De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 31 maart pagina 10

31 maart 1917 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 31 Maart '17. - No. 20W Er zjjn rijwielen, die het PONGEES-rflwiel, wat kwali teit betreft, nabij komen. Traag echter niet naar den prijs - - - -, of juist wel, doch dan is Uw besluit genomen. Qfl koopt een f O II G E R S HJIIIIIIIIIIIIlllmillllUllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll verdere toelichting wil ik toevoegen, dat het nog eene zeer ernstige kwestie is of de zoogenaamde tax-/ree-c\ausu\e de maat schappij verplicht, de incometax voor hare rekening te nemen. Tot nu toe is de juiste aard van de verplichting der maatschappij ~ onder deze clausule nog niet aan het oordeel van een rechtbank onderworpen geweest en daarom heeft de maatschappij besloten Wprlooptg de voldoening voor hare rekening te liemen." Eene andere maatschappij, die een soortgelijk antwoord gegeven heeft, voegt .daaraan nog uitdrukkelijk toe, dat' zij zich voorbehoudt, indien te eeniger tijd door een rechterlijke uitspraak wordt be slist, dat de incometax (ils zijnde eene be lasting op den bezitter en niet op het object) niet valt onder de free-tax clausule, zij (de maatschappij) zich naar die uitspraak zal gedragen." Men ziet dus, dat reeds nu waar de belasting nog slechts 2 percent bedraagt twijfel wordt geopperd omtrent de mate van aansprakelijkheid der betrokken maat schappijen onder bedoelde clausule. Te ver wachten is het natuurlijk, dat bij verdere verhooging der belasting eene rechterlijke uitspraak zal worden uitgelokt en dan de mogelijkheid niet uitgesloten is, dat obli gatiehouders ook onder de free-tax" clau sule verplicht kunnen worden de belasting zelf te betalen. Bij toekomstige emis«iën van Amerikaansche en in het algemeen bui tenlandsche obllgatiën is het daarom zaak, nauwkeurig te letten op de bewoording van 4e free-tax clausule of beter nog alleen zoo danige obligatieleningen hier tot de notee ring toe te laten, waarbij zooals thans reeds in enkele gevallen geschiedt gecondltionneerd is, dat de coupon-betaling niet alleen in dollars, maar in een bepaald be drag in Ned. Cour. kan gevorderd worden. Wel is waar kan daardoor eene verdere be perking van het internationaal fondsen-ver keer ontstaan, maar aan wie de schuld? Indien buitenlandsche regeeringen maar door gaan om niet of slechts met kostbare, om slachtige en in de practijk moelelijk uitvoer bare formaliteiten terugvorderbare belas tingen van inwoners van andere Staten te heffen, dan blijft er voor die inwoners niet veel anders over dan maatregelen van tegenweer te doen nemen, door de autoriteiten, die geroepen zijn, hunne belangen te be hartigen. Immigratie en emigratie naar en van de Vereenigde Staten. Zooals te verwachten was, heeft de Europeesche oorlog eene zeer Sterke vermindering van de landverhuizing ?aar de Vereenigde Staten ten gevolge ge had. Waar tegelijkertijd de vraag naar arbeids krachten in de Staten door de levendigheid In de Industrie mede ten gevolge van den oorlogstoestand aanmerkelijk is toegenomen, heeft zulks natuurlijk geleid tot eene schaarschte aan arbeidskrachten en daar mede overeenkomstige verhooging van loonen. Uit de volgende, cijfers van den aanvoer van landverhuizers fn de Staten gedurende de laatste vijf jaren, blijkt de sterke ver mindering van de immigratie: 1916 ..... 355.767 1915 ..... 258 6i8 TJIT iiiiiiiiiliiiiiiiiiiiijilillliliiiliiiiiiiiiilliiiiiiiiifiiiinillfilii niiiiiiiiiiiiiiiiiini iililliiliillliiilimiiJiiiiiimiiiiiimiimi 1914 -658495 1913 1.387.318 1912 1.026.360 Vergeleken met 1913. is de immigratie dus tot op ongeveer een vierde en met 1912 tot ongeveer een derde verminderd. Intusschen moet opgemerkt worden, dat ook de emigratie van vreemde werkkrachten uit Amerika in de oorlogsjaren eveneens aan zienlijk is afgenomen. Tegen ca. 600 000 per jaar in de jaren vóór den oorlog, bedroeg het cijfer der emigratie in 1915 slechts 284.686 en 164.784 in 1916. Daarbij dient in aanmerking genomen worden, dat in normale jaren een groot aantal Europeesche (voor namelijk Italiaansche) werkkrachten in het voorjaar naar Amerika gaan en in het najaar naar hun vaderland terugkeeren om daar den winter door te brengen. Deze jaarlijksche intocht en exodus van werkkrachten zijn thans tengevolge van de belemmering en de gevaren aan het transport o ver, zee ver bonden aanmerkelijk ingekrompen en oefenen een grooten invloed uit op de cijfers der immigratie zoowel als der emigratie. Achteruitgang van de beschikbare laad ruimte van de handelsvloot tijdens den oor log. De meest fantastische ramingen doen de ronde omtrent de verliezen door de duikbooten-actie aan de scheepvaart der wereld berokkend. Terwijl van de zijde der Centralen de schade overdreven wordt, trachten de geallieerden de beteekenis van die schade te verkleinen. Onder deze omstandigheden IIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllllllllllllllllllllllllllllllllMIII KANTTEEKENINGEN VAN EEN LANDSTORMPLICHTIGE (Met teekeniHgen van Is. van Mens) Nieuwe Reeks. v VIII Kleilust, Einde Maart '17 Waar ik woon Ruggelings lig ik uitgestrekt op mijn stroozak. Ik kijk en denk en rook. Mijn boek ligt gesloten naast mij. Het is te donkerom te lezen; mijne oogen doen mij pijn. Ik rook, denk en kijk, zooals ik dat geleerd heb in de laatste maanden: bijna onbewust. De gedachten, die mijne onbewuste oogen pro jecteeren in mijn rustig brein vermaken mij, zooals een bioscope-voorstelling dat doen zou. De beelden zijn niet van sensationeelen aard, maar er is een wonderlijk spel van verrassende en boeiende détails; het zijn hél kleine, fijn genuanceerde détails, waar van ik geniet als een botanicus die aan de dorre heide-gewassen onder zijn microscope bloemen en levensteekenen in overvloed herkent. Ik staar om mij heen, op mijne slapende kameraden. En ik vind bloemen en levensteekenen in overvloed op hunne oogenschijn lijk dierlijk-dom-snurkende gelaten. Ik zie lijden en verlangen om hunne in den slaap half geopende monden; ik hoor verlangen en streven in hunne onbeheerschtnatuurlijke ademhaling: en hunne vuile soldatenhanden, die slap rusten op de groezelige dekens, zijn vol verrassende karaktertrekken. Het is n uur na den middag, ergens ver weg, op een weiland buiten het fort, kraait een haan. Langs de kleine vensters gaat een scha duw, en voetstappen schuiven zwaar door het grint; dan klinkt een jolige stem, en een deur slaat dicht. Het is weer stil. De kameraden snurken. Over een half uur zal een schetterend trompet-signaal ze tot het leven terugroepen, of liever tot den dienst, de actie. Want ik geloof dat ze nu, in hun slaap, levend zijn. Ik geloof niet, dat die luidruch tige grappenmakerij van straks hun leven is, ik geloof niet dat hun getier en buitenmatig gemor kenmerken van hun werkelijk wezen zijn. Ik geloof, dat zij slechts in den slaap, in verdient eene opgaaf de aandacht, gepubli ceerd door kapitein Dollar, voorzitter van de Amerikaansche Commlttee on the Merchant Marine of the National Foreign Trade Council." Hier althans heeft men met een min of meer officieel stuk te doen, ofschoon het ook niet nategaan is of de daarin ver melde conclusiën op authentieke gegevens berusten. Kapitein Dollar raamt, dat van de Engelsche handelsvloot tengevolge van den oorlog ca. 12 pCt., van de Duitsche ca. 7Vs pCt. verloren ? is gegaan. Voor enkele der neutrale landen, met name Noorwegen, is het verliespercentage nog grooter geweest. Daartegenover staat echter, dat tijdens den oorlog een groot aantal nieuwe schepen aangebouwd en in de vaart gebracht zijn. Alles bijeen genomen raamt kapt. Dollar, dat de handelsvloot der wereld thans slechts 85 a 90 pCr. bedraagt van wat zij vóór den oorlog was. Van meer beteekenis is echter het feit, dat een veel grooter aantal sche pen, doordat zij in vijandelijke of neutrale havens opgelegd zijn of doordat zij dienst doen voor het oprlogstransport der gealli eerden, tijdelijk niet voor handelsdoeleinden kunnen gebruikt worden. Kapt. Dollar be cijfert, dat thans niet veel meer dan 50 pCt. van de voormalige laadruimte voor de ge wone handelsbeweging beschikbaar is. Voegt men daaraan toe, dat zooals te dezer plaatse de voorgaande week is opgemerkt doorden veel langeren duur der reizen feitelijk de productieve tonnenmaat tot meer dan de den volkomen rust, in hun onbewustheid, hunne primaire en simpele instincten tot uiting kunnen brengen. Nu zijn zij eerlijk; de lippen van den schreeuwer tegenover mij zijn nu ontspannen; hij snurkt, en op zijn bruut gelaat is een trek van krachtig willen; zijn hand ligt tot een vuist gebald op zijn dekens. Het presentieuse mannetje naast hem schijnt nu verzakt te zijn tot een onbelang rijk hoopje zwakheid. Zijn lippen zijn half geopend en rood en dik; er zijn slappe groeven langs zijn neus, die op geen smart, maar hoogstens op een lichamelijk onbehagen duiden. De slappe hand op zijn deken is knokig, en de vingertopoen dragen de sporen van veel knagens' en kluivens'. Mijn blik waart rond, en ik zie er nog velen, die allen slapen, en allen in hun slaap iets verraden van smart of strijd of huiselijk leed... of van absoluut niets. Plotseling vind ik ze allen belangrijk. Van de slapers gaan mijne oogen naar hun schamele, en grootendeels uniforme have, die op een plank, boven het hoofdeinde der bedden, als uitgestald ligt. Boven den slappeling staat een jam-potje, en een kopje met vet, dat hij den vorigen dag uit het eten gespaard heeft; er liggen glacé-handschoenen en een vlezige veldflesch en een bestoft stuk wittebrood. Er zijn er, die gekleurde prentbriefkaarten en snuisterijtjes op hun plank hebben, en anderen die een gebarsten scheerspiegel exposeeren Al die willige doode dingen harmonieeren met de onbewuste openhartigheid hunner snorkende bezitters. Aan de zoldering hangen, fcls hammen aan een lange rij, de ransels; de zware zakken hangen daar al maandenlang leeg en slap, en wij hebben ze al dien tijd niet gedragen. Het invallend namiddag-licht werpt lange slagschaduwen van de slappe ranselzakken uit langs de gewitte zoldering; de schadu wen hebben vreemde vormen. En mijne onbewuste oogen tooveren plotseling een verrassend beeld op mijn rustig-blank brein. Het is me opeens, alsof al die slapende kerels hunne zorcen voor een tijdlang afge hangen hebben. Ze hangen daar aan de zol dering, die zorgen, op een lange rij, naast elkander. helft verminderd is, dan is het gemakkelijk te begrijpen, waarom de vrachten zoo enorm gestegen zijn. Van hetgeen de toestand na den oorlog zal worden, is het onmogelijk iets met eenige zekerheid te voorspellen. Ook kapt. Dollar waagt zich daar niet aan. Wel echter houdt hij in zijn rapport een krachtig pleidooi om aan te dringen op uitbreiding van de Ameri kaansche vloot, ten einde de Vereenigde Staten na den oorlog hun gerecht deel in de vrachtvaart van de wereld te verzekeren. Hij wijst daarbij op de beteekenis van de Shipping Act", waarbij aan de Amerikaan sche regeering een crediet van $ 50 millioen is toegestaan, ten einde de Amerikaansche handel onafhankelijk te maken van de buitenlandsche handelsvloot. De lezing van het rapport van kapitein Dollar heeft mij versterkt in de de voor gaande week uitgesproken meening, dat het voor onze Nederlandsche scheepvaartmaat schappijen gebiedend noodzakelijk is, zich financieel sterk te houden en zich te wape nen regen de na den oorlog te verwachten sterke buitenlandsche concurrentie. En wat de vooruitzichten na den oorlog betreft, of schoon daaromtrent niets met zekerheid gezegd kan worden, mag toch niet uit het oog verloren worden, dat het bestaande gebrek aan vrachtruimte niet in de eerste plaats geweten kan worden aan het aantal verloren gegane schepen, maar in verreweg de voornaamste plaats aan het veel grooter aantal schepen, dat tijdelijk opgelegd is of En het invallend namiddaglicht mengt de vreemd gevormde slagschaduwen tesamen en doorén... tot een grauwe wolk, die langs de zoldering vervaagt tot een verre hoek van het vertrek... Daar schettert het appèl-signaal. Bijna gelijktijdig verroeren zich de rustende lichamen op de kribben. De deur wordt met een slag open gewor pen, en het is opeens veel lichter onder het gewelf. Verdorie d'r uit," schreeuwt de schreeuwer en hij schudt het slappelingetje naast hem door elkaar. Jawel, jawel, hou je poote maar thuis," zegt het slappelingetje slaperig. D'r uit, Stoke, suffe mafkop!" roept de schreeuwer mij toe. Hou je groote smoel," geef ik kribbig terug. Ik ben weer ruw. Ik heb mijn liefderijke gevoelens weer verloren. Maar ik kan er niets aan doen... Ze spreken zoo luide en onbezonnen...! ... Ach, waren ze maar blijven slapen. Ze waren zoo sympathiek, en zoo eerlijk... in hun slaap. Jubileum-dag In alle stilte heb ik, goede lezer, vandaag den dag herdacht, die nu juist een jaar achter mij ligt, en waarop ik mij voor het eerst soldaat mocht noemen. Ik behoef u niet te zeggen, dat ik dit feit' zonder eenig feest- of uiterlijk vertoon geconstateerd heb. Maar het wasén jubileum. En bij een jubileum behooren een feest redenaar en- een toespraak. Om nu mijn jubileum bescheidenlijk, en in zoo beperkt mogelijken kring te vieren, besloot ik mijn eigen feest-redenaar te zijn. 's Morgens, in bed, sprak ik mij zelf bin nensmonds ongeveer als volgt toe: Melis Stoke! Jubilaris. Het is van daag de dag... enz. enz. In het af geloopen jaar waart ge soldaat, daarmee is alles gezegd. Het Vaderland heeft, om eerlijk te zijn, niets aan uw diensten gehad. Daarin moet verandering komen ! Ge moet uwe contemplatieve houding in het legerverband opgeven! Ge moet actief worden! Ge moet het Vaderland nuttig zijn. voor oorlogsdoeleinden gebruikt wordt. Na den oorlog komt al die tonnenmaat weder vrij, hetgeen gevoegd bij de grootere transport-intensiteit als gevolg van de op heffing van de belemmeringen in het ver keer zeer speedig kan leiden tot een over schot van beschikbare vrachtruimte in de plaats van het bestaande tekort. En daarbij houd ik nog niet eens rekening met de mogelijkheid, dat de algemeene verarming der oorlogvoerende landen nood-gedwongen tot eene sterke vermindering van de koop kracht en dien tengevolge van de buiten landsche handelsbeweging kan leiden. J. D. SANTILHANO Nieuwe boeken. K. VAN DER MAATEN, Z. Exc. de Oud Gouverneur Oeneraal J. B. van Heutsz en de defensie van Nedtrlandsch-Indië, 86 pag., f 0.75. De gep. generaal- majoor van het N.-I. leger K. van der Maaten, heeft in de door den gouv. generaal van Heutsz gemaakte propaganda voor de denkbeelden op defen siegebied van den luit. kol. VAN DER WEVDEN, (zie zijn geschrift: Weerplicht voor Inlanders en samenstelling van de weermacht in Ned.Indië(Amsterdam, Van Holkema en Warendorf) aanleiding gevonden zijne bestrijding in eerstgenoemde brochure neer te leggen. De brochure verscheen bij Martinus Nijhoff te 's Gravenhage. (Zie ook pag. 3). iiiiiiiiiitiiiiiiiimiuiii iniiiiiiiiiiiiiiiitiiiiii Melis Stoke, laat ik kort en duide lijk zijn. Dit nieuwe jaar moge u zien als officier! Al is er bij de landstorm geen wettelijke dan is er toch een moreele kaderplicht. Aan toeschouwers hebben wij niets: wij moeten kerels hebben die wat doen / Ik heb gezegd! Lang zal hij leven... enz. Hoera l Hoera! Ik was zelf zóó geschrokken van dit, als buiten mij om geboren besluit, dat ik dit Hoera! hardop geroepen had. Hij oefent de stormaanval!" riep Kees hoonend. Toen ben ik op een tafel gaan staan, en heb mijnen kameraden mijn besluit medegedeeld. Nu zijn ze boos op me. Wat een vent," roepen ze. Eerst doet ie mee, en nou wil ie zoo'n kouwe luitenant worde!" Mannen, besloot ik ernstig, op het slag veld spreken we elkaar nader. Tot dan. Ik ga mij er toe bekwamen, uw aanvoerder te mogen zijn!" Za-je-me-niet-straffe ?" hoont Karel... MELIS STOKE A d 8 p. Verlofs-ofi'icier

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl