Historisch Archief 1877-1940
24Febr. '17; No. 2070
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VO OR NEDERLAND
Suriname's Vooruitzichten
door HERM. J. JACOBS
Oud-Hoofd der Prins Hendrikschool te
Paramaribo
Den 27en Februari behoort Suriname 250
jaar aan ons.
Kan ons land trotsch zijn op wat er van
is gegroeid onder zijn bestuur?
Drie jaar geleden schreef de oud-Gouver
neur mr. H. J. Smidt:*)
De bestaande en steeds voortdurende
droevige toestand der kolonie strekt tot
schande, schaamte en schade van Nederland."
En bijna hopeloos riep de heer Rambonnet,
Minister van Koloniën a. i. in de vergade
ring van 29 December 1915 van de Tweede
Kamer uit:
We hebben nu in die (laatste) 50 jaren
32 millioen gulden uitgegeven voor Suri
name en wij zijn geen steek opgeschoten."
Moeten we dan nu toegeven, dat het een
dwaling is geweest, Nederland in staat geacht
te hebben, deze kolonie tot bloei te brengen ?
Moeten we maar gehoor geven aan de
reeds meermalen geuite wensch Suriname
te jverkoopen ?
. Het aanzien van Nederland zou er zeer
onder lijden als het thans zijn onmacht als
koloniseerende mogendheid demonstreerde
door het onder den hamer te brengen.
Al kunnen we heden niet met voldoening
terug wijzen naar- het verloopen tijdperk,
we kunnen de lichtpunten naar voren
brengen, die zich aan den Surinaamschen
hemel vertoonen en die de teekenen zijn,
dat we aan de toekomst van dit gewest
niet behoeven te wanhopen.
Al valt geenszins te voorspellen wat er
nog komen kan, toch schijnt Suriname zich
langzamerhand te herstellen van de crisis
sen, die het de laatste jaren op landbouw
gebied heeft doorstaan.
De afschaffing van de slavernij was een
Keizerstraat te. Paramaribo
m
In den Cultuurtuin te Paramaribo
met den dood bedreigd. De opbrengstlliep
dan ook terug tot 854,000 K.O. in 1904.
Thans heeft men, na jaren gissen en missen,
eindelijk de ware verwekker dezer ziekte
leeren kennen en is men tevens tot het
vaststellen der middelen gekomen, die een
rationeele bestrijding mogelijk maken.
De gemiddelde opbrengst over de laatste
jaren bedroeg 1,466,000 K.G.
Veel gunstiger staat het met den verbouw
van koffie. Bij dit gewas heeft men tot heden
weinig met ziekten te kampen gehad en de
productie is dan ook jaar op jaar stijgende.
Terwijl het rendement in 1890 nog maar
7,138 K.G bedroeg, liep dit op tot 196,431
K.G. in 1900, tot 203,300 K.G. in 1910, ter
wijl de jaren 1913, 1914 en 1915, respec
tievelijk 319,900 K.G., 481,000 K.G. en 609,700
K.G. voortbrachten.
Ook rijst wordt meer en meer een
beEen Sinaasappelen-aanplant
nekslag voor de eertijds bloeiende suiker
industrie van onze kolonie. Terwijl zij in
1835 nog 108 suikerplantages telde, bedraagt
dit aantal thans slechts 5, die echter hare
produktie zoo wisten op te voeren, dat ze
ongeveer dezelfde hoeveelheden voortbren
gen als de vele ondernemingen, die er
vroeger bestonden.
In 1835 bedroeg de opbrengst 18 millioen
K.G. suiker, in 1914 ruim 15 millioen.
De cacaocultuur, die zich sterk ontwik
kelde na de afschaffing der sjavernij (1863),
in 1873 bedroeg de jaarlijksche productie
856,000 K.G.'en in 1897 3,582,000 K.G.
werd door de vernielende krullotenziekte
*) Suriname en Nederland, naar aanleiding
van de bacovenzaak door mr. H. J. Smidt.
Die Geschichten des Kabbl Nachman",
ihm nacherzaehlt von MARTIN BUBER.
(Rütten und Loening, Frankfurt a/M.).
Martin Buber, de schrijver van het beste
boek over de Tao-leer van Lao Tsz' en
Chuang Tsz' (?Reden und Gleichnisse des
Tschuang Toe, Insel-Verla?, Leipzig), wiens
Geist des Judentums" ik onlangs in dit
Weekblad (22 April 1916) beprak, was zoo
vriendelijk mij twee nieuwe werken van hem
te zenden, waarvan ik het eerste thans bij
:? den lezer ga inleiden en het tweede Die
Legende des Baalschem" later in deze kolom
men hoop te behandelen.
Het is wonderlijk, zoo weinig de diep
zinnige Martin Buber, een der grootste
geesten van het tegenwoordige Duitschland,
hier in Holland, zelfs in Joodsche kringen,
bekend is. Is het wellicht, omdat zijn aan
leg niet enkel wat men noemt weten
schappelijk", maar vooral mystiek is?
Beide nieuwe boeken van Buber zijn
zuivere bloemen van mystiek. De mystieke
aanleg, zoo schrijft hij, is den Joden van
oertijden af eigen geweest. Hij heeft wel
eens gesluimerd, is ook wel eens een tijd
weg geweest, maar kwam telkens weer boven,
en de laatste gestalte van den Joodschen
mythos, die wij kennen, is het in 't midden
der 18e eeuw ontstane Chassidisme, dat hij
in deze beide deelen behandelt. Er zijn mij
onlangs van Joodsche zijde eenige vragen
gesteld, o.a. over den invloed van Joodsche
schrijvers in onze literatuur. Ik heb om ver
schillende redenen, die ik hier niet op kan
noemen, liever niet op deze vragen geant
woord, maar wél wil ik nu even mijne ver
wondering uiten, dat er door onze Joodsche
schrijvers zoo overstelpend veel realisme",
maar zoo in 't geheel geen Joodsche mystiek
aan onze literatuur is gegeven. Martin Buber
verrijkt de Duitsche literatuur hier alweer
met twee boeken, van groote mystieke
waarde, en van schoonen literairen vorm
tevens. Er komen, enkel reeds in Die
Geschichten des Rabbi Nachman", bladzijden
voor, die naast de beste van Meister Eckhart
langrijk voortbrengsel van Suriname. Dit is
vooral te danken aan den ijver waarmede
de vrije arbeiders, de Britsch-Indiërs en
Nederlandsch-lndiërs, die zich na afloop
van hun contracttijd in Suriname vestigden,
op deze cultuur toeleggen.
En al is 't waar, dat de rijstbouw nog
heel wat uitbreiding zal moeten ondergaan,
aleer die in het noodige voor de locale
consumptie kan voorzien, toch is de toe
name van den rij s t oogst in de laatste jaren
zeer beteekenend.
In 1900 bedroeg de totaalopbrengst 285,927
K.G., in 1905 reeds 1,140,172 K.G., in 1910
ruim 1,962,000 K.G. en in de jaren 1913,
1914, 1915 respectievelijk 2,231,000 K.G.,
3,135,700 K.G. en 5,280,200 K.G.
Terwijl in 1900 bijna 3X millioen K.G.,
iiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiMiii
en de Tao TehKing niet aan waarde verliezen.
Chassidismus (Chassid de Vrome) om
schrijft Buber als in den kern te zijn eine
hochst gotterfüllte und höchst realistische
Anleitung zur Ekstase als zu dem Si n n und
dem Gipfel des Daseins". Ook als die Ethos
gewordene Kabbala". Het leven, dat het
leert, is geen Askese, maar Freude in Gott".
De grondlegger van dit Chassidismus was
Israël uit Miedzyborz, de Baalschem", d. i.
de Meester van den wónder-werkenden
Godsnaam. Zooals hij in zijn andere boek
Die Legende des Baalschem" zegt, is alle
positieve religie Bandigung, Vergewaltigung
der Daseinsfülle", maar is alle mythos
Ausdruck der Daseinsfülle, ihr Bild, ihr Zeichen,
unablassig trinkt er von den Quellen des
Lebens". De religie ziet in den mythos haar
erfvijand en bestrijdt hem. De geschiedenis
van den Joodschen godsdienst, schrijft Bu
ber, is de geschiedenis van zijn strijd tegen
den mythos. In dezen strijd behaalt de gods
dienst altijd weer de schijnbare, maar de
mythos de werkelijke overwinning. In het
Chassidisme overwint voor een wijle het
mystieke Jodendom over het officieele, welks
wezen men in gemeinverstandliche
Formeln" vat.
De leer van den Baalschem is zeer onvol
komen bewaard. Hij zelf schreef haar nooit
neder, en ook mondeling vertelde hij alleen
maar datgene over wat hem, naar hij eens
zeide, als een al te boordevol vat deed
overloopen. Onder zijn leerlingen schijnt hij er
geen gevonden te hebben, zijn gedachten
op te nemen. Toch is, uit wat er van zijn
leer overgeleverd is, de werkelijke zin
aan zijn grondleer herkenbaar.
Ik laat hier even Buber aan het woord,
en haal een paar fragmenten aan uit zijne
beschouwingen over de leer van den
Baalschem:
Gott, so lehrt der Baalschem, ist das
Wesen jedes Dinges. Wer, ungeblendet vom
Scheine, in das Wesen der Dinge schaut,
der schaut Gott. Gott spricht nicht aus den
Dingen, sondern er denkt in den Dingen;
und so kann er nur mit der innersten Kraft
der Seele empfangen werden."
Jede Handlung, die in sich geweiht ist,
mag sie auch noch so niedrtg und sinnlos
erscheinen dem von auszen
Herankommenden, is der Weg zum Herzen der Welt."
Was wir das Böse nennen ist kein Wesen,
sondern ein Mangel; es ist Gottes Exil",
die unterste Stufe des Guten, der Thron
des Guten; es ist in der Sprache der
of ruim 12|maal zooveel als de totale pro
ductie, werd ingevoerd, was de verhouding
tot opbrengst en invoer in 1905 ongeveer
als l : 4, in 1910 als l : 3 en in 1915 werd
ruim 500,000 K.G. minder ingevoerd, dan
voortgebracht.
De oorlog is aan de verhoogde
rijstproductie niet vreemd en heeft, voor Suriname
althans, dit voordeel gebracht, dat velen tot
een klaarder besef zijn gekomen van den
rijkdom van eigen bodem.
Mede onder invloed van den oorlog en de
daarmee 'gepaard gaande vrees, dat de toe
voer van consumptie-artikelen groote stag
natie zou ondervinden, heeft men de productie
van koorn (maïs) en aardvruchten (voorna
melijk cassave), welke producten in Suriname
als volksvoedsel veel waarde hebben, weten
op te voeren. Gedurende de jaren 1913,
1914 en 1915 bedroeg de opbrengst van maïs
1,076,200 K.G., 877,700 K.G. en 1,867,900 K.G.
en van aardvrruchten 1,343,400 K.G., 1,517,500
K.G. en 2,024,500 K.G.
Ook de cultuur van kokosnoten en daar
mede samenhangende bereiding van copra
en kokosolie nam de laatste jaren toe.
Zijn alzoo de vooruitzichten voor Suriname
als landbouwstaat vrij gunstig, dit zal nog
meer het geval blijken te zijn, als het Neder
land eindelijk eens moge gelukken een be
hoorlijke regeling voor landbouwcrediet tot
stand te brengen. Reeds zijn eenige jaren
verloopen, dat een desbetreffend voorstel
door de volksvertegenwoordiging werd ver
worpen. Langzamerhand wordt het tijd, dat
blijkt, dat men in dezen op het Binnenhof
diligent is.
Te meer dringt deze kwestie, nu het
gouvernement de eerste stappen heeft gezet
op 't gebied van wetenschappelijke
landbouw-voorlichting, door cursussen in het
leven te roepen.
In 1917 zal de eerste ploeg onderwijzers van
een landbouwcursus examen doen en daar
mede een kleine schaar zijn gevormd, die
de sneeuwbal aan 't rollen moet brengen.
In den loop van het vorige jaafis de eerste
cursus voor planters geopend en het zou
half werk wezen, als het gouvernement niet
zorgde door steun in crediet, dat straks
toegepast kan worden wat in theorie is
opgezet.
Ook op ander gebied is er leven in de
brouwerij.
Aan den heer C. A. J. Struycken de
Roysancour is een belangrijke concessie verleend.
Deze onderneming, opgericht met
Amerikaansch kapitaal, heeft op het oog:
l o. het tot standkomen van den boot
en tramweg Paramaribo?Albina.
2o. het inrichten van een houtkapbedrijf
op groote schaal, waarvoor de beschikking
is verkregen over 250,000 H. A. land,
3o. de exploitatie van 25,000 H. A. grond
voor de cultuur van suiker, kokosnoten en
sisal.
In 1915 heeft men ontdekt, dat de
Surinaamsche bodem groote rijkdommen bevat
aan bauxiet, de grondstof voor alluminium.
Al is door den oorlog van exploitatie nog
Illllllllllll JIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII II Illlll M
alten Kabbala die Schale", die das Wesen
der Dinge umgibt und verhüllt."
Es gibt kein Ding. das böse und der
Liebe unwiirdig ware. Auch die Triebe der
Menschen sind nicht böse; je grösser ein
Mensen, desto gröszer ist sein Trieb; aber
der Reine und Geheiligte macht, aus seinem
Triebe einen Wagen für Gott", er lost ihn
von aller Schale ab und lasst seine Seele
sich daran vollenden."
Des Menschen Denken ist sein Sein; wer
an die obere Welt denkt ist in ihr.
Auf allen Wegen findet der Mensch Gott,
und alle Wege sind voll der Einung. Aber
der reinste und volkommene is der Weg des
Gebeles. Wtr in seinem Feuer betet, in des
sen Kehle redet Gott selbst das innere Wort."
De leer van den Baalschem vond spoedig
ingang bij het volk, dat niet, aan zijne Idee
toe was zoo schrijft Buber maar zijn
Godsgevoel mitschwingènd" ontving.
Evenals alle groote, zuivere leeren ont
aardde het Chassidisme, onder onzuivere
Zaddikim" (d. is. Gerechten, bemiddelaars
tusschen beide werelden) in droog
sekteleven.
Een der mannen, die dit verval zagen
aankomen, en het, hoewel tevergeefs, tracht
ten tegen te houden, was Rabbi Nachman
ben Ssimcha, die, naar de voornaamste
plaats van zijn werken, Rabbi Nachman van
Bratzlaw wordt genoemd. Deze Rabb! had
een grootschen droom, een Zaddik" te
worden, die de ziel van het volk" zou zijn.
Als alle groote leeraren der menschheid,
werd hij, door dezen droom, arm en tot aan
zijn dood omgeven door vijanden. Daar hij
geheel in dien droom leefde, versmaadde
ook hij het, zijn leer neer te schrijven,
zoodat-ook van dézen Meester van het Chassi
dismus geen authentieke, onmiddelbare bood
schap over is. Alles wat van hem bekend
is, komt uit fragmentarische overleveringen
van leerlingen, die meestal den diepen zin
van zijne woorden niet geheel vermochten
te doorgronden.
Rabbi Nachman was een achterkleinzoon
van den Baalschem". Martin Buber geeft
een korte schets van zijn leven, en wat mij
daarin het meeste is opgevallen, is het ver
haal, hoe de Rabbi, die zijn jeugd in nauwe
stads-straten en stegen had doorgebracht,
plotseling buiten in de vrije natuur kwam,
en hoe toen, zooals Buber het noemt, de
muren van zijn geestes-Ghetto" nedervielen.
Er brauchte sich um die Offenbarung nicht
mehr zu mühen", schrijft Buber leicht
niet gekomen, toch schijnt het vrij zeker,
dat hiermede in de toekomst een begin zal
worden gemaakt. In haar economisch over
zicht over Suriname in 1915, schrijft de
Surinaamsche Bank dienaangaande: Onder
zoekingen gaven resultaten, die de hoopvolle
verwachtingen alleszins gemotiveerd doen
schijnen".
Ten slotte wijzen we er nog op, dat de
bevolking, al is 't ook langzaam toeneemt*)
Alzoo behoeven we aan Suriname» toe
komst niet te wanhopen, alleen moeten we
wat geduld hebben en niet forceeren, wat
zich niet dwingen laat.
De 27ste Februari, de herdenkingsdag kan
geen jubeldag zijn. Doch laat het wezen de
oudejaarsavond, waarop we wat voorbij is
kalm overzien, waarop we ons ernstig af
vragen, wat aan ons beleid heeft ontbroken,
wat onze fouten en tekortkomingen waren.
heengaan van Baron v. Asbeck en het op
treden van Gouverneur Staal.
In onze volksvertegenwoordiging is aan
de Surinaamsche begrooting voor 1916 een
heel wat ernstiger behandeling ten deel
gevallen, dan in de meeste vooraf gaande jaren.
De vereeniging Oost en West benoemde
voor eenige maanden een subcommissie
(West-Indische Commissie), met de taak
verdere belangstelling en sympatie op te
wekken voor onze W.-I. koloniën.
De in October uitgezonden Gouverneur
van Suriname, de heer G. J. Staal, nam het
initiatief tot het oprichten van het z. g.
Suriname-studie-syndikaat, waarin vele be
langhebbenden bij Oost-Ind.
cultuurondernemingen zitting namen, en hetwelk zich
ten doel stelt te onderzoeken, welke cultures
van uitvoerproducten in Suriname op ge
zonde basis kunnen worden gevestigd.
Te Amsterdam zullen in den loop van
dit jaar cursorische voordrachten worden
gehouden over Onze West."
Het eerste koloniaal onderwijs-congres, in
het laatst van Augustus 1916 te
's-Gravenhage gehouden, heeft op zijn proeramma
voor 1917 mede opgenomen de beschouwing
van het onderwijs in onze West-Indische
bezittingen.
De uitgeversfirma Mart. Nijhoff te
's-Grahage heeft het aangedurfd een lijvige ency
clopedie over West-Indiëin 't licht te geven.*)
Dat zijn alle min of meer belangrijke
teekenen, dat de belangstelling voor onze
stiefmoederlijk bedeelde kolonie wassende is.
De leuze mag voortaan niet meer wezen:
Alles voor Indië! De koloniale zaak, om
vattende Oost-Indiëen de geheele West,
moet een volkszaak worden.
Zou dat mogetijk zijn?
We zouden in dezen geest niet schrijven
als we het onmogelijk achten, maar ieder
diene er dan ook van doordrongen te zijn,
dat belangstelling in onbekendheid geen
Immigranten-woningen^op'een Surinaamsch^plantage
(Vooral niet, wien de schuld daarvan gege
ven moet worden.)
Laat het de dag zijn, waarop we ons
plechtig voornemen met het aanbreken van
den nieuwen morgen te toonen, door scha
en schande- wijs te zijn geworden.
. Dat zij ons eerste willen. Maar dan ook
moet de Surinaamsche zaak meer een
Nederlandsche worden, dan ze tot heden was.
Met blijdschap constateeren we, dat in
dit opzicht de laatste jaren en meer nog de
laatste maanden beterschap beloven.
Nooit veroorzaakte een bestuurswisseling
te Paramaribo zooveel geschrijf als het
*) Volgens het Kol. Verslag 1916 vermeer
derde de bevolking in 1915 met 1283, waar
door ze op 100,245 kwam.
und f roh findet er seinen Gott in allen Dingen".
Hij hoort de stem van God in het riet,
het paard, dat hem in het bosch draagt,
brengt hem nader tot God, die hem aan
alle boomen aanziet und mit dem jedes
Kraut auf du und du ist".
En Rabbi Nachmann zegt tot zijn leer
lingen. Wenn der Mensch gewürdigt wird
die Gesange der Krauter zu vernehmen, wie
jedes Kraut sein Lied zu Gott spricht, ohne
alles f remde Wollen und Denken, wie schön
und süsz ist es, ihr Singen zu horen."
Een geleerde professor zou hier dadelijk
klaar staan met het etiketje Pantheïsme",
maar ik denk hier liever aan die diepzin
nige leer van de Shen" (in Japan: Zen)
Sekte, die in 520 n. C. door den indischen
patriarch Bodhidarma in China werd ge
bracht, en die tot de subliemste schilder
stukken van China en Japan, zoo niet van
de geheele wereld, geïnspireerd heeft.
De geleerde Protessor zou alweer glim
lachen om Rabbi Nachmans woorden, door
Buber aangehaald: Denn wenn man einen
Baum abhaut vor seiner Zeit, ist es, alsob
man eine Seele gemordet hatle", maar iedere
priester-schilder van de Shen-sekte zou dit
begrepen hebben.
Het is zeker zeer jammer, dat er niets
authentiek geschrevens van de leer van dezen
Rabbi over is, maar zeer juist wijst Buber
op het gevaar, dat zuiver pathos dreigt van de
zijde van woorden. Het grootste, zegt hij,
is het pathos, als het dit gevaar erkent; zich
mededeelend, omdat het niet anders kan,
voelt het toch de ontoereikendheid van de
mededeeling, voelt het toch de onuitputte
lijkheid van al het beleven, en gloeit van
angst, door de eigen spraak gebonden te
te worden.
In de laatste jaren van zijn leven vertelde
Rabbi Nachmann zijn leerlingen verschei
dene sprookjes en verhalen. De drang hiertoe
was voor hem het gevoel dat zijne leer
stellingen geen kleederen hadden". De
sprookjes en verhalen moesten de kleederen
van zijn leer zijn, en tevens een middel,
in een begrijpelijken vorm een mystieke
idee of een levenswaarheid in hun hart over
te brengen. Zes van die verhalen geeft
Buber in zijn boek. Het is wel typisch
Joodsch, dat al deze verhalen, in stede van
juist zooveel te geven als voor de mystieke
idee noodig ware zooals b.v. in een oud
Hindoesch sprookje stellig zou gedaan zijn
veel te breedsprakig en wijdloopig worden,
zoodat de eigenlijke idee er veel te diep
voedsel kan vinden. En van Suriname weet
men in ons land nog zoo weinig.
Voor de pers in de allereerste plaats is
hier een taak. In de meeste zelfs groote
dagbladen wordt de West-Indische mail
slechts ter loops genoemd. Dat moet ver
anderen. Maar ook van hoogerhand van
Departement en Volksvertegenwoordiging
uit, moet men ernstig nagaan hoe onze
Kolonies in Amerika meer bekend kunnen
worden gemaakt.
Als het thans daartoe komt, dan kan toch
nog deze 27ste Februari tot een dag worden
van groote historische beteekenis.
*) Thans compleet verschenen onder
redactie van Joh. F. Snelleman en Dr. H. W.
Benjamins.
onder begraven ligt om gemakkelijk te
worden teruggevonden.
Misschien ligt het ook aan de wijze, waarop
de leerlingen de verhalen hebben overge
leverd, hetgeen volgens Buber op völlig
verstümmelter und fragmentarischer Weise"
gedaan is. Vijf jaren na den dood van den
Meester, 1815, zijn 13 dezer verhalen in het
Joodsche origineel, met hebreeuwsche ver
taling gepubliceerd geworden, en Buber
ontleende hieraan de zes, die in zijn boek
in 't Duitsch voorkomen.
Hij geeft, vóór deze zes verhalen, eerst
nog zeven bladzijden Worte des Rabbi
Nachman", die mij eigenlijk van meer waarde
toelijken, in hun kortheid, dan xle honderd
negen pagina's, die de verhalen beslaan.
Ik haal er, tot slot van dit artikel, enkele
uit aan:
Alle Gedanken des Menschen sind Worte
und sprechende Bewegung, auch wenn er
es nicht weiss".
Man muss sich an jedem Jage erneuern,
um sich zu vollenden". (Dit is bijna precies
zoo ook door Confucius gezegd H. B.).
Es gibt Menschen, die im ffenbaren gar
keine Herrschaft haben, aber im Verborge
nen regieren sie das Geschlecht."
Für des Menschen Aufstieg ist keine
Grenze, und jedem ist das Höchste offen.
Hier waltet allein seine Wahl."
Die Welt ist nur um der Wahl und des
Wahlenden willen erschaffen worden."
Man kann Gott mit dem bösen Triebe
dienen, wenn man sein Entbrennen und
seine begehrende Glut an Gott lenkt. Und
ohne bösen Trieb ist kein volkommener
Dienst."
Wenn ein Mensch sichselbst nicht richtet,
richten ihn alle Dinge und alle Dinge wer
den die Boten Gottes."
Wenn eine Seele auf die Welt kommt,
beginnt ihre Tat aus den heimlichen Weiten
empor zu steigen."
Terecht zegt een Duitsch criticus van dit
diepzinnige boek van Martin Buber: Wij
waren allemaal een klein beetje met logica
en wetenschap over-gevoed, een klein beetje
verstands-moede, en smachten naar droom
en visioen."
Dat, tegen het einde van 1916, in Duitsch
land nog zulk een boek is kunnen verschijnen,
en reeds het 4e en 5e duizendtal exemplaren
noodig was om aan de aanvraag te voldoen,
is voor mij een verblijdend teeken voor eene
geestelijke opleving na den oorlog.
HENRI BOREL