De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 24 februari pagina 9

24 februari 1917 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

24 Febr. '17. No. 2070 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Surinaamsche Politie Wanneer ik eens wat meer van Suriname weten wil... Het is te veronderstellen, dat menigeen gaarne eens wat meer over onze Surinaam sche Kolonie zou willen weten, wanneer hij daartoe maar de geschikte lectuur voor. de hand vond. Ziet hier een lijstje van eenige boeken, die daarvoor in aanmerking komen. Het maakt niet op volledigheid aanspraak, maar... het is bruikbaar. Voor hen, die in korten tijd, een overzicht van de kolonie wenschen te krijgen, verwijzen wij naar de hieronder volgende, in populairen vorm, geschreven werken: Onder redactie van P. A. van Sandick, c.i. verschijnt bij de Hollandia Drukkerij te Baarn het tijdschrift Onze Koloniën". In no. 10, serie I, 1914 schreef de Voorzitter van de Tweede Kamer, Oud-Gouverneur van Suriname en Oud-Minister van Koloniën mr. D. Fock een belangrijk boekje: Over de Kolonie Suriname. De- prijs van deze brochures is per serie van 10 nummers ?3.-. Losse nummers ?0.40. De Haagsche onderwijzer, de heer Her m. J. Jacobs die ruim drie jaren als Hoofd der Prins Heridrikschool te Paramaribo verblijf hield schreef een werkje over Suriname, welk werkje, verlucht met talrijke illustraties en een kaartje, bij de firma J. B. Wolters te Groningen in 1916 het licht zag. De prijs hiervan is ?0.45. Ten einde met de natuur en de Indianen van Suriname kennis te maken is de lezing der volgende werken zeer aanbevelenswaardig, Een van de prettigst beschreven reisbe schrijvingen is zeer zeker die van den luitenant ter Zee Ie Klasse, A. J. van Stockum: Een ontdekkingstocht in de Binnenlanden van Suriname. Dit werk bevat het dagboek van de Saramacca-Expeditie, October 1904April 1905 gehouden. Ook dit werk is ver lucht met tal van illustraties en kaarten en heeft als bijlage: een uitslaande kaart van het bovenstroomgebied van de Samaracca. Eveneens gaf dr. H. van Cappelte een verslag van eene Expeditie door het weste lijk deel van de Kolonie Suriname, in bij zonder de Binnenlanden van het District Nickerie in September en October 1900 ge houden. Het werk bevat talrijke foto's en uitslaande platen en kaarten. Het fragment van het negerlied in dit weekblad afgedrukt, danken wij aan het boek van dr. van Cappelle. Het boek verscheen in 1903 bij de Hollandia Drukkerij te Baarn en kost, artistiek gebonden, ?6.75. Dr. C, J. Wijnaendts Francken wijdde in zijn werk Door West-Indië" ook een hoofdDe Surihame-rivier miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiHiiiimii De Leger en Vlootfilm SÏdoorlkapitein E. H. VAN DEN_AKKER Ofschoon er dagelijks in ons land je honderden kilometers film worden . afgedraaid en er geen plaatsje in ons land is waar niet een bioskoopbestaat of wordt l vertoond, weet het publiek toch doorgaans l weinig van | i den eigenlijkenfilmaf. De film [zelf is een zeer smalle :band van glashelder celluloïd, ^waarop de gevoelige ' laag is aan gebracht. Als zoodanig verschilt dan ook deze film niet van die, welke door tal van amateurfotogiafen worden gebruikt. Ter weerszijden is een rij gaatjes aange bracht waarin de tandjes van twee kam raadjes loopen; deze kamraadjes staan in verband met een mechaniek, dat maakt dat elk beeldje voor de lens even komt stil te staan. Gedurende dezen tijd gaat de lens ooen, en, zoodra de lens weer gesloten is, wordt de film door die kamraadjes snel over de lengte van n beeldje verschoven, om dan vervolgens weer even stil te staan. Dit gaat, zoowel bij de opname als bij het projecteeren rusteloos voort. Elk filmbeeldje heeft de grootte van een Gedeelte van den film. n cents postzegel zonder het buitenste witte randje, zoodat men hieruit wel kan nagaan aan welke eischen van scherpte dit beeldje moet voldoen om, geprojecteerd op een doek van bijv. 4 X 3 M. toch nog vol doende scherp te zijn. Op eiken meter film komen 53 foto's, zoo dat er dus in den regeeringsfilm ongeveer 185,500 beeldjes voorkomen. Ook de tekst in den film is gedrukt op film en bestaat dus ook uit dezelfde kleine foto's, die op overeenkomstige wijze als de andere filmbeeldjes snel door het projectie toestel heenloopen. Omtrent de snelheid .van de fotoöpnamen heeft men meestal een overdreven voorstelling. Per seconde worden gemaakt ongeveer zestien beeldjes; de tijd om elk beeldje te belichten is ongeveer even groot als om het belichte beeld over n fotolengte te verschuiven, zoodat daaruit volgt, dat de normale belichting ongeveer '/»-' seconde bedraagt; dit is voor moment-opnamen dus vrij langzaam. Het gevolg is dan ook, dat bij bewegende voorwerpen en daar is juist de bioscoop voor de beeldjes op zich zelf beschouwd onscherp zijn. Bij de projectie evenwel hindert dit niet, omdat de snelle opeenvolging van de beeldjes die onscherpte min of meer wegneemt; zoodra echter de bewegende voorwerpen te dicht bij het toestel zijn gekomen, houdt men in de projectie een hinderlijke wazige onscherpte, hetgeen bijv. in den legerfilm 't geval is bij het voorbijtrekken van de houwitserbatterij in galop door de helde. Herhaaldelijk treft het ons in films, dat de 'bewegingen onnatuurlijk versneld zijn. Wanneer een film bij het projecteeren even snel gedraaid wordt als bij de opname het geval was, dan moeten de bewegingen over eenkomstig de werkelijkheid zijn. Veelal wordt te snel afgedraaid, doch soms ook werd bij de opname te langzaam opge nomen bijv. om daardoor langer te belichten. Wordt in dit laatste geval de film toch op de gewone wijze geprojecteerd, dan zijn de bewegingen onnatuurlijk versneld. De opname van den vloplfilm onder in de onderzeeboot geschiedde bijv. zeer langzaam, daar alleen met kunstlicht kon worden ge werkt en dus elke foto lang moest worden belicht. Ofschoon de officier aan de periskoop zich niterst langzaam heeft bewogen, is deze beweging in den vlootfilm toch nog te snel geworden. Ten slotte nog iets over het kleuren van den film. stuk aan Suriname. Hij behandelt daarin: de geographie van Suriname, de Boschnegers en de Indianen van Guyana, Parama ribo en Omstreken, Heden en Toekomst van Suriname, terwijl het slothoofdstuk is gewijd aan: De Slavernij en het Négervraagstuk. *4Vele illustraties en kaarten zijn in en buiten den tekst opgenomen. De heeren H. D. Tjeenk Willink en Zoon te Haarlem gaven dit boek in 1915 uit. Het Tijdschrift van het Kon. Ned. Aard?ijkskundig Genootschap (Uitgave E. J. Brill, Leiden) bevat o.a. een groot aantal expeditievenlagen. In deel 72 afl. l en 2, jrg. 1916 van de Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volken kunde van Nederlandsch-Indië, publiceerde dr. H. v. Cappelle eene belangrijke studie op het gebied van de Surinaamsche negerfolklore, getiteld: Surinaamsche Negerver tellingen. Aan deze 146 blz. tellende publi catie is o. a. toegevoegd een artikel De oorsprong der Surinaamsche negervertellin gen van dr. Cappelle en De anansitori (spinverhalen) en het Bijgeloof, door M. H. Nahar. Negen en dertig anansitoris, zijn opgenomen, waarvan enkele, behalve in Hollandschen ook in Neger-En gelschen tekst. No. 47 van de Bulletins van het Koloniaal Museum, (vroeger te Haarlem) is een Zakflora voor Suriname door dï. A. Pulle. (f 1.50). De Commissie vóór de Koloniale Landbouwtentoonstelling te Deventer in 1912 gaf een paar geïllustreerde boekjes in zakformaat uit: 1. Algemeene Bijzonderheden aangaande het Landbouwbedri/f in Suriname. ,2. Het Kleine Landbouwbedrijf in Surinqme. 3. Cacao in Suriname. 4. Koffie in Suriname. 5. Kokos noten in Suriname. 6. Suiker in Suriname. 7. Bacoven in Suriname. 8. Verkeerswegen in Suriname. 9. Sinaasappelen in Suriname. 10. Rubber in Suriname. 11. Het boschbedrijf in Suriname. Omtrent het Zendingswerk in Suriname en de melaatschen-kolonie Bethesda vinden ROBBERT KALFF^C AMSTERDAM. MONSTTHALEN vAn37METB : HEeBEMCCACHT270 Filiaal DEN HAAG: Noordelnde 16O. Om het eentonige van het wit-zwarte beeld en de hardheid ervan te verzachten, worden de filmafdrukken, na ontwikkeld, gefixeerd en gespoeld te zijn, gedompeld in eenvoudige aniline baden, waarmede men elke gewenschte tint kan bereiken. De film neemt dan over zijn geheele oppervlak een gelijke hoeveel heid kleurstof pp, die men door spoelen weer kan verwijderen. Past men echter de chemische kleuring toe, dan wordt allén het aangetaste zilver neerslag gekleurd en blijven de lichte par tijen dus nagenoeg ongekleurd. Door beide methoden na elkaar toe te passen (de chemische kleuring het eerst) kan men dubbcltinten krijgen, die bijzonder goed voldoen. De eigenlijke buitenopnamen van den leger en vlootfilm hebben niet altijd onder de gunstigste omstandigheden plaats gehad. In alle opzichten hebben we de grilligheid van ons klimaat ondervonden. Menige film is opgenomen onder stroo menden regen, zooals een groot gedeelte van de cavalerie en het slaan van een ppntonbrug; ook op dagen met zware grijze luchten, die het landschap zoo eentonig en somber maken moest veel worden gefilmd, daar verschillende oefeningen niet konden worden uitgesteld of om andere redenen niet konden worden herhaald. Een van de eigenaardigste opnamen had plaats in Rotterdam. Het doel van die opname was de bekende reclameplaat van de sympathieke vereeniging .Ons Leger" te verlevendigen. Die plaat stelt vooreen fieropgerichtenleeuw, waarboven onze driekleur wappert, terwijl op den achtergrond troepen voorbijtrekken. Nu was de heele puzzle om een levenden leeuw, zonder kooi, te filmen in den aan gegeven stand. Maar hoe kom ik aan een leeuw? De woestijnbewoners, in Artis ge huisvest, liggen in te donkere hokken; zij moeten in de open lucht gefilmd worden en het was al half November. Na eenig zoeken ontdekken we een Tiergarten" nabij 's Heerenberg, een soort filiaal van Hagenbeck; voorts krijgen we bericht dat er in een pakhuis te Rotterdam een achttal leeuwen staan; verder is er nog een Duitsche leeuwentemster met een heele ver zameling leeuwen, in n woord, ons land zit vol leeuwen. Een bezoek aan het Rotterdamsche pak huis leidt al dadelijk tot het maken van een contract, waarbij de leeuwentemmer zich verbindt ons de gelegenheid te geven Pascha (dat was de uitverkoren leeuw) te filmen in den aangegeven stand. --.4 ? -üfa ?<-ïM . i" .>V'-rf. " 1-.1. 5 , W'. ,»*'?'>: Gezicht op'Paramaribo wij geïllustreerde beschrijvingen in het boek, Vier maanden in Suriname. einde 1915 verschenen te Nijkerk bij G. F. Callenbach, van den Secretaris van het Zendingsgenootschap der Broederge meente te Zeist, den heer H. Weiss. ; Van denzelfden schrijver zag in 1911 het licht: Ons Suriname, Handboek voor Zen dingsstudie. Prijs gebonden/l.50. Zij, die lust en gelegenheid hebben zich in de studeerkamer tot ernstige, grondige studie van ons overzeesch bezit te zetten, verzekeren zich van het bezit van de onderstaande rap porten en boeken. Bij Besluit van den Minister van Koloniën dd. 11 Maart 1911 werd eene Commissie benoemd, bestaande ? uit de heeren dr. D. Bos, W. H. Bogaardt, G. A. A. Middelberg, mr. dr. A. van Gijn, J. van Vollenhoven, D. H. Havelaar, A. A. ter Laag en mr. dr. S. J. R. de Monchy, tot het instellen van een onderzoek naar den economischen en financieelen toestand van de kolonie Suri name. Het rapport dier Commissie is neer* gelegd in het, bij Martinus Nijhoff te 's-Gravenhage in 1911 verschenen, werk: De economische en flnancieele toestand der kolonie Suriname. Naar aanleiding van een door bovenge noemde Suriname Commissie in haar rapport bepleite herziening van de Surinaamsche Wetgeving, werd in 1914 door eene com missie, waarin zitting hadden: mr. H. Radier, I. Boer Hzn., A. A. ter Laag, M. Nassy en A. C. van Wierlngen, advies uitgebracht. Dit advies verscheen in drukte's-Gravenhage bij de Algemeene Landsdrukkerij. Eveneens naar aanleiding van het rapport der Suriname Commissie *ield de vereeniging Moederland en Koloniën" (secretariaat Willem de Zwijgerlaan 5 te 's Gravenhage) op 23 October 1912 eene vergadering waarin de voorstellen der Commissie werden be handeld. In deze vergadering hield de heer mr. dr. C. F. Schoch eene interessante rede over het onderwerp, welke rede werd ge drukt in no. IV, jaargang 1912, van het Tijdschrift Vereeniging Moederland en Koloniën" (Uitgave M. van der Beek, den Haag). Bij Martinus Nijhoff te 's-Gravenhage is compleet verschenen in 13 afleveringen, met vele kaarten, het eerste standaardwerk over Suriname, Encyclopaedie over West-lndi onder redactie van Dr. H. D. Benjamins en Joh. F. Snelletnan. Nog weten wij, dat eerstdaags de inteekening zal worden opengesteld voor Onze West in beeld en woord, album met onge veer 150 reproducties naar fotografiën uit Suriname en onze overige West-Indische bezittingen, met verklarende onderschriften van Fred. Oudschans Dentz, en Herm. J. Jacobs. Verder is het Passage Bureau van den Koninklijken West-Indischen Mail Dienst, Scheepvaa'rthuis Amsterdam, in het bezit van een prachtige collectie foto's van de kolonie Suriname. ai Marktvrouwen Laat ik u even de leidende personen van het tooneel, dat volgen gaat, voorstellen. Vooreerst de heer B... Hollander van ge boorte, was altijd reizende en trekkende, zoodat hij niet goed meer in zijn moeder taal thuis is; hij is niet jong meer en heeft in letterlijken en figuurlijken zin een bewo gen leven achter zich. Zijn zoon, ofschoon ook Hollander, ver staat geen woord meer van zijn moedertaal, en zoozeer i* hij vervreemd van zijn stamgenooten, dat zijn uiterlijk alle kenmerken van ons ras heeft verloren, en ik vermoed, dat hij meer rasgemeenschap bezit meteen of ander zwervende zigeunertroep dan met de blonde blauwoogige zonen van deze lage natte landen. Per auto werd Pascha begeleid door ge meentepolitie, naar 't sportterrein Woudensteijn, waar de voorstelling zou plaats vinden, vervoerd en daar voor een ijzeren kooi gezet om binnen gelaten te worden. In tegenstelling met onze afspraak was de kooi van boven open en daar ik de risico niet wilde loopen, dat Pascha zou ontsnap pen en onheilen zou aanrichten onder de Rotterdamsche bevolking, plaatste ik rechts en links van de kooi een man met geladen karabijn. , ..... Dit ging den dierentemmer-junior toch aan zijn hart; in een stortvloed van fransche ontboezemingen, waaruit liefde voor zijn leeuw sprak, werd me beduid, dat, als ik den leeuw liet neerschieten, de kosten daar van op mijn rekening kwamen. Daar stonden we in de kou, op 't punt om te slagen, en nu dreigde alles te mislukken. We hadden echter afgesproken, dat het hok van boven gesloten moest zijn ; daaraan had de tegenpartij niet voldaan, en dus stelde ik als eisch: moet de voorstelling doorgaan, dan geheel voor risico voor den ondernemer of ik vertrek. Dit ultimatum werd na eenige minuten ingewilligd en Pascha werd losgelaten in de groote kooi. Pascha wist niet hoe hij het had; wat een ruimte, wat een vrije lucht en wat... een kou. Onrustig liep de koning der woestijnen in zijn kooi rond en trachtte den zwarten achtergrond, die de tralies moest bedekken stuk te trekken; zoo nu en dan berekende hij zijn sprong om uit de kooi te ontsnappen. Dan volgde onmiddellijk een slag met een stuk hout tegen de tralies om zijn aandacht af te leiden en schreeuwden om beurten pa en zoon-dierentemmer: Pascha, Pascha, en arrière, en arrière! Ik verzocht den dierentemmer om in de kooi te gaan om Pascha wat tot reden te brengen; maar het eenige resultaat was: Mais monsieur, c'est trop dangereux! Miiiliiiiiiiiiiii'iiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiniiiiiii Mijn vertrouwen in den dierentemmer daalde al meer en meer en er schoot niets anders over, dan maar op goed geluk te filmen. Met onverstoorbara»kalmte draaide mijn lotgenoot, met 't toestel half tusschen de tralies. De dierentemmer met het zuidelijke bloed begon het koud te krijgen en bang zijnde, dat de leeuw ook niet tegen de koude kon, werd een eind aan de voorstelling gemaakt. Later werd de opname van de vlag met de voorbijtrekkende troepen genomen en beide negatieven op n positief afgedrukt; het resultaat was echter niet van dien aard, als we ons hadden voorgesteld, doordat de opname van den leeuw niet was wat zij wezen moest. Helaas hebben we dan ook moeten eindi gen met een eenvoudige reproduktie van de plaat in den leger- en vlootfilm in plaats van een levend beeld.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl