De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 28 april pagina 3

28 april 1917 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

28 April '17. No. 2079 DE A M S 'i' E R D A M M E R, W E E K B L A D VOOR N E D E R L A N D J.S.MEUWSEN Htiereraicler Hoidin n Uadi-Higizijmn. AMSTERDAM. Leidschestraat 4, B.passage h. D.rak, Damstraat b. Nes, Doelenstr, h Ach terburgwal. ROTTERDAM. Mosseltrap S, Boymansstraat 8. TAMINIAU'S ? JAM U£T ADRES VOOR HEERENKLEEDING H. J LOOR, Utrecht H. G. THIEME, OUD-CHRISTIIN SCIENTIST, Haag - Denneweg 25a, geneest zieke personen, die 'andere Scientists onbe kwaam bleken te genezen en speciaal Blind', Doofstomen Idiootgeboren personen, die van af/1600, betalen. Zonder Genezing - Geld Terug! Steunt het Comitét. b. v. ^Medische Raadpleging vóór het Huwelijk (vóór de verloving). Secr.: KORTENAERKADE 8 - DEN HAAG. Begunstiger» f 9.SO. ass OM m B*J m aa aa a3 EENIGE SPECIALITEIT ? J$H KRIMPVRIJËi GEZONDHEIDS- |g feB ONDERGOEDEREN g| Nederlandsch Fabrikaat |» ^TRICOTHUIS isa >B n 2i;} REG.BREE3TRAAT.35 TEL. 5O66 N: EO xxxxxxxxxxxixixxxxxxxxxxx B.Y.D.HEIDE Hmve^suM 's-GrareLweg. Tel. 1150 ARTISTIEKE MEUBILEERINB SPECIALE ONTWERPEN FABRIKANTEN: (Mr. F, & Llfi Riflto Aitel Jij M Söpliapl AMSTEBBAM GEVESTIGD SEDERT 1863 xxx:o:xxxxxxixixxxxxxxxxxx MOf1SrtBZAL£Nvw37rlETH I HEEBEnCBACHT270 Flllul DEN HAAG: Noordelnde 16O. Mmuiiiiiir.iiiiiiimiiiiinmtiiiniimiiiimtiiiimtninminnitiinnmiiniiim iiiiiniiimniiniiiiiiiniiinnniiiHiiiiiiiiniiiiiiiiiiiMiiiitiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMii mMiiiMimiiiMiinniMiiiiHiiriiiiiiHuiiiiiiiimiiiiiiiiiiifiiiiiimniMiiMiiiMMiiHiMiinimiMnmiiiuiiiiMiiMmiiiMjjnMiiiHiiiiMiiinMiiiniMiMm Die voet moet zeer flauwe belóopen heb ben, om stand te houden. Er gaat dus veel grond in. Doch die grond kost zoo weinig aan baggeren en vervoer dat er toch een belangrijk geldelijk voo deel in gelegen is dit deel van den dijk aldus te maken. Er bestond echter geen reden om diezelfde bouwwijze niet tot hooger peil, ja, tot de kruin van den dijk toe te passen. De ont werper heeft zich niet los weten te maken van het ouderwetsche profiel uit den tijd van het handwerk, toen het machinale bag geren niet bestond en het vervoer van grond over eenigen afstand kostbaar was. Dat een kust van enkel zand of grond goed bestand is tegen de zee wanneer de glooiing flauw is, weten wij. Ook is bekend dat de Noord-Westkust van Wieringen, liegende in dezelfde richting als de afsluit dijk door -de Zuiderzee, slechts geringe kosten voor verdediging tegen de zee vereischt. Deze afsluitdijk behoort daarom gemaakt te worden van grond, te baggeren in het afgesloten gedeelte achter den dijk, op vol doenden afstand van dezen, zoodat de grond niet terugvloeit in de putten die door het baggeren in den bodem van het dan ge vormde IJsselmeer ontstaan. Die dijk, een soort landtong enkel van grond, moet dan, waar noodig, met geschikte middelen ver dedigd worden tegen stroom en golfslag. Aanslibbing is aan de zeezijde te verwachten, doch wordt er' door een in het niet afge sloten gedeelte van de Zuiderzee ronddo lenden stroom pliatselijk ingevreten, dan kan het weggevoerde weder aangevuld worden door uit het IJsselmeer te baggeren grond en kunnen, plaatselijk, verdediging gemaakt. tegen dien werken tot stroom worden De Kleerenmakers-dochter als Honderdste Vrouw DOOR H. SALOMONSON (Slot) In het donker is rose óók zwart!" Hij prikte met zijn stok in de kwal, en lachte toen opeens, een beetje heesch: U bent erg filosofisch, zeker al meer dan een week hier! Ik ben alleen nog maar versuft... het is hier zoo afschuwelijk gezond." Nu lachten ze allebei, en hij ging voort: Alles is hier te veel: licht, lucht, zon, eetbaar vee, vette modder.. Gott, ik word hier onpasselijk, wilt u een cigarette?" Hij bemerkte, dat zij de rook inhalende, en lachte weer wat heesch, toen ze ver zuchtte : ... Eindelijk een beetje frissche lucht!" Buitenlucht is als bier" zeide hij, je wordt er dik en dom van!" «En sentimenteel!" Zij haalde de schouders op, en vertelde dat zij hier pas was. Hij biechtte, in wat schampere vertrou welijkheid, dat hij Husaren-luitenant ge weest was... maar nu weg... weggegaan.., een beetje rust... Ehrensache. Zij begreep, dat hij schulden gemaakt had. Hij verdacht haar van hetgeen, waarvoor hare ouders gemeend hadden haar te moe ten behoeden. Misschien is het hier nog wel het aller beste", zeide hij, er zijn weinig menschen, en er is veel ruimte, dat ben ik niet ge wend l" Zij blies de rook van haar cigarette ver voor zich uit, en zuchtte; In een volle restaurant durf ik mijn arm uit te strekken, hier ben ik bang, dat ik hem niet terug zal vinden... het is zoo wijd, en leeg..." En uw gedachten?" vroeg hij; zij zaten nu tegen den duinrand, en hij liet het droge zand door zijn vingers glijden. Zij keek hem vragend aan, en hij ging voort: Is het u niet, of de gedachten hier ook 100 ver afdwalen, zoo niet te volgen ver?" en op eens wat heftiger: Gott im Himmel, ik heb mij nooit voor iets anders geïnteresseerd dan voor een paard en een glas wijn en een enkele vrouw. Vanmorgen betrapte ik er mij op, dat ik in allen ernst in een bijbel zat te lezen, die in het hotel lag!" De kleerenmakersdochter begreep, dat hij niet anders verwachtte dan eene even moeW^W;^;<^>A^'^W>^V^AW^ In figuur 2 is het silhouet van figuur l nog eens op verkleinde schaal geteekend en daaromheen een profiel van enkel grond, zooals ik het mij denk. Op den gemiddelden waterstand gemeten is de dam dan ruim 300 M. breed. Ondanks de groote verbree ding zijn de kosten van zulk een dam door de Zuiderzee nog niet haif zoo groot. En voor aankoop van steen behoeven geen millioenen Hollandsen geld naar het buitenland te gaan. Ook de meerdijken, dat zijn de dijken die de droogmakerijen van het toekomstige l|sselmeer zullen afscheiden, kunnen met voordeel op die wijze worden gemaakt. Het flauwe talud aan de zijde van den polder, zal rampen als die van 13 Januari 1916, voorkomen. De breede dijk zal de kwel belangrijk verminderen. Er is nog een voordeel aan deze werkIlllllllllllllllll IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMHIIIIII deloos-cynische houding harerzijds; het streelde haar, dat hij in haar eene lotgenoote meende te zien, gelijkelijk belangwekkend als zij hem begon te vinden; zij blies de rook van haar cigarette omhoog, langs haar brutale neusje, tegen de wapperende haarlokjes van haar poney, en zeide, op goed geluk af: Of je nu een bijbel hebt, of een paard of een... vrouw, je bent ten slotte toch alleen!" Hij zweeg even en keek haar snel van terzijde aan: Maar u houdt toch wel van paarden!" Zij bedacht snel, dat zij feitelijk alleen iets wist van rij-costuums en haastte zich daarom maar te zeggen: En u van vrouwen?" Ge zult uw vijanden liefhebben," lachte hij, u ziet, ik antwoord al in bijbelwoorden een go.ed paard werpt je liefst af en een goede vrouw, of wat men een goede vrouw pleegt te noemen, houdt je zoo verschrik kelijk vast!" Nu moesten ze allebei even hartelijk lachen. Ik heb iemand gekend, die veel op u leek," zeide ze, denkend aan een jongmensch, dat eens onhebbelijk lang over een rekening was blijven confereeren. ledere man zeide hij doet je den ken aan een andere ledere vrouw die je ziet, herinnert je weer aan dezelfde ...!" Verrast keek ze hem aan, vragend: Hebt u liefgehad ?" Hij bedacht, zijn pose van vermoeidcynicus niet te mogen opgeven, en meende in haar vraag verbazing te bemerken: Ja, zeide hij, ik moet erkennen, dat ik eenmaal jong ben geweest, en heb liefge had, en ook de mazelen en de kinkhoest!" Zij dwong de vroolijkheid, die zij voelde wellen, met kracht terug, en deed peinzend: Ik heb wel de mazelen gehad, maar geen kinkhoest, en ik heb ook nog nooit lief gehad!" U bent nog jong!" Dus zou Jk dat alles nog kunnen krij gen ? U bent wel erg gerust-stellend!" Ik bedoel de kinkhoest!" O" zeide ze, ondanks haarzelve wat teleurgesteld. Toen zwegen ze een heelen poos; de zon scheen warm, en tlndelde in groote schetter-helle plekken op het water. Opeens meende ze te hooren, dat hij diep zuchtte, maar hij ademde alleen de prikke lende zeelucht in. U hebt dus veel verdriet gehad?" Verdriet is het opvpedingssysteem van de wereld. De wereld is de eenige peadagoog!" Zij begreep hem niet goed en zuchtte dus maar: Ja-ja," en toen, in een niet te onder drukken opwelling tot plagen: Een man die verdriet heeft is belachelijk." Een vrouw die verdriet heeft, probeert altijd te lachen," gaf hij terug, een la chende vrouw is niet eerlijk!" wijze verbonden. Wanneer de dijken worden opgespoten en niet volgens de zoogenaamde zuivere belóopen afgewerkt dan zal de hppelooze eentoonigheid van de honderden kilometers dijk op quasi-natuurlijke wijze gebroken zijn. Kort na het verschijnen van mijn brochure *) heeft de heer J. P. Thijsse in dit weekblad onder de rubriek Uit de Natuur' mede gewezen op het gevaar van eentonigheid voor het natuurschoon van de nieuwe gewesten. Geldelijk is het uitvoerbaar voor de wer ken in de Zuiderzee bagger werktuigen aan te schaffen, zóó talrijk en krachtig, dat in n jaar de afsluitdijk en in enkele jaren daarna alle meerdijken, ringvaarten enz. *) Denkbeelden betreffende de afsluiting en droogmaking der Zuiderzee, bij A. Oost hoek te Utrecht, f 0.40. 11 tl IIIIIIIIIIIIIIIIIMMIIIIIIIUIIIIMIIIIII Zij vond, dat hij ingewikkeld werd, en zeide, opspringend: Wij worden zwaar op de hand, vaarwel!" Met spijt in zijn cavalieren-hart, en ook met ietwat gekrenkten trots zag hij haar wegdartelen met den hond. Zij werden goede vrienden, en verheugden zich in wat zij elkanders moedeloos cynisme meenden te zijn; maar het hare geraakte leelijk aan het wankelen... en het zijne bleek een moeilijk vol te houden pose. * * * Na een week hadden zij nog geen kus durven wisselen, maar in gedachten vrijden zij reeds als twee gezonde dorpskinderen; nog slechts moeizaam hield hij zich den cynischen Casino-cavalier... en zij gevoelde het oogenblik naderen, waarop zij niet meer haren rol zou kunnen volhouden van interes sante uitgestootene eener groot-steedsche cóterie. Er was te veel licht, te veel lucht en te veel zonnewarmte * * * Zij maakten nu afspraakjes met elkander, gewild achteloos, en kwamen tesamen op stille plekjes: bij den schaapskooi, en in de duinen, en soms op het stille kerkhofje. Op een warmen middag zaten zij naast elkander op de gebarsten zerk der over ledene naamgenoote. Zij was frisch en blozend, en hij bedacht, welke inleiding er toe noodig zou zijn, om haar te kunnen kussen. Ik heb een gevoel," zeide hij opeens, of ik hier een boer word. Ik heb twee dagen achtereen he'zelfde pak gedragen!" Onwillekeurig keek zij even naar zijn keurig gepersten pantalon, maar, daar het onderwerp haar al te zeer aan het prozaïsch beroep haars vaders herinnerde, zeide ze snel, gewend als zij reeds geraakt was aan zulke gesprekken: Erger dan een boer, want die heeft er maar een. Wij worden gezond en dik en dom!" Je moet je in het leven maar aanpassen aan de omstandigheden", zeide zij, waarom zouden wij hier geen boeren worden, indien het ons verblijf kan veraangenamen!" Wat snibbig deed zij: Indien u dat kunt, ga dan gerust uw gang. Maar ik zou geen negerin kunnen worden in Afrika, zoo weinig geprononceerd is mijn natuur gelukkig niet!" U zoudt", deed hij peinzend, een engeltje kunnen worden in den hemel!" En u behoeft niet in de hel te komen, om een duivel te zijn!" Ik kom niet in den hemel!" deed ze onverschillig, en, achteloos duidend op de zerk, waarop zij zaten: dan zou ik terecht komen bij die daar... die is in den hemel!" Zijn schaterlach .ontbond de hare. Zij lachten tesamen luid en uitbundiglijk op het stille kerkhof, en de zerk, waarop zij zaten, kreunde licht in hare barsten. Het is een vréselijk saaie vrouw ge weest", zuchtte zij, verheugd over haar succes. Laten wij haar plagen l" stelde hij voor. Zijn brilleglazen fonkelden in een zonnekunnen worden 'gemaakt. Hoe datzelfde materieel dienst kan doen om in enkele weken tijds een hulpdam dwars 'door de Zuiderzee te leggen, die als kern van den afsluitdijk den ongestoorden aanleg van dezen moet bevorderen, zal in een volgend nummer van dit weekblad worden uiteen gezet. Het wonen in Indi Begin 1914 richtte ik mij tot allen, die belang stellen in het wel en wee van Indië. 'k Verzocht hun om mij gegevens te ver stekken, betrekking hebbend op hetvraagstraal. Hoe f" vraagde zij met de onschuldigheid, die het sieraad van haar leeftijd behoorde te zijn, doch nu veeleer de verleidelijkheid harer bewuste vrouwelijkheid verhoogde. ... En zij kusten elkander zóó onstuimiglijk, dat de gebarsten zerk weer een krakend geluid maakte. Ze is woedend, de oude heks!" schater lachte hij, wat heigend. En zij antwoordde: goed zoo! laat ze zich ergeren!" De schorre, ietwat doffe stem, waarmede ze dit zeide, verried gevoelens jegens hare voorzate, die heviger moesten zijn dan spot zucht, of zin tot plagen... Het was, alsof de letters, die witschoongekrabd waren in den grauw-verweerden steen naar boven staarden als ontzette, dood-starre oogen... Sindsdien ontmoetten zij elkander veel vuldig op het kerkhof en elders. Zij vond in hem een nog zeer levenslustigen kwajongen. Hij in haar, wat hare ouders haar reeds lang vermoed hadden te zijn... Zoo werd haar verbanningsoord er tot een, zooals dat, waar Boccaccio's geschie denissen verteld werden... ver van de ziekte en ellende van de groote gevaarlijke stad... « * * Eenige maanden later vermeenden hare ouders haar in een zoodanigen staat van zelf-inkeer, dat er geen bezwaren meer be stonden tegen haar terugkeer. Wellicht ook was de promotie van den verliefden coupeur tot oppersnijder een feit waartoe een kleine erfenis die hem ten deel gevallen was niet weinig had medegewerkt niet vreemd aan dat besluit. Zij keerde dus naar de stad terug, de loszinnige kleerenmakers-dochter, en een week nadien, zat zij tegenover mij aan een lunchtafeltje in een klein restaurant. In heel haar wezen droeg zij nog iets van de onafhankelijkheid eens eilands. Hare wangen waren frisch-rood, en boven het eigenwijze neusje schenen de blonde poneylokjes nog te wapperen op een zeebries. Het was vijf uur in den namiddag; onze lunch was afgeloopen, en zij rookte een cigarette, terwijl zij mij haar geschiedenis vertelde. Waar is die Duitscher nu?" vraagde ik. Zij haalde de schouders op, en speelde met de kralen-franje van den lampekap: God, ik weet heusch niet op het eiland misschien of als vrijwilliger aan het front. Daar sprak hij over!" Ik gebruikte een grof middel, om op haar gevoel te werken, zeggend: Of misschien al gesneuveld " Zij liet de kralenfranje door haar vingers glijden, en herhaalde onverschillig: Ia of al gesneuveld " Toen zwegen we even allebei. Op eens zeide ze, met een schor lachje: Ik ben geloof ik de honderdste vrouw!" De honderdste vrouw??" stuk van het ?wonen. Die gegevens zou ik dan verwerken tot een verslag voor het in 1915 in Rome te houden Internationaal Woningcongres. De oorlog brak uit; van het houden van een congres was natuurlijk geen sprake I De gegevens, die ik, dank zij veler mede werking, heb kunnen verzamelen, heb ik om die reden echter niet laten liggen. Ik verwerkte ze tot een uitgebreid verslag, dat ik doopte met den naam Kromoblanda" en waarvan reeds twee gedeelten zijn ver schenen. Onder het bewerken en schiften en rang schikken van de gegevens voor het 3e deel van mijn verslag, dat zal handelen over de woning, het erf, de dessa, de kampong, de stad, merk ik tot mijn spijt, dat het me nog niet mogelijk is een voldoend getrouw beeld te geven van de plaats waar en de wijze waarop blank en bruin en geel in de Indischen Archipel wonen, van de manier waarop ze hun huizen bouwen, zich de materialen daartoe verschaffen en die verwerken, hoe ze hun woningen inrichten en ge- of mis bruiken enz., enz. Alles wat betrekking heeft op het dagelijksch leven, het gewone dagelijksche doen in huis en daarbuiten, houdt verband met het onderwerp, is voor mijn doel geschikt, kan ik gebruiken. Wie der lezers 'en lezeressen helpt? Foto's gelieve men, bij voorkeur onopgeplakt, voorzien van de noodige toelichtingen, op te zenden. Ik vestig er nog even de aan dacht op, dat niet geïllustreerde mededeelingen eveneens hoogst welkom zijn. Indien men dit wenscht, vermeld ik den naam van de(n)geen, die mij inlichtte, niet. H. F. TILL^MA, Waterloolaan, Groningen Ja, dat noem ik altijd zoo. Op iedere honderd vrouwen is er n, die wraak neemt voor de 99 anderen Die negenennegentig anderen worden slachtoffer; de honderdste maakt slachtoffers!" Verbaasd keek ik haar aan, en zij ging voort, over mij heen starend met hare groeniggrijze oogen: Je begrijpt mij wel nietwaar ? Ik ben zoo wanhopig onverschillig, ik kan gewoon niet voor iemand voelen die jongen pok, ik heb hem wel doorzien geloof ik Hij was een doodgewone goede jon gen, al deed hij wat interessant....!" Zij sprak nu snel, wat zakelijk, verder, als bad zij grooten haast dit alles te zeggen : Op het laatst werd hij sentimenteel. Hij ging mfj van zijn Heim vertellen, en van zijn moeder. Toen vond ik hem opeens on uitstaanbaar. Wa,t heb ik met zijn moeder te maken? Dat mensch zou immers ook niets met mij te maken willen hebben? In het begin was hij wel amusant; een man op zichzelf is wel interessant, maar in ver band met zijn familieaangelegenheden is hij verschrikkelijk vind ik." Op haar jonge gezichtje kwam opeens een harde trek, als die bij eene afgeleefde vrouw. Ik ben voorbeschikt," zeide ze, en toen, heftig: en ik ben zoo moe, God ik ben zoo doodmoe van alles ... van alles ... ze heb ben me zoo opgejaagd ...!" Zij keek strak voor zich uit, maar er rolden tranen uit hare starwijde oogen, over de zon-gebruinde wangen. De buitenlucht heeft je geen goed ge daan," zeide ik. Maar zij antwoordde niet, en ik liet haar maar stil uitweenen. Opeens keek ze mij lachend aan: Ik heb geloof ik teveel wijn gedron ken ... dat maak mij zoo gek... net als de zeelucht!'' Toen liep zij snel weg, om de sporen van hare tranen te gaan verwijderen ; op dat uur was er niemand in dit kleine restaurant. De zwijgzame knecht kwam de tafel afruimen. Met zijn servet veegde hij de nu verflensde bloemetjes weg, die wij, enkele uren tevoren, als een lieve tafeldecoratie gevonden hadden. Geruischloos liep hij af en aan. Nau welijks tikten twee borden tegen elkander. Hendrik" zeide ik, voor mij heen. Hendrik, de bloemetjes zijn al leelijk ver lept !" Hij keek niet op, maar zeide, terwijl hij ijverig door ging met afruimen: Och, jawel meneer... ze zijn niet meer zóó frisch als daarnet... Maar, nietwaar, met kunstbloeme kan u toch niet gaan beginne ?" Opeens was ik doodsbang, dat hij ge luisterd had. Maar zij kwam al weer binnen. Hendrik bracht de koffie, en zoete, fon kelende likeur...

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl