een lijst van oranje
spikkeltjes en daaromheen weer een bleeken
rand van lisch en oeverriet. Ik had nog
nooit iets zoo mooi gezien.
Altijd nog, als het ijs de gelegenheid
geeft, ga ik op zoek naar dergelijke plekjes
en meestal vind ik die in het elzeniand,
dat 's zomers onbereikbaar is. Noch water
allen ons, wij vrouwen, Voor een minimum
Van 50 cent zïjt gij lid, hoort gij alles van
de Vereeaiging voor duurzamen Vrede"
Secretaresse is rnejuffr. A. Oppenheim, Park
straat 2, den Haag, die verbonden is aan
de Internationale Vereeniging. Ziehier een
zeer kort uittreksel uit de resoluti. en.
Het internationaal Congres van Vrouwen
van verschillende landaard, behoorende to
verschillende klassen der maatschappij en
tot verschillende richtingen op godsdienstig
en politiek gebied, is eenstemmig in de
uitdrukking van zijn meegevoel met h
lijden van allen, tot welke nationaliteit zi
mogen behooren, die voor hun land strijden
of onder de lasten van den oorlog gebuk
gaan.
Aangezien de groote massa van het volk
in ieder van de oorlogvoerende landen
eelooft, dat zij vechten, niet als aanvallers
maar tot zelfverdediging en voor hun nati
onaal bestaan, kunnen er geen onverzoenlijke
geschillen tusschen hen bestaan en vormen
hun gemeenschappelijke idealen een grond
slag, waarop een edelmoedige en eervolle
vrede zou kunnen worden gesloten. Het
Congres dringt er dus bij de Regeeringen
van alle landen op aan, een einde te maken
aan dit bloedvergieten en vredesonderhan
delingen te openen. Het vraagt, dat de vrede
die volgt, duurzaam zal zijn en daarom ge
grond op beginselen van rechtvaardigheid
waaronder die, welke zijn neergelegd in
de door het Congres aangenomen resolu
tieën te weten:
Dat geen overgang van grondgebied mag
plaats hebben zonder torstemming van de
mannen en vrouwen, die het bewonen, en da
het recht van verovering niet erkend zal
worden.
Dat de Regeeringen van alle landen
moeten overeenkomen, toekomstige geschillen
aan arbitrage of schikking te onderwerpen
en een sociale, zedelijke en economische
pressie uit te oefenen op elk land, dat zijn
toevlucht tot de wapens mocht nemen."
Dat de buitenlandsche politiek moet
staan onder controle van de volksvertegen
woordiging.
Dat aan de vrouwen gelijke politieke
rechten moeten worden toegekend als aan
de mannen."
Resolutieën a 10 cent verkrijgbaar bij de
secretaresse, Parkstraat 2, den Haag.
Plaatsruimte dwingt mij tot beperking,
maar als gij voelt dat wij vrouwen ieder
persoonlijk verplicht zijn tot hulp, tot aan
sluiting, vindt gij overal nadere verklaring
en toelichting bijv. reeds in de kleine
brochure van mevrouw dr. J. van den Berg
van Eijsinga-EÜas Voor en na de Vrede."
Maar tot directe toewijding is begrijpen
niet in de allereerste plaats noodig. Wie
onzer begrijpt met het vrstand iets van
den grooten moord en doodslag, van al
deze rampzalige ellende der volkeren, maar
wij weten, wij voelen dat wij helpen moeten,
door iets heel anders te doen dan munitie
te maken, door democratie, door broeder
schap te kweeken. Wij moeten zijn de moe
ders der menschheid, die voorkomen en
ondervangen alle ellende en de oogen van
allen opheffen naar hooger idealen dan de
stoffelijke wereld geven kan.
Zie in het nachtelijk duister scherp uit
naar het geflikker van een ver licht, ten
einde te voorkomen dat vrees of loomheid
u geheel overmannen en ons land door uw
droomerijen verloren ga." (Uit het artikel
Waakzaamheid" door Karin Nystiöm Raja
Yoga studente.)
C. A. WORP?ROLAND HOLST
lllllllllllltllllMIHIIIIIIIMI
Van Vrouwelijk doen en denken
XI
Een mijner kennissen staat, voor groote
moeilijkheden. Ze moet een dineetje geven
aan menschen, die allen vegetariërs zijn en ze
krrjgt een vriendin over, die een verstokte car
nivoor is. Zij zelf woont op gemeubileerde ka
mers en eet van den kok, wiens maaltijden van
een kwaliteit zijn, die ze haar gasten niet
wil voorzetten. De feestelijkheden moeten
dus buitenshuis" plaats hebben en nu zit
ze met de handen in het haar, want in heel
ons mondain en op eten en teaen ingericht
den Haag is geen restaurant te vinden, waar
je als oames alleen goedkoop n goed eten
kunt, en in het Vig," de hier algemeen
gebruikelijke verkorting voor vegetarisch
restaurant Pomona", is van een dineetje
geven geen sprake.
Bij een dineetje denk je aan een tafellaken
van glanzend damast, aan Donkerend zilver,
aan geslepen kristal, aan een servies van
gebloemd porcelein, aan spijzen met
bizonderen zorg toebereid en geserveerd" door
lUIIHMItlllMIIIMHIIIIIHIIMMMMttllllMHIIIIIIHIIIIIIMlimUlliHIIIMIllllll
laarzen, noch roeiboot of punter kunnen
dan den toegang verschaffen tot het diepe,
dichtbegroeide moeras, dat zoo vele gehei
men schijnt te verbergen.
Weer sta ik tusschen de elzen. Elke struik
groeit op zijn eigen eilandje, het harde ijs
sluit vaak vlak aan zijn wortelstronk. De
waterpartijen er tusschen zijn een paar meter
breed, maar telkens ook weer onderbroken
door dichte zeggenpollen, die hier een heel
vreemd landschap maken, dat eer aan
Australiëdoet denken dan aan Holland. Het
lijken wel grasboomen; een dikke vezelige
stam steekt een paar voet boven het water
uit en is gekroond door een dichte pluim
van grasbladeren, naar alle kanten over
hangend, de meeste bleek en dor, maar er
schuilen toch ook al veel groene spruiten
tusschen. Sommige van die bulten of belten,
zoo heeten die dingen, zijn al heel oud en
dragen alleen bladeren langs den buiten
omtrek. Het binnenste bestaat uit afgestor
ven plantendeelen, daar is ook stof en rom
mel tusschen gewaaid en daar slaan ook
weer jonge elsjes op. De meeste van de
jroote elzen blijken nu ook op dergelijke
jelt-eilandjes te groeien. Wij hebben hier
e doen met de vorming van nieuw land:
de veen plas wordt een elzenbroek, zooals
men die zoo mooi vindt in de plassen van
Ankeveen en Kortenhoef. 't Is mij daar in
den zomer wel gebeurd, dat ik bij het be
reden van een elzenstomp haast met boom
en al ondersteboven ging.
Maar nu is alles stevig en rotsvast. Het
zonnetje komt k'eur brengen en tint de
elzemoppen helder blauw. Sommige takken zijn
ichtbruin, andere donker met denzelfden
dauwen weerschijn van de knoppen en alle
mooi wit gespikkeld met ademhalings
openingen. De oranje vruchtjes liggen weer
op 't ijs, als veertig jaar geleden en de
afgestorven bladeren van riet en lischdodden,
DE MODE OP DE IJSBAAN
Teekenlng voor de Amsterdammer" van Hanna Lamberts
H.L.
DRIE HARTSVRIEND1NNEN
Daisy, de voorrijdster, smaakvol en praktisch, heeft haar zwart fluweelen met
hermelijn afgezet ijstoilet door dichtrijgen en dichtknoopen tegen opwaaien weten te beveiligen
Valérie, coquet, heeft de met sierlijke linten vastgeregen bonte slobkousen
van voren aangekn-pt aan den bontrand van haar wit fluweelen toilet.
O l ga, aan koude gewend, heeft alleen de beenen met bont voorzien, doch laa
verder den scherpen oostenwind vrij spelen door de korte, uitwaaiende rokken.
Zoo rijden ze en zwieren met moed langs de baan,
Straks leggen ze in de melktent de Vrede" eens aan.
Daar praten ze en droomen van gelukkiger tijden,
Die de vrouwen van elk land vol verlangen verbeiden.
