Historisch Archief 1877-1940
21 April '17. No. 2078
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
f i i
f i
DE ATHLETIEK-BEOEFENING IN
ONS LAND
door Kapt. P. W. SCHARROO
WIJ stellen ons voor in de volgende nummers
eenige vormen van lichamelijke opvoeding te
bespreken, waartoe wij voor verschillende
takken deskundige autoriteiten bereid hebben
gevonden: In de eerste plaats-den voorman
op athletisch gebied, voorzitter van de Ned.
Athletiek-Unie, bestuurslid van het Ned.
Olympisch Comitéenz., den Kapitein der
Genie P. W.Scharroo, leer aar in de
Genievetenschappen aan de Kon. Mil. Academie
te Breda.
Nu reeds gedu
rende bijna drie
jaren de treurige
tqdsomstandigheden en de lasten
van de mobilisatie
op ons volk druk
ken en de daar
door veroorzaakte
ellende steeds
grooter wordt, is
het een voorrecht,
gevolg te mogen
gtven aan eene
ultnoodiging van
de Redactie, om te
wijzen op een van
de weinige, maar
daarom niet min
der belangrijke,
lichtpunten, die de mobilisatietoestand even
eens voor ons land heeft opgeleverd.
Dank zij de mobilisatie toch wordt ein
delijk meer algemeen het groote belang
erkend van eene gezonde, lichamelijke op
voeding en wordt begrepen, dat het noodig
is, om het in de laatste jaren geheel ver
broken evenwicht tusschen de geestelijke en
de lichamelijke ontwikkeling*) weder te
herstellen. En dit laatste was dringend
noodig t Steeds hooger worden de eischen,
welke de moeilijke strijd om het bestaan
.aan de geestelijke ontwikkeling stelt en alleen
de vlugge geest, die met eene flinke
mate van degelijke kennis is toegerust en
«nel weet te handelen, zal in dien strijd
kunnen slagen. Maar slechts dan zal dit
mogelijk zijn, wanneer die vlotte geest huist in
een krachtig, gezond, vaardig lichaam,
dat physisch en psychisch wordt beheerscht.
Dat dit meer en meer wordt begrepen en
*) Zie b.v. hét in 1912 uitgebracht rapport
der commissie tot bevordering van het ver
band tusschen geestelijke en lichamelijke
opvoeding aan de Vereeniging van Leeraren
bij het Middelbaar Onderwijs.
De »chryver van dit artikel
De primitieve hardloopbaan bij nationale
athtetiekwedstrijden in 1910
milMlttlltllllltlHIIinitllllllllllllllllllllllllUlklIllllUtlllllllllHUIlHIUUII
flGDFESTAD
DE CI D"
Zoo heeft dan ook de hoofdstad de ge
legenheid gehad, kennis te maken met Johan
Wagenaar's burleske opera.
De volle zaal bewees de warme belangstel
ling, die voor deze kennismaking bestond en
de enthousiaste stemming, die er den
geheelen avond heerschte, mag mede als bewijs
gelden, dat men zich den gang naar den
Stadsschouwburg niet heeft behoeven te
beklagen. We zouden dan ook het liefst
onze beschouwingen conform den stijl van
deze sotte klucht" weergeven, ware het
niet, dat we vreesden onrecht te begaan
tegenover de interessante muzikale
verklanking, die niet in verhouding staat tot de
zeer laag bij de grondsche" rijmelarij, die
wij gedurende vier bedrijven te hooren
kregen. Want al is er in dit libretto wel een
en ander te vinden wat den vervaardiger
der Gedichten van den Schoolmeester" niet
onwaardig geweest zou zijn, het grootste
gedeelte blijkt eene sterk verwaterde imi
tatie van het vernuft van dien leutigen
dichter te zijn.
Het wil ons voorkomen, dat de componist,
toen hij zich aan het doorlezen van dezep
tekst zette, wel niet altijd even verrukt ge
weest zal zijn van het materiaal, dat hij te
bewerken had. Ook hier zal de doorslag tot
het besluit gegeven zijn door het Quand
ou n'a pas ce, qu'on alme, il faut aimer ce
qu'on a". Er zijn trouwens verschillende
plaatsen aan te wijzen, die bij eerste lezing
de vis comica" van den componist
vermoedelp sterk geprikkeld hebben. Waar
dit niet het geval was, kon Wagenaar, de
techniek van het handwerk kennende als
Belangstelling van autoriteiten in de tegenwoordige athletiekbeoefening
gevoeld, is een van die weinige zaken, waar
voor wij de mobilisatie blijvend dankbaar
zullen zijn, indien later ten minste niet wordt
vergeten, wat nu heeft wortel geschoten. Op
de schpol en na het verlaten hiervan ook
daarbuiten, moeten lichaam n geest har
monisch worden ontwikkeld en daardoor
krachtige menseden worden gevormd; moet
ons volk sterk worden gemaakt voor den
aanstaanden zwaren, economischen strijd met
andere naties, welke ons wacht, terwijl daar
door tevens een militair weerbaar volk kan
worden gevormd, in staat om ons onafhan
kelijk volksbestaan te verdedigen, zoo dit
onverhoopt noodig mocht zijn.
Door de nog te veel verwaarloosde licha
melijke opvoeding zal daarbij op de scholen
moeten worden geleerd, hoe de pbysieke
krachten moeten worden gebruikt en be
heerscht; zij zal de schadelijke invloeden,
voortvloeiend uit het schoolleven en het
Intellectueel onderricht, kunnen
neutraliseeren en tevens psychische wilskracht,
zelfvertrouwen en moed aankweeken en den
zin voor orde, tucht en samenwerking op
wekken.
Dank zij de mobilisatie is onder de vele,
in ons land beoefende takken van sport,
vooral de lichte athletiek langzamerhand die
plaats gaan innemen, welke haar als middel
tot het verkrijgen van eene alzijdige, licha
melijke ontwikkeling toekomt.
Tot deze athletische oefeningen behooren
o. a. het springen (hoog- en verspringen, al
of niet met den polsstok, driesprong, enz.);
loopen (waaronder de veldloop, hindernis
loop, estafettenloop, enz., alsmede het wan
delen); en het werpen (speer-, discus-, hamer
en hand granaat werpen, kogel- en
steenstooten, enz.). Over al deze
onderdeelen zal eene meer technische
pen een en ander meedeelen.
Dat juist deze athletische
oefeningen ook in ons land, even
als in het buitenland, eene zoo
ruime beoefening gaan vinden,
kan geen verwondering wekken.
Bekorend door haren eenvoud
geven de athletische oefeningen
de meest regelmatige ontwikke
ling van de natuurlijke bewe
gingen van het lichaam, terwijl
bovendien bij deze oefeningen
al spoedig bevredigende resul
taten worden verkregen en daar
door de lust tot; verder oefenen
wordt opgewekt.
Daarbij komt, dat athletiek
de s port voor allen" |is,
aangezien de beoefening slechts
weinig kosten vraagt, 'n Trui,
'n afgeknipte broek, een paar
schoentjes, gezonde longen en een normaal
hart en de lichte athleet is klaar, ter.wijl 'n
terrein voor oefening al spoedig gevonden is.
Bovendien vormt de athletiek den grond
slag voor de beoefening van nagenoeg alle
andere sporten. Voetballer, korfballer, hockey
speler, kaatser, tennisser, ze moeten hard
kunnen loopen, onmiddellijk snelheid kun
nen ontwikkelen, en uithoudingsvermogen,
adem" hebben, hetgeen ook voor ruiters,
zwemmers, roeiers, enz. een noodzakelijke
elsch is. Waar wordt dit alles beter en logischer
verkregen dan op het athletiekveld ?
't Is dan ook een begrijpelijk verschijnsel,
dat de beoefenaars van verschillende takken
van sport steeds meer de waarde van de
athletiek beginnen te erkennen, terwijl ook
de gymnasten er in meerdere mate van door
drongen worden, dat de athletische oefe
ningen bij uitstek geschikt zijn, om de ont
wikkeling van het lichaam, ia de turnzaal
verkregen, daarbuiten in toepassing te
brengen.
