De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 21 april pagina 1

21 april 1917 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

r DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 21 April '17. No. 2078 UIT HET DIENSTHUIS VAN DE KONINGIN DER AARDE ui J. C. SCHRÖDER, Hoofdredacteur van De Telegraaf" Voor De Amsterdammer" geteekend door Martin Monnickendam Bij het portret van J. C. Schröder door F. J. A. M. WIERDELS, Directeur van De Tijd" Een eigenaardige persoonlijkheid en een bijzonder eigenaardig journalist! Een hoofd redacteur van een dagblad, die gansch ander werk voor dat blad levert dan wij gewoon zijn, den Nederlandschen hoofdredacteur te zien schrijven! Stel u een Kamerlid voor, dat de gave bezit, poque makende redevoeringen te houden bij de Algemeene Beraadslagingen over de Staatsbegrooting en over andere wetsontwerpen, maar niet in staat is, nieuwe artikelen of amendementen op voorgestelde artikelen in te dienen en te verdedigen; die in het groot fulmineert, maar in den ernstigen, gedegen, stil overwogen, praktischen wetgevenden arbeid niet thuis is. Hoofdredacteuren schrijven hun hoofd-en andere artikelen in de Nederlandsche Pers om hun lezers ernstig en rustig voor te lichten, geven meer of minder diep over wogen verhandelingen over meer of minder gewichtige onderwerpen, die zij tevoren onderzoeken tot in het hart van het Vraag stuk. Pas verschenen wetsontwerpen met memories van toelichting bestudeeren zij, voordat Kamerleden dit doen; keuren, kritiseeren met... partij-overweging, maar met zorgvuldige overweging toch. Een goed Kamerlid leest eerst de krant en dan het wetsontwerp zelf. Een doörsnee-hoofdredacteur geeft geen meening ten beste of hij zet precies uiteen, waarop die berust. Al zijn beweegredenen wil hij over- en openleggen. Hij wekt zijn volgelingen op om het met hem eens tg zijn, zich met hem in n lijn te bewegen, n minimi IIIIIIIH Zestiende Nederlandse!» Natuur en Geneeskundig Congres 's Gravenhage, 12. 13 en 14 April 1917 Indrukken van personen en gedachten Toen de voorzitter van het congres, in genieur van Sandick na de indrukwekkende voordracht van Prof. Lorentz aan zijn be wondering voor het gesprokene uiting gaf door de opmerking, dat in een verre toe komst als de grootste gebeurtenis van deze jaren het vinden van de zoo belangwekkende en universeele natuurkundige theoriën en niet de wereldoorlog zou gelden, gaf hij zeker een te heog denkbeeld van de waarde der zuivere wetenschap. Doch het feit, dat de belangstelling in de natuurwetenschappen, ook in deze tijden niet verflauwd is en uit alle deelen van het land honderden deelne mers in de residentie tezamen kwamen, be wijst, dat de verdieping van het weten schappelijk inzicht der natuur voor velen een levend ideaal blijft. Door het groote aantal spreekbeurten op de sectievergade ringen worden uit alle gebieden van de zeer uitgebreide wetenschap nituwe ontdekkin gen, nieuwe ervaringen, nieuwe methoden, nieuwe opvattingen medegedeeld, zoodat de kennis naar alle richtingen verrijkt wordt. Feitenkennis is altijd vruchtbaar voor de ontwikkeling der wetenschap, maar niet minder is daarvoor vereischt de persoonlijke verbeelding der geleerden. In een boelende en duidelijke uiteenzetting van de gravitatietheorie van Einstein en de grondbegrippen der natuurkunde overtuigde ons prof. Lorentz, dat de zulver-theoretische bespiegeling, hoewel rustende op vaststaande ervaringsfeiten door de werkzaamheid van verbeelding, van redeneering, van begrips verdieping eerst tot groote resultaten voert. Als prof. Lorentz spreekt en met een lichte beweging der handen perspectief brengt in zijn woorden, moet men steeds opnieuw bewonderen de zeldzame vereeniging van natuurkennen en zuiver redelijk denken. En het is het kenmerk van Lorentz' wetenschap, dat zq niet zoozeer feiten levert, ais wel begrippen vormt, onderscheidt, en verbindt. Ook nu gaf prof. Lorentz