IIIIIIHIIIIIIIMIIIIIMMIHIIIIMIIIIIIIIIIlllllllllllllllllMIIIIIIMnillllllllllirlllllllllllllllltllllltlMllltlllllllllllllllllMIIIUIIIIIIirMllllllllllllllllllllllinilllllllll
onhoorbaar dienende geesten. Bij een dineerje
hoort geen .uitjes tafellaken met vl'kken
van je voorganger, smaken de lekkerste
spijzen je niet, als ze je voorgezet worden
op borden en in schalen van een centimeter
dikte, voel je iets walging, wanneer je jezelf
moet bedienen met lepels en vorken van
een compositie, die bizonder veel op tin
lijkt, en heel het exquise genot, dat een keurig
dineetje je geven kan, wordt bedorven, wan
neer de bediening met de borden en schalen
rammelt, zoodat je voortdurend in angst zit
voor een mogelijke catastrofe.
Ik heb 'in mijn eentje eens getracht een
Lucullus-maaltijd in Pomona te verorberen.
Het is me niet gelukt, want de met de meeste
zorg door mij uitgekozen gerechten waren
óf niet te krijgen, of toebereid op een wijze
waaraan alle distinctie ontbrak.
't Begon al met de hors d'oeuvre. Niet te
krijgen. Stel je voor! En in't eerste de beste
vleesch"-restaurant kan je hors d'oeuvre
bestellen, zooveel je maar wilt. Zijn er geen
vegetarische hors d'oeuvre te maken? Och
kom, ik kan wel dadelijk een tiental recepten
opschrijven. Onder de soepen vindt men
alleen de zeer voedzame vermeld. Boonen
soep, erwtensoep tonatensoep, groenten
soep, alles flink met uien gekookt. Toen ik
om een pastei'je vroeg, werd er mij een
gebracht, die tweemaal zoo groot was van
afmeting, als de gewone, zoodat Ik eigenlijk
geen eetlust meer had, ofschoon ik nog pas
mijn eerste gang" verorberde. Ik vraag
mij af of het de voorgeschreven plicht is
van de restaurantdirectie, dat men in Pomona
alleen kan krijgen zeer voedzame-, maar
goedkoope spijzen voor alle dag, onschoon
opgediend, met niet meer dan de
hoognoodige zorg toebereid, voorgezet door een
juffrouw met een schort aan, dat ook voor
nachtjapon zou kunnen dienen, opgedragen
op een blad vol rammelende borden en op
tafel gepoot zonder 't minste besef, dat
..smakelijk vóórdienen" ook een integreerend
deel uitmaakt van een behoorlijk maal.
Is een dineetje voor vegetariërs uit den
booze? Is het ondenkbaar dat ook vegeta
riërs bij feestelijke gelegenheid eens niet
ongevoelig zijn voor een kleine maag
verheugenis, of is het de speciale opvatting
van ons Hègsche vig", dat het zijn gasten
onmogelijk maakt om iets meer dan hoogst
eenvoudig te middagmalen? Is het een
voorrecht" van de goedkoope maaltijd, dat
laatkomers gedoemd zijn om zich te
vergegenoegen met het tafellaken, dat de voor
ganger vuil achterliet? Kom nu eens in
Amsterdam bij Polman of in Americain,
waar geen sterveling naar je kijkt, ook al
De bloeiende els
zwanebloem en waterzuring en wat niet al
even alle kleuren te zien van bleek stroogeel
ot diep rossig bruin.
Op eens waait het in de takken. Daar is
:en vlucht vogeltjes komen aanzeilen, kleine,
;eelgroene, drukke diertjes. Sommige hebben
wart e schedelkapjes en allemaal zijn ze
ben je dame seule". Wanneer er spatjes op
't tafellaken zijn, haast de kellner zich er
een schoon servet overheen te leggen.
Ik begrijp best dat alle waar naar zijn geld
is, en dat je bij een maagvulling, die je
maar 60 ets. kost, geen damast en cristallen
glazen kunt eischen.
Maar l" kost zindelijkheid geen geld.
2°Moest in elke vegetarisch restaurant
gelegenheid zijn om voor een behoorlijke
prijs wat meer copieus te kunnen dineeren,
maar dan ook alles in de puntjes.
In Londen, in Parijs worden in de vege
tarische restaurants de fijnste schotels toe
bereid, en men heeft er alle luxe, waarop
meer verfijnde gasten aanspraak maken.
Ik weet niet, hoe het in Amsterdam en
elders gesteld is, maar hier weef geen enkele
der bedienende meisjes ook maar iets af
van de allereerste beginselen der kunst die
vóórdienen heet en blijkbaar stelt de direc
tie van het restaurant er geen prijs op het
haar te leeren.
Met dit alles zijn we nog niet verder ge
komen en weet mijn goede kennis nog geen
oplossing voor het raadsel, waar ze haar
vegetarisch dineetje zal kunnen geven. Ook
niet waar ze den volgenden dag met
haar vleeschetende kennis heen zal gaan,
want iets als Polman of Americain zoeken
wij in het kieskeurig Haagje tevergeefs.
Is er misschien onder de lezeressen iemand,
die raad weet?
E'. C. Y. D. M.
ItllllllIflIIIIIIIIIIinilfMIIIIIIIllllllllllllltllllllltlllllllMfllllMIHIIIMItllllll
VRAAG
Wat vraag ik van de menschen
Die langs mij henen gaan?
Ze spoeden ijlings verder,
Zien mij slechts zwijgend aan.
Wat hebben zij dan meerder
Dat mij hun bidden doet?
Wat weten zij dan beter
Dat 'k van hen leeren moet?
Ik weet niet wat ik vrage
En wat zij niet verstaan.
't Is mij of alle menschen
Steeds vragend omme gaan.
Een vragen onbegrepen
Zoo angstig, zoo vol pijn:
O werd het uitgesproken !
O mocht er antwoord zijn!
H. VAN SINOERS
aan de kanten donker gestreept, 't Is een
vlucht sijsjes, de zwartkoppen zijn de
mannetjes. Misschien zijn ze in den nacht
komen aanzetten uit het Oosten, want al
die vogels zoeken nu den warmen zeekant
op. Als razenden vallen ze aan op de dikke
elzenproppen en pikken er de vruchtjes uit,
al buitelend en zwiepend met de buigzame
twijgen. Er zijn ook slimmerds bij, die
neerfladderen naar het ijs, en daar de vruchtjes
oppikken, waarbij zij geholpen werden door
een paar vinken. Schuw zijn ze in 't geheel
niet en als ze hun bekomst gegeten hebben,
gaan ze in den dichtsten els bij elkaar zitten
en heffen in koor een vroolijk liedje aan.
Nu is het zeker een uur of tien, dat is nu
in den vorsttijd het zanguur voor de vogels.
Ook in de stad gaan dan de musschen bij
troepjes zitten sjielpen, en de spreeuwen
zingen in de wei. Als 't nu gaat dooien,
kan er weer een morgenzang op overschieten
voor zonsopgang maar thans dringt
de honger te zeer.
Langs het elzenbroek stroomt een beekje,
dat er door een dam van gescheiden is en
elders een goed heenkomen mag zoeken.
Hier is het heelemaal dichtgevroren, maar
hoogerop, dicht bij zijn oorsprong blijft het
nog open. Het watersprankje brengt warmte
uit het hart van de heuvelen.
Nu langzaam en voorzichtig tusschen de
struiken door, stilhouden bij de bocht en
dan uitkijken naar de dorre blaren langs
den waterkant of daar soms iets beweegt.
Op het broekveld achter de beek loopen
een twintigtal waterhoentjes, die zijn als
't ware uitgevroren uit meertje en moeras
en kiden nu uitsluitend een landleven, wat
ze als stelt loopers gerust mogen doen. Ze
zijn al vol in kleur, spierwit aan den staart,
fel rood óp den snavel, groen aan de pooten
met roode kousenbanden en op het lichaam
lei grauw en bruin en zwart met nog wat
VAN ALLES WAT
Wat te denken geeft
Als een bewijs dat vrouwen niet voldeden
in- betrekkingen voorheen alleen door man
nen waargenomen hoorde ik onlangs het
volgende vertellen:
Een chef de bureau had zijn employee
reeds meermalen óp kleine tekortkomingen
opmerkzaam gemaakt, vond het eindelijk
noodzakelijk een ernstige berisping toe te
dienen.
Wat antwoordde het jonge meisje?
Mijnheer, ik vind u niet aardig!"
Typisch, hè?" grinnikte de man die het
vertelde.
Het ewig weibliche" sprak; het eeuwig
mannelijke word (typisch) verzwegen. Het
jonge meisje kon in den chef de bureau den
heer niet wegcijferen. Had de chef de bureau
de jonge vrouw altijd in zijn employee
overzien ?
Geldt het hier oorzaak of gevolg? en zou
dit bewijs" niet evenzeer een bewijs"
kunnen zijn dat de man in zijn betrekking
niet geschikt is om de superieur van een
vrouw te zijn? H. v. LINOEN
iiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiMiimifiliiHMiitiiiiiHiitrnifiiiiillllliii
Ons Kookboek
AMERIKAANSCHE SCHELVISCH
l groote schelvisch, of 3 moten kabel
jauw, l H varkens- en l X ons kalfsgehakt,
2 ons rookspek. De schelvisch of de moten
kabeljauw vult men met gehakt (klaarge
maakt met veel peterselie en wat uien) en
belegt het daarna met dunne schijfjes
rookspek. Dit alles met een goed stuk
boter in den oven braden als vleesch, en
het voortdurend bedruipen. L. M. G.
VOOR DE LUNCH
OMELETTE MET ASPERGES
3 eierdooiers vermengt men met l H lepel
meel, zout en peper en een klein kopje melk.
Het wit van 5 eieren stijf kloppen en dat
alles te zamen doen kort voordat men
begint te bakken. Terwijl kookt men wat
asperge-stukjes of warmt deze uit de
Weckflesschen. Rasp wat Parmesaansche kaas en
wat ham b.v. l ons. Twintig minuten vóór
het eten bakt men van het beslag 3
omeletten. Neem voor ieder ongeveer l soep
lepel van het beslag, laat ze zachtjes licht
bruin bakken aan n kant. Leg ze op een
schotel op elkaar, bestrooi de eerste met
Parmesaansche kaas, de tweede met ham
en de derde met de warme asperges. Daarna
doet men er een mousseline saus over die
ook klaar moet zijn. L. M. G.
iiiinniiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
HUWQYKS'UiïZCTTCN.
i
Compleet
in de volgende prijzen:
No. 1 . . . ? 350.
2. . .
475.3. . . 625.
4. . .
850.5. . .
1000.6. . 1275.
8,
9.
10.
1600.2200
2750.
3000.
witte streepen op zij: prachtige dieren.
Een paar vale sprietjes dicht aan 't water
gaan op eens raar bewegen, anders dan
wanneer de wind het veroorzaakt. Daar
sluipt zeker een dier rond. Neen, de sprietjes
zelf behooren tot een dier, 't is een water
snip, die met zijn langen snavel in de weeke
modder staat te boren. Ieder jaar vind Ik
er hier en telkens is het een verrassing om
uit die gele streepen de vogel te zien ont
staan, met zijn prachtig bronsglanzend
gevederte van rug en vleugels en spierwitten
onderkant. Wie er niet op bedacht is, dat
daar een snip aan 't werk kon zijn, zou
opeens den vogel voor zich zien opvliegen,
snel zigzag omhoog over de struiken en
dan het weiland langs. Maar nu zie ik hem
gerust en geduldig werken. Zijn lange sna
vel gaat geheel in den modder, en daar wurmt
lij dan wat rond. Vindt hij niets, dan boort
lij weer een ander plekje aan en onder de
hand kijkt hij in 't rond en omhoog met
zijn groote oogen, die haast op zijn
achterloofd zijn ingeplant. Een vreemd aardig
dier, altijd een welkome ontmoeting.
Nu kan ik aan dit boekje van alles ver
wachten, de fazanten komen er drinken en
ook de gaaien en de kramsvpgels, de
groenvinken en de boomleeuwerik. De ijsvogel
zoekt het water af, zoover het open is;
vischjes zijn er voor hem niet te vinden,
maar altijd nog wel het een of ander insect.
Maar dat komt allemaal bij lange
tusschenjoozen en wie hier gewoon langs wandelt,
zonder even te verpoozen, krijgt den indruk
alsof de heele wereld uitgestorven is. En
bazelt van den doodschen winter. En dat nog
al bij 't warme beekje, waar nu al jeugdig
;roen ontspruit en een elzentak, die laag
afhangt, is al zoo ver gevorderd, dat ik hem
thuis maar n dag behoef te koesteren, om
de katjes in vollen bloei te zien.
JAC. P. THIJSSE