Historisch Archief 1877-1940
i;
12
DE AMSTERDAMMER, W
BLAD VOOR NEDERLAND
28 April 17. - No. 2079
Wat beteekent een naam?
Op een markt, die over
voerd is met minderwaar
dige, merken, zeer veel.
FONGERS RIJWIELENFABRIEK
TJIT HIET
IIIMMII1IIIIIIIIIIIIIUI11IIIIIIIHIIIIIMIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIII
PROPAGANDISTEN
Een actueel scheldwoord en eene
insinuatie.
Er komt een optocht; het volk heeft het
gewild, en staat wachtend aan beide zijden
van den breeden weg, die is vrijgehouden.
En is afwachting in de lucht, en, van verre,
is al het vaag gerucht verneembaar van den
naderenden stoet.
Dan komt plotseling, midden over den
vrijen weg wandelend, een straatjongen.
Het is een brutale, eerlijke, domme straat
jongen, die met zijn handen in zijn broek
zakken loopt te fluiten.
Iedereen kijkt naar hem, en niemand weet,
of het ongepast is, dat die straatjongen daar
loopt of niet.
***
Er komt spanning in de lucht, want van
verre is reeds het gerucht verneembaar der
komende evnredlge vertegenwoordiging.
Maar hoort, daar komt een scheldwoord
aan, een brutaal, eerlijk, dom scheldwoord,
luidend: Propagandist.
.Men hoort het aan, en het scheldwoord
gaat rustig zijns weegs, langs de rijen der
wachtenden.
Het is een actueel scheldwoord, en zij,
dien het naar het hoofd geslingerd wordt,
moeten het maar als devies aanvaarden,
totdat ze het tot eeretitel gemaakt zullen
hebben.
Men roept het tegenwoordig toe aan men
seden, die zich sinds eenigen tijd voorstan
der van een partij-programma getoond
hebben, en van wie te voorspellen valt, dat
ze een plaats in onze volksvertegenwoor
diging zullen krijgen.
Er heeft zich zelfs een corps van
officieuse douaniers gevormd, dat, bij gebreke
aan machtiging toe- of gelegenheid tot
daadwerkelijk onderzoek, de geestelijke
bagage" der propagandisten op insinueerende
wijze van een vraagteeken voorziet.
.De insinuatie, die in het woord propa
gandist ligt opgesloten is deze: dat hij de
meening van een zekeren groep ingang
tracht te doen vinden, om daarbij zelf baat
te hebben.
ze in hun streven gelijk met
die boeken trachten te
verze zelf niet in staat zijn te
Men stelt
colporteurs,
koopen, die
begrijpen.
Maar men vergeet, dat zulk een
colporteur voor zijn moeite geld oogst, en de
propagandist plicht en verantwoordelijkheid.
. Dat is de kiem, die een scheldwoord tot
eeretitel kan maken.
De partijen wantrouwen elkanders propa
gandisten, zooals fabrikanten elkanders rei
zigers; ze konden er zich toe bepalen de
geestelijke bagage" hunner eigen reizigers
te verzorgen.
* *
De straatjongen loopt verder, het scheld
woord gaat langs de rijen der wachtenden.
Zoolang er optochten op komst zullen
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiir iiiiiiiimiiiiiii
BALLADE
Met teekeningen voor de Amster
dammer" van Joan Collette.
De maannacht, stil en stom,
ligt over 't eenzaam huis,
en door het slotpark
veegt een zwellend windgeruisch.
Het hooge slot van X
is slapend en alleen
een duister silhouet
van eeuwenouden steen.
Geen voetstap klinkt op 't grint
des vóórpleins, en de ruiten
weerkaatsen fel en wit
het manelicht naar buiten.
De nachtwind zwelt weer aan,
en veegt door 't hooge duister
waar men de toppen raadt der boomen;
en 't gefluister
van duizend stemmen schijnt vol
hartstocht op te steken ....
dan sterft de windzucht af.
Van verre galmt ten teeken
BAROrt
&enö£ &HS OffitL-dé. c/fê&rtê,
{-A £7 /,./?0 ,_ *,i . ^'
zijn, zullen die ingeleid worden door straat
jongens.
En zoolang de optocht er niet is, zal nie
mand weten, of de straa'jongen ongepast
deed, daar te loopen, of dat zulks het on
aantastbaar recht van straatjongens is.
Wij moeten den optocht afwachten; dan
is het woord aan de propagandisten, die
kamerlid zijn geworden.
Dan kan het scheldwoord een devies wor
den. En de officieuse douaniers kunnen gre
tig rondsnuffelen in de geestelijke bagage."
H. SALOMONSON
IIIIIIIIII1IIIIIIHIIIII
Den Haag vanuit een Eendekker
De Haagsche dames zijn dit jaar een maand
vroeger aan hun schoonmaak begonnen
en hebben hare jours" gestaakt... uit ge
brek aan discours. Je kunt toch niet eeuwig
over den oorlog en de distributie van levens
middelen redeneeren, en bovendien
Haegsche vrouwen praten (als 't niet over een
ander" is), 't liefst over khunst", dat staat
zoo ontwikkeld, weet u, en de Haegsche
vrouw heeft nu eenmaal de reputatie van
zich goed te kunnen kleeden niet alleen,
maar ook intellectueel" te zijn, of - te
doen alsof Letterkundige cursussen, litfstals
een snoes van een spreker" de inleider is,
worden ruim bezocht door vrouwelijk pu
bliek, en als je al die vrouwen uit't zaalije
ziet komen vol gevoerd van een litterair
lucullesmaal, hoor je de eene tot de andere
giegelen: Kijk die eens een malle schuit
op haar hoofd hebben," óf een verontwaar
digd: wat zag zij er weer opgepoetst uit, zeker
om indruk te maken op den artiest" Waar
't de appreciatie van het gehoorde geldt,
verneem je: Hoe innig" hij voortdraagt, en
hoe touchant" hij verzen zegt" dat is
immers je uitdrukking en hoe hij in zijn
onderwerp was, en hoe overwerkt zijn ziel
volle" oogen stonden. Maar een doorvoelen
van de geboden kunst? Oeh-la-la!
In de laatste Jour"-weken hebben echter de
menschen in 't Haagje hun hart kunnen op
halen. Viotta trad af en er moest dus een
nieuwe dirigent voor het res. orkest gekozen
worden. Ik herinner me nog jaren geleden
het gei'ntrigeer, vooral van de vrouwen, toen
er voor de Diligentia-concerten moest ge
kozen worden tusschen Mengelberg en
Viotta. Er waren toen gewoonweg twee
partijen : Viottarianen en Mengelbergisten,
en ik herinner me nog heel goed o! de
ellende eigenlijk van zoo'n ijzeren ge
heugen welke vrouwennamen genoemd
werden als de militantsten in den strijd.
Viotta overwon, of liever zijn partij. Eenige
jaren later: hevige insinuaties in de courant
over de leiding van het Conservatorium,
onthullingen van wanverhoudingen, gesus
en gedouf door het bestuur. Dat er wan
verhoudingen zijn, kan elke leerlingen oud
leerling u vertellen, edoch in welke in
stelling zijn ze niet, tenzij er een straffe,
oer-strenge leiding is, die de tucht weet
Ie handhaven onder een troepje aanstaande
artisten of luidjes, die zich als zoodanig aan
stellen en de artistieke vrijheid verdedigen om
aan tucht 1e ont<omen.Ook dat incident raakte
in c"e vergeeitrommel. Nu stak echter de
partijgeest dadelijk het ho&fd weer op. Elk
coterietje had zijn eigen beschermeling.
Khunst is internationaal" balkte een en
streed voor Schneevoigt. Een dirigent moet
vooral een beschaafd man zijn, een gentle
man," zei een ander en hij streed voor Fock.
Nee, hij moet zelf scheppend kustenaar
zijn," beweerde een derde en hij pleitte
van 't naderend twaalfde uur
een diepe klokke-roep.
En tegelijkertijd
valt op de breede stoep
het zwakke schijnsel neer
uit een der vensters boven,
waarvan het zwaar gordijn
terzijde wordt geschoven.
Een bleek en mager hoofd
ziet over 't slotplein uit,
totdat, geruchteloos,
de draperie weer sluit.
Daar toeft in 't holst des nachts
de oudste der baronnen,
vergrijsd, gebukt en oud.
Hij heeft zijn doel gewonnen
van aardsche pronk en eer,
en wacht nu op den dood
met Theodosia,
een oud en zwak maloot,
die eens zijn grootste trots
en fiere ga mocht zijn
doch nu nog zelden spreekt,
en leeft van lodderijn.
Slil zit zij bij het vuur,
dat zachtkens gaat verkwijnen,
terwijl haar echtgenoot
op 't oogenblik een kleine
verpoozing neemt, en moe
het ruim vertrek doorschrijdt
als avondwandeling,
op 't zacht en dik tapijt.
Zoo zijn zij ied'ren nachc
tot twee, drie uur bijeen,
en wachtend sidderend
op 't klagelijk gesteen,
dat telkenmaal weerklinkt
omtrent de twaalfde ure:
een akelig geween
weerkaatst door d' oude muren
van 't middeleeuwsch verblijf
Daar siddert de baron
Want, juist toen 't klokgelui
in 't naaste dorp begon,
klonk schril de jammerklacht
mér luid dan ooit tevoren,
De barones kijkt op,
zij heeft haar bril verloren,
want dof en duidelijk
klinkt bonken op de poort;
het dreunt door 't oude huis
en ook 't geklaag duurt voort.
En door de marm'ren gang
gaat ijlings het geslof
der goede oude maagd;
die rilt van angst. Juist trof
een nieuwe felle slag
het eeuwen oud paneel,
en buiten klinkt een stem
doe open, het kasteel."
Een sidderende groep,
zoo staan zij daar te-samen,
totdat de slotheer gaat
naar het gesloten raam, en
het heftig openstoot,
de nachtwind jaagt er door.
voor Koeberg of Dopper. Hij moet een
titel hebben," vond het snobje dat in
tien jaar tijd Meester werd, en hij noemde
v. Anrooy. Op elke jour", bij elk concert,
overal hoorde je: Hebt u idee wie de op
volger zal zijn vanViotta?" en het verschil van
meeningen begon opnieuw. Nooit waren er
de vorige maand zulke geanimeerde jours".
Tot opeens de verrassing kwam. Dr. Peter
v. Anrooy werd benoemd, niet omdat het
snobje gelijk had gehad met zijn titel, maar
omdat Peter v. Anrooy n als componist
n als werker met 't bescheiden orkest te
Arnhem getoond had een dirigent te zijn
van de echte, onvervalsch'e soort, hij zelf
een scheppend kunstenaar, wien het niet om
khunst, maar om de zuivere kunst te doen is.
Plotseling was 't interessante van 't onder
werp af en besloten de Hègsche vrouwtjes,
nu de puzzles van de bonboekjes kwamen,
zich eens wat meer te gaan verdiepen in
de verdubbeldem eilijkheden
vandehedendaagsche huishouding, ,,'t Werd tijd ook,"
heb ik tegen mijn vrouw gezegd.
HAAGSCHE VLIEGENIER.
Ik zal U nimmer meer vergeten
Gedicht in proza
Ik zal U nimmer meer vergeten, o moederland!
Hoe zoet is mij de herinnering aan de weelde,
welke gij deedt binnenstroomen in mijn
ontwaakte hart met uw eerste morgenlicht
en met het gekoer van uw derkoekoe's.
Nog steeds doorleef ik eiken nieuwen morgen
de vreugde, die gij mij schonkt op den
dag van mijn eerste ontwaken.
Bedwelmend waren de geuren van uw
p/na/ig-bloesems.
Mijn oogen waren dronken van 't groen der
iiiiiiMiiminii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiniiii immuun
Beneden klinkt een stem:
reeds uren sta ik voor
uw stoep, genadig heer,
kom spoedig van uw vliering,
want ik ben officier,
en heb hier inkwartiering"
Twee uren zijn vergaan;
de officier, een dokter,
ligt rillend op zijn bed,
dat boven is, en mokt er
om 't klagende gesteen
den dienstmaagd, die daarneven
haar slapestede heeft,
en telkenmale even
heur krakend bed ontstijgt,
om door de gang te ijlen,
en dan op zeker oord
een stonde te verwijlen,
en kreunend wederkeert!
Helaas, zij kan niet slapen,
... daar zij onwetend was
waarom weleer geschapen
werd voor den zieken mensch
de sappige meloen
voor zekere droeve kwaal...
geboycot door 't fatsoen.
Den and'ren morgen laat,
zit rond den ochtenddisch
Het echtpaar met hun gast,
die zeer getroffen is
door 't moede van hun blik,
en d' angst in hunne trekken.
Door vriendelijk discours
weet hij nu te ontdekken,
Wat wel de oorzaak van
dien droeven staat mag zijn.
Heer dokter," spreekt in 't eind
de gastheer weet dat mijn
oud en geducht kasteel
betooverd is door spoken."
Ik weet het," zegt de gast,
en heb geen oog geloken,"
door 't droevige geklaag,
geloof mij, oude lieden,
wat er ook in uw huis
voor angstigs mag geschieden,
ik weet de bron er van,
en kan u die verklaren:
een booze duivel is
in uwe maagd gevaren!"
Juist treedt zij het vertrek
met thee en broodjes binnen,
zij hoort uit dokter's mond
het laatste van dien zin en
snelt hevig blozend weg,
zoo kuisch als aangedaan
en vreest voorgoed onthuld
't geheim van haar bestaan.
assem-blaren, en gulzig zoog ik op uw
frissche morgenlucht, na een nacht van
hevigen bandjir uit den hemel.
Als ik nu zing in den zwijmel van mijn
leven, het is, omdat ik den eersten dronk
uit uw borst, o moederland, nimmermeer
kan vergeten.
Ik zal u nimmer vergeten, o lief Java-land,
met uw bronnen en gastvrije woningen,
uw oude prèh- boomen, die over de graven
hun.loof beschermend hebben uitgespreid!
Als ik in den vreemde dwaal en mijn voeten
vermoeid zijn; als ik mijn dagen doorbreng
bij gastvrije vreemden; als ik angstig word
in de schemering bij vallenden avond;
Dan denk ik aan u, o moederland, waar ik
op mijn beurt den reiziger gastvrijheid kan
geven; waar ik bronwater kan vinden voor
mijn moede voeten en onder uw oude
boomen de plechtige stilte voor de rust
van mijn altijd-zwervend hart.
Gij zijt voor eeuwig aan uw plaats gebonden;
daarom zijt gij zoo stil en zoo zwijgend;
gelijk een moeder, die van uit haar zit
plaats heur kind gadeslaat bij zijn
onderzoekingstochten door den tuin.
Als ik van u vlucht en mijn zwerftocht ver
volg door de geheimenissen en schoon
heden van deze wereld en nochtans blijf
denken aan uw eigen liefelijkhtid;
Als mijn oogen mér weten, mijn ooren
mér hooren dan gij, en ik mij nochtans
gevoel, ach, armer dan uw armste kind;
Het is, wijl ik den rijkdom van uw een
voudig moederhart, o mijn lief Java-land,
nimmermeer kan vergeten.
NOTO SOEROTO
Maar op 't streng bevel
van haren heer en meester,
keert zij alras terug,
De dokter die geneest er
zoovélen, zegt heur heer,
dat ik nu maar mag leiden,
dat hij de spreuke kent,
die, Kee, u zal bevrijden."
Dan rijst de dokter op,
en prevelt zacht zijn spreuke,
die klinkt als Laudanum"
Ga nu maar naar uw keuken,
en slik wat 'k u hier geef,
voortreffelijke meid!" ...
... Van dien dag was het slot
van spookerij bevrijd!
MANCHETTE