De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 7 april pagina 7

7 april 1917 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

7 April '17. No. 2076 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND RAPHAËL PETRUCCI f De grootste, de nige sinoloog, in wien de Geest van China zich voor mij belichaamd had, Raphaël Petrucci, is gestorven Er was nooit een sinoloog geweest vóór hem, die ook tevens kunstenaar en wijsgeer was, en die, niet enkel met het ontoereikende intellect, maar ook met de intuïtie, die fijne voelhoren van het Oosten, de meest subtiele wijsheid en schoonheid van China heeft aangeraakt. Er is in mijn leven nooit zulk een wondere vervulling geweest als het komen van dezen zeldzamen wijze-en-dichter. Meer dan twintig jaar studeerde ik chineesche filosofie en chineesche kunst, en al die jaren door was de gedachte niet van mij weg: wanneer zal er nu eindelijk eens een sinoloog komen, die het besef heeft, welke geweldige gees telijke schatten de sinologische studie aan raakt, die niet enkel de taal en den uiterlijken schijn, maar de ware cultuur van China heeft te doorgronden ? Het is bijna onmov. gelijk dat die man ooit komen kon, dacht ik er steeds bij, want zoo iemand zou niet enkel wat in Europa heet een geleerde" (zoo iemand als b.v. Prof. J. J. M. de Groot, die niets van China's cultuur heeft begre pen) maar ook een kunstenaar en een filo soof moeten zijn. Toen het was in 1913 en ik was pas uit het Oosten in Europa terug kwam mij Raphaël Petrucci's La Philosophle de la Nature dans l'Art d Extreme Oriënt"*) in handen. Het was een der grootste gebeur tenissen in mijn leven. Ik ken bijna geen grootere. Hier was de vervulling, de ver vulling zóó volkomen en absoluut, dat mijn stoutste droom haarnietheerlijker had kunnen fantaseeren. Wat geeft alle sinologische zaal- en andere kennis, wanneer zij niet tot diep in den geest van China doordringt en aan het Westen, dat het zoo noodig heeft als brood en water, de Wijsheid en Schoonheid overbrengt, die orde en inzicht kunnen brengen, niet in de dorre matter-of-fact" wetenschap, maar in de intieme en werkelijke dingen van ons leven? Welke Orlentalische Universiteits opleiding heeft ooit ook maar de eerste be ginselen van werkelijk leven geleerd? Alles, wat aan onze Europeesche kunst ontbreekt is in de oude Chineesche te vin den, alles wat ontbreekt aan onze levens houding kan de wijsheid der oude Chineezen ons opnieuw leeren. Het Oosten heeft het Westen noodig, voorzeker, wat wets-regeling, economische wetenschap, hygiëne en al zulke dingen aangaat, maar het Westen heeft broodnoodig het Oosten, om zijn ethische en aesthetische waarden. Omdat de Westersche geleerden nooit anders het Oosten hebben benaderd dan met hun absoluut on toereikende intellect, maar zonder intuïtie, zonder .spiritual insight" hebben zij nooit anders dan wat onvruchtbare geleerdheid" aangebracht, maar niet het Licht, dat uit het Oosten komt. Om het Oosten te begrijpen, om den Geest van het Oosten te doorvoelen, moet men in de eerste plaats dichter en wijsgeer, en pas in de tweede geleerde zijn. Ik dacht, dat er voor China nooit zulk een europeesche apostel zou komen, die de schoone Wijsheid en de wijze Schoonheid van dat wonder- groote land in dichterlijke woorden want in droog-wetenschappelijke vervliegen zij zou uitzeggen. Toen ik Petrncci's werk gelezen had gelezen met een steeds stijgende verrukking, als van een, die zijn schoonsten droom verwezenlijkt ziet wist ik, dat de tijden vervuld waren, waarin aan Europa zou worden gegeven, wat het op een keerpunt van zijn verwor den, ten ondergang gedoemde Intellectueele beschaving noodig had. Het is geen toeval dat Fenollosa's boek Epochs of Chinese and japanese Art" en Petrucci's standaardwerk «ver de Chineesche *) Zie mijne 2 artikelen over dit werk in De Amsterdammer" van 8 en 15 Augustus 1915. itiiiiiiiriniitiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiMiiuiini NIEUWE DUITSCHE BOEKEN LEONHARD FRANK: Die Ursache." Erzahlung, München, '16. Georg Muller. Als de zoogen, psychoanalyse" n verdienste heeft, dan is het toch deze, dat zij de buitengewoon groote beteekenis van de infantiele" sensaties en ervaringen voor het bewust zij nsle ven van den volwassen mensch heeft aangetoond. Moge zij in de oogen van sommige zielkundigen vaak te ver zijn gegaan, vooral wat de uitsluitend sexueele opvattingen van deze aangaat, toch is door haar pas gebleken welken enormen invloed onze jeugdervaringen voor ons later leven bezitten. Zij heeft doen beseffen dat ons geheele bewust-zijn a.h.w. gedrenkt is in uit het onder-bewustzijn opwellende stroomen, die hun bronnen hebben in den diepsten grond van onze persoonlijkheid en die voor het grootste deel worden ge vormd door residuen van onze jeugdsensaties. En deze eerste ervaringen oefenen een beslissender! invloed uit op de geheele verdere ontwikkeling. Ja zij kunnen een, vaak verbijsterende, suggestieve macht op ons zieleleven blijven uitoefenen. Dit blijkt vooral in de droomen: daarin schieten plotseling uit de verste schuilhoeken van de psyche de herinneringen van onze jeugd en onze kinderjaren te voorschijn, daarin waren lang vergeten grillige spookgestalten rond, daar wordt de ziel overschaduwd door de ang sten, de benauwenis, de hulpeloosheid van het kind-zijn. Maar niet alleen in de droomen doemen de verschrikkingen op en trillen de angsten van onze jeugd na, ook in het wakende leven worden wij vaak onverwachts door bepaalde klanken, kleuren, stemmingen her innerd aan een schijnbaar lang vergeten verleden: in de ziel flitsen herinneringen op, die flarden van ons vroegere zieleleven scherp belichten; reeds lang in het onder-bewustzijn vergleden sensaties van den meest beschamenden n van den meest verheven aard worden zoo plotseling weer als essentieel onderkend. Deze onver wachte openbaringen, deze bijna magische aanschouwing van ons onbewuste zieleleven doen ons beseffen dat wij ons verleden niet kwijt raken," dat wij er aan vastgeen Japansche kunst juist enkele jaren vóór den wereld-oorlog uitkwamen. Zulke wer ken verschijnen als zij noodig geworden zijn. De tijden van den grooten-geestelijken ommekeer van het Oosten zijn nog niet gansch ontbloeid, wij staan pas aan het eerste begin. Daarom is de portee van Raphaël Petrucci's werk, al is het gewaar deerd, toch nog niet ten volle begrepen. De geheele beteekenis er van, in haar vollen omvang, is namelijk niets meer of minder dan een aanstaande ommekeer in het univer sitaire onderwijs van Chineesche en Japan sche studie. Het element, dat daaraan ontbrak en dat was het essentieele! is er door Petrucci ingebracht, namelijk het dichterlijke en wijsgeerige. Het zal npg wel eenlge jaren duren eer het zoo ver is, maar toch is de tijd nabij, dat professoren en docenten van oriëntalistische talen en culturen geen droge, enkel Intellectueele geleerden, maar ook kunstenaars en filosofen moeten zijn. .Petrucci's prachtige uitgave La Philosophie de la Nature dans l'Art d'Extrême Oriënt" is mijn grootste schat geworden. Ik heb het eiken dag dicht bij mij. Geen enkel verdriet kan de bekoring weerstaan van een mooi stuk gele zijde" heeft eens een chineesch dichter gezegd. Zulk een boek als van Petrucci is een sterkte, een vaste burcht van schoonheid in het leven. Ik weet nog, hoe ik hem een enthoeslasten brief schreef om hem te bedanken voor wat hij mij had ge geven door zijn werk, en ik kreeg een vriendelijk schrijven van hem terug, met de blijde tijding, dat ik geen onbekende voor hem was, want dat hij mij kende door mijn boekje Wu Wei". De enkele goede woorden die hij daarover schreef maakten mij rijk. Een correspondentie volgde, en afspraken om elkaar te ontmoeten, die telkens mis lukten, doordat of hij of ik op reis was. Hij woonde in Brussel, maar was dan in Venetië, dan in Parijs, dan in Londen. Den 18en Juli 1914 schreef hij mij nog uit Brussel: Je repars demain pour l'Italie et j'y res tera! encore une dizaine de jours, puis je reviendrai et j'espère que cette fois nous pourrous nous rencontrer. Je serai tres heureux de faire enfin votre connaissance personelle et de causer longuement avec vous". Toen brak de oorlog uit, en ik kon niet meer naar Brussel, waaruit hij later naar Parijs moest vertrekken, al zijn kunst schatten achterlatende, die hij verzameld hield in zijn huis in de Rue des ChampsElysées. Daarna verloor ik hem uit het oog, maar mijn dierbaarste wensch voor na den oorlog was: dezen grooten man de hand te mogen drukken, en met hem spreken over wat ons beiden het liefste was: de Chineesche kunst en de Chineesche filosofie. Toen las ik, vanochtend, onverwachts, onvoorbereid, te midden van den roezemoes van een restaurant in een artikel in de Echo Beige", van J. H. Pels, dat Raphaël Petrucci drie weken geleden in Parijs is gestorven.... Ik bedoel vooral niet: dood gegaan. Er is geen dood. Dat hebben de Chineesche Wijzen ons wel geleerd. Hij is overgegaan naar een ander leven. In het chineesch wordt het zoo schoon uitgedrukt: hu is terug gekeerd". Ik heb hem nooit persoonlijk kunnen zien, al was hij altijd bij mij, al vóór ik zijn schitterende werk las, omdat hij in het hoogste, heiligste .leefde, dat de Geest van China bevat. Ook had hij mij geschreven, over een f root werk, dat ik met eenige vrienden in uropa zou beginnen, en waarvan ik hem ons plan stuurde, om zijn medewerking te vragen: Le projet dont vous m' avez entretenu dans vqtre lettre ne peut que me séduire et je serai entièrement des vótres". Daarom durf ik hem mijn vriend noemen en mijn broeder. Ik voel mij gelukkig, dat ik, in mijn vele lezingen en cursussen in eenige steden van Nederland, zijn werk bekend heb kunnen maken, ook onder hen, die geen speciale studie van China konden beginnen, en mijne toehoorders zullen zich de liefde en bewon dering herinneren, waarmede ik steeds over hem sprak. Van velen kreeg ik toen brieven vol dankbaarheid en verrukking over het genot dat zijne werken, die zij na mijne iliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiuiiiMiiniiiiiiiiiimiiiiiiiiiiMiiMtimiiiiiiiiiMiii klonken blijven, dat wij wel kunnen wanen onbezwaard en onbelast te zijn, maar juist deze plotselinge herleving" van ons verle den in deze essentieele aanschouwing be vestigen weer de historische belastheid" en de gebondenheid van ons bestaan met vaak schrikwekkende duidelijkheid. In het boek, waarover ik hier wil spreken, zijn de smartelijkheid en de tragiek van den mensch beschreven, die aan zijn verleden lijdt en er aan ten gronde gaat, die door de schande en de bittere ervaringen van zijn jeugd zich voor zijn geheele verdere leven gebrandmerkt en voor altijd gefnuikt waant. Het is de, op 'teerste gezicht bijna onwaarschijnlijke, geschiedenis van een meHsch, wiens geheele leven vergiftigd en gebroken wordt door de pijniging en ver nedering die hij in zijn schooltijd ondergaan moest. Het laat de ontzettende gevolgen zien van de kwellingen van een schooltyran voor de gevoelige ziel van een licht kwets baar mensch. Het beschrijft hoe deze ver nederingen en laaghartige plagerijen nog op veel lateren leeftijd in het droomleven een zóó overheerschende rol kunnen spelen dat ook het bewustzijnsleven vervuld en bezwaard blijft met deze verschrikkingen. De beschamende herinneringen van dezen tijd groeien tot een manie en obsessie aan, totdat hun ondragelijke spanning zich ein delijk ontlaadt in een waanzinnigen moord, in de yreeselijken wraakneming op den beul van zijn jeugd. Ziehier in 't kort de inhoud van het verhaal: De dichter Anton Seiler, wiens geheele leven tot dusverre een aaneenschakeling van armoede, ellende en grievende teleur stellingen was, bespeurt, zonder de oorzaak te kennen, plotseling den drang in zich om zijn geboorteplaats en zijn ouders op te zoeken. In den nacht vóór de reis droomt hij van een der vernederingen die hem zijn vroegere onderwijzer Mager 14 jaar gele den had aangedaan: op een schoolreisje had hij hem buiten aan het hek van een melkhuis laten staan, terwijl de anderen binnen zaten en melk dronken, omdat hij te arm was om de melk te betalen. En bij het ontwaken beseft hij plotseling dat deze schijnbaar onbelangrijke gebeurtenis de oor voordrachten besteld had den, hun had gegeven. Mijne lezingen over chi neesche kunst erf ook mijn werk DéGeest van China" waren geheel van Petrucci's , geest doortrokken. Niet alleen zijn geschrif ten, ook zijn gesproken woord moet zoo trillend van schoonheids-bewondering zijn geweest. J. H. Pels vertelt er van in de Echo Beige" hoe Petrucci, toen hij indertijd een leerstoel aan de Vrije Universiteit te Brussel bekleedde, zulke heerlijke conferences gaf in het Musée Ancien van de Rue de la Régence. Dan liep hij met een schare toehoorders en toehoor sters van schilderij tot schilderij et c'étai,t !merveille d'entendre eet Italieri de race s'enthousiasmer devant les admirables productions de notre vieille colle flamandse dout il goütait tout Ie charme receullli et la subtilepoésie". Quoique Italien de naissance, Petrucci tait Beige de coeur" schrijft Pels. Ik geloof niet dat hij Italiaan of Belg was. Hij moet een gereïncarneerde chineesche kunstenaar en geleerde ge weest zijn. Hoe jong ging hij over, 42 jaar! Nu is hij tot het heilige mysterie van Tao terug gekeerd, waar de gansche chineeschekunst de schoone suggestie van is De Stem der Klokken (Teekenlng voor de Amsterdammer" van Oeorge van Raemdonck) HENRI BOREL illmiliimiiliiimttiMMimiii iniMiiiiiiiitiiiiiliiMiiiiiiintiiillmitfililliiiiiiiiiiiimiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiilltiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiitliiiiiiiiiiiiiniii iiiiiliiliiiiiiiiiiiiiiiiiliinillllllliillllliliii DIRK SCHAPER Ondanks al het voortreffelijke, dat een concertseizoen ons brengt, biijft een avond, waarop deze eminente persoonlijkheid onze aandacht vraagt, een bizonder hoogtepunt. De kleine zaal kan slechts eene kleine schare herbergen en we hebben het in onze juiste waardeering nog niet zoover gebracht, dat op zulk een avond het uitverkocht" boven het hokje van den bureaulist prijkt. Ik ge loof echter niet, dat de geestelijke en in tellectueele kwaliteit van een Schaferpubliek" sterk beïnvloed wordt door de afwezigheid van vele gezichten, die een rol spelen in ons plaatselijk muziekleven. In tegendeel is het ons of er van dezen zoo universeel begaafden klankenimpressionist eene bizondere wijding over zijne hoorders uitgaat. Over zaal en podium ligt een zeldzaam waas van eenvoudige aandacht, getemperd door een aangenaam, voor de oogen rustig, halfduister, waardoor niet al te scherpziende hoorders in den gelukkigen waan zouden kunnen geraken, dat men op 't goede denk beeld gekomen was, den afzichtelijker! Apollo den nek te hebben omgedraaid! Ware dit aldus geschied, op dezen avond was er zooveel latente Apollinische schoonheid te genieten, dat we het sprekend symbool nauwelijks gemist zouden hebben. Het werk van een kunstenaar als deze toont reeds in zoo hooge mate een strenge zelfcritiek te hebben doorstaan, dat het eenige, wat men nog zou kunnen schrijven eene diepgaande studie zou moeten zijn over het wezen van zijne persoon, hoe hij, als bijna geen ander, voor ieder werk in zijn genre eene afmosfeer schept, die het werk eerst in volle kracht kan belichten. Merkwaardig is het zeer zeker, dat deze steeds scheppend reproduceerende kunste naar, dank zij de volledige vergeestelijking zijner reproducties, in nauwe betrekking IIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIllllllllllllllllntllMIMlnlIIIIMIMIMMnlmlIIIUIIIMI zaak is van alle ellende en ontreddering. Hij begrijpt langzamerhand dat deze jeugd ervaring een zóó domineerenden invloed op zijn geheele verdere levensloop heeft gehad, dat deze droom het zinnebeeld is geworden van zijn jammerlijk mislukt leven. In het stadje aangekomen, wordt hij door alles aan zijn erbarmelijke jeugd herinnerd en hij voelt een gloeiende haat en woede in zich op stijgen. En aldoor beseft hij duidelijker: de schooltyran Mager heeft mijn leven ver giftigd, hij is de schuld van mijn ontwrichting, hij jieeft mij door zijn laaghartige mishan delingen voor mijn heele leven geteekend." Hij wil den man opzoeken om rekenschap te eischen, maar als hij vóór het huis staat is hij opeens bang en hij voelt met ont zetting dezelfde angst voor hem gelijk het achtjarige kind. Es ist mir also unmöglich sagte er sich Bring die Furcht nicht heraus aus mir Ist das mit allem empfangenen Leid so??darm trüge der Mensch alle erlittenen Demütigungen mit sich bis ins hphe Alter sein ganzes Leben lang." En hij vlucht weg uit 't stadje en gaat weer naar zijn woonplaats, Berlijn. Maar de druk op zijn ziel blijft en de obsessie groeit. Hij wordt door een onbe?wusten drang wér naar zijn geboorteplaats toe getrokken. Hij is te arm om nog eens de reis te betalen en hij leent het geld van een publieke vrouw. In den vroegen morgen komt hij aan in 't stadje en hij gaat recht streeks naar den onderwijzer Mager, zijn vroegere pijniger. Hij vindt hem thuis, ter wijl hij bezig is met de correctie van schriften En hij herkent den dichter en met een spottenden glimlach herinnert deze zich 't feit dat de dichter stotterde en daarom in de klasse vaak uitgelachen en uitgejouwd werd. Dan komen er twee jongens binnen om de schriften te halen en met ontzetting moet de dichter zien hoe de ellendeling den jongen, die zijn werk slecht had gemaakt, sart en pijnigt. Wütend rieb der Lehrer mit dem Siegelring an seinem Finger des Kleinen Stirne: Was hast du ... denn da... drinnen!" Der Dichter sass wie eine Leiche und starrte in kaltem Entsetzen auf das rote Malzeichen, das auf der Kinderstirne leuchtend hervortrat. ,Das Mal, das Mal auf seiner staat met zijne verwante zielen op ander kunstgebied. Ik denk aan mannen als Toorop, van Eeden, Querido, die tot den kring zijner intimiteit behooren. In zijne lezenswaardige critiek schrijft Herman Rutters (Handelsblad): Men heeft S. gehuldigd, als een der grootsten, met een enthousiasme, dat het succes van Vera Shapira nog overtrof. Het was meer dan verdiend en toch zeer opmerkelijk voor iemand, die en land- en stadgenoot is. Moest men zulk een landgenoot juist daarom niet te meer op de handen dragen? Toch hooren we hem te zelden en nooit op de plaats, waar hij minstens elk seizoen het recht heeft, zijne groote gaven te schenken. Of zal men zijne grootheid nu gaan ^beseffen ? Het is nog niet te laat." Beter laat dan nooit" zeggen wij, maar wij betwijfelen, of er een of meerdere stemmen uit het publiek zullen opgaan, om opheldering te vragen omtrent de vergaande, volledige negatie door onze muzikale besturen van den man, die het heeft bestaan voor uit verkochte zalen zijne tien historische avonden te geven, waarvan de verslagen der pers en de publieke waardeering als boekdeelen spreken. Na die historische avonden is er wel tijdelijk in ruimeren kring belangstelling betoond. Maar wie behoedt er ons voor, dat deze voornaamste klavierspeler in ons vaderland, door een te sporadisch optreden in de hoofdstad, zijn contact met het open baar muziekleven hier ziet afnemen ? Spoedig kan het misschien te laat zijn. Het geval S. is een der meest wonde plekken" in onze muzikale samenleving, uiterlijk grillig opbouwsel van antiek-vroedschappelijke regentenwillekeur maar inwendig uiting van onvervalschte alleenheerschappij, waaraan alleen nog maar de emblemen van rijks appel" en rijksschepter" ontbreken. VAN LEEUWEN Nieuwe Boeken van deze week De N. V. Boekhandel en Uitgevers Mij. Ontwikkeling" kwam deze week met een viertal brochures: W. H. VLIEGEN (Lid van de Staatscommissie voor de Evenredige vertegenwoordiging) Hoe er onder de nieuwe grondwet gestemd wordt, populaire uiteen zetting van het in de additioneele artikelen neergelegde stelsel van evenredige ver tegenwoordiging, 40 pag., f 0.25. Het Kommunistisch Manifest en de In leidingen van MARX en ENGELS met de voorrede van KAUTSKY, vertaald door P. BOL, 62 pag., f 0.40. Van het Gemeenteraadslid ED. POLAK : De Huurcommissie Wet wat iedere huurder weten moet 15 pag., f 0.05. M. NIEBOER-NIJGH, Gemeentelijke Schoolvoeding, 13 pag., f003. Bij de N. V. Ontwikkeling" verscheen eveneens: Ons nieuwe Kiesstelsel, populaire uiteenzetting van het hier te lande in te voeren stelsel van evenredige vertegen woordiging, met de nieuwe wettelijke be palingen in zake het kiesrecht, verkiezings voorbeelden en een kaart, aangevende de kieskringen, door mr. G. VAN DEN BEROH, 117 pag., f 1. lllllllllMHIIIIIIIIIIIIIIIIItllMlltMIIlMIIIIIIMtllllllHtlMIIIHIIIMItlllllllllllinilllllIIIIIIII ONTEVREDEN ROOKER5 NEEMT DE PROEF MET: & &SQ <$> AMSTERDAMSCH FABRIKAAT-ZEER OUDE TABAK . ifiiiiiMMimiiiimiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiii Stirne wird nie vergehen. Sie haben ihn gezeichnet', sagte der Dichter tonlos und laut. ,Und wenn es verschwindet, a'usserlich, dann ist es ihm ins Gehirn getreten... und der Gezeichnete tragt das Mal in der Seele, sein Leben lang." En als de jongens weg zijn, herinnert hij den onderwijzer aan het voorval op het schoolreisje ,Der Lehrer bemerkte den Mörderblick des Dichters nicht Und als wir zum Wirtshaus kamen ... Hessen Sie mich nicht mit hineingehen, weil ich die zehn Pfennige nicht hatte, um ein Glas Milch kaufen zu können." ,Ja, zu laut und ungebardig waren Sie im Wald.' ,lch musste vor dem Wirtshaus stehen bleiben am Zaun.' .Richtig, noch dazu waren Sie der einzige, der kein Geld hatte.' ,Diese Demütigung vor allen Schulkameraden trof mich damals ins Herz.' Der Lehrer sah abweisend dem Dichter in die furchtbaren Augen. ,Ich warvorherso fröhlich gewesen... Und trage vielleicht seit dem Mal... das Mal!!' erhob sich die Stimme des Dichters, und langsam erhob sich auch der Körper vom Stuhle ,das gliihende Mal in... meiner... Seele.' Die ganze Kraft seines Körpers ging in des Dichters würggespreizte Hande, die dem zur Wand zur ckweichenden Lehrer folgten... Der Adamsapfel glitschte noch einmal unter des Dichters Daumen weg, eine Sekunde lang lockerten sich die Würghande... dann drückten die Daumen den Adamsapfel tief in den Hals hinein. Die achzenden a- und e-laute verebbten Dan ziet de moordenaar dat er een bankbillet op tafel ligt en in een soort onbewuste trancetoestand, en toch met visionaire helder heid neemt hij het geld weg, gaat het huis uit en loopt naar het huis van zijn ouders. Als een beschonkene stamelend bekent hij de onzettende daad aan zijn moeder en rent dan de straat weer op, naar het postkantoor, stuurt het geleende geld aan de prostituee terug. Die Welt hatte sich ihm volkommen verandert. Sein bisheriges Leben war scheinbar von ihm fortgezogen. Es war ihm als stünde er plötzlich auf der anderen Seite des Planeten. Schwere, ganz neuartige Gefiihlsklumpen waren in ihm entstanden, mit denen er sich auseinanderzusetzen hatte". Dan gaat hij, nog altijd in een soort trance toestand, a. h. w. automatisch naar het sta tion, dat al door de politie is afgezet en hij laat zich gedwee, geboeid naar de gevangenis brengen. Nu wordt op meesterlijke wijze de terecht zitting beschreven. Niemand van de rechters begrijpt dat de oorzaak" van den moord op den onderwijzer een wraakneming was op de tallooze pijnigffigen, die de dichter als kind had te doorstaan en die hun onui t wisch baren stempel in zijn ziel hadden ge brand. Niemand beseft dat de vernederingen van een jeugd een mensch zouden kunnen dwingen een moord te begaan. En de dichter ziet met ontzetting en radelooze angst de botte onverschilligheid van zijn rechters en de gezworenen en hun gemis aan dieper inzicht in de raadselachtige onderbewuste oorzaken van een moord, die volgens hen geen ander doel had dan het geld te stelen. Men verdenkt hem van simulatie als hij de ware oorzaken tracht te verklaren. Het is alsof hij tegen een onwrikbaren muur te pletter loopt. Wel doet hij nog wanhopige pogingen zich te redden, en zijn daad te rechtvaardigen, maar men lacht hem uit om zijn dwaze ideeën" en abstruse phantasieën" en (hij wordt ter dood veroor deeld. Met een onbegrijpelijke intuïtie weet de schrijver de vertwijfeling van den ter dood veroordeelde op den dag vóór de onthoof ding te schilderen. De gruwelijke en wanhopige zielstoestan den worden met een geniaal te noemen indringingsvermogen uitgebeeld. De waanzin nige doodsangst en de ontzetting zijn mis schien zelfs door de groote Russen niet beter beschreven. Het schitterende slot van het boek dat opvoert naar een visioenaire hoogte behoort tot het meest aangrijpende en- ont roerende wat m. i. in de moderne duitsche romankunst is geproduceerd. Zulk een strak heid van compositie, zulk een compactheid van dictie en soberheid van vertaaltrant doen het grootste verwachten en met spanning zien wij uit naar nieuw werk van Leonhard Frank. HERMAN WOLF

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl