De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 24 maart pagina 5

24 maart 1917 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

24. Maart '17. No. 2074 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 'ffe Tagore over de Vrouwenbeweging Rabindranath Tagore, de Hindoesche dichter en wijsgeer, wien de Nobelprijs voor poëzie werd toegekend, is bij het Nederlandsche publiek en speciaal bij de lezers van dit blad door dr. Frederik van Eedcn ingeleid in de eerste plaats als dichter. De kennismaking met zijn dichterlijke wijsheid hebben wij dan ook aan dr Van Eeden te dan ken. Dat Tagore ook met betrekking tot de vrouwenbeweging een vooruitstrevend man is met een ruim en juist inzicht, zullen de lezers van dit blad met belangstelling ver nemen. In een artikel in de Chicago Herald" van den 29sten October schrijft hij, dat er misschien een geringer verschil bestaat tusschen de Oostersche vrouwen en de Amerikaansche, dan wij denken. De vrouwen streven naar economische en politieke vrijheid en, inderdaad naar algeheele onafhankelijkheid," zegt hij. De vrou wenbeweging in Amerika hield zich in den aanvang bezig met den strijd voor de rechten der vrouw betreffende haar vermogen en hare kinderen; nu strijden zij om alle hin derpalen uit den weg te ruimen, die wetten en gewoonten hebben opgeworpen tusschen haar, haar maatschappelijke vrijheid en haar vrijheid in het gezin. Zij wenschen de boeien te verbreken, die zij eeuwen lang hebben gedragen. Eenmaal bevrijd, zullen zij politieke plichten hebben evenals de mannen en zullen zij wetenschappelijke en industriële betrekkingen bekleeden even als de mannen. Hare eischen zijn talrijken klinken misschien Wat krachtig in de ooren van sommige mannen en vrouwen, maar laat men bedenken dat de vrouwen in China begonnen zijn zich te verzetten tegen het verminken van haar voeten en dat de vrouwen in mijn land niet langer den brandstapel met haar doode echtgenooten willen bestijgen. Het is goed, dat de vrouwen haar juiste plaats in de samenleving opeischen, omdat het de bedoe ling der natuur was, dat zij haar krachten zouden ontplooien op elk gebied van het .maatschappelijk leven. Het huisgezin is slechts n van die plaatsen, waar volgens d& bedoeling der natuur de vrouw zich ten volle kan uitleven. Indien wij een ware beschaving en een schoone samenleving willen hebben, dan moeten wij in alles den invloed van de vrouw zoowel als dien van den man ondergaan. Man en vrouw zijn twee verschillende krachten, die steeds op elkander en op de maatschappij inwerken. Indien zij niet steeds beide aanwezig en werkzaam zijn, dan zal de maatschappij niet minder dan het individu daardoor verliezen. Er zijn vrouwen, die denken, dat er geen werkelijk verschil bestaat tusschen de ge slachten en dat de invloeden, die zij op de maatschappij en op elkander uitoefenen vrijwel gelijk zijn. Deze vergissing is zóó duidelijk, dat verdere bespreking ervan over bodig is. Het verschil tusschen man en vrouw is het beginsel van de schepping zelf, een verschil vol schoonheid en dramatische verrassingen. Het is een zegen en schenkt niet alleen den mannen en den vrouwen, maar ook de maat schappij, waarin zij leven, een ontzaglijk groote aantrekkingskracht. De verschil punten, want er zijn er vele, zijn zóó essen tieel, dat het. jammer zou zijn, indien ze verloren gingen. De vrouwen vertoonen zoowel physiek, als geestelijk en moreel, een verschillend uiterlijk, in het gezin, in de maatschappij en overal, waar zij een rol spelen in de politiek, in de economische wereld of in den oorlog. De vrouw wenscht te bewaren, terwijl de man meer geneigd schijnt te vernietigen. Overal, waar de invloed der vrouw zich doet gelden, komt het werk op een hooger peil. De velden, die zij niet heeft betreden, zijn slechts ten halve bebouwd en de bloe men, die daar bloeien, bereiken de volle schoonheid niet. Hetzelfde is van toepassing op den man en zijn werk. Het huisgezin wordt ver ondersteld te zijn het terrein, waar de vrouw regeert en toch is daar de invloed van den man noodig om het tehuis in stand te hou den en glans eraan te verleenen. Als mannen en vrouwen elkander beschouwen als wederkeerig op elkander inwerkende invloeden, HMIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIillllliilllllliiiiiiiiiiHiiiii MICHELET OVER FRANKRIJK door prof. GUSTAVE COHEN De heer Rocheblave, hoogleeraar indeFransche Litteratuur aan de Ecole Nationale des Beaux Arts" te Parijs, en schrijver van menig voor treffelijk werk over littera tuur- geschie denis en kunst, heeft voor enkele weken voor de Alliance franchise te Amsterdam een merkwaardige rede uitgesproken over Frankrijk volgens Michelet." De groote geschiedschrijver der 19de eeuw, die wellicht de grootste historicus en stellig de machtigste opwekker van het verleden uit alle tijden is, schijnt in Holland weinig bekend te zijn. Ongetwijfeld heeft de kritiek der historische school van de tweede helft der 19de eeuw, ten deele naar de Duitsche methode gevormd, zijn goeden naam geschaad, en zijn Histoire de France" verwezen onder de werken zonder wetenschappelijke waarde en slechts van beteekenis door litteraire deugden. Dat is even onjuist als onbillijk. Vooreerst verdient Michelet, zoo goed als Chateau briand, den schoonen naam van Toovenaar," niet slechts om de golving zijner geweldige en schitterende zinnen, doch evenzeer om zijn tooverstaf, waarmede hij, als hij het verleden aanraakt, de levensbronnen daaruit doet opbruisen. Men vergeet maar al te veel en de heer Rocheblave heeft daar terecht op gewezen dat dank zij Michelet de Middeleeuwen voor dan zullen deze tegenstelling en strijd ver dwijnen. De twist tusschen de geslachten is doelloos en had nimmer moeten ontstaan. Er is en er zal misschien altijd zijn concurrentie tusschen de individuen van hetzelfde geslacht, tusschen mannen en mannen, vrouwen en vrouwen, in de politiek en in het maatschappelijk leven, maar con currentie tusschen mannen en vrouwen mag niet bestaan, omdat zij in strijd is met de natuur en haar wetten. Ik hoop, dat de tijd nadert, waarin de vrouwen vrij zullen zijn, want zij zullen zich dan gelukkiger voelen en haar groei zal minder belemmerd worden. Totdat de vrouwen de plaats vinden, die de natuur haar heeft aangewezen, zullen zij rusteloos zijn en het is natuurlijk, dat dit zoo is. De vrouwen in het Oosten, vooral die in m.ij n land, smachten ernaar om zich vrij te maken en haar krachten te ontplooien, maar haar optreden en haar verlangens zijn anders dan die van de vrouwen in het Westen. De vrouwen in Indiëzoeken naar en strijden voor de vrijheid van de ziel. Het zijn de vrijheid der ziel en die van den geest, die leiden tot schoonheid en tevredenheid. Dit beginsel moeten de Westersche vrouwen bij haar strijd voor haar economische, poli tieke en sociale vrijmaking niet uit het oog verliezen. Op het oogenblik zijn millioenen en millipenen vrouwen getroffen doer verdriet en lijden, zij dragen economische verant woordelijkheid, zij geven haar krachten aan werk, dat de natuur nooit van haar ver wachtte. Ofschoon verscheidenen zijn neer gevallen aan den weg en nog menige vrouw zal neervallen en sterven door gebrek en ontbering, zal iets beters en edelers op bloeien uit deze ellende en de goede uit werking zal zich doen gevoelen. Misschien zal uit al dit lijden en gekletter van wapens tegen wapens en uit de botsing van mannen tegen mannen, uit al deze puinhoopen een schoone dageraad aanbreken en boven dit alles uit de nieuwe vrouw verrijzen, die haar leed en haar verliezen in stilte heeft gedra gen, die gelukkig is, omdat zij naar lichaam, geest en ziel sterk is, gereed en verlangend om de lijdende menschheid haar steun en hare zorgen te schenken." Nieuw is de inhoud van dit artikel stellig niet. Maar de eigenaardige en teekenende Betoogtrant maakt het lezenswaard. Ik heb het vertaald, omdat ik daardoor de opinie over de vrouwenbeweging van een ziener als Tagore help verbreiden en tevens de figuur van dien ziener van een voor ons, Nederlanders, nieuwen kant belicht. S. GOMPERTS?VAN EMBDEN Van vrouwelijk doen en denken XIII Maart! Straks wordt het lente! Zie je de boomknoppen zwellen! Krijgen we de stra lende zonneschijn, de atmosfeer met de prikkelende voorjaarsgeuren, het parelende champagne-achtige in de lucht, dat alle schepselen naar het hoofd schijnt te stijgen en ze vroolijk en dartel maakt. Daar is de oplevende natuur, door ieder gezien, en als oplevende energie in zichzelf ook gevoeld. In de tuinen en velden steken de crocussen hun groene neusjes al boven de aarde uit. Nu het sneeuwkleed is weggeslonken bloeien er in hun kuische witte kleedjes reeds de sneeuwklokjes en straks staan de crocussen met hun brutale fel paarsche en stralend gouden bloemkelken vroolijk tusschen 't groen te schateren. Wie een tuin rijk is, en wie liefde heeft voor planten en bloemen, ziet het wordende leven bij stukjes en beetjes groeien. Er moet gearbeid worden in de hoven rond het huis. De tuinman moet komen als vak mensen. De tuinman? Wij, die in den tegenwoordigen tijd zien en ondervinden van hoeveel nut en waarde vrouwenarbeid is, die weten dat haar werk in vele opzichten minstens even goed is als dat van den man, zoo al niet overtref t op sommige punten, waarom blijven we zoo kramp achtig aan een tuinman vasthouden? Er is in Rijswijk toch een tuinbouwschool voor meisjes en er zijn vrouwen, die zich in het tuinbonwvak bekwaamd hebben. Ik ken er hier in den Haag eene, die gediplomeerd is, die daarbij op haar eigen eif een aller aardigste bijenteelt heeft, welke veel honing opbrengt; maar"... klaagt zij het is zóó moeielijk om- er in te komen; de meeste menschen hebben een tuinman, en ze willen ons niet langer de zwarte afgrond in de geschiedenis zijn, waar enkele barbaarsche koningen en legendarische helden in rond spoken. Als wij de groote cathedralen lief hebben, met hun sombere gewelven, van de zachte huivering der eeuwen vervuld, met hun voorportalen, bevolkt door een leger van beelden, wier houwers de gebaren en standen zóó veelsoortig hebben gevormd, dat ze er het geheele maatschappelijk en geestelijk leren van hun tijd in teruggaven, dan hebben wij dat aan Michelet te danken. Weliswaar is hij soms te snel in zijn gevolgtrekkingen, misschien is zijn bewijs voering hier en daar onvolledig en te weinig kritisch, maar wie heeft, behalve hij en Augustin Thierry, ons geleerd de bewijs stukken saam te brengen, de bronnen in archieven op te sporen, en vooral en hier blijkt zijn meerderheid boven de jon geren niet bij de letter van den tekst te blijven staan en uit oude grafsteenen, ge kreukte perkamenten en stoffige papieren de ruwe of ook bekoorlijke beelden van ridders en edelvrouwen, van handwerkers en poorters te doen verrijzen ? Des avonds, als ik in de doodsche stilte te schrijven zat, bij het wisselend en flik kerend licht van mijn lampje... dan ont waakte de ontroering, altoos dezelfde en altoos even krachtig, die mij het hart deed kloppen, wanneer ik die sombere gewelven binnentrad en die bleeke gezichten aan schouwde, wanneer ik van zaal tot zaal, van eeuw tot eeuw voortschreed. Ik zocht... wat ? Ik weet het niet, ik geloof het leven dier dagen en den geest der tijden." De macht en de breede blik van dat levenswekkend genie waren noodig om met n oogopslag het geheel van de Geschie denis van Frankrijk te ontwaren, en er niet uitsluitend de geschiedenis van oorlogen en koningen van te maken, doch die van een volk, en vooral die van een ziel. Teekening voor de Amsterdammer" van Anny Enthoven Maartsche buien nog maar niet aan het denkbeeld wennen, dat ook een vrouw een tuin kan aanleggen en onderhouden. Voor mesten en diepspitten kan ik toch hulp nemen, want ook de tuin man heeft bij dat werk z'n knechtje noodig." Is het niet bedroevend dat het energiek initiatief van een vrouw, die de moed heeft een vak te kiezen en te beoefenen, nog door betrekkelijk weinig vrouwen ter hand genomen, wordt belemmerd ? En dat niet alleen. Zij zal als ze geen werk krijgt genoodzaakt worden haar boeg om te gooien, wil ze niet tot armoede geraken, omdat de dames haar vertellen, dat ze nu eenmaal aan een tuinman gewend zijn" ? Ik noem dat een schande. Er zijn in den Haag duizende tuinen, waarover de eigenares sen meestal den scepter zwaaien, omdat hun mannen geen tijd hebben om er zich mee te bemoeien". Er zijn duizende vrouwen, die zich rustig door een tuinman laten afzetten, omdat ze zelf van bloemen en planten niet het minste verstand hebben, en als morgen de tuinbouwkundige vrouw komt, en haar goed en voor billijken prijs wil helpen, zeggen ze neen, gunnen haar eigen seksegenoot het werk niet, doemen haar tot armoe, zoodat de gediplomeerde tuinierster geen werk krijgen kan. Maar die zelfde vrouwen zijn wél lid. van vrouwen kiesrecht en van de vereeniging Vrouwen arbeid. Zoo staan hier theorie en praktijk lijnrecht tegenover elkaar. Ik hoop, dat vele Haagsche dames, die op de Oude Groene geabonneerd zijn, (en ook de heeren die zich met het onderhoud van hun tuin bemoeien) dit zullen lezen, dat ze de waarheid willen voelen van wat ik hier schrijf, ik hoop dat ze echt vrouwelijk zullen denken en doen en de moedige tuinierster, als pionnierster in haar vak, in de gelegtnheid zullen stellen menig tuintje aan te leggen en menig stukje grond tot een bloeienden lusthof te maken. Stelt niet uit, het is nu tijd om aan den arbeid te gaan. Snoei- en pootwerk moet nu gedaan. Het is een woord ten behoeve van allen die dit vak beoefenen, het wordt nog veel te weinig gewaardeerd. E. C. v. D. M. Wiener Mode Zonder te voren door veel reclame te zijn aangekondigd heeft in den loop dezer maand week te Amsterdam en terloops ook in den Haag eene demonstratie plaats gehad, die in meer dan n opzicht belangwekkend mag worden genoemd. Een der centrale mogendheden heeft het bestaan in die twee steden, waarin het mode is pro-alliés" anti-Duitsch" te zijn, de publieke aandacht te vragen, heeft er de Wiener Mode-Show georganiseerd, en in Amstel's muziektempel 2 concerten gegeven. Oostenrijk heeft het gedaan het kan na afloop daarvan zeggen dat het succes, dogrslaand succes heeft gehad. Wie het enthou siasme gezien heeft waarmede aan het einde Niemand heeft beter dan hij de wonder baarlijke eenheid in de geschiedenis van Frankrijk beseft, die maakt dat, hoe ver schillend de uiterlijke schijn zich moge voordoen, elk tijdperk het werk van vroeger eeuwen voortzet en slechts een nieuwen kijk geeft op denzelfden geest. Daardoor placht dit land aan het vasteland van Europa het voorbeeld te geven van de nationale eenheidsstaten, die de groote ge dachte der 19de eeuw zouden worden. En door dit voorbeeld voor te houden en het beginsel der nationaliteiten te verbreiden, dikwijls tegen zijn eigen belang in, eenvou dig wijl het dit beginsel billijk achtte, heeft Frankrijk slechts zijn diepste traditie gevolgd en den tweeledigen onvervreemdbaren drang van zijn eigen ziel gehoorzaamd: Idealisme en universaliteit. Van Frankrijk is de groote beweging der Kruistochten en .die der Ridderschap uitge gaan. Te Clermond?Ferrand stond het gan sene volk op de roepstem van Peter den Hermiet op om het Graf van Christus in het Heilige Land te gaan veroveren, dwaze en nuttelooze onderneming. Nutte loos? Ja, maar mooi en verheven: de be vrijding van een graf is de bevrijding van een idee. Daarvoor vecht Frankrijk nu eenmaal! Opnieuw verrees het voor een bevrijding op de roepstem van Jehanne la bonne Lorraine", die in haar fiere gestalte van een forsche maar aanvallige vrouw des lands de geestkracht van het volk, waaruit zij voortgekomen was, samenvatte, een volk door geen rampspoed, door geen verdruk king neer te slaan. Straks wordt het Ideaal algemeen goed, het verbreidt zich onder tiet volk, en wordt in de 15e eeuw tot werkelijkheid, niet alleen in den man uit het volk, maar ook in de vrouw, in de reine vrouw, in de maagd; laat ons haar bij haar volksnaam noemen: la Pucelle. Zij, in wie van het 2de concert de dirigent Wacek werd gehuldigd, wie de fluisterstemmen hoorde der Haagsche beau-monde in Hotel de twee Steden, ieder zal moeten erkennen dat deze mannelijke en vrouwelijke representanten van Oostenrijk er in geslaagd zijn levendige sympathie te wekken. Dat een volk, nu welhaast 3 jaren lang in den oorlog betrokken, waarin het meer dan eenig ander ups en downs heeft mede gemaakt, aldus uitkomt, dwingt bewon dering af en toont eene energie, waaraan velen hier te lande niet geloofden. De omstandigheid Bundesgenosse" van het ganz energische" Duitschland te zijn, heeft ook dit bezwaar voor Oostenrijk dat het als eene quantiténégligeable werd beschouwd. Dat dit ten onrechte geschiedde, hebben de Weeners op overtuigende wijze aangetoond en dit is voor hunne zaak geen geringe verdienste. Doch niet alleen voor hen, ook voor Ne derland. In een zijner bekende artikelen in de Haagsche Post' heeft Minister Treub ge wezen op de wenschelijkheid nadere handels betrekkingen aan te knoopen tusschen ons land en Oostenrijk, evenzeer als met Frankrijk. Het toeval wil, dat, terwrjl Frankrijk altijd was het land van de mode, Oostenrijk ons juist op dit gebied is komen toonen wat het praesteert, aldus den Nederlandschen kooper de gelegenheid biedend op meer dan eene markt zijne keuze te doen. Koopen wij zoowel van den eenen als van den ander, zoo zullen wij ook voor onze producten bij beiden afname vinden. Doch hoelang zal het nog moeten duren voor dit normale handelsverkeer getuigt van den gezonden wedijver der naties, die thans in een naar 't schijnt oneindig moorden elkaar trachten te vernietigen? Dat hier bij velen, die nader met deze Oostenrijksche delegatie in aanraking kwamen de indruk werd gewekt dat daar de gedachte aan vrede bij allen voorzit, een vrede wo wir dasSchwert mit demPflugvertauschen können, zooals een der Oostenrijksche bladen zich dezer dagen uitdrukte, is stellig een reden te meer om van het Oostenrijksch bezoek eene aangename herinnering te be houden. B. Grappige gezegden van kinderen op rijm gezet Als moeder vraagt of kleine Jantje Een broertje of zusje hebben wil, Dan kijkt klein Jantje niet heel vriendlijk En houdt zich als een muis zoo stil. Maar als mama opnieuw gaat vragen, , Dan antwoordt Jantje heel bedaard: Een broertje of zusje kan niet schelen, Veel liever heb 'k een hobbelpaard." 't Is in den duren oorlogstijd, Mama moet zuinig zijn: Men eet wat minder groente en vleesch, Drinkt water en geen wijn. Men snijdt het brood een beetje dik, Met boter smeert men schraal: Maar komt een gast, men smult weer eens Geniet van 't heerlijk maal. De kindren juichen bij 't bericht, Dat oom of tante komt, Ze weten 't al, 't is vetpot dan, En ma niet telkens bromt. Zoo zitten ze-om den disch geschaard, Er is weer eens bezoek, Ma maakte wat vanillevla, Bij 'n zelf gebakken koek. 't Vanillestokje uit de vla Krijgt Jantje op zijn bord, Hij houdt het in zijn hand en zegt Aan ma, die vuurrood wordt: Ik vind het toch zoo'n lekkre lucht, Als je er goed aan ruikt, Mag 't afgelikt, of moet 't misschien Nog eens een keer gebruikt ?" Zeg moedertje, toe luister nou, Vertel mij eens precies, Wanneer de ooievaar mij bracht," Vroeg eens de kleine Mies. Precies den lOden van maand Mei, 't Is vier jaar al geleen," Zegt moeder, Miesje kijkt verbaasd En lacht dan heel tevreen. Dat is wel leuk, dat d'ooievaar Er nog aan heeft gedacht, Dat hij me-op mijn verjaardag juist Bij u heeft thuis gebracht." P. A. E. OOSTERHOFF het volk voor het volk sterft, zou de laatste verschijning van Christus in de Middel eeuwen zijn." (Hist. de Fr. II 696). In de 16e eeuw is het nog steeds de strijd voor de bevrijding, maar ditmaal voor de bevrijding der gedachte. Er moet post gevat worden tegen duistere machten: het be ginsel van het Vrije Woord staat op het spel, en dit spaart noch de dogma's der kerk, noch de grondslagen der middeleeuwsche wijsbegeerte. In drie groote namen is de Fransche gedachte van dien tijd samen te vatten: Rabelais?Calvijn?Montaigne. De 17e eeuw zou ons kunnen misleiden. De vrijheidsgedachte, die Michelet verheer lijkt, schijnt een oogenblik te verduisteren, maar de namen van Descartes en Bayle antwoorden, dat de fakkel niet uitgedoofd is en door sterke en bekwame handen hooger en verder is gedragen. Meer dan ooit heeft die idealistische ge dachte thans een universeel karakter gekregen» dat weet ieder en dat blijkt uit haar ge weldige uitstorting over Europa, in de eerste plaats over Holland, maar vooral getuigt daarvan een merkwaardig citaat van Montesquieu, door Rocheblave aangehaald, dat verdient herhaald te worden. Het is van ongeveer 1740. Als ik iets wist dat mij dienstig was, doch mijn gezin schaadde, zou ik het in mijn binnenste betreuren. Als ik iets wist, dat mijn gezin voordeel bracht, doch niet aan mijn vaderland, zou ik trachten het te vergeten. Als ik iets wist, dat nuttig was voor mijn vaderland, doch nadeelig voor Europa en het Menschdom, zou ik het als een misdaad beschouwen." Hier brengt de schrijver van l'Espritdes Lois" ons in aanraking met het wezen van het wezen, met de diepste kern van den altruïstischen geest van Frankrijk, dien eer zuchtige veroveraars van vroeger somwijlen tot hun eigen voordeel hebben kunnen misVAN ALLES WA T Slippen van gordels kan men op aardige wijze afmaken met dooreengevlochten lin ten in kleuren harmonieerend met de japonstof. Ons Kookboek BROODWAFELTJES Een smakelijk hapje bij de namiddag thee is met geringe kosten en moeite te verkrijgen. Men neemt een klein wafelijzer in huishoudwinkels te koop, prfls ongeveer/l.10. Men verwarmt dit goed in de vlam van het gaskomfoor, daarna besmeert men beide binnen zijden van het ijzer met boter, legt op een der zijden een dun sneetje oud wittebrood, ongesmeerd, ontdaan van de korsten en ter grootte van het ijzer. Daarop strooit men wat fijn zout, drukt het ijzer stevig dicht en houdt het weder in de gasvlam, eerst op de eene zijde, daarna op de andere, totdat het sneetje brood goed bruin is. Drie wafeltjes bijeen gebonden met een sierbandje en op het servet gelegd, geven een aardig aanzien, aan den middagdisch. M. R. Aan Mevr. J. H. G.?de V. onzen vriendelijken dank voor het zenden der recepten. E. M. R. ? ? «t Verzoeke alle stukken voor de rubriek Voor Vrouwen" in te zenden Koninginneweg 93, Haarlem. nlMIIIIIIIIIMIIIIIIMtllllltlMIMIIIMUtllllllllllllllllllllllllllllltlllllïlllllllll HMEUER IMIMIIIIIIMIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIMIIIllllllllllllllllllllniltllllll bruiken, maar waartoe het land steeds terug keert, gehoorzaam aan de gebiedende stem van zijn geweten. En dit rechtvaardigt het volgende, eenigszins apocolyptisch klinkende woord van Michelet (Le Peuple bl. 272), welks grootschen en stouten bouw de vertaling slechts gebrekkig weergeeft: Als men datgene opeenstapelen wilde, wat elk volk aan bloed, aan goud, aan allerlei opofferingen betaald heeft voor dingen buiten zijn eigen belang, die slechts aan de wereld voordeel konden brengen, dan zou de pyramide van Frankrijk tot den hemel omhoog stijgen. En de Uwe, Gij volkeren, zoo talrijk als Ge hier op aarde zijt, de Uwe, de opeenstapeling van Uwe offers, zou reiken tot de knie van een kind. Komt mij dus niet aan met: Wat is dat Frankrijk bleek!" Want het heeft zijn bloed voor U vergoten... Wat is het arm!" Voor Uw zaak heeft het gegeven zonder te tellen hoeveel... En toen het niets meer had, heeft het gezegd: Ik heb noch goud, noch zilver, maar wat ik heb, dat geef ik U. Toen heeft het zijn ziel gegeven, en daarvan leeft Gij."

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl