Historisch Archief 1877-1940
10 Maart '17. Nó. 2072
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
005TER5EEK
MEUBILEERDEN
TAMINIAÜ'S
? JAM ?
MEDDENS
S.B.
gereed en
naar maat vanaf
r »».-.
Coupéur-reiziger
te ontbieden.
ioliegll loogslr,356
Tot het bouwen van Villa's en Landhuizen zijn prachtige heuvel
achtige BOSCHTERREINEN te koop In HET OOSTERPARK te
Lage prijzen, mooie wegen, gas,
electr. licht, water.
IJ. laatfj. tot Eiploit an Het (toterpark
DiT. 1.1. STOKMNS & OTTO SCHÜLZ
Tel. Int. 38 & 48
DE BILT
^ Fabrikanten
3EBR.F.&LDERI
taastel VhSo
AMSTES
PMJSVAIMf
»1
MEUBILEERINGMAATSCHAPPIJ
- HOLLAND
MEUBELT MTISTIU UK WOONHUIS OF VILLA VOOR:
f 500.
650.775.
875.
1100.EN HOOGER
STOFFEERT ARTISTIEK UW WOONHUIS OF VILLA VOOR:
f 250.
29O.
425.550.
675
EN HOOGER
- AMSTERDAM
N.2 VOORBURGWAL 274
o. h. Nieuws v. d. Dag. Int. Tel. 5974
VRAAGT PRIJSCOURANTEN
SCHOOL VOOR MAATSCHAPPELIJK WERK
?
Fieter de H.ooghatra&t 78, A.m ter dam.
NIEUWE CURSUS - CURSUSGELD 5 GULDEN
l 10 Maart 11-12
17 Maart
l 24 Maart .
Distributie van levensmiddelen,
JHR. MR. E. VAN BERESTEYN
Alg volgeling van MART
BAKER EDDT, disco verer
ofChristian Science,
geneest
H. G. THIEME,
Den Haag - Denneweg 25a,
Blind-, Doof-,
Idiootof Stomgeboren
personen, die nit eigen mid
delen eene bezoldiging vol
doen van af /1500,?.
Zonder Genezing - Geld Terug!
Financieel Nieuwsblad
Singel 342, A'dam
- TELEFOON N. 6925
bevat steeds actneele arti
kelen, betrouwbare cor
respondentie, nltlotlngen
van premleleenlngen,
productie», koersHJat enz.
Abonnement slechts [soj ets.
per kwartaal.
Vraagt gratis Proefnummers
ROBBER! KALFF&G
AMSTERDAM.
MONSTKZALtNvAii37rlETtt : HeEREfKEACHT270
Filiaal OEN HAAG: Noordeinde 160.
llllllll lll lll t i INI in llll Hl mini UMI liiniilili imiicmiiMii mi iiiiiiiiiin MIMI i MM IMMMI luilimiiiiiiiimiim IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIII UMI 11 u i mum MIIIMIMI u UMI iiiiiiiiin iiiiiiiiiiiiniilliii lliiiiliilllllllllllli
kregen voor hun volharding tenminste een
kleine beloon in g. Immers des Donderdags
vond het groote plaats: Hij, Treub het
wonderkind, kwam binnen. Wel juichte niet
gafisch 't huisgezin bij de entree of liever
de rentree van den lang gebeide, maar het
publiek boven kon toch even gnuiven over
het schouwspel zij het ook zeer gemoe
delijk en kort van duur van het weder
als Minister Betreden der gewijde vergader
zaal door Mr. M. W. F. Treub.
Wie echter een week lang over de tribune
hing om ook wat Interessants te hooren
haalde een kouwe, gelijk een der tribunisten
het kernachtig uitdrukte.
Want het groote debat bij Finantiën
Weef achterwege. Het monotone accoord
door den heer ter Laan uit Rotterdam, wiens
stem het toppunt van somberheid bereikt,
aangeheven, werd zoo nu en dan afgewis
seld door het ook niet fraaie orgaan
dat thans echter verf risschend-aandeed als
een lief sopraantje van Excellentie Treub.
De inhoud van dezen beurtzang kon echter
onmogelijk belangstelling wekken. En zoo
geschiedde het, dat schrijver dezes onwil
lekeurig een vergelijking maakte tusschen
den dag van Treub's heen gaan (een jaar
geleden), en dien van zijn wederoptreden:
toen een en al spanning en grootsche mo
menten nu een atmosfeer van saaiheid en
verveling.
