Historisch Archief 1877-1940
r
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
21 April '17. No. 2078
UIT HET DIENSTHUIS VAN DE KONINGIN DER AARDE
ui
J. C. SCHRÖDER, Hoofdredacteur van De Telegraaf"
Voor De Amsterdammer" geteekend door Martin Monnickendam
Bij het portret van J. C. Schröder
door F. J. A. M. WIERDELS,
Directeur van De Tijd"
Een eigenaardige persoonlijkheid en een
bijzonder eigenaardig journalist! Een hoofd
redacteur van een dagblad, die gansch ander
werk voor dat blad levert dan wij gewoon
zijn, den Nederlandschen hoofdredacteur te
zien schrijven!
Stel u een Kamerlid voor, dat de gave
bezit, poque makende redevoeringen te
houden bij de Algemeene Beraadslagingen
over de Staatsbegrooting en over andere
wetsontwerpen, maar niet in staat is, nieuwe
artikelen of amendementen op voorgestelde
artikelen in te dienen en te verdedigen; die
in het groot fulmineert, maar in den ernstigen,
gedegen, stil overwogen, praktischen
wetgevenden arbeid niet thuis is.
Hoofdredacteuren schrijven hun hoofd-en
andere artikelen in de Nederlandsche Pers
om hun lezers ernstig en rustig voor te
lichten, geven meer of minder diep over
wogen verhandelingen over meer of minder
gewichtige onderwerpen, die zij tevoren
onderzoeken tot in het hart van het Vraag
stuk. Pas verschenen wetsontwerpen met
memories van toelichting bestudeeren zij,
voordat Kamerleden dit doen; keuren,
kritiseeren met... partij-overweging, maar met
zorgvuldige overweging toch. Een goed
Kamerlid leest eerst de krant en dan het
wetsontwerp zelf.
Een doörsnee-hoofdredacteur geeft geen
meening ten beste of hij zet precies uiteen,
waarop die berust. Al zijn beweegredenen
wil hij over- en openleggen. Hij wekt zijn
volgelingen op om het met hem eens tg
zijn, zich met hem in n lijn te bewegen,
n minimi IIIIIIIH
Zestiende Nederlandse!» Natuur
en Geneeskundig Congres
's Gravenhage, 12. 13 en 14 April 1917
Indrukken van personen en gedachten
Toen de voorzitter van het congres, in
genieur van Sandick na de indrukwekkende
voordracht van Prof. Lorentz aan zijn be
wondering voor het gesprokene uiting gaf
door de opmerking, dat in een verre toe
komst als de grootste gebeurtenis van deze
jaren het vinden van de zoo belangwekkende
en universeele natuurkundige theoriën en
niet de wereldoorlog zou gelden, gaf hij
zeker een te heog denkbeeld van de waarde
der zuivere wetenschap. Doch het feit, dat
de belangstelling in de natuurwetenschappen,
ook in deze tijden niet verflauwd is en uit
alle deelen van het land honderden deelne
mers in de residentie tezamen kwamen, be
wijst, dat de verdieping van het weten
schappelijk inzicht der natuur voor velen
een levend ideaal blijft. Door het groote
aantal spreekbeurten op de sectievergade
ringen worden uit alle gebieden van de zeer
uitgebreide wetenschap nituwe ontdekkin
gen, nieuwe ervaringen, nieuwe methoden,
nieuwe opvattingen medegedeeld, zoodat de
kennis naar alle richtingen verrijkt wordt.
Feitenkennis is altijd vruchtbaar voor de
ontwikkeling der wetenschap, maar niet
minder is daarvoor vereischt de persoonlijke
verbeelding der geleerden.
In een boelende en duidelijke uiteenzetting
van de gravitatietheorie van Einstein en de
grondbegrippen der natuurkunde overtuigde
ons prof. Lorentz, dat de zulver-theoretische
bespiegeling, hoewel rustende op vaststaande
ervaringsfeiten door de werkzaamheid van
verbeelding, van redeneering, van begrips
verdieping eerst tot groote resultaten voert.
Als prof. Lorentz spreekt en met een lichte
beweging der handen perspectief brengt in
zijn woorden, moet men steeds opnieuw
bewonderen de zeldzame vereeniging van
natuurkennen en zuiver redelijk denken. En
het is het kenmerk van Lorentz' wetenschap,
dat zq niet zoozeer feiten levert, ais wel
begrippen vormt, onderscheidt, en verbindt.
Ook nu gaf prof. Lorentz ons niet de theorie
lllllllllltllllMIIIMIIIIMIIIIIItllllllilllllllllllllllllllllllll
door te trachten hen te overtuigen in
bijzonderheden.
De heer Schröder is hoofdredacteur van
De Telegraaf" en doet anders. Dat hij aan
dat blad werd geplaatst, was het gevolg van
een ontdekking. Hij is temperament en wekt
temperament, door geweldige execraties als
in het slot van de meeste dramaas van
Racine en Corneille voorkomen, door jubel
zangen als van Hofdijk of door de dolste
vroolijkheid, door krakende geestigheid,
waarbij Breeroo zou bersten van het lachen.
Zet Schröder aan het beoordeelen van een
wetsontwerp op Verhooging van Invoer
rechten of op Herziening van de Personeele
Belasting, hij brengt er niets van terecht.
Wellicht kan hij deelnemen aan een Alge
meene Beraadslaging" over het Kiesrecht;
misschien, ik geloof het niet, ik zou het
moeten bijwonen. Heel in 't algemeen zou hij,
wie weet, erover kunnen schrijven, als hij een
opinie erover heeft! Of de militairen en de
bedeelden moeten uitgesloten blijven of niet,
kan Schröder u niet zeggen. Vraag hem, of
het Vrouwenkiesrecht in de Grondwet moet
worden voorgeschreven of toegelaten, hij
zal er een grap over maken, waarom vrouwen
en mannen lachen, dat het een lust is.
Schröder schrijft in zijn blad rubrieken,
die de gewone hoofdredacteur aan anderen
te bewerken opdraagt, Dagboek", Tooneel,
Gemeenteraadsoverzicht.
Van de aartsgewone, dagelijksche be
slommeringen des menschelijken levens
ontgaat menigeen veel. De deftige hoofd
redacteur, die een totaal ander soort jour
nalist is dan een verslaggever, merkt
daarvan maar weinig op. Schröder ziet dat
alles en voelt het diep. Hij bekijkt het,
grijpt het aan, neemt het in de vuist,
houdt het op twintig centimeter van zich
zelf van Einstein. maar beschreef hij de
verhouding van Einstein's theorie tot die
van Newton, die er een was van ontwikke
ling, verruiming der voorstelling door op
neming van den invloed der beweging in de
theorie. Was het nieuwe in Einstein's rela
tiviteitstheorie het aannemen van den tijd
als een vierde ruimte dimensie, en het be
wijs, dat alle dimensies, ook die van den
tijd veranderen indien aan een lichaam snel
heden van de orde van die van het licht
worden toegekend, in de nieuwe gravitatie
theorie treft ons als het belangrijkste, dat
bij zulke groote snelheiden ook de aantrek
kende massa veranderlijk is, en de energie
evenals een grootheid van massa aan de
aantrekking deelneemt, zoodat een scherpe
scheiding in deze begrippen in sommige
gevallen althans wegvalt.
Einstein's theorie werd met de hulpmid
delen der hoogere wiskunde ontwikkeld uit
verdiept inzicht der natuur, en zij bleek
geschikt een reeds lang bekend verschijnsel,
de langzame verplaatsing van de baan van
Mercurius, te verklaren.
Doch niet alleen van de wereld der on
eindige uitgestrektheid is in de laatste jaren
een dieper inzicht gewonnen, ook voor het
ontzaglijk kleine systeem der atomen is de
theorie vernieuwd en uitgewerkt door de
vrije verbeelding en heeft zij een verklaring
gegeven voor verschijnselen, die niet tot
haar opstelling aanleiding gaven. De vier
voordrachten in de natuurkundige sectie
vergadering gewijd aan het atoommodel van
Bohr behooren zeker ook tot het belang
wekkendste van het Haagsche Congres. Met
een zeldzame begaafdheid, die niet voor
die van prof. Lorentz onderdoe!, wist de
inleider, prof. Ehrenfest uit Leiden op leven
dige en dikwijls humoristische wijze een
onderwerp, dat tot de moeilijkste behoort
van de theoretische physica volkomen helder
te beschrijven. Spreker legde vooral den
nadruk op de factor der vrije verbeelding
in het werk van den zeer jongen physicus
Bohr. In de stoute voorstelling van de ver
deeling van de massa in het atoom en van
de wijze, waarop deelectronen zich bewegen
ten opzichte van den kern ligt zeer veel
willekeurlgs, de hypothese dankte haar
ontaf, knijpt er eens in, draait het om en om,
trekt eraan; een en ander doet hij tegelijk,
in een oogwenk. Hij wordt vroolijk of woe
dend, schrijft een opinie neer, die soms
heelemaal mis is, maar altijd het lezen
waard. Schröder eet al die dingen rauw uit
de hand, met huid en haar, en vaak eet hij
zich er een indigestie aan.
De gewone hoofdredacteur is koel van
hoofd en velen hunner zijn ook koel van
hart. Schröder windt zich op, van nature.
In den dagelijkschen omgang met zijn
medemenschen kan hij geen kip kwaad
doen. Schrijft hij, dan is hij de scherpe
satlricus, de onmeedoogendheid zelve.
Een ander hoofdredacteur bestudeert den
wereldoorlog, trekt lijnen op landkaarten,
overdenkt de kansen der legers, maakt zich
vermoedens over den afloop en de gevolgen
van de aangrijpende gebeurtenissen; bere
kent ook, hoeveel al dat vechten per dag
kost, hoeveel milllarden schuld ieder der
belligerenten reeds heeft gemaakt; betreurt
die verspilling, omdat dat geld zooveel
nuttiger had kunnen besteed zijn. Schröder
is anders, doet anders. Ook hij voelt al die
rampen, behalve die van het geld. Zij
zweepen nem op. Hij trilt van verontwaardiging.
Toorn duldt geen overdenking, tast toe;
Schtöder gaat te keer, beheerscht door een
hoogst ernstig, diep menschelijk medegevoel
voor al dat vreeseiijke leed, dat over millioenen
ongelukkige schepselen gebracht is door den
zijns inziens roekeloozen wil van enkelen.
d'Annunzio heeft in Italiëvergaderingen
gebracht tot het kookpunt, volksoploopen
gewekt. Schröder is geen dichter. Met zijn
proza heeft hij talloozen, die, ofschoon Ne
derlander, warmbloedig zijn, in geestelijken
zin als hetairen achter zich aan laten loopen.
De bezadigde hoofdredacteur is bevreesd,
onrechtvaardig te zijn bij zijn beoordeeling
van al wat hij om zich ziet geschieden. Hij
wil, voordat hij aan een der mogendheden
de schuld toeschrijft van het losbreken van
de oorlogsellende over de wereld, terdege
weten, welke gronden hij vinden kan voor een
zoo zware beschuldiging. Bij Schröder spreekt
het sentiment, het instinct, en heel luide.
Hij is overtuigd, voordat hij heeft onderzocht
n omdat hij niet heeft onderzocht. Hij bul
dert en laat in zijn blad ook door anderen,
die even opgewonden zijn als hij, den vloek
uitspreken van Abraham.
Schröder waagt' zich als een held, maar
minder met berekening dan uit onvoor
zichtigheid.
Andere hoofdredacteuren worden
gepreaen met achting voor hun knapheid, de
verscheidenheid van hun werk, den rijkdom
van hun kennis, de bezonkenheid van hun
oordeel, hun bezadigdheid, hun respect voor
de tegenstanders, hun helderheid van uit
drukking, hun stijl; Schröder wekt om de
felheid van zijn uitspraken bij den een ver
ontwaardiging, zelfs afkeer; bij anderen be
wondering, dweperij, een soort razernij, die
losslaat op denkbeeldige vijanden. Schröder
is gevaarlijk, hij maakt zenuwzieken van
lieden, die er toch anders zoo rustig, zoo
blijmoedig en zoo tevreden uitzien.
Deze bewonderaars vormen een ander
volkje dan degenen, die opgetogen zijn over
Schröder's grappen, welke hij maakte in een
andere periode dan wij nu beleven, maar
misschien zijn het ook dezelfde
ontvankelijken wel; werkelijk geestige grappen van
een eigen origineel genre. Het Dagboek van
een Amsterdammer" en de ongenadige
overzichten" van de Amsterdamsche
gemeenteraads-vergaderingen zijn typen,
specimina van weer een andere bijzondere
journalistiek.
Wonderlijk! Die dagboek-bladzijden"
schrijven over zaken van de meest beperkte
actualiteit, echte dingen van vandaag. Zij
verteilen niets, leggen niets uit, overdrijven
verschrikkelijk. De onderwerpen zijn na
korten tijd verstoven in de vergetelheid. Je
zou zeggen, die genre-stukjes zijn ware
vliegen van n dag. Barbarossa durft ze
nog eens uitgeven in een boek, als
Rolmops", wat ik geen gezouten titel
vind, en ik ken zelfs oude, dood nuchtere
mannen van positie", die er op den dag
van heden nog van genieten, erover spreken,
niet kunnen nalaten soms, stukken eruit
voor te lezen.
Dit is het eigenaardige van dezen auteur,
dat wat hij schrijft, geen journalistiek schijnt,
het feitelijk niet is in de beteekenis, welke
in Nederland algemeen aan dat woord wordt
gehecht, maar dat toch zijn werk niet
denkbaar is zonder krant.
Dit moet dan een bijzondere krant wezen,
Toen eenigen tijd geleden openbaar werd,
dat Schröder en Koldert het ereis niet ge
heel eens waren; dat etn ontslag was gege
ven of genomen, dit weet ik niet meer,
of gegeven of genomen zou worden, dacht
ik, die waarlijk niet alles mooi vind wat
Schröder praesteert, maar het toch zeer zou
betreuren, als hij niet meer aan krante
schrijverij zou doen, dat zijn hoofdredac
teurschap, zijn journalistiek, maar alleen
mogelijk is bij en in De Telegraaf."
Voor geen ander blad in Nederland zou
hij geschikt wezen of, beter gezegd, geen
ander blad in Nederland is geschikt voor hem.
Amsterdam
staan niet omdat" de ervaringsfeiten of
het wetenschappelijk inzicht haar als een
logische noodzakelijkheid in het leven riepen,
maar opdat" haar toepassing op ervarings
feiten inzicht geven zou. Gedurende eeuwen
heeft het als het eerste gebod in de natuur
wetenschappen gegolden, dat uit de ervaring
de theorie moet worden afgeleid, maar aan
geniale denkers is het wel geoorloofd een
theorie te maken door verbeelding en wis
kundige afleiding, de theorieën van Einstein
en van Bohr zijn hiervan een voorbeeld.
Het atoom model van Bohr, of liever, om
ook de andere medewerkers recht te doen
wedervaren, van
Rutheiford-Bohr-Sommerfeld neemt aan, dat het atoom bestaat uit
een positief-geladen kern, die het overwe
gende deel der massa uitmaakt en omgeven
is door een aantal electronen, die zich in
cirkelvormige of elliptische banen bewegen
om het gemeenschappelijk zwaartepunt van
kern en electronen. De afmetingen van kern
en electronen zijn buitengewoon klein in
verhouding tot de diameter van de atomen
en die von de kern zijn het allerkleinste.
Het model is dus ontleend aan het zonne
stelsel met dit verschil, dat de kern de
allerkleinste afmetingen heeft. De ijlheid
der materie is buitengewoon groot. De
theorie van Rutherford-Bohr-Sommerfeld ver
krijgt zulke verrassende bevestiging door
het experiment, dat aan haar juistheid bijna
niet meer getwijfeld kan worden. Welk een
schat van ervaringen, tot nu onverklaard
gebleven, worden nu duidelijk! De ont
dekking van Stark, dat de spectraallijnen
van in gloeiïng zijnde gassen door het aan
brengen van een electrisch veld in een
groot aantal worden gesplitst, het verschijn
sel der chemische isotopie, d. w. z. het
bestaan van in chemischen zin indentieke
elementen, die echter in atoomgewicht en
radioactieve eigenschappen verschillen, de
karakteristieke Röntgenspectra der elemen
ten, dit alles vindt een ongedwongen ver
klaring in de theorie, die zelf alleen deze
onbegrijpelijke onderstelling inhoudt, dat de
electronen, zich bewegende in hunne nor
male banen, geen electromagnetische trillin
gen uitzenden.
Tusschen de wereld der sterren,
waarIn deze serie verschenen Dr. Abr. Kuyper,
met tekst van Roodhuyzen en Charles
Boissevain, met tekst van Dr. Abr. Kuyper.
Volgende week hopen wij het portret van
Dr. C. E a s t o n, hoofdredacteur van het
Nieuws van den Dag", met bijschrift van
Chr. Nuys te geven.
IIIIIII1IMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
De strijd in het Westen
Vredesgeruchten
Als een loopend vuur breidt de slag, die
in Noord-Frankrijk wordt geleverd, zich aan
weerskanten uit, het schijnt bijna alsof over
eenigen tijd het geheele front van de Noord
zee tot de Vogezen in brand zal staan.
In de lijn, die de Oostelijke grens aan
geeft van het door de Duitschers ontruimde
gebied, kwam sinds verscheiden weken
weinig verandering. Voor mij ligt een kaarje
uit de Times van 23 Maart 11. waarop the
recaptured ground" is aangegeven. Tusschen
Atrecht en Soissons is in de bijna vier weken,
die sedert verliepen, weinig terrein meer
ontruimd" of heroverd"; op den genoemden
dag stonden de Engelschen en Franschen
reeds dicht bij St. Quentin; zij staan er thans
dichter bij, maar St. Quentin is nog niet
door hen bezet. Ook van La Fère hebben
de Franschen zich nog niet meester gemaakt,
hoewel reeds voor eenige weken werd be
richt, dat enkele van de buitenste forten
dezer vesting in hunne handen waren ge
vallen.
Niet tegen het nieuwe front, dat door den
terugtocht der Duitschers was ontstaan, maar
tegen de steunpunten van dien terugtocht
en het daaraan grenzende gedeelte van het
oude front hebben de geallieerden achter
eenvolgens hun aanval gericht: eerst de En
gelschen, ten N. en daarna ook ten Z. van
Atrecht, toen de Franschen op de linie
tusschen Soissons en Rheims. Dit laatste offen
sief werd ondernomen, toen de kracht van
den Engelschen aanval eenlgszins scheen te
verflauwen; op de verovering van het ten N.
van Atrecht gelegen plateau van Vimy was
die van het zich noordwaarts daarbij aan
sluitende steenkolenbekken van Lievin ge
volgd, maar Lens, dat volgens de berichten
van enkele dagen geleden op het punt scheen
te staan van door de Engelschen te worden
bezet, is nog in de handen der Duitschers;
ook ten Z. van Atrecht boden de Duitschers
met succes weerstand aan het verder op
rukken van de Engelschen.
Juist nu, toen er iets scheen te haperen
aan het offensief der Engelschen, zette dat
van de Franschen in, na een lange artillerie
voorbereiding, zoodat het voor den tegen
stander niet onverwacht kwam. Men hoort
voor Einstein's gravitatietheorie geldig is
en het systeem van het atoom, dat door
Bohr's voorstelling meer bekend is gewor
den, ligt de volle, rijke wereld der geogra
fische, biologische en medische weten
schappen. Daar het onmogelijk is een vol
ledig verslag te geven van het verhandelde
op de sectievergaderingen die aan deze
wetenschappen gewijd waren, moge volstaan
worden met den indruk weer te geven, die
van den arbeid in deze gebieden ontvangen
werd. Een van de grootste aantrekkelijk
heden van het congres was de uitgebreide
historische tentoonstelling van de ontwik
keling der aardrijkskundige wetenschappen
in Nederland en zijn koloniën. Zij geeft
ons een beeld van den bloei der
Nederlandsche wetenschap in de 16e en 17e eeuw.
De ook in aesthetischen zin zoo waarde
volle groote wereldatlassen van Mercator,
van Ortelius, Jansonius en vooral van Blaeu
vertegenwoordigen een schat van oplettende
waarneming en nauwkeurige weergeving,
arbeid, die in den besten zin des woords
wetenschappelijk mag heeten. Titels van
oude atlassen als Licht der Zeevaart" e.a.
herinneren aan die zeldzame ondernemings
geest onzer voorouders die Holland maakten
tot de belangrijkste handelsnatie en die ons
gaf onze uitgebreide koloniën die juist in
den laatsten tijd een onuitputtelijk gebied
van onderzoek zijn, waar vooral de biolo
gische wetenschappen haar schoonste vond
sten doen. De voordracht en de overzich
telijk geordende tentoonstelling der
Timorexpeditte aan het congres verbonden, was
een opwekking voor de jongere geleerden
in de Nederlandsche koloniën een arbeids
veld te vinden.
Maar dat ook in dezen tijd in Nederland
een groote ondernemingsgeest is, bewees
prof. Hondius Boldingh in zijn optimistische
voordracht over de chemische industrie. Niet
bevreesd voor het ongegronde uitzicht, dat
Nederland niet genoeg grondstoffen bezit en
de buitenlandsche groot-industrie de onze zal
overvleugelen, nam prof. Hondius Boldingh
zelf een werkzaam aandeel in de oprichting
van de chemische fabriek Naarden", die
zich ten doel stelt de bereiding van aniline
kleurstoffen. Spreker beschreef het nog jonge
ONZE ZEELUI'
Onze stoere zeelui
Gaan er kalm op uit,
Vrij en ongewapend,
Met hun mooie schuit.
Ondanks onderzeeërs,
Ondanks mijngevaar,
Staan ze met hun leven
Voor ons welzijn klaar.
Refrein
Vare, vare, is toch je ware,
Vare, vare, over de zee.
Zonder onze zeelui,
Onze handelsvloot,
Als we niet meer varen,
Komt hier hongersnood.
Onze vrije schepen,
Schiet men naar beneê,
En dat heet nu vechten
Voor de vrije zee.
Refrein
Onze brave zeelui
Halen ze van boord,
Net als dolie honden,
Worden ze vermoord.
Om ons graan te halen,
Doen ze al hun best,
En voor vreemde kinderen,
Die ons Landje mest.
Refrein
Toen de Ruyter leefde
Stond de zeeman klaar,
Ieder koopvaardijschip
Was verdedigbaar.
Als de Ruyter leefde
Was de zaak gezond,
Elke onderzeeër
Schoot hij in den grond.
Refrein
Vare, vare, is toch je ware,
Vare, vare, over de zee.
Recht van opvoering
voorbehouden.
in deze dagen .herhaaldelijk opmerkingen,
waarin den Franschen wordt verweten, dat
zij niet wat eerder begonnen zijn; zelfs de
lange duur van- de artillerie-voorbereiding
geeft stof tot kritiek! Een leder kon toch
weten, dat in dezen oorlog een offensief,
zoo het uitwerking van eenige beteekenis
wil hebben, moet worden voorafgegaan door
een geweldige kanonnade; onverwacht komt
het dus nooit; zoo ditmaal de kanonnade
bizonder lang heeft geduurd, zal dit zijne
reden wel hebben in den wensch om de
vijandelijke linie zoo grondig mogelijk te
vernietigen.
Maar de kritiek richt zich toch voor
namelijk hiertegen, dat het offensief van de
Engelschen en de Franschen niet in dezelfde
week begon; men had eigenlijk gewild,dat
het op denzelfden dag was aangevangen.
Daarbij wordt dus stilzwijgend aangenomen,
dat het voor de geallieerden gewenscht zou
zijn geweest, om tegelijkertijd op twee ge
deelten van het front een grooten druk uit
te oefenen. Indien dit werkelijk het geval
ware, mag men vermoeden, dat deze
wenschelijkheid niet ontsnapt zal zijn aan de
aandacht van den generalen staf der geal
lieerden; evenzeer schijnt de veronderstel
ling niet gewaagd, dat deze generale staf
wel goede redenen voor zal hebben gehad,
om het offensief van de Engelschen niet
IIIIIIIMIIMIIIIIIIIIIII
bedrijf en wees op de behoefte van kundig
personeel voor onze industrie. Een onzer
allergrootste fabrieken, de N. V. Philips
Gloeilampenfabriek bezit, bijkens de op dit
congres gehouden voordrachten en demon
straties van enkelen harer geleerden
laboratoria's hulpmiddelen voor nauwkeurig en
waardevol onderzoek. De industrie kan alleen
tot bloei komen door den steun van de
wetenschap. Aan onze universiteiten en aan
de Technische Hoogeschool staat het onder
wijs daarin op een hoog peil. Wanneer het
wetsontwerp Limburg c. s. dat door een
motie van dit congres krachtig gesteund
wordt, wet wordt, zal, onafhankelijk van
toevallige vooropleiding, de keuze van de
wetenschappelijke ontwikkeling vrij zijn naar
ieders aanleg, en onze wetenschap, waarvan
het congres zulk een schoon en opwekkend
beeld gaf, zal nog in bloei toenemen.
Deze gedachte zal ieder vervuld hebben,
die aan het congres deelnam, dat op alle
gebieden de beoefening der wetenschap
ongestoord voortgaat, dat de belangstelling
groot blijft, en de resultaten niet uitblijven.
Doch in schrille tegenstelling tot de opwek
king, die van de wetenschappelijke voor
drachten uitging was h«t huiveringwekkende
beeld der oorlog, dat Dr. v. d. Goot gaf in
zijne voordracht over Oorlogschirurgie. Maar
groot ook werd ons ontzag voor de schoonste
toepassing der wetenschap: de geneeskunde.
Genezing is gezondheid brengen, leed ver
zachten, lichamelijke kracht herstellen en
ontwikkelen, leefregels stellen, het isschooner
en nuttiger dan theorieën over beweging
der hemellichamen of van den bouw van
het atoom. Dit blijkt daarom zoo'n gelukkige
gedachte, dat in de tweejaarlijksche con
gressen aan de natuurwetenschappen de
geneeskunde is verbonden, want al verdeelen
zich de deelnemers aieestal in de speciale
secties, op de algemeene vergaderingen vin
den zij versterking, verruiming, verdieping
door kennisneming van de belangrijkste
resultaten uit het groote gebied der natuur
wetenschappelijke en geneeskundige arbeid.
Dr. R. T. A. MEES