ons niet de theorie lllllllllltllllMIIIMIIIIMIIIIIItllllllilllllllllllllllllllllllll door te trachten hen te overtuigen in bijzonderheden. De heer Schröder is hoofdredacteur van De Telegraaf" en doet anders. Dat hij aan dat blad werd geplaatst, was het gevolg van een ontdekking. Hij is temperament en wekt temperament, door geweldige execraties als in het slot van de meeste dramaas van Racine en Corneille voorkomen, door jubel zangen als van Hofdijk of door de dolste vroolijkheid, door krakende geestigheid, waarbij Breeroo zou bersten van het lachen. Zet Schröder aan het beoordeelen van een wetsontwerp op Verhooging van Invoer rechten of op Herziening van de Personeele Belasting, hij brengt er niets van terecht. Wellicht kan hij deelnemen aan een Alge meene Beraadslaging" over het Kiesrecht; misschien, ik geloof het niet, ik zou het moeten bijwonen. Heel in 't algemeen zou hij, wie weet, erover kunnen schrijven, als hij een opinie erover heeft! Of de militairen en de bedeelden moeten uitgesloten blijven of niet, kan Schröder u niet zeggen. Vraag hem, of het Vrouwenkiesrecht in de Grondwet moet worden voorgeschreven of toegelaten, hij zal er een grap over maken, waarom vrouwen en mannen lachen, dat het een lust is. Schröder schrijft in zijn blad rubrieken, die de gewone hoofdredacteur aan anderen te bewerken opdraagt, Dagboek", Tooneel, Gemeenteraadsoverzicht. Van de aartsgewone, dagelijksche be slommeringen des menschelijken levens ontgaat menigeen veel. De deftige hoofd redacteur, die een totaal ander soort jour nalist is dan een verslaggever, merkt daarvan maar weinig op. Schröder ziet dat alles en voelt het diep. Hij bekijkt het, grijpt het aan, neemt het in de vuist, houdt het op twintig centimeter van zich zelf van Einstein. maar beschreef hij de verhouding van Einstein's theorie tot die van Newton, die er een was van ontwikke ling, verruiming der voorstelling door op neming van den invloed der beweging in de theorie. Was het nieuwe in Einstein's rela tiviteitstheorie het aannemen van den tijd als een vierde ruimte dimensie, en het be wijs, dat alle dimensies, ook die van den tijd veranderen indien aan een lichaam snel heden van de orde van die van het licht worden toegekend, in de nieuwe gravitatie theorie treft ons als het belangrijkste, dat bij zulke groote snelheiden ook de aantrek kende massa veranderlijk is, en de energie evenals een grootheid van massa aan de aantrekking deelneemt, zoodat een scherpe scheiding in deze begrippen in sommige gevallen althans wegvalt. Einstein's theorie werd met de hulpmid delen der hoogere wiskunde ontwikkeld uit verdiept inzicht der natuur, en zij bleek geschikt een reeds lang bekend verschijnsel, de langzame verplaatsing van de baan van Mercurius, te verklaren. Doch niet alleen van de wereld der on eindige uitgestrektheid is in de laatste jaren een dieper inzicht gewonnen, ook voor het ontzaglijk kleine systeem der atomen is de theorie vernieuwd en uitgewerkt door de vrije verbeelding en heeft zij een verklaring gegeven voor verschijnselen, die niet tot haar opstelling aanleiding gaven. De vier voordrachten in de natuurkundige sectie vergadering gewijd aan het atoommodel van Bohr behooren zeker ook tot het belang wekkendste van het Haagsche Congres. Met een zeldzame begaafdheid, die niet voor die van prof. Lorentz onderdoe!, wist de inleider, prof. Ehrenfest uit Leiden op leven dige en dikwijls humoristische wijze een onderwerp, dat tot de moeilijkste behoort van de theoretische physica volkomen helder te beschrijven. Spreker legde vooral den nadruk op de factor der vrije verbeelding in het werk van den zeer jongen physicus Bohr. In de stoute voorstelling van de ver deeling van de massa in het atoom en van de wijze, waarop deelectronen zich bewegen ten opzichte van den kern ligt zeer veel willekeurlgs, de hypothese dankte haar ontaf, knijpt er eens in, draait het om en om, trekt eraan; een en ander doet hij tegelijk, in een oogwenk. Hij wordt vroolijk of woe dend, schrijft een opinie neer, die soms heelemaal mis is, maar altijd het lezen waard. Schröder eet al die dingen rauw uit de hand, met huid en haar, en vaak eet hij zich er een indigestie aan. De gewone hoofdredacteur is koel van hoofd en velen hunner zijn ook koel van hart. Schröder windt zich op, van nature. In den dagelijkschen omgang met zijn medemenschen kan hij geen kip kwaad doen. Schrijft hij, dan is hij de scherpe satlricus, de onmeedoogendheid zelve. Een ander hoofdredacteur bestudeert den wereldoorlog, trekt lijnen op landkaarten, overdenkt de kansen der legers, maakt zich vermoedens over den afloop en de gevolgen van de aangrijpende gebeurtenissen; bere kent ook, hoeveel al dat vechten per dag kost, hoeveel milllarden schuld ieder der belligerenten reeds heeft gemaakt; betreurt die verspilling, omdat dat geld zooveel nuttiger had kunnen besteed zijn. Schröder is anders, doet anders. Ook hij voelt al die rampen, behalve die van het geld. Zij zweepen nem op. Hij trilt van verontwaardiging. Toorn duldt geen overdenking, tast toe; Schtöder gaat te keer, beheerscht door een hoogst ernstig, diep menschelijk medegevoel voor al dat vreeseiijke leed, dat over millioenen ongelukkige schepselen gebracht is door den zijns inziens roekeloozen wil van enkelen. d'Annunzio heeft in Italiëvergaderingen gebracht tot het kookpunt, volksoploopen gewekt. Schröder is geen dichter. Met zijn proza heeft hij talloozen, die, ofschoon Ne derlander, warmbloedig zijn, in geestelijken zin als hetairen achter zich aan laten loopen. De bezadigde hoofdredacteur is bevreesd, onrechtvaardig te zijn bij zijn beoordeeling van al wat hij om zich ziet geschieden. Hij wil, voordat hij aan een der mogendheden de schuld toeschrijft van het losbreken van de oorlogsellende over de wereld, terdege weten, welke gronden hij vinden kan voor een zoo zware beschuldiging. Bij Schröder spreekt het sentiment, het instinct, en heel luide. Hij is overtuigd, voordat hij heeft onderzocht n omdat hij niet heeft onderzocht. Hij bul dert en laat in zijn blad ook door anderen, die even opgewonden zijn als hij, den vloek uitspreken van Abraham. Schröder waagt' zich als een held, maar minder met berekening dan uit onvoor zichtigheid. Andere hoofdredacteuren worden gepreaen met achting voor hun knapheid, de verscheidenheid van hun werk, den rijkdom van hun kennis, de bezonkenheid van hun oordeel, hun bezadigdheid, hun respect voor de tegenstanders, hun helderheid van uit drukking, hun stijl; Schröder wekt om de felheid van zijn uitspraken bij den een ver ontwaardiging, zelfs afkeer; bij anderen be wondering, dweperij, een soort razernij, die losslaat op denkbeeldige vijanden. Schröder is gevaarlijk, hij maakt zenuwzieken van lieden, die er toch anders zoo rustig, zoo blijmoedig en zoo tevreden uitzien. Deze bewonderaars vormen een ander volkje dan degenen, die opgetogen zijn over Schröder's grappen, welke hij maakte in een andere periode dan wij nu beleven, maar misschien zijn het ook dezelfde ontvankelijken wel; werkelijk geestige grappen van een eigen origineel genre. Het Dagboek van een Amsterdammer" en de ongenadige overzichten" van de Amsterdamsche gemeenteraads-vergaderingen zijn typen, specimina van weer een andere bijzondere journalistiek. Wonderlijk! Die dagboek-bladzijden" schrijven over zaken van de meest beperkte actualiteit, echte dingen van vandaag. Zij verteilen niets, leggen niets uit, overdrijven verschrikkelijk. De onderwerpen zijn na korten tijd verstoven in de vergetelheid. Je zou zeggen, die genre-stukjes zijn ware vliegen van n dag. Barbarossa durft ze nog eens uitgeven in een boek, als Rolmops", wat ik geen gezouten titel vind, en ik ken zelfs oude, dood nuchtere mannen van positie", die er op den dag van heden nog van genieten, erover spreken, niet kunnen nalaten soms, stukken eruit voor te