Terugdenkende aan dien bef aam den 28sten
Januari 1916, toen de Tweede Kamer een
votum uitsprak tegen een bewindsman, die
daardoor tot heengaan gedwongen werd
op een tijdstip dat Nederland en het
Nederlandsche volk hem noode zag weggaan, zag
ik weer voor mij het tafereel, dat het par
lement dien dag bood.
En daarbij verrees o.a. het beeld van het
toen 7oo zeldzaam sympathieke optreden
van een onzer kamerleden, die nu juist en
kele dagen geleden door den dood aan land
en volk ontviel.
Nadat Donderdags minister Treub ten
opzichte van de regeling der werkzaamheden
waarover de oneenigheid liep - al zijn
eischen op n na, had laten vallen, ver
scheen de heer Schaper den volgenden mor
gen met een motie, om juist ook dien eenen
eisch, die volgens hem de ongewenschte
samenkoppelir g van ouderdomsrente en pen
sioenbelasting beteekende, af te wijzen.
Een ieder begreep, dat Treub bij aanne
ming dezer motie zou aftreden. Vandaar de
geweldige spanning waarmee het publiek
op de volgepropte tribunes en in de loges,
de verrichtingen van de afgevaardigden ga
desloegen. Van de afgevaardigden, die
het belangrijke van de gebeurtenissen be
seffende in ongekend grooten getale waren
opgekomen.
Men stak de hootden bij elkaar, de lei
ders der linkeifracties overlegden, voorzitter
DE GODSLAMP
DOOR
KAREL WASCH
Zij, een vrouw voor velen, jong en
nachtbleek, in ver-uitgesneden, los kleed.
Hu, heer, dertiger, in avondtoilet.
Bij haar. Huurkamer. Banaal salonameu
blement. Dikke overgordijnen, gesloten.
Sofa. Hier en daar kussens. Nu het licht
ontstoken is (gaslamp met gele kap)
heerscht er een soort burgerlijke gezel
ligheid in het vertrek. Tijd: omstreeks
middernacht. Zij en hij zitten tegenover
elkaar aan de tafel onder de lamp. Hij,
conect-rechtop, afwezig in-gedachten.
Zij, gewild-ongegeneerd, met een elboog
op tafel gesteund, bestudeert hem. Uit
een flesch wijn had zij twee glazen ge
vuld. Het zijne bleef nog onaangeroerd,
het hare is reeds half lees. Een doos
cigaretten ligt open op tafel. Beklem
mende stilte.
Z ij (na een starre wachtpoos, een cigaret
grijpend): Ik neem er nog een. Jij ook?
Hij (accepteert): Merci. (Er wordt zwij
gend gerookt).
Zij (blaast welgevallig den rook uit). Ze
zijn goed.
Hij (beweegt even het hoofd: e«n knik,
die alles kan beteekenen).
Goeman Borgesius die Treub voor het
kabinet wenschte te behouden poogde
door zijn leiding het politieke onheil te be
zweren, kortom de gemoederen waren ge
weldig in actie.
Uit de diverse redevoeringen, die er ge
houden werden, was het zelfs.voor den
meest ervaren politicus, laat staan dus voor
het gewone publiek onmogelijk te
concludeeren welk lot de motie en daarmede
Treub ten deel zou vallen.
Up and down ging de stemming in de
Kamer, up and down de stemming onder
het angstig luisterend gehoor. De rechter
zijde scheen den Minister te zullen bijvallen;
Schaper en de zijnen daarentegen bewogen
hemel en aarde om al wat links was voor
de motie en dus tegen den beklaagden be
windsman te doen stemmen. Kopstukken van
de 'oud-liberale fractie liepen rond om de
andere concentratie-broeders tot Inkeer te
brengen. Het ministerieele leven van Treub
hing aan een zijden draad en beurtelings
werden er pogingen in het werk gesteld, nu
eens om den draad hechter te maken dan
weer om hem af te snijden.
Toen zag men de kort ineengedrongen
gestalte, die op een der voorste banken
gezeten had, en daar dikwerf door een der
vurig in de weer zijnde collega's was
aangeklampt, van zijn zetel opstaan. Met
langzamen, haast bedachtzamen tred, richtte
Prof. van Hamel zijn schreden naar het
spreekgestoelte.
Zou de stem van dezen man, wiens uiterlijk
dat van een vermoeiden grijsaard was, niet
verloren gaan te midden van de opgewonden
heen en weer loopende, en korte maar heftige
gesprekken voerende kamerleden ?
Daar steekt zijn fijn besneden hoofd boven
den katheder uit: een breed armgebaar en
dan, als Amsterdam's afgevaardigde begint
te spreken, verstomt het rumoer in de ver
gaderzaal. Een ieder richt zijn oogen naar
de sprekerstribune, waar zich voor aller blik
het wonderlijk schouwspel voordoet, dat die
korte ouwelijke figuur van zooeven plots
een metamorphose schijnt ondergaan te
hebben.
Hij, die daar te midden van de onstuimige
politieke haren, het woord voert, is een man
van verbijsterende kracht en grootte. Onder
het sprtken groeit Prof. van Hamel en met
dien groei gaat gepaard een merkwaardige
levendigheid in zijn optreden. Zijn vurige
kijkers beheerschen de Kamer; zijn stem
zonder dat de spreker zich moeite schijnt
te geven om zich verstaanbaar te maken
klinkt frisch en helder door de zaal.
De Ministers luisteren met opvallende
aandacht, de Kamervoorzitter is een en al
oor voor den vurigen debater, die ten volle
aan zijn zijde blijkt te staan.
Men beseft het en voelt het allerwege:
dit moment, deze speech kan een keerpunt
HMIIIIMIIIIMIIIIIIIIIimillllllMIMIIIIItnlIIIIMMIIIIIIIIIIIMIIIIMIIIIMIMIIH
Zij: je weet, wat je neemt, 't Zijn dure.
Hij (aldoor zeer strak sprekend, terwijl
zij iets rauws in haar toon heeft). Gewone
Ardaks van vijf cent.
Zij: Nou ja, doe maar zoo angebrand
nie. 'k Weet wel, dat het er bij je anzit...
Daar ben 'k nou zoo dol op, hé, op cigarette.
Veel meer dan op wijn en al die rommel.
Je kan zoo lekker zitte niksdoen met zoo'n
ding. Toch is 'n net, of je er eerder sikker
van wordt, dan van drank. Als je er maar
genoeg achter mekaar rookt, is 't of je kop
heelemaal leeg raakt. Leeg en licht... (Zij
trekt weer en blaast rook uit).
H ij: 'k Zal je morgen nog een doos laten
brengen.
Zij (schamper): Ha, ha. Morge. Als je
mij wil neme, moet je vroeger opstaan.
H ij (iets geaccentueerd): Ik zeg, dat ik je
morgen een doos laat brengen. (Vreemd).
Ik begrijp je. Je wil ook vergeten. Net als ik.
Z ij (met opgetrokken wenkbrauwen): God
beware. Wat ben jij een rare (begint te,
lachen). Dat rijmt, zeg Kiik me maar
nie zoo an! (ironisch) Ik geloof je. Nou
goed? (Zwijgen. De blauwe wolkjes van de
cigaretten kringelen om de lamp. Na een
tijd) Beval ik je nie?
H ij: Best.
Z rj: O. (Weer stilte. Ze begint onrustig
te worden.) Ben j' altijd zoo stil?
H ij: Ik ben gewoon.
Z ij: O Heel erg schijn ik je toch nie
te bevalle.
H ij: Uitstekend.
Z ij: (uitvallend). Wou je mij neme of
me tante?
H ij: Geen van beiden, 'k Meen, wat ik
zeg. 'k Gevoel mij hier op mijn gemak (met
zonderlinge ironie). Bizonder rustig voel ik
mij hier.
Z ij (bits): Als 't waar was, zou je 't op
zoo'n toon nie zegge.
in den loop van zaken beteekenen.
Te midden van al het politiek gedoe en
gekonkel wist Prof. van Hamel de debatten
in eenen male op een hooger peil te bren
gen. Glashelder zette hij het zakelijke van
de aanhangige kwestie uiteen, zonder zich
aan politieke bijoverwegingen te storen.
Nooit, geloof ik, is zoo scherp en zoo juist
geteekend welk een beteekenis men aan de
schriftelijke voor-behandeling van een wets
ontwerp moet hechten. Overeenstemming
tusschen Minister en Kamer is nog mogelijk,
bij die schriftelijke voorbereiding van de
wet op de Pensioenbelasting. Maakt van
die gelegenheid waartoe anders dient
't schriftelijk debat gebruik en weest
niet dwaas en onrechtvaardig door thans
van te voren een wetsontwerp te
veroordeelen zonder eerst aan zijn inhoud vol
doende studie en onderzoek besteed te
hebben."
Aldus, meen ik me te herinneren, ongeveer
de afgevaardigde van Amsterdam IV. Zijn
woorden sloegen in: de socialisten luisterden
met angstige aandacht. Zulk een betoog zou
werkelijk nog in staat zijn op het allerlaatst
hun opzet omver te gooien. Ook het publiek
op de tribune en vele kamerleden waren
van die opinie, dankbaar was menigeen
dezen enthousiast-eerlijken politicus, die op
dit moment, het gewicht van zijn denken op
zulk een wiize in de schaal kwam leggen,
dat zij wellicht nog juist op tijd naar de
goede zijde zou overhellen.
Helaas, het mocht niet baten. Wel geloof
ik, dat menig kamerlid ter linkerzijde aan
het wankelen werd gebracht en wel mag
men, dunkt me, aannemen dat van Hamels
optreden zelfs nog eenige afgevaardigden
tot inkeer bracht, de mtesten liepen teveel
in het politieke gareel om uit den band te
springen. Dat echter deze spreker door dit
optreden meer sympathie hetft mogen ver
werven in breede kringen onzer bevolking,
dan de vele deputés die een politiekere
maar daardoor minder hoogstaande houding
bij de Treub-crisis van het vorige jaar had
den aangenomen, valt niet te ontkennen.
En het is nu, dat ik nog eens met eerbied
en dankbaarheid gedenk die houding van
het kamerlid van Hamel, die zulk een juiste
weerspiegeling van zijn geheele karakter
was: un chevalier sans peur et sans
reproche!" CAMERARIUS
H. BERSSEMBRUGGE,
POKTK£TFOTO«RAAF
ZEESTRAAT 65, naast Panorama Mesdag,
DEN HAAG. - Tel. 1538.
H ij: Die was niet op jou bedoeld.
Zij (schel): Op je zelf dan!
H ij: Juist.
Z ij: Zoo, zoo, wat je zegt.
H ij: Je gelooft me niet, omdat ik meeging
naar boven. Natuurlijk. Ik kwam hier niet
om te zitten. Je begrijpt, waarvoor wél.
Maar dat kan ik nu opeens niet meer. Toch
voel ik ervoor, wat met je te praten. Vreemd,
hé? (sarcastisch). En mag je dan niet even
spotten over zoo'n omkeering in jezelf.
Z ij (op kijftoon): Zie je nou wel!
Hij: Dat is het niet. 'k Vind je even
aantrekkelijk als straks 't Ligt aan mij.
Ik... 't is moeilijk te zeggen
Z ij (twijfelend): Ben je niet lekker geworre?
H ij: Niet zooals jij bedoelt, 't Is... (aarzelt)
Zij (hem nog steeds veikeeid begiijpend)
Je bent wel vleiend!
H ij: Vat het toch zóó niet op.
Zij: Hoe dan ?... Afin, je moet et zelf
wete. (schamper) Je hebt zeker last van je
rikketik gekrege. (Als hij zwijgt) of angst
voor je vrouw
H ij (vreemd-bitter): 'k Heb geen vrouw
Z ij (even gedecontenanceerd). Jammer,
zeg (weer schamper) 't Zou anders geen
wonder weze 'k Zie hier meer ge
trouwde?Maar wat scheelt je dan, gekke
vent?
H ij (opeens): Het is het kind.
Z ij (als verlicht, opstaand): Waarom zei
je 't nie dadelijk? Dan had 'k 't benee bij
me vriendin kenne legge. Die past er meer
op. Als er soms pan gemaakt wordt hier.
Afin, 't kan nóg. (Zij wilde naar rechts gaan).
H ij (beslist): Laat het, waar het is.
Z ij (korzelig): Wat nou weer. Wat heb
je toch ? 't Is waar ook. 't Hindert toch nie.
As 't nou nog in de kamer lag Maar
daarnaast. Je hóórt het nie eens.
H ij: Dat is 't ook niet. Alleen, dat ik jou
ermee moest zien.
TREUB HERLEEFT
Teekening voor de Amsterdammer" van Jordaan
Vooruit dan maar weer"
Z ij: Straks even ... wel verdraaid ...
mag 'k mijn kind nie. eve helpe, als 't
honeer heeft?
H ij (accentueerend): Een vrouw, die 'k ais
moeder heb gezien, kan ik niet meer als...
enfin je begrijpt me wel... behandelen.
Zij (ziet hem met oogen aan): O. (Zij
gaat weer zitten en ontsteekt werktuigelijk
een versche cigaret).
Hij: Straks toen ik je allén zag, leek je
me een gewone vrouw, als zoovele, 't Eer
ste, wat ik hier zie, is dit.
Z ij (stroef): Anders niks bizonders. Zoo
veel van ons hebben een kind.
H ij: 't Kan wel. Daar denk je niet over.
(Hij peinst).
Z ij (na stilte): Een poos geleje was er
iemand bij me, een soort student. Die vond,
dat ik een verkeerd leven leidde. Hij wou
me opheffe". Jawel! Op allerlei maniere
probeerde-n-i op mijn gemoed te werke.
'k Ben al z'n mooie praatjes vergere, 'k Heb
em vierkant uitgelache. Ik zeg: ieder moet
voor zich zelf wete, wat-ie doet. Al die
kul! Jij bent toch zoo'n tiep nie ?
H ij: Neen. 'k Vind het tenminste non
sens, dat iemand daarvoor komt. Ik gevoel
geen lust om je te?bekeeren". 'k Zei alleen,
wat er in mij omging.
Z ij (stug doorrookend) : H'm.
H ij (meer en meer zijn strakheid ver
liezend): Je vindt me natuurlijk vreemd. Je
vraagt je af, waarom ik blijf, 'k Wil je in geen
geval je avond doen verliezen. (Hij legt wat
geld op tafel).
Z ij (ruw weigerend): Voor je
beleedigingen zeker? Dank je.
H ij: Je begrijpt me verkeerd. Luister eens:
wellicht vindt je me sentimenteel. Best. Mis
schien lach je me uit. 't Is me 'tzelfde.
Later, als je alleen bent, zal je mij gelijk
geven... Kijk, 't is of ik je al lang ken en
daarom wou ik nu alleen wat rustig met je
blijven praten. Maar 'k wil je toch geven,
wat je anders zou gekregen hebben Alleen
verlang ik er nu niets voor terug.
Z ij (meer verbaasd dan geprikkeld): Je
bent tenminste rojaler dan dien ander. Hij
gaf niks. (Ze schuift het geld ter zijde, zon
der rondweg te laten blijken, dat ze het
aanvaardt).
H ij (doorsprekend): Straks vond ik je
alleen goed... nou je weet het. Nu heb ik
respect voor je gekregen. En voor 't andere
zou ik me zelf in 't gezicht kunnen slaan.
Z ij: Waar wil je toch heen ?
H ij: Denk je, dat ik uit plezier hier kwam ?
Ja. natuurlijk.
Z ij: Weer wat nieuws. Voor je verdriet
soms?
H ij: In elk geval uit armoe. Niet, zooals
jij die misschien kent.
Z ij (grinnikt schamper).
H ij: Maar wat weten jullie van ons man
nen af...
Z ij (cynisch-wereldwijs): Meer dan je
denkt...
H ij: Je bedoelt de buitenkant. Een man is...
Zij (onverwacht uitvallend): Kletsmajoor
is troef en jij speelt...
H ij (meer en meer op dreef gerakend met het
hardop ontleden van zijn gevoelens): Spot
maar. Dat cynisme gaat langs mij heen... Ik
kom van een partij. En ik kan zóó niet naar huis
gaan. Voor een paar uur heb je alles ver
geten. Je was een ander mensen. Je leefde
weer. En om dan alleen op je kamers te
komen, waar je eerst zelf licht aan moet
steken, omdat niemand op je wacht, waar
je enkel vindt: een koud avondeten en wat
kranten, waar een slapelooze nacht je al
tegengrijnst?Dan voel je 't gemis dubbel.
En in die buien word ik naar een van jullie
gedreven. Daar vind ik tenminste den schijn
van het andere. En 't brengt mij door de
hopelooze nachturen. ? (Slot volgt)