Deze athletische oefeningen waren reeds
in de 6de eeuw vóór Christus bij de Grieken
zeer populair en groot was de eer, die den
overwinnaars van de nationale spelen bij
hun terugkeer in hunne vaderstad ten deel
viel: feestelijke Inhaling, lofliederen, giften
in geld, het recht om vooraan te zitten in
theaters, standbeelden en niet het minst
vrijdom van belasting worden als belooningen
vermeld. (Zie Gardiner, Greek athletic sports
and festivitles).
In eene dergelijke, groote populariteit kan
de meest natuurlijkeen elegante aller sporten
zich in ons vaderland nog niet verheugen,
al wijzen reeds de photo's van in 1910 en
in 1915 gehouden athletlekwedstrijden op
eene aanmerkelijk toegenomen, publieke be
langstelling.
Men zal van mij niet verwachten, dat ik
hier een overzicht geef van alle pogingen,
welke in de laatste jaren door het leidend
lichaam van de athletiek in ons land, de
Nederlandsche Athletiek-Unle, zijn gedaan,
om de athletiek meer populair en de be
oefening meer algemeen te maken.
En al is veel verkregen, zoo weet het
tegenwoordige Bestuur maar al te goed, dat
het einddoel nog lang niet is bereikt.
Het is niet makkelijk, om in ons land de
waarde van een volksbelang te doen inzien
en maar al te waar is ook nu nog, wat
reeds johan de Witt opmerkte:
De aerd van de Hollanders is zoodanigh,
gelyck allen ten beste bekend is, dat als
haer de nood en. de periculen niet seer
weinigen in den lande, in zee gaan, zonder
groote vrees voor schipbreuk lijden.
Uit het gehoorde mogen wij vermoeden,
dat de componist weinig sympathie gevoelt
voor het genre der groote opera". Want
wat een kunstenaar werkelijk hoog acht, dat
wil hij niet parodieeren. Nu parodieert W.
niet alleen den vorm der oude grand
Opéra", maar laat ook Wagner met zijn
traditioneel versierlngsmotieije het herhaal
delijk ontgelden. Fijn geestig is zelfs de
muzikaal getrokken parallel tusschen
Telramund en Don Diégo, wanneer dezen het
zwaard ontrukt is en de fagot de duistere
aanvangsmaten van het tweede bedrijf van
Lohengrin doet hooren.
Trouwens de geheele partituur is door
trokken van muzikale persiflages, waarvan
bij eene eerste auditie natuurlijk nog vele
ons oor onopgemerkt voorbijgaan.
Waar de tekst hier en daar gelegenheid
geeft nog iets anders dan grappig te zijn,
hebben wij den componist wederom leeren
kennen als iemand, die in staat zou zijn
ons Hollandsen tooneel een blijvend kunst
werk téschenken in den vorm van een
zangspel of komische opera.
Wij gevoelen in deze muziek naast een
gezond en natuurlijk vloeiend cantilene
(Rodrick: Schoon als pas ontloken rozen")
het vermogen om ook meer dramatische
gedeelten eene juiste belichting te schenken.
We denken aan Chimeen's een held, de
redder van mijn eer"; een brok, als uit een
Weberpartituur geknipt. Voeg daarbij, dat
ook de ensembles blijk geven van een groot
technisch meesterschap en frisschen geest,
dan zou het zeer te bejammeren zijn, wan
neer niet eenmaal de componist den librettist
zou vinden, die hem die volledige inspiratie
voor een werk kon doen deelachtig worden,
die wij nu begrijpelijkerwijze nog wel eens
hebben gemist. Bij eene tekst als deze moest
de componist te herhaaldelijk putten uit de
bron van zijn technisch zoo rijk vernuft, aan
hetwelk het is mogen gelukken ons menig
oogenblik te doen vergeten de groote tekort
komingen aan den inhoud en het peil der
handeling, die zich in het hoogst zwakke
derde bedrijf niet verheft boven het peil
Een kijkje op de in 1910 te Haarlem gehouden
athletiekwedstrijden
klaer voor oogen comen, zij geenszins
gedisponeert connen werden om naer behooren
te vigeleeren voor haer eigen securiteyt".
De gevaren van eene verwaarloosde, licha
melijke opvoeding worden nog lang niet
voldoende en algemeen begrepen en de
N. A. U. is dan ook overtuigd, dat zij
zal moeten medewerken aart het nemen
van nog menige hindernis, voordat in een
laatsten stormloop kan worden doorge
drongen in de loopgraven van de lauwe
broeders", die niet kunnen of willen begrijpen,
dat de beoefening der athletiek niet alleen
leidt tot een gezond en krachtig lichaam,
maar ook uit een paedagogisch oogpunt,
voor de vorming van het karakter, van groote
waarde is.
Daarnaast rust op het Bestuur der N.A.U.
helaas ook de moeilijke plicht om
angstiiiiiitiiiiiiiiiuiiiiiiiiitiiiiiiiiitmiiiiiimuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiititmiiiiimii
eener bruiloftsrevue of
schooljublleumsopvoering.
Voor een niet gering deel tevens mag
men het feit, dat onze belangstelling steeds
gaande werd gehouden, danken aan de
voortreffelijke uitvoering. Er is met een
ijver en entrain gespeeld en gezongen,
zooals slechts uitvoerenden vermogen, die
met hart en ziel bij hunne taak zijn. Men
gevoelde, dat er een zeer sterk contact was
tusschen den leider en den kring der mede
werkenden, waarin ook Ket Concertgebouw
orkest voor deze uitvoering een nieuw ele
ment vormde. Ook nu weer konden we het
groote aanpassingsvermogen van dit en
semble bewonderen, waar het zich een
volstrekt gewillig werktuig in de hand
van den dirigent-componist betoonde.
Een welgeslaagde avond, met veel ook
ofh'ciëele belangstelling in een drama
tisch werk van eigen bodem, een werk,
zelve al niet tot onvergankelijken roem
kunnende bijdragen, dan toch de zekerheid
gevende, dat Holland een componist rijk is.
in staat, bij gelukkige tekstkeuze, eene
levensvatbare partitie téschrijven.
Wie zal de stof daartoe in geschikten
vorm kunnen leveren?
Mr. H. M. VAN LEEUWEN
iliiiiiiiiiiMiimiiiiiiiiimiiiiiiiimiiiiiHiii
N. V. TOONEEL-VEREENIQINO : De
OostIndische Compagnie.
Mevrouw Heyermans is een origineele.
Ze heeft een kachelprent gemaakt, en haar
man laat diénu voor ons draaien. Uit mijn
kinderjaren herinner ik mij op dit gebied:
De smidse, De schoolmeester, die een jongen
voor zijn broek geeft, De vroolijke muzikant...
vallig er voor te waken, dat de begrippen
sport" en zaken" gescheiden blijven en
het mooi sportief karakter van de athletiek
beoefening, dat nu nog zoo hoog staat, niet
in gevaar wordt gebracht, terwijl ook het
wedstrijdwezen veel zorg vereischt.
Deze wedstrijden hebeen heel wat tegen
standers en ook hier is een juiste midden
weg noodzakelijk.
Wedstrijden zijn nu eenmaal niet te ver
mijden als eene natuurlijke neiging, om
elkanders krachten te meten en vormen
bovendien een prikkel tot oefening, waar
door de sport wordt vooruitgebracht. En
als zoodanig hebben zij ook een groot moreel
effect, kweeken zij ridderlijkheid en vol
harding aan en geven zij een gevoel van
saamhoorigheid, een dwang om zich zelf
te leeren beheerschen, om de belangen van
het geheel niet te schaden; kweeken dus
het -in het leven zoo noodige plichtsbesef
aan, dat bij onze jonge menschen helaas
zoo dikwijls wordt gemist. En geeft eene
voortgezette training om eene bereikte snel
heid te vergrooten, uithoudingsvermogen te
vernoegen; het dagelijks met stalen ijveren
taaie wilskracht herhalen van oefeningen,
met het groote doel voor oogen, geen hechten
grondslag voor de energie, welke de strijd
om het bestaan in het practische leven van
ons eischt?
Maar dan ook bij dit alles eene strenge
keuring eneene degelijke leid i n p,
om overdrijving te voorkomen en het geheel
niet te doen ontaarden in eene doellooze
blikjesjagerij, zoo nadeelig voor de karakter
vorming van jonge menschen.
Is de taak van de Nederlandsche Athletiek
Unie aldus eene omvangrijke, het groote
doel: een gezond en een in econo
mischen en militairen zin weer
baar volk! kan worden bereikt, wanneer
deze organisatie een drieledigen steun heeft.
In de eerste plaats dien van jong, veer
krachtig Holland, dat in vrije uren onze
athletiekvelden bevolkt en fn heerlijke
veldloopen in ons mooie vaderland de kracht
verzamelt, om later de eer van dat vader
land hoog te houden.
Daarnaast de steun van allen, wlen de
lichamelijke opvoeding van ons volk ter harte
gaat. Met vertrouwen vraag ik aan die vele
duizenden de Nederlandsche Athletiek-Unie
als donateur, al is het slechts met eene kleine
jaarlijksche bijdrage, te helpen in hare be
langrijke taak.
En in de laatste, niet de minste plaats,
zal de N. A. U. de hulp moeten vragen van
alle autoriteiten, Regeering en Gemeente
besturen vooraan. Zeide niet Rotterdam's
burgemeester bij de opening van het sport
terrein te Rotterdam:
Het openluchtspel is nu eenmaal niet
een liefhebberij, waarvoor de beoefenaars
maar zelf hebben te zorgen, maar eene vol
strekte behoefte voor de gezonde, krach
tige jongelingschap uit elke klasse der maat
schappij, eene behoefte, welker vervul
ling niet mogelijk is zonder
medewerking der gemeenschap".
Welnu, die medewerking moet zich in de
eerste plaats uiten in een moreelen en een
financiëelen
steun, dien de
N. A. U. geluk
kig reeds van
eenige zijden
mocht onder
vinden.
Millioenen
worden jaar
lijks gebruikt
voor de ont
wikkeling van
den geest on
zer jongeling
schap en eenige
duizenden
voor de licha
melijke opvoe
ding zijn dus
zeker wel ge
wettigd. t
-Eene krach
tige Rijks
subsidie
aan de N. A. U.
vormt eene be
legging, waar
van het
rentebedrag nieti i
twijfelachtig is.
INDISCHE
UITRUSTINGEN
VOORDEELI65T
ADPE5'.
AU BON
MARCME
A.DEVRIE5&ZONEN
AMSTERDAM
\ ROTTERDAM
OEN HAAG
UTRECHT
BAARN
iiiniiiiiniiiiiiiiii
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiii
En daarnaast vele en goede
speelterreinen, zoowel van gemeentewege als bij
fabrieken, e.d. opgericht.
Ook hierin nog voor dit urgent volks
belang een achterstand, welke treurig aan
doet, wanneer wordt nagegaan, hoe vele
gemeenteraden voor heel wat minder be
langrijke zaken gaarne beiastingverhoogingen
voteeren.
Gemeenten als Veendam, Hengelo, een
sportterrein als dat van de Firma Philips
te Eindhoven, enz., enz. mogen voor andere
gemeenten en groote, industriëele onder
nemingen als opwekkend voorbeeld ter
navolging dienen.
En ten slotte de school zelf. Veel meer
uren per dag en dan onder leiding van
goed gevormde leerkrachten, zullen vooral
op de middelbare scholen op het leerplan
moeten worden uitgetrokken voor de licha
melijke opvoeding, terwijl, door oefening
onder leiding op een schoolviijen
middag, de nadeelen voor jongeren van
het wedstrijdwezen zónder leiding kunnen
worden ondervangen. Ook hierbij moet de
jeugd door leiding voor de gevaren van
onoordeelkundige sportbeoefening worden
bewaard.
Het daghet" voor de N. A. U.! Moge
een algemeene steun haren nuttigen arbeid
ter verhooging van Neerlands volkskracht
bevorderen l
Meerdere belangstelling bij de tegenwoordige athletiekwedstrijden
iiiiiiiiiiliuiiiiiiiiiiiitniiiiiiiiiiiiiiiiiiDiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiii
muzikant tot razernij dreef. Het onfatsoenlijk
geval van de muis in de kleedkamer
alle crinolientjes de lucht in kwam
mij inmiddels weer wat al te naïef voor.
Maar desalnietemin geloof ik, dat er se
dert De schoolmeester of het examen
ten platte lande" niet meer zoo'n «oor
spronkelijk stuk'' in Nederland vertoond is,
en vind ik, dat een directeursvrouw, die
met de lusten ook de lasten van dat
ambt deelt, best eens een attentie van de
zijde der directie toekomt. Tooneel-ver
beelding heeft mevr. Heyermans ongetwijfeld,
frisschen moed, om niet > e zeggen overmoed,
nog daarbij. En zelfs lijkt mij deze «poging"
een vooruitgang op haar vorig drama",
wijl zij zich thans boven haar onderwerp, als
men het tenminste een onderwerp wil noe
men, heeft gesteld. Zij ?èg de Oost-Indische
Compagnie" op een afstand, als een curio
siteit, begreep dat ze dit alles over de schreef
moest halen, over alle realisme heen, om er,
als zedeprent, iets van te maken. En, voor
het oog, is haar dit gelukt. In hoever nu
deze gaven haar nog eens tot tooneelkunst
zullen voeren, moeten we afwachten. Voor
het oogenblik heeft de grap daaraan gebaat
noch geschaad.
TOP NAEFf
We knipten de figuurtjes uit bordpapier,
zetten ze met staafjes en strookjes en
scène" en plaatsten dit tooneel" boven de
kachel, waar de papieren schroef, die met
de staafjes correspondeerde, door de warmte
gepakt, de gansene rarekiek in beweging
bracht.
Drie kostelijke prenten uit den
Bledermeijer-tijd heeft mevrouw Heijermans aldus
in elkaar gezet. De eerste, het interieur van
den bassist Jean Jacques de Bruin, met de
groote bas op den achtergrond, tante Sientje,
charmant door mevrouw Marie Paassen
verpersoonlijkt, in het midden, de
gepijpebroekte dochtertjes, Vera en Leentje,
crinolienig en aanminnig tusschen de potten en
pannen, had de bekoring van een woonwagen,
als je er zoo eens even inkijkt. De tweede, meer
gestyleerd, vertoonde de meisjes aan de ronde
tafel in vertwijfeling tegenover den scho
lmeester.die haar.op last van twee heeren hu
welijkspretendenten in Indië, het a.b.c. voor
den overtocht komt bijbrengen. Thans tooide
tante Sientje, met haar floddermuts
meeleerend voor een raampje, den achtergrond.
En de derde was werkelijk een heel goede
pastelteekening. Daar zagen we dan voor
onze oogen De Oost-Indische Compagnie",
het historisch café-chantant van Piet Stijfsel,
waar de Indisch-gangers met verlof hun
spaarpenningen verteerden. De hooge hoeden
dezer jeunesse d'orée scheidden het tooneeltje
van het zaaltje en alles was zoo keurig van
verhouding, zoo echt" en fleurig, dat we,
na den heel en avond getwijfeld te hebben,
ons zelfs voor de praestaties van het
zilverschubbige slangenmensch in deze omgeving
gewonnen gaven. Het bezwaar was maar,
dat deze prenten ons van achten tot elven
voor oogen draaiden en men ons nog
bovendien verzocht te luisteren naar wat
die aardige poppen praatten. Want dat
ging, met den besten wil, moeilijk. En de
gedachte, dat het toch een grooten omhaal
was voor heelemaal geen inhoud, begon mij
tijdens de hiaten met anecdoten nu en dan
te plagen, terwijl het spel van Adolf Bouw
meester, als den bassist, op den duur wel
drukkend van kluchtigheid werd, zoo onge
veer of de kachel, al te hard gepookt, den
iiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiNiniMiiiifiiiiimiiiiiiii
AMSTERDAM ARNHEM
'S-GBATEMHA6E ROTÏEBDAM
UTRECHT