lezen. Dit is het eigenaardige van dezen auteur, dat wat hij schrijft, geen journalistiek schijnt, het feitelijk niet is in de beteekenis, welke in Nederland algemeen aan dat woord wordt gehecht, maar dat toch zijn werk niet denkbaar is zonder krant. Dit moet dan een bijzondere krant wezen, Toen eenigen tijd geleden openbaar werd, dat Schröder en Koldert het ereis niet ge heel eens waren; dat etn ontslag was gege ven of genomen, dit weet ik niet meer, of gegeven of genomen zou worden, dacht ik, die waarlijk niet alles mooi vind wat Schröder praesteert, maar het toch zeer zou betreuren, als hij niet meer aan krante schrijverij zou doen, dat zijn hoofdredac teurschap, zijn journalistiek, maar alleen mogelijk is bij en in De Telegraaf." Voor geen ander blad in Nederland zou hij geschikt wezen of, beter gezegd, geen ander blad in Nederland is geschikt voor hem. Amsterdam staan niet omdat" de ervaringsfeiten of het wetenschappelijk inzicht haar als een logische noodzakelijkheid in het leven riepen, maar opdat" haar toepassing op ervarings feiten inzicht geven zou. Gedurende eeuwen heeft het als het eerste gebod in de natuur wetenschappen gegolden, dat uit de ervaring de theorie moet worden afgeleid, maar aan geniale denkers is het wel geoorloofd een theorie te maken door verbeelding en wis kundige afleiding, de theorieën van Einstein en van Bohr zijn hiervan een voorbeeld. Het atoom model van Bohr, of liever, om ook de andere medewerkers recht te doen wedervaren, van Rutheiford-Bohr-Sommerfeld neemt aan, dat het atoom bestaat uit een positief-geladen kern, die het overwe gende deel der massa uitmaakt en omgeven is door een aantal electronen, die zich in cirkelvormige of elliptische banen bewegen om het gemeenschappelijk zwaartepunt van kern en electronen. De afmetingen van kern en electronen zijn buitengewoon klein in verhouding tot de diameter van de atomen en die von de kern zijn het allerkleinste. Het model is dus ontleend aan het zonne stelsel met dit verschil, dat de kern de allerkleinste afmetingen heeft. De ijlheid der materie is buitengewoon groot. De theorie van Rutherford-Bohr-Sommerfeld ver krijgt zulke verrassende bevestiging door het experiment, dat aan haar juistheid bijna niet meer getwijfeld kan worden. Welk een schat van ervaringen, tot nu onverklaard gebleven, worden nu duidelijk! De ont dekking van Stark, dat de spectraallijnen van in gloeiïng zijnde gassen door het aan brengen van een electrisch veld in een groot aantal worden gesplitst, het verschijn sel der chemische isotopie, d. w. z. het bestaan van in chemischen zin indentieke elementen, die echter in atoomgewicht en radioactieve eigenschappen verschillen, de karakteristieke Röntgenspectra der elemen ten, dit alles vindt een ongedwongen ver klaring in de theorie, die zelf alleen deze onbegrijpelijke onderstelling inhoudt, dat de electronen, zich bewegende in hunne nor male banen, geen electromagnetische trillin gen uitzenden. Tusschen de wereld der sterren, waarIn deze serie verschenen Dr. Abr. Kuyper, met tekst van Roodhuyzen en Charles Boissevain, met tekst van Dr. Abr. Kuyper. Volgende week hopen wij het portret van Dr. C. E a s t o n, hoofdredacteur van het Nieuws van den Dag", met bijschrift van Chr. Nuys te geven. IIIIIII1IMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII De strijd in het Westen Vredesgeruchten Als een loopend vuur breidt de slag, die in Noord-Frankrijk wordt geleverd, zich aan weerskanten uit, het schijnt bijna alsof over eenigen tijd het geheele front van de Noord zee tot de Vogezen in brand zal staan. In de lijn, die de Oostelijke grens aan geeft van het door de Duitschers ontruimde gebied, kwam sinds verscheiden weken weinig verandering. Voor mij ligt een kaarje uit de Times van 23 Maart 11. waarop the recaptured ground" is aangegeven. Tusschen Atrecht en Soissons is in de bijna vier weken, die sedert verliepen, weinig terrein meer ontruimd" of heroverd"; op den genoemden dag stonden de Engelschen en Franschen reeds dicht bij St. Quentin; zij staan er thans dichter bij, maar St. Quentin is nog niet door hen bezet. Ook van La Fère hebben de Franschen zich nog niet meester gemaakt, hoewel reeds voor eenige weken werd be richt, dat enkele van de buitenste forten dezer vesting in hunne handen waren ge vallen. Niet tegen het nieuwe front, dat door den terugtocht der Duitschers was ontstaan, maar tegen de steunpunten van dien terugtocht en het daaraan grenzende gedeelte van het oude front hebben de geallieerden achter eenvolgens hun aanval gericht: eerst de En gelschen, ten N. en daarna ook ten Z. van Atrecht, toen de Franschen op de linie tusschen Soissons en Rheims. Dit laatste offen sief werd ondernomen, toen de kracht van den Engelschen aanval eenlgszins scheen te verflauwen; op de verovering van het ten N. van Atrecht gelegen plateau van Vimy was die van het zich noordwaarts daarbij aan sluitende steenkolenbekken van Lievin ge volgd, maar Lens, dat volgens de berichten van enkele dagen geleden op het punt scheen te staan van door de Engelschen te worden bezet, is nog in de handen der Duitschers; ook ten Z. van Atrecht boden de Duitschers met succes weerstand aan het verder op rukken van de Engelschen. Juist nu, toen er iets scheen te haperen aan het offensief der Engelschen, zette dat van de Franschen in, na een lange artillerie voorbereiding, zoodat het voor den tegen stander niet onverwacht kwam. Men hoort voor Einstein's gravitatietheorie geldig is en het systeem van het atoom, dat door Bohr's voorstelling meer bekend is gewor den, ligt de volle, rijke wereld der geogra fische, biologische en medische weten schappen. Daar het onmogelijk is een vol ledig verslag te geven van het verhandelde op de sectievergaderingen die aan deze wetenschappen gewijd waren, moge volstaan worden met den indruk weer te geven, die van den arbeid in deze gebieden ontvangen werd. Een van de grootste aantrekkelijk heden van het congres was de uitgebreide historische tentoonstelling van de ontwik keling der aardrijkskundige wetenschappen in Nederland en zijn koloniën. Zij geeft ons een beeld van den bloei der Nederlandsche wetenschap in de 16e en 17e eeuw. De ook in aesthetischen zin zoo waarde volle groote wereldatlassen van Mercator, van Ortelius, Jansonius en vooral van Blaeu vertegenwoordigen een schat van oplettende waarneming en nauwkeurige weergeving, arbeid, die in den besten zin des woords wetenschappelijk mag heeten. Titels van oude atlassen als Licht der Zeevaart" e.a. herinneren aan die zeldzame ondernemings geest onzer voorouders die Holland maakten tot de belangrijkste handelsnatie en die ons gaf onze uitgebreide koloniën die juist in den laatsten tijd een onuitputtelijk gebied van onderzoek zijn, waar vooral de biolo gische wetenschappen haar schoonste vond sten doen. De voordracht en de overzich telijk geordende tentoonstelling der Timorexpeditte aan het congres verbonden, was een opwekking voor de jongere geleerden in de Nederlandsche koloniën een arbeids veld te vinden. Maar dat ook in dezen tijd in Nederland een groote ondernemingsgeest is, bewees prof. Hondius Boldingh in zijn optimistische voordracht over de chemische industrie. Niet bevreesd voor het ongegronde uitzicht, dat Nederland niet genoeg grondstoffen bezit en de buitenlandsche groot-industrie de onze zal overvleugelen, nam prof. Hondius Boldingh zelf een werkzaam aandeel in de oprichting van de chemische fabriek Naarden", die zich ten doel stelt de bereiding van aniline kleurstoffen. Spreker beschreef het nog jonge ONZE ZEELUI' Onze stoere zeelui Gaan er kalm op uit, Vrij en ongewapend, Met hun mooie schuit. Ondanks onderzeeërs, Ondanks mijngevaar, Staan ze met hun leven Voor ons welzijn klaar. Refrein Vare, vare, is toch je ware, Vare, vare, over de zee. Zonder onze zeelui, Onze handelsvloot, Als we niet meer varen, Komt hier hongersnood. Onze vrije schepen, Schiet men naar beneê, En dat heet nu vechten Voor de vrije zee. Refrein Onze brave zeelui Halen ze van boord, Net als dolie honden, Worden ze vermoord. Om ons graan te halen, Doen ze al hun best, En voor vreemde kinderen, Die ons Landje mest. Refrein Toen de Ruyter leefde Stond de zeeman klaar, Ieder koopvaardijschip Was verdedigbaar. Als de Ruyter leefde Was de zaak gezond, Elke onderzeeër Schoot hij in den grond. Refrein Vare, vare, is toch je ware, Vare, vare, over de zee. Recht van opvoering voorbehouden. in deze dagen .herhaaldelijk opmerkingen, waarin den Franschen wordt verweten, dat zij niet wat eerder begonnen zijn; zelfs de lange duur van- de artillerie-voorbereiding geeft stof tot kritiek! Een leder kon toch weten, dat in dezen oorlog een offensief, zoo het uitwerking van eenige beteekenis wil hebben, moet worden voorafgegaan door een geweldige kanonnade; onverwacht komt het dus nooit; zoo ditmaal de kanonnade bizonder lang heeft geduurd, zal dit zijne reden wel hebben in den wensch om de vijandelijke linie zoo grondig mogelijk te vernietigen. Maar de kritiek richt zich toch voor namelijk hiertegen, dat het offensief van de Engelschen en de Franschen niet in dezelfde week begon; men had eigenlijk gewild,dat het op denzelfden dag was aangevangen. Daarbij wordt dus stilzwijgend aangenomen, dat het voor de geallieerden gewenscht zou zijn geweest, om tegelijkertijd op twee ge deelten van het front een grooten druk uit te oefenen. Indien dit werkelijk het geval ware, mag men vermoeden, dat deze wenschelijkheid niet ontsnapt zal zijn aan de aandacht van den generalen staf der geal lieerden; evenzeer schijnt de veronderstel ling niet gewaagd, dat deze generale staf wel goede redenen voor zal hebben gehad, om het offensief van de Engelschen niet IIIIIIIMIIMIIIIIIIIIIII bedrijf en wees op de behoefte van kundig personeel voor onze industrie. Een onzer allergrootste fabrieken, de N. V. Philips Gloeilampenfabriek bezit, bijkens de op dit congres gehouden voordrachten en demon straties van enkelen harer geleerden laboratoria's hulpmiddelen voor nauwkeurig en waardevol onderzoek. De industrie kan alleen tot bloei komen door den steun van de wetenschap. Aan onze universiteiten en aan de Technische Hoogeschool staat het onder wijs daarin op een hoog peil. Wanneer het wetsontwerp Limburg c. s. dat door een motie van dit congres krachtig gesteund wordt, wet wordt, zal, onafhankelijk van toevallige vooropleiding, de keuze van de wetenschappelijke ontwikkeling vrij zijn naar ieders aanleg, en onze wetenschap, waarvan het congres zulk een schoon en opwekkend beeld gaf, zal nog in bloei toenemen. Deze gedachte zal ieder vervuld hebben, die aan het congres deelnam, dat op alle gebieden de beoefening der wetenschap ongestoord voortgaat, dat de belangstelling groot blijft, en de resultaten niet uitblijven. Doch in schrille tegenstelling tot de opwek king, die van de wetenschappelijke voor drachten uitging was h«t huiveringwekkende beeld der oorlog, dat Dr. v. d. Goot gaf in zijne voordracht over Oorlogschirurgie. Maar groot ook werd ons ontzag voor de schoonste toepassing der wetenschap: de geneeskunde. Genezing is gezondheid brengen, leed ver zachten, lichamelijke kracht herstellen en ontwikkelen, leefregels stellen, het isschooner en nuttiger dan theorieën over beweging der hemellichamen of van den bouw van het atoom. Dit blijkt daarom zoo'n gelukkige gedachte, dat in de tweejaarlijksche con gressen aan de natuurwetenschappen de geneeskunde is verbonden, want al verdeelen zich de deelnemers aieestal in de speciale secties, op de algemeene vergaderingen vin den zij versterking, verruiming, verdieping door kennisneming van de belangrijkste resultaten uit het groote gebied der natuur wetenschappelijke en geneeskundige arbeid. Dr. R. T. A. MEES

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl