De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 24 februari pagina 11

24 februari 1917 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

24 Febt '17, No. 2070 DE AMSTERDAMMER^W^EKBLAD V OOR'NE D E RL AN D 11 De vrouw en het Nederlandsch fabrikaat" Waar in den loop der jaren, de belang stelling der vrouw meer en meer de enge grenzen van het gezinsleven overschrijdt en zij haar hart en haar oogen opent voor de nooden en behoeften van-geheel het volk, daar kan het niet uitblijven of zij stelt zich de vraag: wat kan ik'als vrouw doen, hoe kan ik medewerken, om aan die nooden en behoeften tegemoet te komen. Bij het stellen van die vraag dringen zich dan een aantal antwoorden tegelijk aan haar op en het is haar, als stond zij in het midden van een cirkel waarvan elke straal een weg is, die tot dat doei kan leiden. Meer en meer wordt zij zich bewust, dat ook van haar handelingen veel afhangt voor de toekomst v^ui haar land. Zij ziet en gevoelt den grooten economischen nood, de toenemende werkeloosheid, den gebrekkigen toevoer uit het buitenland, en waar zij weet, want het onderwijs, dat zij genoten heeft, ook dat op de lagere school heeft haar in die richting voldoende ontwikkeld, waar zij weet, dat de natuurlijke en industrieele bronnen van haar eigen land dien nood voor een groot deel kunnen lenigen, zooal niet geheel en al afwenden, daar begint zij te beseffen, dat het ook hare plicht is, die bronnen van welvaart te benutten en naar haar beste krachten de exploitatie dier bronnen te steu nen. En zij, die elke week op nieuw een grooter of kleiner bedrag voor huishouddoeleinden te harer beschikking krijgt zij kan dat! Haar huishoudbeurs, haar kleeden speldegeld vertegenwoordigen een deel van de koopkracht der natie. Zij is daardoor een machtige factor bij het verspreiden en kweeken van welvaart! Als zij dit helder inziet, zal zij begrijpen, welk een invloed ten goede zij kan uitoefenen. Zij moet niet meer onbewust zijn van de herkomst van bijna alle artikelen, die zij voor haar huis houding behoeft. Het moet haar niet meer onverschillig laten, dat zij Engelsche jams, Duitsche poetspommade, Belgische kousen en Fransche modeartikelen gebruikt, als zij die waren voor den zelfden prijs en van dezelfde deugdelijkheid van de binnenlandsche Industrie kan betrekken. Waar ook zij zich een helder beeld schept van den thans heerschenden verwarden toestand op economisch en sociaal gebied, daar moet zij elk middel aangrijpen om te helpen. Zij moet in dezen tijd van grooten economi schen crisis ook voor haar land, trachten de welvaart van dat land te vermeerderen. Zij moet de Nederlandsche nijverheid steunen, werk verschaffen aan Nederlandsche arbei ders en fabrieken. Het buitenland helpt reeds als van zelf door zijn gebrekkigen uitvoer en het afsluiten van bijna alle toegangs wegen en, de Nederlandsche Industrie past zich reeds aan, aan de grootere behoefte, de meerdere vraag, en gaat artikelen vervaardi gen, die vroeger uitsluitend op buitenlandsche markten moesten worden gekocht. Er is bij fabrikanten, grossiers en winkeliers een ernstig streven in die richting merkbaar. Meer en meer ziet men in winkels de arti kelen in de uitstalkasten prijken met een etiquette .Nederlandsch fabrikaat". De in Februari?Maart in Utrecht te houden Eerste Nederlandsche jaarbeurs" bewijst, dat ook de groot-industrie aan dat streven te ge moet wil komen en zich beijvert den Nederlandschen winkelier een totaal overzicht te geven van hare capaciteit. Meer dan zeshonderd fa brikanten zullen daar toonen wat zij kunnen en in de toekomst zullen vermogen, mits zij den steun van het Nederlandsch publiek krijgen. Wil dit streven een volkomen suc ces hebben, dan moet ook het koopend publiek medewerken. Dan moet de Neder lander, ook de Nederlandsche vrouw, breken met die groote voorliefde voor buitenland sche zaken. Dan moet dat koopend publiek zich op de hoogte stellen van wat er in eigen land omgaat op industrieel gebied. En als het dat met belangstelling doet, dan zal het eerbied krijgen voor wat de industrieelen van het kleine Nederland presteeren en het zal geen verwondering meer baren, dat Nederland op dat gebied een grooten naam in het buitenland heeft verkregen. iiniiiiiniiiiiii i IIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Heksenbezems De duinarbeiders en jachtopzieners hier in Bloemendaal noemen ze nesten", al weten ze ook heel goed, dat de vogels er niets mee te maken hebben. Als ik spreek van heksenbezems, dan halen ze de schou ders op en kijken mij aan op een manier, waarvan ik de beteekenis in den loop der jaren precies op de juiste waarde heb leeren schatten. Ons nuchter Hollandsch landvolk wil van hekserij niets weten en denkt daar ook weinig aan. Ze noemen de krin gen van paddestoelen ook niet heksenkringen", ze noemen ze heelemaal niet en doen over het algemeen heel weinig aan bewuste poëtische of mystieke natuurbe schouwing. Hoe het daarmee gesteld is in het lOosten en Zuiden van ons land, daar weet ik niet genoeg van, maar ik meen, dat een groot deel van die hekserij naar ons uit Duitschland is overgewaaid. Hindert ook niet. Inderdaad ziet zoo'n berkengroep met al die woekeringen er uit alsof een roekenkolonie er zijn tenten had opgeslagen, vooral in de kronen, die onder invloed van den zeewind zoo breed zijn uitgegroeid. Het grootste nest" in dezen boom had een omvang van anderhalven meter en een hoogte van drie decimeter en kon dus voor roekennest al aardig meedoen. De berken in het Vondelpark te Amsterdam zitten ook vol met heksenbezems, sommige zeer groot, maar de meeste zijn wat kleiner en plat en herinneren meer aan verongelukte duivennesten. In tusschen behoeft ge er maar even naar te kijken, om te ontwaren, dat we hier te doen De-Jaarbeurs zal ook eenige dagen voor particulieren en belangstellenden zijn open gesteld. Dat is een goed denkbeeld, en ik zou ook de Nederlandsche vrouwen den raad willen geven die Jaarbeurs zoo moge lijk te bezoeken. Het zal haar er van over tuigen, dat ze voor bijna elk artikel op eigen markt even goed terecht kan als op de buitenlandsche. En als zij zich voor neemt zich alleen van buitenlandsche goe deren te bedienen, wanneer deze beter of goedkooper zijn, dan de artikelen van eigen nijverheid, dan zou dat voor den Nederlandschen fabrikant een aansporing te meer zijn om zich te beijveren, aan die redelijke eischen te voldoen. Zij zou daardoor mede werken tot vergrooting van het nationaal vermogen, het in het land houden van het geld, en het verschaffen van meer werk, dus het weren van werkeloosheid. De vele werkeloozen van nu, zouden dan koop krachtige arbeiders worden, waardoor weer het winkeldebiet zou stijgen en de winkelier zou meer durven inslaan. De volkswelvaart zou toenemen en ook het groot kapitaal zou zich meer voor de industrie interes seeren en meer geneigd zijn financieel te steunen. Vrouwen, zijn dat geen groote be langen, die wij met onze kleine middelen kunnen dienen. Laat ons eens probeeren wat wij in die richting kunnen doen en zoo helpen bevorderen, de belangstelling in en het gebruik van het Nederlandsch fabrikaat. C. S. GROOT Babbeltjes Vele ondeugende lyrische wanhoopspoe men zijn er geschreven over de ontelbre haakjes en oogjes, die bij vroegere modes, een damesjapon dicht, en de vertwijfeling van den voor kamenier spelenden echtvriend uitmaakten! De oorlogsgod, aan wien men daarginds al het staal offert, eischle in 't buitenland natuurlijk ook het offer van de .geheimzinnige" drukknoopjes en de veel bezongen haakjes en oogjes, maar daar mee is de poëzie de wereld niet uit. Integen deel, een nieuwe komt er in; de thans in Engeland en Frankrijk door modeteekenaars ontworpen robes de style, zonder de tradetioneele sluiting, maken de figuurtjes, die ze weten te dragen, gelijk aan die van damosels" uit het een of andere tafel-rondevaersl Ik schreef: robe de-style, maar feitelijk zijn het of robes-manteaux", mantelachtige gewaden met mouwen, of robes-chemises"; in hemdvorm geknipte mouwlooze kostuums, die op den schouder met een enke len knoop sluiten of daar eenvoudig elkaar gehecht zijn. fa prozaïsch Hollandsch beke ken: soepjurken, met ruimen hals en wijde armsgaten; die ter wille van het aanschieten een paar sierlijke, tragisch wringende arm bewegingen naar omhoog; verlangen! De nieuwe engelsch-fransche slip-on-stijl is prachtig voor avondtoiletten, en tèagowns. Want een fraaie glanzende stof kan zich in al haar heerlijkheid zelf om het figuur plooien, en de ceintuur is het lijngevende ornament. Ik zag een recht toe, recht aan" toilet (als, dal op 't plaat je) van, zachtgetint satijn, mei een halsgat," (wat is onze Hollandsche benaming toch welluidend!,) af gezet met bont. Een ceintuur van goud en kleu rige stof rankte zich om de taille, en ran den van denzelfden sierlijken, sprookjesachtigen rijkdom, wonden zich om de armsgaten, waaruit de doorzichtige ninonmouwen (in de tint der robe) wazig, fijntjes plooiend, den arm overnevelden. De mouwen kunnen aan het gewaad worden vastgestikt, zoodat de halsopening het eenige entree blijft. Vreest men, met het oog op de stof, bij het aantrekken, al te zeer de Laokoon-gebaren, die de benauwenis van het over het hoofd-aan-doen medebrengt, dan bevestigt men de mouwen op een luchtige mousselien onderblouse! Het terrein voor de variaties dezer nieuwe fantastische toiletten is ein deloos. ..; mevrouwtje's hoofdje zal versie ringen kunnen bedenken, in overvloed. De simpele gratie van het toilet blijft altijd het weldadige hoofdthema, dat zeker gén alledaagsche bewerkingen gedoogt, 'k Zag... 'n robe-chemise, met een kimono schoudereffect; gegarneerd langs mouwrug en nauw sluitend ceintuur, met kleine houten knoopjes, overtrokken door de stof der robe. De slui ting van 't ceintuur vertoonde 'n met wol gewerkt gesp-motief; dat zich herhaalde aan den vierkant uitgesneden hals en aan de zakmotieven ter heup hoogte! Hel kleu rige broderie, of een zwart koord-motief hebben met een ziekelijken groei van de boomen. Uit een warreling van doode dorre zwarte takjes steken er vele uit, die nog leven en die nu, in den winter kleine, spitse glimmend bruine knopjes dragen of soms aan hun uiteinde twee of drie lange strakke manne lijke katjes. Sommige van die takjes zien er vrij normaal uit, maar bij andere zitten de knopjes heel dicht opeengedrongen en zelfs samengesteld. Als straks, in de tweede helft van April die knoppen gaan ontluiken zullen uit die knopophoopingen weer nieuwe takkennesten ontstaan. Er groeien honderd takjes, waar er anders maar een half dozijn zouden komen. Zoo goed als altijd loopen Berk met Heksenbezems. Foto G. Bosch Naar de mode siert de nieuwste hemd of mantel-modellen, voor dagelijks" en voor de wandeling: Marineblauwe gekleede ontvang-kostuums prijken met zwart en gouden, of met hel groene en oranje randmotieven; en schil derachtig zijn beige-vooijaarskostuums door de toetsen van pauwen-blauw. Onder de aangewende, gestyleerde siermotiefjes treft ge zelfs: (groene) meikever-figuurtjes, en geluk aanbrengende spinnekopjes" aan. Evenwel, mevrouwtje hier in Holland prefe reert waarschijnlijk de teekenachtige, karak teristieke randen, die den robes zulk een artistiek cachet bijzetten. Tusschen twee haakjes: de nieuwe dracht stelt bijzondere eischen aan de kunst van een kleed te dragen; wat een kwestie van individualiteit is. Hoe zullen de gezellige dikke poffers en de over-slanke" dennen, zich in het nieuwe gewaad schikken? De oplossing van dit vraagstuk" kan nog tot vele bezienswaardige verrassingen aanleiding geven...! Naast de robe-chemise is ook de blouse-chemise verschenen. Oratie-volle, een van voren en van achteren rond uitgesneden halsopening vertoonende, Russische blouse, of van voren en van achteren glad, neervallende kimono modellen, die alle even beneden de taille eindigen, met een schootje. Smockwerk siert het Russische blouse-model met zijn zakjes; donker zijden band is het ornament, der contours" van het llchtkleurig kimono jasje, dat over het hoofd wordt aangetogen. De vporjaarsstoffen voor de nieuwste kostuums zijn.: Chiffpn-velveteeni crêpe-de-Chine, waschzijde, tussor, ftjn? fokerf»; elk soepel materiaal. Gepatroonde stoffen zijn maar zelden aan te bevelen...; manlief, en de andere huisgenooten zouden eerbiedig zwij gend naar vrouwtje-lief in zoo'n patroontje" heen staren, en misschien denken aan een behangsel" of een tea-cosy. Toch, als de gepatroonde stof zeer exquis" en gedempt van tint is, en mevrouwtje een interessante verschijning, dan mag het. Er zijn van die gelukkigen, die ia een stoelenhoes gehuld, nog dichterlijk aandoen! YVONNE DE TESSAN iiMiiiniiiiiiiti iiiiiiutiiiiiiiimtiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Uit verre landen New-York My dear Kitty. Daar ben ik nu sedert eenige maanden in het land van Columbus en zal je volgens belofte het een en ander van New'York vertellen. Geen fraaie beschrijvingen hoor! ik ga maar zoo wat luchtigjes van het een naar het ander vliegen en even aanstippen wat mijn aandacht trekt. De levenswijze maakt niet veel verschil met die van Europa, maar men is hier in een atmosfeer van groote afmetingen. Groot en hoog zijn de huizen, lang en breed de straten, hotels, apartmenthouses, winkels, zijn reuzengroot en ontelbaar, itrams van extra lengte, groot de knoppen aan de takjes der heksenbezems eenige dagen eerder uit dan de andere en dan zijn de zwarte nesten omgeven door een groenen schemer, terwijl de rest van de boom nog ijl en kaal is. ? Wij hebben hier dus te doen met een abnormaal sterken groei die zich uit door het aanleggen van een groot aantal knoppen en door vroegtijdige ontluiking. Nu is de berk een van de boomen, die buitengewoon snel zijn in het vormen van knoppen. Dat is het best te zien aan plekken, waar de boom verwond is, liefst niet tot in het hout, maar tot in de tweede schorslaag of tot het laagje dat daar weer vlak onder ligt, de groeilaag of het cambiutn. Soms ontwik kelt het kleinste wondplekje al een knop en is het letsel groot, dan vindt men het na eenige tijd bijna geheel overdekt met knoppen eng opeengedrongen. Dik wijls genoeg ontluikt daar geen enkele van en kunt ge jaren lang die knoppenkorst op dezelfde plaats waarnemen. Soms groeien er een paar takken uit en dan gaan déoverige knoppen langzamerhand te gronde. In ieder geval de verwonding heeft gewerkt als een prikkel voor het ontstaan van knop pen op plaatsen, waar ze zich normaal niet zouden hebben gevormd en in overgroot aantal. Het ligt voor de hand, om te vermoeden dat nu die heksenbezems ook door letsel zijn ontstaan en inderdaad is dat ook het geval, doch het letsel is niet van groven aard. Er heeft zich namelijk in 't eerst een woekering gevormd van een zwamsoort, in dit geval wel Exoascus betulinum. De zwamspore kan in het jonge takje binnengedron gen zijn door een scheur of gaatje. Bij den groei van de zwam ontstaan nu stoffen die daar ter plaatse de levende stof van den berk zelf wijzigen of als vergiften optreden en in ieder geval de cellen prikkelen om zich te gaan gedragen als jongste cellen, als embryonaal weefsel, waar knoppen kunnen ontstaan. Wij hebben hier een voorhët aantal auto's en karren, dientengevolge groot het aantal ongelukken; kerken, thea ters en cinema's (vergeef mij de samen vatting van deze drie soort gebouwen) zijn legio; groot de couranten, waaraan de hoofden der artikelen met reuzenletters gedrukt zijn: een Zondagsblad van de New-York Times b.v. bestaat gewoonlijk uit 128 blz. en het groote formaat daarbij in aanmerking genomen, komt men tot de slotsom op zijn vrijen Zondag een boek van drie a, vier deelen uit te moeten lezen. Groot ook zijn de porties ijs die de Amerikanen, verorberen, en groot de bouquetten die de dames op haar mantel dra gen, chrysanten van ragebollenomvang. De prijzen van alles zijn evenredig aan al die grootheid en de millioenen dollars waar mede men ons, figuurlijk gesproken, om de ooren gooit doet een mensen, met be scheiden guldensinkomen, duizelen. Het spreekt van zelf dat in zulk een land de advertenties ook extra-ordinair zijn en soms tot eigenaardig soort grootheid aan sporen. Zoo zag ik onlangs met reuzenletters op een aanplakbiljet-: don 't teil a He, but /? you do, teil a big lie". Je begrijpt dat men zich in den beginne bij zooveel grootheid klein voelt, maar even als aan de drukte en het lawaai, went men aan al die grootheid. Ja, die drukte en dat lawaai op straat zijn iets buitengewoons; het is alsof het altijd Koninginnedag Is, de menigte schuift in drommen over de trottoirs en in het midden der straat rijden auto's, bussen en rijtuigen in een onafgebroken reeks. Als men hier pas komt, lijkt het of op de hoeken der straten' steeds een geweldig standje is, maar naderbij gekomen om te zien wat er gebeurt, blijkt het slechts een opeenhooptng van menschen te zijn, die op een gunstige gelegenheid wachten om de straat over te steken. Het is een zegen dat de autobestuurders zoo weinig gebruik van den signaalhoorn behoeven te maken, want dat zou oorverdoovend zijn. Wat het lawaai ook vermeerdert, dat zijn de kinderen op rolschaatsen, boodschapjongens verrich ten o.a. hun werkzaamheid zelden per fiets, maar per rolschaatsen, die een onaange naam krassend geluid op het asphalt maken. Dan zijn er nog de trams en eleyated railway (Kortweg L" genaamd) die niet be paald geluidloos hun weg afleggen; vooral de laatste zou men met den niet mooien maar zeer juisten naam van raasdonders" kunnen bestempelen. Ook heeft men nog de draaior gels, maar die doen weinig kwaad, want al staat men er vlak naast, hun klank gaat in het algemeen geraas geheel verloren, men hoort ze niet. Zooals ik echter reeds zeide, men gewent hieraan en als men geen haast heeft en goed gedisponeerd is, is er wel degelijk een zekere gezelligheid in al die drukte; buitendien zijn de straten zoo breed dat men geen gevoel van benauwdheid heeft. In plaats van in de straat, houdt men hier op de trottoirs links en rechts, je kunt dus wel begrijpen dat die iets breeder zijn dan die van de Kalverstraat. Iets geheel anders waaraan men spoedig went of liever verwent, is het drinken van ijswater, zelfs bij een temperatuur van vele graden onder nut. Dat ijswater schijnt het eene noodige" te zijn. Bij de maaltijden wordt zelden wijn of bier gedronken, altijd ijswater. Heeft men in een restaurant aan een tafeltje plaats genomen, onmiddellijk snelt een waiter op u af, laat eenige (natuurlijk groote) stukken ijs in uw glas glijden en vult VAN ALLES WAT Koken in de Hooikist Bij 't bereiden van spijzen in de hoolkist dient men op 't volgende te letten? I. Neem een pan, die geheel in de hooikist past. Bij een te kleine pan vult men die ruimte aan met wat hooi of papier. H. De pan moet bijna geheel met de spijzen gevuld zijn. III. Neem minder vocht da» anders, daar dit in de hooikist minder verdampt. Voor droge rijst b.v. in plaats van 3 kopjes, nu 2*4 kopje water op elk kopje rijst. IV. Kook de spijzen, vóór ze in de kist gaan, '/» van den tijd, dien ze anders noodig hebben om op 't vuur gaar te worden. Rijst b.v. kookt op de kachel gaar in 30 minuten; moet dus 5 minuten doorkeken, vóór ze in de hooikist gaat. V. Zorg, dat de pan door overkoken niet nat wordt; gebeurt dit wél, droog haar dan even af. VI. Zet de kist dicht bij de kokende rijst; zet de pan er zoo vlug mogelijk in, daar er anders te veel warmte verloren gaat. VII. Zorg, dat de kist goed dicht is, en maak ze, gedurende de bereiding niet open. VIII. Laat de gerechten 3 maal zoo lang in de kist, als ze anders voor 't gaar worden op de kachel zouden noodig hebben. Rijst dus 3 maal Vj uur is IVs uur. Men kan dezen tijd zonder bezwaar verlengen maar niet verkorten. IX. Na 't gebruik moet de kist goed ge ventileerd en af toe in de zon gezet worden. X. De hooikist is vooral zeer geschikt voor gerechten, die gemakkelijk aanbranden, zooals droge rijst, verschillende papsoorten, stamppotten, enz. fiiiitffiiiiiiftffffirfdfiiitiiffiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiifiiffffiiiiifiiiiiiiiififitiiiiii het tot den rand met water, hiermede wordt men zoet gehouden tot na een poosje de maaltijd volgt. Intusschen houdt de water schenker gedurende het geheele diner het oog op uw glas gericht, en is het ook voor een derde leeg, hij vult het steeds opnieuw; leege waterglazen schijnen uit den booze te zijn. In de schouwburgen loopen meisjes rond met groote rekken waarin glazen ijswater en deelen die vrijelijk rond aan een ieder die er ook maar eenigszins dorstig uitziet. Soms maakt het den indruk alsof men bang is voor hondsdolheid l In alle openbare gebouwen, op booten, in winkels overal is ruimschoots drinkwatervoorziening. Onlangs zag ik zelfs in een groot magazijn bij het waterkraampje een bakje staan met dog" erop, Want honden mogen hier mede komen in de winkels, wel moeten zij aan een lijntje loopen of op de arm gedragen worden, maar dat is voor de Amerikaansche dames geen bezwaar, in de grootste volte nemen zij haar dwerghondjes overal mede. Een volgende keer over de groote winkels, nu goodbye. Yours ERNA iiiiiimiiiimiiiMiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiMiimiiiiiiiiiiiiiniiiii Verzoeke alle stukken voor de rubriek Voor Vrouwen" in te zenden Koninginneweg 93, Haarlem. l^ MIIIMUIIUUIMmHII<mUIIIIIIIMIMmillllll1IIIIIIIIIIIM H-MEIJER KON1NGSPL.-4--6 AMSTERDAMKo.ll 60.M2 90.NO. 3 !25 No.4?175 LUIERMANDEN Vraagt gedetailleerde prijscourant beeld ervan dat de levende stof nog tot heel wat meer en heel wat anders in staat is, dan wat zij onder normale omstandigheden te zien geeft. Cambiumcellen, die tot in lengte van dagen zonder tusschenkomst van die zwam naar buiten nieuwe schors en naar binnen nieuw hout zouden hebben gevormd, gaan nu den grondslag leveren voor bebladerde twijgen en voor bloemen. De kleine dosis gif heeft gewerkt als een geweldige stimulans. De heksenbezem is een ziekte verschijnsel van overmatigen groei, een hypertrophie. Een Heksenbezem van Berk. Foto G. Bosch De boom schijnt er niet onder te lijden. Het berkengroepje, dat wij af beelden, doet in niets onder voor even oude gave berken in dezelfde buurt. In de heksenbezem zelf sterven wel veel takjes af, maar er groeien er toch nog meer bij, zoodat het ding ten slotte nog groote afmetingen kan krijgen en dikwijls pas afvalt, wanneer voor den tak waaraan hij groeit, de tijd daarvoor gekomen is. Want de takken van een boom hebben bun tijd van afvallen, evengoed als de bladeren. Heksenbezems komen niet alleen voor aan bei ken, maar aan alle soorten van boomen en heesters en worden dan ook veroorzaakt door verschillende soorten van zwammen. Een jaar of tien geleden was er een heel mooie te zien aan een kastanje op het Statenbolwerk te Haarlem en nu is er weer een, hoewel kleiner. Deze doet zich duidelijk voor als een apart iets, hij heeft zich om zoo te zeggen losgemaakt uit het normale vertakkingsplan van den boom en groeit nu rechtop als een apart struikje op den zijtak. Zoo iets doet ook de bij ons vrij zeldzame heksenbezem van den zilverspar. Dat wordt een apart boompje op den sparretak, dat nog de eigenschap heeft van niet zooals die spar altijd groen te zijn, maar ieder jaar zijn naalden allemaal te laten vallen en staat dan in den winter als een dorre massa te midden van het groen. De Amsterdamsche iepen vertoonen ook heksenbezems, maar heel groote heb ik er nooit gezien. Die aan de vlieren zijn nog al sterk van groei, ver toonen niet veel dorre takken en worden in de zomer tot een heel loggen, dichten bla derenklomp. Ook de Meidoorn-heksenbezems worden zeer dicht, we vinden ze op som mige plaatsen in de duinen nog al veel en tot tweemaal toe is het mij overkomen dat ik in een takkennest van de Meidoorn een echt vogelnest vond en wel van de goedige gioenvink. Dat was ten slotte toch weer aardiger, dan zoo'n heks op haar bezem. JAC. P. THJJSSE

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl