De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 3 februari pagina 5

3 februari 1917 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

3 Febr. '17, - No. 2067 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND In een van de houten gebouwtjes van de Jaarmarkt te Utrecht Deze maand begint de groote Jaarmarkt te Utrecht, waarover al genoeg gehoord en geschreven is en waarvoor in Utrecht de pleinen volgebouwd worden. Maar het is niet over die Jaarmarkt dat ik u wilde spreken, het is over hetgeen Vrijdag 12 Jan. plaats had in een van die nieuwerwetsche houten gebouwtjes van de Jaar markt, versierd met planten en allervioolijkst verlicht door electrische lampen met ' gekleurde kapjes. Het zag er vroolijk en gezellig uit in de overvolle zaal, heel wat vroolijker en gezelliger dan hetgeen in onze gedachten zou komen door het onderwerp dat zou- worden behandeld, op verzoek van de afdeeling Utrecht van de Vereeniging voor duurzamen vrede. Wat een onzin, hoor ik zeggen, duurzame vrede, nu er nog niet eens kans is op ge wonen, tijdelijken vrede. Ja, wat zal ik u het eerst antwoorden, want antwoorden heb ik genoeg. Laat ik maar eerst zeggen (Ik schrij in .de Vrouwenrubriek" en die lezen de mannen meestal niet) dat op die samenkoms van 12 Jan. alleen vrouwen en jonge meisjes waren en, nietwaar? wij vrouwen durven,als wij eenmaal vinden dat het moet en wij . kunnen zoo vol blijde verwachting zijn, al: wij eenmaal waarachtig begrijpen waar hei om gaat en nu durven wij vrouwen niet alleen spreken over duurzamen vrede maar wij durven er zelf* plannen voor maken En duizende en duizende vrouwen over de geheele wereld weten ook reeds waar het om gaat. In alle landen hebben zich reeds talloos velen bij ons aangesloten, bij allen die zich opmaken van alle oorden om een duurzamen vrede te bepleiten, te ver overen, waarbij aller volkeren belangen en eischen zullen worden uitgemaakt door ar bitrage en nooit meer door een afgrijselijk bloedbad en al de rampzalige ellende die met een oorlog samengaat. En dit kan ik u verzekeren wij hebben reeds de eerste voorschriften voor onderlinge samenwerking uit Amerika ontvangen. Drie weken nadat de vredesconferentie zal hebben zitting ge nomen, om over dezen ontzettenden oorlog met alle verminking en verwoesting te spreken en voorwaarden tot vrede vast te stellen, zullen de vrouwen van de geheele wereld samenkomen op diezelfde plek, in diezelfde stad, om ook hare roepstem te doen hooren, hare eischen te stellen. Want, wie duift volhouden dat de mannen die het hoogste woord, de beslissing hadden in dezen afschu welijken toestand, die dit alles hebben ontketend, niet gefaald hebben; als ver dwaasden, als ontredderde wrakken staan zij tegenover elkaar, of zitten zij vast. En de vrouwen ? Zij hadden reeds hun moedig en grootsch internationaal congres van 28 April tot l Mei in den Haag in 1915. Wie die dat bijwoonde durft zeggen dat de vrouw oomachtig is den toestand te beheerschen als zij wil, wie die daar was . voelde niet dat er grooter dingen zijn dan wereldverovering, dan vaderlandsliefde l Wij stonden als mensch tegenover mensen, als moeder tegenover dochter, als dochter tegenover hare zusters. En wij lazen de smart, de wanhoop in eikaars blikken en boorden het bazuingeschal in de stemmen die daar riepen om verandering, om medezeggingssctap, om volksoor deel in al deze dingen betreffende oorlog, om den waanzin te beheerschen waardoor de gezinnen ver scheurd worden en hare kinderen worden gedood of verminkt. En tal van resolutieën, verdedigd en be sproken in verschillende talen, werden aan genomen en vastgelegd, en het is op de grondvesten van deze goed doordachte resolutieën, dat wij den duurzamen vrede zullen opbouwen. Wij moeten echter allen mede helpen, wij vrouwen moeten be grijpen; love must be called from itsplay, to drink sorrow and be borne to the heaven of tears" maar dan ook heeft de smart ons veranderd en staan wij als krachtige moeders der menschheid, om deze vernieling te voorkomen. Den 12den Januari sprak mevr. Ramondt Hirschmann met haar helder, warm stem geluid over dit alles en nog veel meer. Zij is onvermoeid, volijverig, in alle steden wil zQ komen spreken als het noodig is, voor het groote doel. Maar aansluiten moeten wij miiiiiliiiiiiiiiiuiiimiiiiiiiMiimiiHiiiiiiiiiiiuimiiiitMHMmtiMittMiMrt i Een Vleugje Koude il Als het sterk ijs is, kom je, waar je anders nooit komt. Nog levendig herinner ik mij, hoe ik als jongen van een jaar of tien op een der eerste van mijn zwerftochten per schaats in het polderland van Zegveld en Kockengen terecht kwam op een vijver of meertje, waar nog niemand geweest was en waar het kristalheldere ijs net een spiegelruit leek van een aquarium. Alleen Hier en daar waren er bloemfiguurtjes op gevroren ik zie ze nog maar het meerendeel was volkomen vlak en nu zag je de visschen rondzwemmen onder de schaats. Groote watertorren en lichtrose bootsmannetjes scharrelden met hun lange zwempooten langs den onderkant van het ijsvlak en heel in de diepte bewogen heel eventjes, als die visschen er langs zwommen, groote gekrulde heidergroene bladeren van de gele waterlelie, want die heeft groen blad het heele jaar door. Langs den oever groeiden elzen, die leken mij toen heel boog en donker. Ze hadden hun oranje vruchtjes gestrooid uit de zwarte proppen, de heele waterkant had een lijst van oranje spikkeltjes en daaromheen weer een bleeken rand van lisch en oeverriet. Ik had nog nooit iets zoo mooi gezien. Altijd nog, als het ijs de gelegenheid geeft, ga ik op zoek naar dergelijke plekjes en meestal vind ik die in het elzeniand, dat 's zomers onbereikbaar is. Noch water allen ons, wij vrouwen, Voor een minimum Van 50 cent zïjt gij lid, hoort gij alles van de Vereeaiging voor duurzamen Vrede" Secretaresse is rnejuffr. A. Oppenheim, Park straat 2, den Haag, die verbonden is aan de Internationale Vereeniging. Ziehier een zeer kort uittreksel uit de resoluti. en. Het internationaal Congres van Vrouwen van verschillende landaard, behoorende to verschillende klassen der maatschappij en tot verschillende richtingen op godsdienstig en politiek gebied, is eenstemmig in de uitdrukking van zijn meegevoel met h lijden van allen, tot welke nationaliteit zi mogen behooren, die voor hun land strijden of onder de lasten van den oorlog gebuk gaan. Aangezien de groote massa van het volk in ieder van de oorlogvoerende landen eelooft, dat zij vechten, niet als aanvallers maar tot zelfverdediging en voor hun nati onaal bestaan, kunnen er geen onverzoenlijke geschillen tusschen hen bestaan en vormen hun gemeenschappelijke idealen een grond slag, waarop een edelmoedige en eervolle vrede zou kunnen worden gesloten. Het Congres dringt er dus bij de Regeeringen van alle landen op aan, een einde te maken aan dit bloedvergieten en vredesonderhan delingen te openen. Het vraagt, dat de vrede die volgt, duurzaam zal zijn en daarom ge grond op beginselen van rechtvaardigheid waaronder die, welke zijn neergelegd in de door het Congres aangenomen resolu tieën te weten: Dat geen overgang van grondgebied mag plaats hebben zonder torstemming van de mannen en vrouwen, die het bewonen, en da het recht van verovering niet erkend zal worden. Dat de Regeeringen van alle landen moeten overeenkomen, toekomstige geschillen aan arbitrage of schikking te onderwerpen en een sociale, zedelijke en economische pressie uit te oefenen op elk land, dat zijn toevlucht tot de wapens mocht nemen." Dat de buitenlandsche politiek moet staan onder controle van de volksvertegen woordiging. Dat aan de vrouwen gelijke politieke rechten moeten worden toegekend als aan de mannen." Resolutieën a 10 cent verkrijgbaar bij de secretaresse, Parkstraat 2, den Haag. Plaatsruimte dwingt mij tot beperking, maar als gij voelt dat wij vrouwen ieder persoonlijk verplicht zijn tot hulp, tot aan sluiting, vindt gij overal nadere verklaring en toelichting bijv. reeds in de kleine brochure van mevrouw dr. J. van den Berg van Eijsinga-EÜas Voor en na de Vrede." Maar tot directe toewijding is begrijpen niet in de allereerste plaats noodig. Wie onzer begrijpt met het vrstand iets van den grooten moord en doodslag, van al deze rampzalige ellende der volkeren, maar wij weten, wij voelen dat wij helpen moeten, door iets heel anders te doen dan munitie te maken, door democratie, door broeder schap te kweeken. Wij moeten zijn de moe ders der menschheid, die voorkomen en ondervangen alle ellende en de oogen van allen opheffen naar hooger idealen dan de stoffelijke wereld geven kan. Zie in het nachtelijk duister scherp uit naar het geflikker van een ver licht, ten einde te voorkomen dat vrees of loomheid u geheel overmannen en ons land door uw droomerijen verloren ga." (Uit het artikel Waakzaamheid" door Karin Nystiöm Raja Yoga studente.) C. A. WORP?ROLAND HOLST lllllllllllltllllMIHIIIIIIIMI Van Vrouwelijk doen en denken XI Een mijner kennissen staat, voor groote moeilijkheden. Ze moet een dineetje geven aan menschen, die allen vegetariërs zijn en ze krrjgt een vriendin over, die een verstokte car nivoor is. Zij zelf woont op gemeubileerde ka mers en eet van den kok, wiens maaltijden van een kwaliteit zijn, die ze haar gasten niet wil voorzetten. De feestelijkheden moeten dus buitenshuis" plaats hebben en nu zit ze met de handen in het haar, want in heel ons mondain en op eten en teaen ingericht den Haag is geen restaurant te vinden, waar je als oames alleen goedkoop n goed eten kunt, en in het Vig," de hier algemeen gebruikelijke verkorting voor vegetarisch restaurant Pomona", is van een dineetje geven geen sprake. Bij een dineetje denk je aan een tafellaken van glanzend damast, aan Donkerend zilver, aan geslepen kristal, aan een servies van gebloemd porcelein, aan spijzen met bizonderen zorg toebereid en geserveerd" door lUIIHMItlllMIIIMHIIIIIHIIMMMMttllllMHIIIIIIHIIIIIIMlimUlliHIIIMIllllll laarzen, noch roeiboot of punter kunnen dan den toegang verschaffen tot het diepe, dichtbegroeide moeras, dat zoo vele gehei men schijnt te verbergen. Weer sta ik tusschen de elzen. Elke struik groeit op zijn eigen eilandje, het harde ijs sluit vaak vlak aan zijn wortelstronk. De waterpartijen er tusschen zijn een paar meter breed, maar telkens ook weer onderbroken door dichte zeggenpollen, die hier een heel vreemd landschap maken, dat eer aan Australiëdoet denken dan aan Holland. Het lijken wel grasboomen; een dikke vezelige stam steekt een paar voet boven het water uit en is gekroond door een dichte pluim van grasbladeren, naar alle kanten over hangend, de meeste bleek en dor, maar er schuilen toch ook al veel groene spruiten tusschen. Sommige van die bulten of belten, zoo heeten die dingen, zijn al heel oud en dragen alleen bladeren langs den buiten omtrek. Het binnenste bestaat uit afgestor ven plantendeelen, daar is ook stof en rom mel tusschen gewaaid en daar slaan ook weer jonge elsjes op. De meeste van de jroote elzen blijken nu ook op dergelijke jelt-eilandjes te groeien. Wij hebben hier e doen met de vorming van nieuw land: de veen plas wordt een elzenbroek, zooals men die zoo mooi vindt in de plassen van Ankeveen en Kortenhoef. 't Is mij daar in den zomer wel gebeurd, dat ik bij het be reden van een elzenstomp haast met boom en al ondersteboven ging. Maar nu is alles stevig en rotsvast. Het zonnetje komt k'eur brengen en tint de elzemoppen helder blauw. Sommige takken zijn ichtbruin, andere donker met denzelfden dauwen weerschijn van de knoppen en alle mooi wit gespikkeld met ademhalings openingen. De oranje vruchtjes liggen weer op 't ijs, als veertig jaar geleden en de afgestorven bladeren van riet en lischdodden, DE MODE OP DE IJSBAAN Teekenlng voor de Amsterdammer" van Hanna Lamberts H.L. DRIE HARTSVRIEND1NNEN Daisy, de voorrijdster, smaakvol en praktisch, heeft haar zwart fluweelen met hermelijn afgezet ijstoilet door dichtrijgen en dichtknoopen tegen opwaaien weten te beveiligen Valérie, coquet, heeft de met sierlijke linten vastgeregen bonte slobkousen van voren aangekn-pt aan den bontrand van haar wit fluweelen toilet. O l ga, aan koude gewend, heeft alleen de beenen met bont voorzien, doch laa verder den scherpen oostenwind vrij spelen door de korte, uitwaaiende rokken. Zoo rijden ze en zwieren met moed langs de baan, Straks leggen ze in de melktent de Vrede" eens aan. Daar praten ze en droomen van gelukkiger tijden, Die de vrouwen van elk land vol verlangen verbeiden. IIIIIIHIIIIIIIMIIIIIMMIHIIIIMIIIIIIIIIIlllllllllllllllllMIIIIIIMnillllllllllirlllllllllllllllltllllltlMllltlllllllllllllllllMIIIUIIIIIIirMllllllllllllllllllllllinilllllllll onhoorbaar dienende geesten. Bij een dineerje hoort geen .uitjes tafellaken met vl'kken van je voorganger, smaken de lekkerste spijzen je niet, als ze je voorgezet worden op borden en in schalen van een centimeter dikte, voel je iets walging, wanneer je jezelf moet bedienen met lepels en vorken van een compositie, die bizonder veel op tin lijkt, en heel het exquise genot, dat een keurig dineetje je geven kan, wordt bedorven, wan neer de bediening met de borden en schalen rammelt, zoodat je voortdurend in angst zit voor een mogelijke catastrofe. Ik heb 'in mijn eentje eens getracht een Lucullus-maaltijd in Pomona te verorberen. Het is me niet gelukt, want de met de meeste zorg door mij uitgekozen gerechten waren óf niet te krijgen, of toebereid op een wijze waaraan alle distinctie ontbrak. 't Begon al met de hors d'oeuvre. Niet te krijgen. Stel je voor! En in't eerste de beste vleesch"-restaurant kan je hors d'oeuvre bestellen, zooveel je maar wilt. Zijn er geen vegetarische hors d'oeuvre te maken? Och kom, ik kan wel dadelijk een tiental recepten opschrijven. Onder de soepen vindt men alleen de zeer voedzame vermeld. Boonen soep, erwtensoep tonatensoep, groenten soep, alles flink met uien gekookt. Toen ik om een pastei'je vroeg, werd er mij een gebracht, die tweemaal zoo groot was van afmeting, als de gewone, zoodat Ik eigenlijk geen eetlust meer had, ofschoon ik nog pas mijn eerste gang" verorberde. Ik vraag mij af of het de voorgeschreven plicht is van de restaurantdirectie, dat men in Pomona alleen kan krijgen zeer voedzame-, maar goedkoope spijzen voor alle dag, onschoon opgediend, met niet meer dan de hoognoodige zorg toebereid, voorgezet door een juffrouw met een schort aan, dat ook voor nachtjapon zou kunnen dienen, opgedragen op een blad vol rammelende borden en op tafel gepoot zonder 't minste besef, dat ..smakelijk vóórdienen" ook een integreerend deel uitmaakt van een behoorlijk maal. Is een dineetje voor vegetariërs uit den booze? Is het ondenkbaar dat ook vegeta riërs bij feestelijke gelegenheid eens niet ongevoelig zijn voor een kleine maag verheugenis, of is het de speciale opvatting van ons Hègsche vig", dat het zijn gasten onmogelijk maakt om iets meer dan hoogst eenvoudig te middagmalen? Is het een voorrecht" van de goedkoope maaltijd, dat laatkomers gedoemd zijn om zich te vergegenoegen met het tafellaken, dat de voor ganger vuil achterliet? Kom nu eens in Amsterdam bij Polman of in Americain, waar geen sterveling naar je kijkt, ook al De bloeiende els zwanebloem en waterzuring en wat niet al even alle kleuren te zien van bleek stroogeel ot diep rossig bruin. Op eens waait het in de takken. Daar is :en vlucht vogeltjes komen aanzeilen, kleine, ;eelgroene, drukke diertjes. Sommige hebben wart e schedelkapjes en allemaal zijn ze ben je dame seule". Wanneer er spatjes op 't tafellaken zijn, haast de kellner zich er een schoon servet overheen te leggen. Ik begrijp best dat alle waar naar zijn geld is, en dat je bij een maagvulling, die je maar 60 ets. kost, geen damast en cristallen glazen kunt eischen. Maar l" kost zindelijkheid geen geld. 2°Moest in elke vegetarisch restaurant gelegenheid zijn om voor een behoorlijke prijs wat meer copieus te kunnen dineeren, maar dan ook alles in de puntjes. In Londen, in Parijs worden in de vege tarische restaurants de fijnste schotels toe bereid, en men heeft er alle luxe, waarop meer verfijnde gasten aanspraak maken. Ik weet niet, hoe het in Amsterdam en elders gesteld is, maar hier weef geen enkele der bedienende meisjes ook maar iets af van de allereerste beginselen der kunst die vóórdienen heet en blijkbaar stelt de direc tie van het restaurant er geen prijs op het haar te leeren. Met dit alles zijn we nog niet verder ge komen en weet mijn goede kennis nog geen oplossing voor het raadsel, waar ze haar vegetarisch dineetje zal kunnen geven. Ook niet waar ze den volgenden dag met haar vleeschetende kennis heen zal gaan, want iets als Polman of Americain zoeken wij in het kieskeurig Haagje tevergeefs. Is er misschien onder de lezeressen iemand, die raad weet? E'. C. Y. D. M. ItllllllIflIIIIIIIIIIinilfMIIIIIIIllllllllllllltllllllltlllllllMfllllMIHIIIMItllllll VRAAG Wat vraag ik van de menschen Die langs mij henen gaan? Ze spoeden ijlings verder, Zien mij slechts zwijgend aan. Wat hebben zij dan meerder Dat mij hun bidden doet? Wat weten zij dan beter Dat 'k van hen leeren moet? Ik weet niet wat ik vrage En wat zij niet verstaan. 't Is mij of alle menschen Steeds vragend omme gaan. Een vragen onbegrepen Zoo angstig, zoo vol pijn: O werd het uitgesproken ! O mocht er antwoord zijn! H. VAN SINOERS aan de kanten donker gestreept, 't Is een vlucht sijsjes, de zwartkoppen zijn de mannetjes. Misschien zijn ze in den nacht komen aanzetten uit het Oosten, want al die vogels zoeken nu den warmen zeekant op. Als razenden vallen ze aan op de dikke elzenproppen en pikken er de vruchtjes uit, al buitelend en zwiepend met de buigzame twijgen. Er zijn ook slimmerds bij, die neerfladderen naar het ijs, en daar de vruchtjes oppikken, waarbij zij geholpen werden door een paar vinken. Schuw zijn ze in 't geheel niet en als ze hun bekomst gegeten hebben, gaan ze in den dichtsten els bij elkaar zitten en heffen in koor een vroolijk liedje aan. Nu is het zeker een uur of tien, dat is nu in den vorsttijd het zanguur voor de vogels. Ook in de stad gaan dan de musschen bij troepjes zitten sjielpen, en de spreeuwen zingen in de wei. Als 't nu gaat dooien, kan er weer een morgenzang op overschieten voor zonsopgang maar thans dringt de honger te zeer. Langs het elzenbroek stroomt een beekje, dat er door een dam van gescheiden is en elders een goed heenkomen mag zoeken. Hier is het heelemaal dichtgevroren, maar hoogerop, dicht bij zijn oorsprong blijft het nog open. Het watersprankje brengt warmte uit het hart van de heuvelen. Nu langzaam en voorzichtig tusschen de struiken door, stilhouden bij de bocht en dan uitkijken naar de dorre blaren langs den waterkant of daar soms iets beweegt. Op het broekveld achter de beek loopen een twintigtal waterhoentjes, die zijn als 't ware uitgevroren uit meertje en moeras en kiden nu uitsluitend een landleven, wat ze als stelt loopers gerust mogen doen. Ze zijn al vol in kleur, spierwit aan den staart, fel rood óp den snavel, groen aan de pooten met roode kousenbanden en op het lichaam lei grauw en bruin en zwart met nog wat VAN ALLES WAT Wat te denken geeft Als een bewijs dat vrouwen niet voldeden in- betrekkingen voorheen alleen door man nen waargenomen hoorde ik onlangs het volgende vertellen: Een chef de bureau had zijn employee reeds meermalen óp kleine tekortkomingen opmerkzaam gemaakt, vond het eindelijk noodzakelijk een ernstige berisping toe te dienen. Wat antwoordde het jonge meisje? Mijnheer, ik vind u niet aardig!" Typisch, hè?" grinnikte de man die het vertelde. Het ewig weibliche" sprak; het eeuwig mannelijke word (typisch) verzwegen. Het jonge meisje kon in den chef de bureau den heer niet wegcijferen. Had de chef de bureau de jonge vrouw altijd in zijn employee overzien ? Geldt het hier oorzaak of gevolg? en zou dit bewijs" niet evenzeer een bewijs" kunnen zijn dat de man in zijn betrekking niet geschikt is om de superieur van een vrouw te zijn? H. v. LINOEN iiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiMiimifiliiHMiitiiiiiHiitrnifiiiiillllliii Ons Kookboek AMERIKAANSCHE SCHELVISCH l groote schelvisch, of 3 moten kabel jauw, l H varkens- en l X ons kalfsgehakt, 2 ons rookspek. De schelvisch of de moten kabeljauw vult men met gehakt (klaarge maakt met veel peterselie en wat uien) en belegt het daarna met dunne schijfjes rookspek. Dit alles met een goed stuk boter in den oven braden als vleesch, en het voortdurend bedruipen. L. M. G. VOOR DE LUNCH OMELETTE MET ASPERGES 3 eierdooiers vermengt men met l H lepel meel, zout en peper en een klein kopje melk. Het wit van 5 eieren stijf kloppen en dat alles te zamen doen kort voordat men begint te bakken. Terwijl kookt men wat asperge-stukjes of warmt deze uit de Weckflesschen. Rasp wat Parmesaansche kaas en wat ham b.v. l ons. Twintig minuten vóór het eten bakt men van het beslag 3 omeletten. Neem voor ieder ongeveer l soep lepel van het beslag, laat ze zachtjes licht bruin bakken aan n kant. Leg ze op een schotel op elkaar, bestrooi de eerste met Parmesaansche kaas, de tweede met ham en de derde met de warme asperges. Daarna doet men er een mousseline saus over die ook klaar moet zijn. L. M. G. iiiinniiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii HUWQYKS'UiïZCTTCN. i Compleet in de volgende prijzen: No. 1 . . . ? 350. 2. . . 475.3. . . 625. 4. . . 850.5. . . 1000.6. . 1275. 8, 9. 10. 1600.2200 2750. 3000. witte streepen op zij: prachtige dieren. Een paar vale sprietjes dicht aan 't water gaan op eens raar bewegen, anders dan wanneer de wind het veroorzaakt. Daar sluipt zeker een dier rond. Neen, de sprietjes zelf behooren tot een dier, 't is een water snip, die met zijn langen snavel in de weeke modder staat te boren. Ieder jaar vind Ik er hier en telkens is het een verrassing om uit die gele streepen de vogel te zien ont staan, met zijn prachtig bronsglanzend gevederte van rug en vleugels en spierwitten onderkant. Wie er niet op bedacht is, dat daar een snip aan 't werk kon zijn, zou opeens den vogel voor zich zien opvliegen, snel zigzag omhoog over de struiken en dan het weiland langs. Maar nu zie ik hem gerust en geduldig werken. Zijn lange sna vel gaat geheel in den modder, en daar wurmt lij dan wat rond. Vindt hij niets, dan boort lij weer een ander plekje aan en onder de hand kijkt hij in 't rond en omhoog met zijn groote oogen, die haast op zijn achterloofd zijn ingeplant. Een vreemd aardig dier, altijd een welkome ontmoeting. Nu kan ik aan dit boekje van alles ver wachten, de fazanten komen er drinken en ook de gaaien en de kramsvpgels, de groenvinken en de boomleeuwerik. De ijsvogel zoekt het water af, zoover het open is; vischjes zijn er voor hem niet te vinden, maar altijd nog wel het een of ander insect. Maar dat komt allemaal bij lange tusschenjoozen en wie hier gewoon langs wandelt, zonder even te verpoozen, krijgt den indruk alsof de heele wereld uitgestorven is. En bazelt van den doodschen winter. En dat nog al bij 't warme beekje, waar nu al jeugdig ;roen ontspruit en een elzentak, die laag afhangt, is al zoo ver gevorderd, dat ik hem thuis maar n dag behoef te koesteren, om de katjes in vollen bloei te zien. JAC. P. THIJSSE

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl