De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 10 februari pagina 3

10 februari 1917 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

JO Febr. '17. - No. 2068 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ROBBERT KALfF&G AMSTERDAM. MONSTHZALtH«w37nETtt : HeERENO!ACHT270 Filiul DEN HAAG: Noordelnde 160. oogen comen, sij geensins gedlsponeert connen worden om naer behooren te vigileeren voor haer eijgen securiteyt." Ja, als de gevaren ons klaar voor de oogen staan dan is ons volk bereid mannen en millioenen te geven om zijn kostbaarstukje land, dat het zelf gemaakt heeft uit zee en moeras, te verdedigen. De tegenwoordige oorlog echter eischt een deugdelijke organisatie met mannen en materieel en vooral reserves van beide, wat alleen door een nauwgezette vredesvoorbereiding mogelijk is. De omstandigheden hebben ons sedert Augustus '14 den tijd gelaten al was die in vele opzichten niet gunstig om ons voor te bereiden en onze weerkracht te verhoogen. In stilte is gewerkt met alle beschikbare hulpmiddelen om de levende strijdkrachten uit te breiden, reserves gereed te maken, ons materieel aan te vullen en uit te brei den zooveel als zulks onderde tegenwoordige bezwarende omstandigheden mogelijk is. En het was thans de bedoeling van de regeering om het Nederlandsche volk, om de bewoners onzer koloniën, en om aan het buitenland te toonen, dat er met allen ernst naar'gestreefd is om onze weerkracht zoo hoog mogelijk op te voeren teneinde onze onzijdigheid te handhaven en ons zelfstandig volksbestaan te verzekeren. Geen beter middel kon worden aangewend dan de bioscoop, die een levend beeld geeft van wat leger en vloot vermogen. Duizenden en duizenden zijn daardoor in staat de in veel opzichten interessante oefe ningen te volgen, die zich vaak afspelen op terreinen en tijdstippen, die zich minder leenen voor het pu «Hek om ze in de wer kelijkheid te gaan zien. Dadelijk na het verschijnen van den Engelschen leger- en vlootfilm werd in't einde van Juli 1916 door den minister van oorlog machtiging verleend aan den opperbevel hebber van land- en zeemacht tot het doen vervaardigen van een Nederlandsche Regeeringsfilm. De technische uitvoering werd opgedragen iiiiniiiiiHiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii IIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIHIIUII 't SCHIETGAT De nieuwe revue: Twaalf aar sluiten." Iemand, die een revue schrijft, heeft te kiezen tusschen slechts twézaken. Dat heeft hij voor op alle andere stervelingen, die bij ai hun ondernemingen de keuze heb ben tusschen oneindig vele mogelijkheden. De revue-schrijver kiest tusschen: een revue voor het schellinkie, en een revue voor de stalles. De overige rangen kunnen wij uitzonderen, want menschen die in loges een revue bij wonen, komen om uit te rusten van een zwaar diner, en menschen die ergens anders zitten dan in stalles, loges of op 't schellinkie heb ben dien dag hun diner opgeofferd, omdat ze in de file moesten wachten vanaf zes uur. Dit alles geldt n.l. voor premières. *.' Deze nieuwe revue is er een voor't schel linkie, en als zoodanig zeer zeker te waar deeren. Het arme kind dat een popje wil hebben" is er in, en Piet Kohier, en de luie gemeentewerkman, en alle andere dingen, die een revue tot een revue maken. Alleen de zaal is verkeerd. Want het Centraal-Theater heeft geen schellinkie, en de loges zijn er niet gemak kelijk genoeg om er in uit te rusten van een zwaar diner. Henri ter Hall is de koning der Schellinkies-revue-schrijvers. Hij huurt altijd zalen met schellinkies en loges, b.v. het ClrcusCarréin Amsterdam, Scala in den Haag, en Tivoli in Rotterdam. Indien de schrijvers van Twaalf uur sluiten de zaal van Carrégehuurd hadden, was hun revue een groot succes geworden. Alles hangt af van de zaal. Huurt niet Rido, die in zijne revue's ge meenlijk op de lagere hartstochten specu leert, altijd Flora af, de zaal die uitsluitend schellinkie is...? Wanneer men z'Qn revue laat opvoeren in het Centraal-Theater, moet deze minstens zoo geestig zijn, als de architectuur van deze 'instelling. Nu was het eigenlijk veel grappiger, om het publiek in de zwem-bas sin achtige zaal te zien, dan Piet Kohier en Maddy Encla op het vél te kleine tooneel. Kohier is zóó gewend, naar boven te kijken als hij een grap zegt, dat wij zijn blik tel kens naar de lage zoldering zien gaan, en Maddy Encla kan nauwelijks uit-dansen te midden dezer accumulatie van schermen die haken blijven. Het is telkens, of zij struike len zal over den zwaaienden dirigeerstaf ?van den belgischen dirigent. aan den heer Willy Mullens (Alberts frères te 's-Gravenhage) terwijl ondergeteekende belast werd met de leiding en samenstelling van dien film. Dit was dus voor het rst, dat op eenigszins groote schaal reclame gemaakt werd voor onze eigen weermacht door middel van de populair geworden bioscoop; het was een besluit, dat ten zeerste was toe te juichen. Dus geen geheimzinnigheid rrteer, aan een ieder laten zien wat we hebben n wat we kunnen; dit is dan ook de voornaamste basis, waarop het vertrouwen van een volk in zijn weermacht moet steunen. En al kan de film ook niet vertoonen het aantal mannen en het aantal kanonnen waarover we beschikken, de film is zeer zeker in staat een algemeenen indruk te geven van wat leger en vloot met de hun te n dienste staande middelen kunnen presteeren. Ruim vier maanden achtereen hebben wij gefilmd in allerlei plaatsen, bij allerlei onderdeelen van leger en vloot en die vier maanden hebben mijn jarenlange ondervin ding bevestigd, dat ons soldaten materiaal goed is, en dat mits onder goede lei ding zij voor geen enkelen landaard behoeven onder te doen. Vraagt het aan eiken Indischen officier, die in onze koloniën op expeditie geweest is en gelegenheid gehad heeft zijn eigen stamgenooten te vergelijken met Duitschers, Belgen, Zwitsers, Franschen, enz. zij zullen u onomwonden hetzelfde getuigen. Ja, de Hollander, is geen paradesoldaat; hij loopt graag met een open jas, zijn pet scheef op zijn hoofd, zijn handen in zijn zakken, voor uiterlijk vertoon voelt tij niet veel, vandaar, dat een Nederlandsche troep niet altijd een martiaal figuur maakt. Het is jammer, dat het zoo is, omdat met een beetje inspanning ook het uiterlijk beter verzorgd kan zijn, waardoor de indruk naar bulten ongetwijfeld beter zou wezen. De man in de straat beoordeelt nu een maal het innerlijke naar den uiterlijken schijn. In dit opzicht mogen wij gerust wel eens onzen blik naar het oosten richten; zonder een slaafsche navolging van de paradekultur" kan aan het uiterlijk voorkomen van onze troepen nog wel wat verbeterd wor den, dat tevens aan de innerlijke kracht ervan tqn goede zou komen. En wat ons materieel betreft, een groote achterstand sedert Aug. '14 is ingehaald. Geen moeite, geen kosten zijn gespaard om onze troepen uit te rusten met datgene wat de moderne oorlog eischt. Alle moderne technische hulpmiddelen zijn aanwezig en nog steeds wordt voortgegaan om de reusachtige hoeveelheden, die de moderne oorlog eischt aan kanonnen, mi trailleurs, munitie, enz. aan te vullen en uit te breiden. In dezen abnormalen tijd is het echter niet de kwestie wat men hebben wil, maar wat men krijgen kan; de vraag overtreft meestal het aanbod en in 't bijzonder geldt dit voor allerlei soort oorlogstuig. Men moet van den leger- en vlootfilm niet meer eischen, dan wat hij vermag te geven, nl. een indruk van de samenstelling, werkzaamheid en optreden van onze troepen en schepen, benevens een vluchtig beeld van wat noodig is om in de behoeften daarvan te voorzien. De stof was zoo uitgebreid, het aantal onderwerpen zoo groot, dat een keuze moest worden gedaan. Men kan op n avond nu eenmaal niet .meer afdraaien dan ± 3500 M. film, en op slot van zaken komt er aan de belangstel ling van het publiek waarvoor toch deze film gemaakt was ook een einde. Wil men zijn doel niet voorbij streven, dan moet men zorgen, dat aan 't einde van de voorstelling de verzuchting gehoord wordt, dat 't jammer is, dat 't uit is. Of de samenstellers daarin geslaagd zijn, laat ik in 't midden; ik wil alleen nog even uw aandacht vestigen op een gebrek van En de revue zelve? Ook die is slechts pikant als weerspiege ling bij het publiek. Ik heb, bij het binnen dragen van het ijzeren kruis, veel meer ge noten van Reichmann's toekijkend gezicht, dan van de stoutigheid, die de pro-geallieerde schrijvers in dit feit bedreven. Van dergelijke woordenlooze succes-scènes is de revue vol. Na geen een Inslaand moment kan men auteur!" roepen, want waar geen parlandi of liedjes zijn oogst dit stuk den meesten bijval, nl. bij dans- en mimische scènes. Hiervan zijn uitgezonderd de niet erg origineele maar toch grappige Uilenburg scène, en het korte liedje: wat een revue is". Een raad aan revueschrijvers: Stel u uw zaal en publiek voor, alvorens ge aan het werk gaat. Dat doet een gastvrouw toch ook, wan neer zij het menu samenstelt voor haar diner van 't seizoen! ? Vergeeft mij, maar uw mengsel van boe renkool en caviar en rijsttafel en snert be komt mij niet al Ie wel uw invite: MELIS STOKE P.S. Intusschen blijft u de eer, uwe grondstoffen als artisten, dansers enz. van de beste soort genomen te hebben maar de combinatie de combinatie au au! Houd mij intussdien dit zonderlinge (in)digestie-briefje ten goede! S. ? * ? Vijfde Amsterdamsche Kunstenaarsfeest Causerie Als het waar is, dat de lach ontwapent, dan is het einde van den oorlog nabij. Er is vél gelachen op hjpt Kunstenaarsfeest, een oude bekende. Men heeft ge lachen, maar geamuseerd heeft men zich niet. Bijna onbegrijpelijk. Maar ik zal het u uitleggen, en ik verzoek u, vriend-lezer, en u, vriendin lezeres, in hetgeen ik u zeg gen ga, niet de minste kwaadwilligheid te zien jegens Holland, de Hollanders en vooral niet jegens de Hollandaises", die ik van ganscher harte bewonder. Ter zake. Wat zoudt ge zeggen, wan neer iemand gisteren eens koers gezet had, in de richting Leidschekade, en op het oogen blik dat het publiek Bellevue binnenging, had geroepen: Als de wind! Gauw! Neemt Financieel Nieuwsblad Singel-842, A'dam TELEFOON N. 6925 bevat steeds actueele arti kelen, betrouwbare cor respondentie, nitlotingen van premieleeningen, producties, koersUjut enz. Abonnement slechts |so| ets. per kwartaal. Vraagt gratis Proefnummers TAMINIAÜ'S ? JAM ? OOSTEBBEEK MEUBILEERINGEN het bouwen van Villa's en Landhuizen zijn prachtige heuvel achtige BOSCHTERREINEN te koop in HET OOSTERPARK te Lage prijzen, mooie vegen, gas, electr. licht, water. I.ï. flaatjj. tot Exploit. van Het loiterpark Dlr.J.J.STOKMANS&OnOSCHÜLZ Tel. Int. 38 & 48 DE BILT MEDDENS S.B. gereed en naar maat vanaf f *&.?. Coupéur-rcizigcr te ontbieden. MEUBILEER1NGMAATSCHAPPIJ - HOLLAND MEOEELT AR:ISTIEX UW WOONHUIS OF VILLA VOOR: f 500. 650. 775. 875. 1100.EN HOOGER STOFFEERT ARTISTIEK UW WOOHHU1S OF VILLAVOOR: f 250. 290.425. '.i 550. 675.EN HOQGER - AMSTERDAM N.Z. VOORBURGWAL 274 o. h. Nieuws v. d. Dag. Int. Tel. 5974 VRAAGT PRIJSCOURANTEN >f SCHOOL VOOR MAATSCHAPPELIJK WERK Pieter de Hooghatraat 78» Amsterdam. NIEUWE CURSUSSEN - CURSUSGELD 5 GULDEN Coöperatie 128 Februari 11-12 Prof.Mr.M.W.F. 7 Maart TREUB 114 Maart Reclasseering Hr. TH. W. v. D. WOUDE 21 Maart 11-12 28 Maart 4 April MmijmiiiiiimrimjjiimiiiiiiiimiiuiiiiiiimmmiiiiiiimHiiiiiiiimifiiimimti iiiiiiiifiiiiiiKiiuiiiiiitiiniiiiiiiiiui onze volksopvoeding, nl. dat we onze eigen onvolkomenheden altijd met een sterk ver grootglas bezien en alles goed en mooi vinden wat van over onze grenzen komt. Gepaste zelfcritiek is zeer goed, mits het maar niet wordt onderschatting van eigen kunnen en kennen. In een volgend artikel zal een en ander omtrent het maken van den film en de op namen worden medegedeeld. lllllllllllllllllllllllllllllll/fclIIIIIIIIIHMJIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllll IIMIHIIIIMIIIIIIIIIIIIIimlIIIIIIMIIIIIIIllllllllllllll Overpeinzingen van den Wijze Er bestaat een vertelling van een koopman, die een verre reis ging ondernemen en zijn huisverzorger het gansche bestier van zijn zaken overliet, met opdracht overal orde op te houden, zoodat hij alles geregeld zou vinden, wanneer hij terng mocht komen, hetzij te avond of te middernacht, bij het hanengekraai of overdag. Die vertelling komt mij altijd in de gedachte, als ik met menschen te doen krijg, die neiging tot slordig heid hebben, wier devies is: laat maar waaien", of dat komt terecht" en morgen weer 'n dag". Hoevelen van dezen zouden minder moeite, minder zorg en kommer hebben, als hun geest meer waakzaam en actief was! Ordeloos in de hoogste mate, missen zij elk begrip van tijd en leven in de eeuwigallemaal een vliegmachine, en vlieg boven de stelling Amsterdam t Het heil van het vaderland hangt er van af!" Negentiende van de voorbijgangers zouden antwoorden: Het vaderland redden ? Graag! Maar we zijn geen vliegeniers, men heeft ons dat niet geleerd!" Zoo gaat het ook met het amusement. Men weet zich niet te amuseeren, in dit land. Men zou het wel graag willen, maar men slaagt er niet in. Reeds het begin van het bal der Kunst, had zoowel iets van een zitting met gesloten deuren als van een marktdag, d. w. z. het had iets van een aanteekeningsfeestje in een eenvoudige, fatsoenlijke familie, die er zelfs een piano opnahoudt. Hemeltjelief, wat heb ik een pret! De verveling is een ziekte in dit land. Wanneer ze te genezen was met purgeermiddelen en een bepaald dieet, dan waren bijvoorbeeld de Duitschers, die er nog erger aan lijden, dan de Hollanders, er reeds grondig van genezen. Een van mijn collega's had me verteld, dat het den menschen van dit land hier in het bloed zat, maar een van m'n vrienden, en advocaat zonder zaken, haalde z'n schouders op?Trouwens, zoo staat men, ten slotte tegenover de meeste kweslies; of zij de maatschappelijke toe standen, de moraliteit, of de politiek raken. Voor elk standpunt, elk onderwerp bestaan twee lezingen... zooals er twee verschillende bals der Kunst zijn. Er zijn altijd twee Kunst bals, zooals er een Dante en een Virgilius zijn: edoch ze gelijken niet op elkaar, en ze harmonieeren niet, gelijk die, beide illustere dichters! Het is nu eenmaal een feit, dat de Hol lander zich over 't algemeen achter zijn stilzwijgendheid verbergt. Het is zijn spe ciaal soort van voorzichtigheid, dat zich van de ministers tot de koffiehuiskellners voort plant. Hij laat zich niet gaan; hij komt niet los, ook niet op het Kunstenaarsfeest. Hij is neutraal; a fond neutraal en als geborenneutraal maakt hij van de onzijdigheid een leyensregel. Men weet heusch niet, wat hier stiller is; de grachten met haar schepen; de straten met haar menigte of het Wolefbal met zijne kunstenaars. Maar dat neemt niet weg, dat zekere heeren zich daar straks amuseerden met jonge meisjes in de hoekjes ter sluiks kneepjes toe te dienen, wanneer ze wisten, dat niemand op hen lette. Hetgeen aanleiding geelt, tot het aanvoeren van den aiouden zinspreuk: Honi soit qui mal y pince!" ... Ik bevind mij hier in een talrijk ge heid. En als ge op hun fouten wijst, staat ge verslagen van hun... excuses?! Heelemaal niet! Zij hebben geen ongelijk! Zij schoten niet te kort in hun plicht! Maar gij: Waarom moest gij juist bellen, toen ze pas aan tafel zaten? Maar het was toch reeds acht uur in den avond, zegt ge ver goelijkend, dan is toch de tafel al lang afgeloopen? Nou ja, 't was met het eten wat later geworden dan gewoonlijk; het fornuis wou niet branden. Dat kan toch ook wel eris gebeuren? En ge raakt verle gen met uw houding van verwijt, ofschoon ge weet, dat er morgen weer iets anders zijn zal of verzonnen wordt om u teleur te stellen en de orde te verstoren. Ge hebt met uw beste bedoeling niets gewonnen, en als ge aangespoord hebt, om toch voort te maken, want dat anders de trein weg is, en zij hollen het perron op, rukken nog een portier open, terwijl de trein al in beweging is, dan lachen zij u in 't gezicht nog uit. Zij kwamen er immers? Ze zijn toch mee? Jij altijd met je haast l" Waarachtig ik sta verslagen, dat de wereld nog draait, zooals ze draait, want het mee ren deel der menschen helpt er niet aan mee. En toch... zou 't zoo anders kunnen zijn in vele gevallen. Wij zouden ons kunnen inspannen, om elkaar en ons zelven wat minder reden tot ergernis en zorg te geven en 't wat verder te brengen in ordelijkheid, dankbaarheid en blijdschap. De meeste menschen verwachten het heil der wereld nog maar steeds van buiten, van anderen, van de regeering, van den dominé, van hun buren. Als die allen tezamen maar wat meer hun best deden...! Maar de klagers veri uu iifiiimtitii iiiiiiiiiiiiiiiniiiiiii i iiiiiniiiii zelschap van komedianten. Komedianten, overal. Ik heb niet de minste pretentie zelf, een uitzondering te willen zijn. Ten allen tijde zijn er komedianten geweest..,., om slechts Nero te noemen, dien gruwzamen komediant; Voltaire een sublieme komediant; Napoleon een komediant met genie! De wereld kent de komedianten van het parlement, die zich als vuilpoezen gedragen, de komedianten van de balie; de komedi anten der diplomatie, de komedianten onder de priesters, die handel drijven met het levende en met het doode element; de krantenschrijvers, komedianten der reclame; de groote wereld, die uit komedianten met titels bestaat; ja, ze kent zelfs den kome diant van de misdaad. Laten wij het gerust hardop constateeren: allen zijn.... komedi anten, komedianten, komedianten.... Vroeger, toen de tooneelspelers in een provincie-stad aankwamen, riepen de bur gers: Daar heb je de tooneelmenschen, gauw het tafelzilver wegbergen!'' Wanneer in dezen tijd, een zeker soort gentlemen in een huis zijn uitgenoodigd, zegt men: oppassen voor de dingen van waarde!" Vroeger kwam het er ook vooral op aan, dat men zijn beroep kende; het was niet voldoende, een rol op te zeggen", zooals dat thans meestentijds gebruikelijk is, nu dikwijls de jas en de das.., den tooneelspeler maken! Een beroemde komiek vertelde eens het volgende: In een stuk, waarvan de repetities reeds aan den gang waren, moest een theatervloo, hem een brief overhandigen. Dit wondermensch verscheen pas ter repetitie op den vooravond van de première. Waarop de komiek tot hem zeide: Eindelijk, daar bent u dus present, meneer; waarom, bent u niet, evenals ik, iederen dag komen reperteeren? De grasgroene, met zich-zelf ingenome, antwoordde: Gelooft u dan, dat ik u geen brief zou weten te overhan digen ?" 't Is mogelijk, dat u dat ^zoudt kunnen", antwoordde de artist, maar ik zou misschien niet weten, hoe ik hem moest aannemen." Avis aux artistes présents au bal! ' 10 V- u. Cabaret. Men schenkt geen aan dacht, ook niet de oppervlaktigste aan de cou pletten, die de zaal ingezonden worden, de lie deren, die het programma belooft. De groote sentimenteele blondine, de bewegelijke bru nette, verschillende situaties volgen elkaar op. Wie heeft beweerd, dat Wolef geen verstand heeft van organiseeren ? u. bal. Op het oogenblik, dat ik geten zichzelf. Ze vergeten, dat ze zelf ook wel eens wat doen en laten konden. Zij verwijten wel anderen, dat die altijd in de steenkolen wroeten, maar vragen zich niet af, of hun handen dan immer wierook zwaaiden; ze verwijten wel anderen het zeggen van onredelijkheden, maar vragen niet, of hun mond dan steeds wijsheid sprak; 'n ander kwam te kort in zijn plicht en zij vermoeden zelfs niet, dat zijn bezwijken hunne schuld was. 'n Gewillig paard, dat nog bovendien gejaagd wordt, bezwijkt ten slotte, en dan zeggen die ezelskoppen, die daar nooit erg in hadden: Dat is jammer, 't was zoo'n best beesie!" Over zulke dingen kan men niet anders doen dan zuchten en daarom zullen we dit op onzen ouden dag 't best kunnen, totdat onze laatste zucht 'n verlossing zal zijn. Dan gaan we weg en zullen anderen in ons gareel stappen, en... Wat zullen die anderen dan zeggen? Zullen ze onze nalatenschap prijzen? Zal die ook 't prijzen en 't waar deeren waard zijn? Of zullen ze spreken over de gebakken peren" waar wfi hem mee lieten zitten? Hunne besprekingen kunnen 'n oordeel wezen en thans, bij ons leven, is het nog tijd, om te voorkomen dat hun oordeel een vonnis zal zijn. Somtijds is 'n mensch meester van het lot" (Julius Caesar). Maar daarvoor moet hij werkzaam zijn, op zijn post wezen, doen wat plicht en rede van hem vragen, weten, dat 't min der erg is om te verslijten, dan te verroes ten, en meer waarde hechten aan het welzijn van zijn geestelijk leven, van zijn ziel, zijn hart, en hersens dan eenig ander ding. SOCRATES met koortsachtigen haast deze regels schrijf, heeft zich een nieuw front gevormd (de andere tel ik niet meer mee), het is het front van den Kunstwolf. Zeer levendige actie, aan dat front. Hevig kanonvuur, met behulp der zware artillerie, van 120, 210, 380, 420 en 520; vervolgens verwoede aanvallen, eindigend met gevechten corps a corps, welke voor 't meerendeel zonder veel gratie zijn; en met den klank van een orkest, die een weinig valsch speelde, nog in mijn oor, kan ik constateeren, dat Ie sexe fort n'avait pas toujours Ie dessus". Behalve de zware artil lerie, was ook de lichte artillerie vertegen woordigd. Er was zelfs een charmante, kleine, rossige mitraüleuse, die pas in 1901 door de fabriek is afgeleverd. Ik heb een verzoek ingediend, om tot de lichte artillerie te worden toegelaten. Toe gestaan! Ik constateer, dat mijn lichte 75 heel zwaar was. Oef! Vlug grijp ik eene 420 (dikke Bertha), met wie ik opgewonden het uur van den stormloop tot den one step afwacht. Honi soit qui mal y dance". Pardon, mevrouw, ik ben duizelig. Wilt me verontschuldigen?" Hemelsche goedheid, wat duurt die oorlog lang! Er zijn nog andere strijders, die op dit oorlogsveld, verschillende werken uit voeren, waarmee nog niet gezegd wil wezen, dat zij mannen van (de) genie zijn!... Zeven minuten over twaalf: Ik heb geconstateerd, dat de eenlge mooie vrouw op het bal, het meerendeel der vrou wen tegen zich had. De eene helft be weerde, dat zij valsche tanden had; de andere helft: dat zij een pruik droeg (in het loopgraven dialect: poil mobile, ge naamd), om niet te spreken van degenen, die, bedektelijk te kennen gaven, dat zij geen fatsoenlijke vrouw was..., want dat men zegt, dat zij amants" heeft!" Allemachtig, wat zijn ze boosaardig die vrouwen! Ik ga dadelijk aan het werk, en schrijf een Rozeboek". Want ik ken nu de aanstichters van dien wereld-oorlog. Het is niet Hindenburg, het is niet Mackensen; het is noch Ballin, noch de Kroonprins. Het zijn hunne dames, daarvan ben ik nu vol komen zeker. Vriendelijk bedankt, Wolef, voor de gelegenheid om die wijsheid op te doen!... 2 uur. De oorlogsmenschen gaan heen. in de stilte van den nacht..., langs de stra ten, die niet langer verontrust worden door het druk vertier van den dag.... H. BERT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl