De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 5 mei pagina 5

5 mei 1917 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

5 Mei '17. - No. 2080 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Mevr. C. Ramondt?Hirschmann opent het Nationaal Congres van het Ned. Comitévan Vrouwen voor Duurzaraen Vrede Alle betoogen getuigen van grondige studie, ze zijn goed doorwerkt, helder gesteld, juist geformuleerd. Maar de macht van het gesproken woord eischt meer; zij vraagt geen eentonige voordracht, geen pathetiscn-oratorisCh talent, geen poseeren op het spreekgestoelte. Zij vraagt den gloed der overtuiging in korte, krachtige taal en reine eenvoud weergegeven. De klank van het woord kan reeds een daad zijn. Dat werd door slechts enkelen bereikt. En het debat! Verkwikkend, frisch klonk die spontaan opwellende woordenvloed, in bedwang gehouden a la minute" door den korten spreektijd aan iedere spreekster en spreker gegund. Het debat het essentieele om te geraken tot de praktisch nut afwer pende conclusies, die aan dergelijke samen komsten beteekenis geven kan, mits goed gevoerd, medesleepen en wakker schudden. Mits goed geveerd", want opmerkelijk mag het heeten hoe individueele neigingen, belangen en wenschen, menigmaal deden voorbijzien dégroote lijn der zaak waarom het ging. Hoe velen toch wisten handig te laveeren om ten slotte*plots koers te zetten naar propaganda voor eigen vereenigingsbelangen, die, hoewel van groote sociale beteekenis, toch op dit congres en in 'dt bepaalde verband moeilijk waren thuis te brengen. . De lijnen van geleidelijkheid die voerden van de vrouw tot de vrede, waren zelfs in n der zittingen geheel in nevelen ver doezeld. Dit laatste geeft te denken. Waar de vrouw zich aldus in de gemeenschap oplost, dat studie en arbeid naast den man er haar toe brengen, om de onderwerpen van alge meen standpunt en niet van speciaal vrou welijk aspect te kunnen bezien, daar wijst 't er op hoe binnen korter of langer tijd Vrouwen congressen geen recht van bestaan meer zullen hebben, maar het woord van de vrouw mede zal klinken overal waar gezamenlijke belangen van man n vrouw worden be handeld. ELIS. M. ROGGE* 999 DE ZITTINGEN VAN HET CONGRES Men heeft de vrouwen verweten dat zij wel over den vrede praten, doch niet tot daden komen. Afgezien hiervan dat er op het huidige oogenblik slechts enkele mach tigen der aarde tot daden kunnen overgaan, heeft de presidente van het Congres van het Ned. Com. v. Vrouwen v. Duurzamen Vrede die beschuldiging juist weerlegd, toen zij vroeg: Als eenmaal de tijd tot vrede sluiten er zal zijn, is het dan mogelijk tot daden te komen wanneer men niet vooraf heeft overdacht wat die daden zal mogelijk Wat de week bracht Het Nationaal Congres van het Ned. CoQiitévan Vrouwen voor Duur zamen Vrede INDRUKKEN 't Is Zaterdagmorgen 28 April. Ik zit ex officio aan een der perstafels in 't lokaal te 's Oravenhage, waar wordt gehouden het Nat. Congres v. h. Ned. Com. v. Vrou wen voor Duurzamen Vrede. Op overgroote opkomst schijnt niet gere kend te zijn. De zaal is betrekkelijk klein, een gezellige ruimte, die blijkt te voldoen aan alle rechtmatige eischen aan dergelijke bijeenkomsten gesteld. Als de presidente-hamer het sein van openen geeft, zijn bijna alle stoelen bezet door vrouwen, afgevaardigden van afdeelingen van het Ned. Comitéen aan het Congres deelnemende vereenigingen, en door belangstellende bezoeksters, de laatste verreweg in de minderheid. Opmerkelijk is die weinige deelname van buiten af". Hoe die te verklaren? Twijfelt m«n aan den invloed der vrouw op een duurzamen vrede ? Is voor velen de sprong van het meer intieme tot het openbare leven nog te groot? Is de vrouw zich nog niet ten volle bewust van de kracht die uitgaat van onderling samenzijn, vansamenwerking, van 't gevoel van samenhoorigheid, van 't streven naar n doel al moge voor 't oogen blik dit doel nog naar veler meening een utopie zijn ? En toch hoe vurig wordt ook door de vrouw naar vrede verlangd. Moeten niet alle denkbare krachten van de zwakste tot de sterkste er op gericht lijn, mede te werken, om te trachten elk naar zijn ver mogen in het belang der menschheid aan den rampzaligen al-verwoestenden oorlogs*toestand voor goed een einde te maken ? De hamer is gevallen, de voorzitster heeft een kort, opwekkend openingswoord, gesproken, de 2e Vice-presidente geeft een zér belangrijk overzicht van het Internationale werk. Sinds het congres in 1915 zijn internationaal aan het secretariaat ontvangen 1200 brieven en werden 2300 uitgezonden, getallen, die voor zich zelf spreken. Daarna treden in vijf afdeelingen verschil lende spreeksters op. 't Zijn de inleidsters van de op 't programma vermelde punten van bespreking, de vrouwen die de verhandelingen aanvullen of het punt in kwestie van andere zijde bezien, en last rot least de debatsters. Het .eiland ligt veilig in de omarming van het duin. Vooral de Zuidwesthoek, de windkant, is duchtigversterkt. Heel in hetNoorden ligt een duinengroep, die eens een afzon derlijk eiland vormde, daar staat de hooge -vuurtoren. Een even belangrijke groep ligt Noordwaarts van het dorpje Koog. Die om sluit belangrijke duinpiassen en is met het vuurtoreneiland verbonden door een enkele reeks, die met menschenhulp is ontstaan: den Stuifdijk. Maar op het zeer breed strand westelijk van dien dijk hebben zich weer nieuwe duintjes gevormd, die sluiten onvol komen de groote Sluftervlakte af. Doch zuidelijk van Koog worden de duinen al breeder en breeder totdat zij in den zuid westhoek een volslagen bergland vormen met vele heuvelreeksen, afgewisseld met breede valleien. Daar ligt ook het Loodsmansduin, de hoogste top van het eiland en niets is mooier dan om van dien top af of van den Fonteinnol of van den Hoogen Kaap af het eiland te overzien met al zijn gezellige dorpjes. Vlak langs den duinvoet liggen de mooiste wei- en hooilanden en de. slooten daar door heen zijn frlssche duïnbeëkjes, kleurig van blauwe beekpunge en witte beeksala. Ook heeft zich hier en daar een boschje gevormd, hoog sterk geu rend elzenbosch vol varens en kamperfoelie. Eertijds strekte zich van de Fonteinnol tot nog voorbij Koog een golvend heideveld uit met hier en daar een plasje en een verwaar loosd afvoerkanaaltje er door heen, waar ook altijd frisch water stroomde. Toen ik vijfentwintig jaar geleden op het eiland woonde was die Meent" een ware schat kamer van vogels, bloemen en vlinders, maar nu'heeft het Staatsboschbeheer er een aardig dennenbosch van gemaakt met hier en daar een fleurig hooiland. Dat bosch vormt een nieuwe aantrekkelijkheid en het ver dwijnen van de Meent behoeven we niet al te zeer te betreuren, omdat dergelijke terreinen op het eiland nog te kust en te keur te vinden of te maken zijn. Al die duinen zijn staatsdomein. Als de Staat eens zijn aandacht gaat schenken aan het bewoonbaar maken van Nederland, dan kan het Texelsche duin nog tot een van de schoonste ontspanningsoorden ter wereld worden gemaakt. Tot kort geleden werd het perceelsgewijze verhuurd en toen graasden er vele vlugge en hongerige schaapjes, zeer ten nadeele van den plantengroei en van het duin zelf. Gaandeweg komt daar ver andering in en nu worden er bosschen en weiden gemaakt. Maar nu is er toch veel voor te zeggen, om, nu de schapen eenmaal het veld hebben geruimd, de duinen en valleien van den zuidwesthoek verder on gemoeid te laten, dan worden ze misschien nog net zoo mooi als voor zestig jaar, toen de lepelaars en purpurreigers broedden in de breede valleien, die thans door de Mokmaken? Door te bespreken op welke wijze de vrouw invloed zal kunnen oefenen om in de toekomst het uitbreken van oorlog te verhinderen, om dus bewust werkzaam te zijn in het belang van een duurzamen vrede, diarvoor kwamen zoovele vrouwen op 28 en 29 April in Den Haag bijeen. Het be wustzijn dat op diezelfde dagen ook vrouwen met hetzelfde doel bijeenkwamen te Christiania, Stockholm, Kopenhagen, Dublin en Bern, wellicht ook nog in anderelanden waarvan de berichten het bestuur van het congres niet hadden bereikt droeg er in niet geringe mate toe bij om bij alle deel neemsters de overtuiging te doen groeien, dat in de toekomst vrouwen over de geheele wereld zich zullen inspannen om de mensch heid voor de verschrikkingen van nieuwe oorlogen te helpen behoeden. Dat dit geen ijdele grootspraak is, en dat door regeeringen in oorlogvoerende landen wel degelijk vrees wordt gekoesterd tegen het verspreiden van pacifistische denkbeelden door vrouwen die aan het Internationaal Congres in 1915 hadden deelgenomen, be wijzen enkele mededeelingen door mej. Rosa Manus over het buitenland gedaan. In Frankrijk wordt het werken van het Comitévan Vrouwen v. Duurz. Vrede door de Regeering zeer bemoeielijkt; de leden kunnen niet rechtstreeks brieven ontvangen. In Duitschland moet in 't geheim gewerkt worden; in Italiëstaat de hier door het Intern. Congres zoo bekend geworden mad. Genoli onder politietoezicht. Het werken voor vrede is in dat land op 't oogenblik strafbaar. In Finland kwam slechts hecademing na de Russische revolutie; eene der Finsche vrouwen meldt, dat zij thans vrijuit kan spreken en ook weer brieven mag ontvangen. Op n dag ontving zij alles wat sedert een jaar voor haar bij de post wasaangkomen! Ondanks al deze belemmeringen werken echter de vrouwen. In Frankrijk is ten spijt van alle tegenwerking een bijeenkomst van het vrouwencomitégehouden; in Duitschland werkt een comitéom invloed te krijgen op de scholen, ten einde de jeugd voor de toekomst met het vredesdenkbeeld vertrouwd te maken; uit Oostenrijk worden telkens naar het bureau te Amsterdam gelden ge zonden om het internationale vredeswerk te steunen. Met deze feiten voor oogen mag men veilig aannemen dat, wanneer het den vrou wen ernst is, zij in de toekomst invloed zullen kunnen oefenen tot het in stand houden ran een duurzamen vrede. De onderwerpen die ter behandeling waren gekozen, leenden zich zeer goed voor een veelzijdige belichting van het vraagstuk. Om tot een toestand van blijvenden vrede te geraken, moet de wereldbeschouwing van de menschep zich wijzigen. De wijze waarop mr. Clara Wichmann dit gegeven behandelde, is boven allen lof verheven. Zeer objectief en blijk gevend van een juist inzicht, goed doorwerkt en geheel af was haar rede. Het leven is In alle schakeeringen een strijd: uit zucht tot. zelfbehoud, uit vrees voor zelfvernietigingj Iedereen acht zich zelf steeds bedreigd en is dientengevolge maar al te Mevr. dr. van denBergh vanEysinga?Elias houdt een der besprekingen zeer tot strijden bereid. Er is vóór de Ont branding van eiken strijdeen wisselwerking geweest van misverstanden en niet begrijpen zoodat de schuld wel steeds aan twee kanten is te zoeken. Toch zijn we zoozeer gewend aan strijd, en verliezen gewoonlijk zóó sterk de onpartijdigheid uit het oog, dat we bij elke botsing terstond gereed zijn met de vraag: wie is de schuldige? Het goede is nergens uitsluitend, evenmin sloot worden gedraineerd. Sommige van die valleien zijn echte heidevelden,dichtbegroeid met struikhei en dophei en met de frisch groene kraaiheide, die 's zomers zwarte bessen krijgt, waar de wulpen zooveel van houden. Kruipwilg vormt er het voornaamste struikgewas, berken zijn er veel minder dan ge verwachten zoudt, maar hun afwe zigheid wordt vergoed door de jeneverbessen, die enkele heel schilderachtige groepen vormen en met een beetje aan moediging den hoofdtrek van dit landschap zullen vormen, zooals 't ook behoort. Op lage, vochtiger plekken bloeien in den zomer de witte orchideeën en later wintergroen, parnassia, bastaardmuur en gentianen. Waar het nog natter is groeien riet en bie zen en cypergrassen in velerlei verscheiden heid, daaronder ook de geduchte galigaan, meer dan manshoog, die met zijn vlijm scherpe bladranden haast ontoegankelijke partijen vormt. Geen wonder, dat daar ook een rijke dierenweJeld bloeit. De kamperfoelie lokt daar de zeldzame glasvleugel-pijlstaartvlinders, de steile heuvelranden zitten op menige plaats vol met de nesten van alLrlei graafwespen en graafbijen, daaronder de groote óehangersbij van den zeekant, die de bla deren van de jonge witte elzen kringvormig uitknipt. Allerlei muizen glppen tusschen de struiken door, beducht vobr wezel en hermelijn. Maar bovenal is het hier weer een land van vogels. De steltloopers treden hier op den achtergrond, hoewel de alomtegen woordige kievit niet ontbreekt en ook de wulp op enkele plaatsen zijn nest heeft. als het slechte. Wie eigen schuld wil trachten te ontdekken en wil leeren inzien, zal gaan begrijpen dat bij de tegenpartij dezelfde gevoelens moeten bestaan. Evenwel, hoe vredelievend en tot begrijpen geneigd ieder individu ook moge kunnen zijn, zoo is toch een wereld zonder strijd ondenk baar. Het hangt er maar van af op welke wijze de strijd gevoerd wordt. In andere tijden, met andere zeden, moesten wel oorlogen ont staan, en hebben oorlogen grooten invloed gehad op de ontwikkeling der wereldge schiedenis en op de beschaving. Het valt niet te ontkennen dat ook het afschuwelijke strijdmiddel dat oorlog heet, in zijn gevol gen menigmaal aan de menschheid ten goede is gekomen. Doch daarom behoeft de oorlog niet te blijven, nu andere middelen kunnen gevonden worden om gerezen geschillen te beslechten; de strijd zal niet kunnen ver dwijnen, maar de strijdmiddelen moeten anders worden en mogen in de toekomst Mevr. Kapteyn?Muysken in het debat niet langer zijn: het plegen van ruw geweld. Om evenwel tot zachter strijdmiddelen te geraken, moet de menschheid innerlijk ver anderen. Ware vredelievendheid beteekent niet enkel afschuw van den oorlog; zij be teekent dat men ook anderen in vrede tot hun recht wil laten komen. Een dergelijke gezindheid kan niet enkel ontstaan door sociale maatregelen; vele factoren moeten mee-arbeiden om tot betere toestanden te geraken. Ook het feminisme. Ook in het vrouwenleven is strijd, zoo goed als er bij den man een vredestoestand kan heerschen. Doch de vrouwelijke levensbeschouwing, in vele opzichten afwijkende van de tot nu toe uitsluitend heerschende, moet meer invloed krijgen op het wereldgebeuren, zij het niet enkel en het meest naar buiten uit. Dit korte resumélijkt mij de quintessence van wat mr. Clara Wichmann op zoo uitste kende wijze uiteenzette. Ik zou hare rede willen noemen het hoofdmoment van het Congres, waaromheen al het andere zich gemakkelijk laat groepeeren, omdat het er met tallooze draden mede te verbinden valt. Ook mevr. Van Itallie?v. Embden weesop de noodzakelijkheid van de innerlijke ver andering van het menschelijk gemoed. Van binnenuit moet de hervorming komen, anders zal opnieuw de hevige, ook de economische strijd ontbranden. Keert terug tot een een voudiger leven, roept mevr. Van Itallie den vrouwen toe, anders worden uw mannen tot lastdieren en tot nieuwen en heftlgen bestaansstrijd aangespoord. Men spreekt van een vreedzaam economisch werken na den oorlog; doch in werkelijkheid dreigt een economische jachtstrijd, die er op ingericht zal zijn de productie tot het uiterste op te voeren, wat ten slotte weer zal moeten voe ren tot nieuwen strijd. Ook wat dr. Aletta Jacobs in haar warmgevoelde rede zeide over de noodzakelijkheid van invoering van vrouwenkiesrecht, sloot zich geheel en al aan bij het betoog van mr. Wichmann. Het is moeielijk om over vrouwenkiesrecht iets nieuws te zeggen ; maar het gelukte dr. Jacobs bijzonder goed om juist uit het physieke wezen der vrouw, uit haar natuurlijk instinct den haar inge boren afkeer van het voeren van oorlog te bewijzen. Dat men in de oorlogvoerende landen, waar men voor voldongen feiten staat, n oorlog niet meer te keeren is, vrouwen vindt die oorlogzuchtig worden en die meehelpen aan het maken van munitie, valt eveneens uit diezelfde instincten te verklaren. Daar ziet de vrouw haar kind bedreigd, evenals het dier zijn jong, en zij acht iedere kogel een middel .om een vijand van dat kind te ver nietigen. Doch geen enkele vronw zal oorlog wenschen, zij het slechts krachtens deze natuurinstincten; vandaar dat haar deelheb ben aan het staatkundig leven van krachtigen invloed zal zijn op het behoud van een duurzamen vrede. . Mevrouw van Biema?Hijmans, die tot taak had het economische vraagstuk te be handelen, toonde zeer duidelijk aan hoe juist uit economisch oogpunt gezien, geen oorlogen meer mogen voorkomen. De ont wrichting van het economisch leven zal niet eindigen bij het ophouden van den oorlog, en nog langen tijd zullen de regee ringen moeten ingrijpen. Doch niet enkel de overheid is bij machte om het leven weer tot normale toestanden terug te voeren. Ook hier zullen vrouwen moeten meehelpen. Hoe gaarne zou ik releveeren al het goede dat gezegd werd! Dan zou ik ook vertellen van de rede van mevr. Da Jong v. Beek en Donk?Kluyver, die getuigde van helder internationaal inzicht, al Het zij feitelijk onbesproken de verhouding welke de vrouw met betrekking tot de vredesbe weging tegenover de internattonale vraag stukken kan innemen. De debatten, stonden menigmaal op zeer hoog peil. Mijn plaats ruimte is echter te zeer beperkt dan dat ik volgens mijn wensch zou kunnen schrijven en memoreeren. Laat ik dan als eindindruk geven dat dit Mevr. dr. Aletta Jacobs houdt de i/ileiding £over het Vrouwenkiesrecht en den Vrede nationaal congres is geweest een vrucht baar samenzijn, waar aan vele vrouwen den weg is gewezen naar wat voor haar te doen valt, en waar vele anderen kracht heiben geput om op dien reeds ingeslagen weg moedig en volhardend voort te gaan. F. S. VAN BALEN?KLAAR iiniiiimmiiiMiiMiMiiiiiiMimiMim Tricot Danies-Ondergfoederen AMSTERDAM, leidschestraat 15 Tclef. 5951 HAARLEM Groote Houtstraat 16 Telef. 476 Vraagt de Geest des Tijds: Brochure Grondstoffen en Hygiëne. Ja, in een klein nat delletje huist ook de watersnip, die snel omhoog vliegt, dan gaat rondzweven en telkens bij het snelle dalen een geluid laat hooren als het blaten van een schaap. Zijn nest is buirengewoon moeilijk te vinden eu toch liggen de groengele donkergevlekte eieren vrijwel open en bloot op de enkele takjes en sprietjes. Kleine zangvogels huizen er vooral. We behoeven maar rustig te gaan zitten, om ze te zien te krijgen. Uit de kruipwilgen flad dert zingend een bruin vogeltje omhoog met opgeblazen witte keel, dat is de grasmusch. Leeuweriken zwieren onophoudelijk omhoog en niet eenvoudiger vlucht en simpeler hoe wel "zeer schoone zang, komt óns ook de duinpieper bekoren. Dan volgen ook tapuit, kneutje en paapje en 's avonds hoort men hier het fijne rateltje van den sprinkhaanrietzanger of duinsnor zooals Jan Verwey hem noemen wil. Er komt ook een partijtje spreeuwen opdagen en een torenvalk. Ook jagen we velduil op. Verweg strijken een paar bergeenden neer, die hebben een nest in een konijnenhol; de wilde eend en de slobben vinden ook in hei en bies een schuil plaats. De.meest trotsche vogel van het gebied is de'aschgrauwe kiekendief, een van onze mooiste roofvogels. We hebben nauwelijks de duinvlakte betreden, of hij zweef t boven ods hoofd eerst in enge kringbanen met den wind mee en dan in lange lijnrechte glijvlucht tegen den wind in. Torenhoog gaat hij vlak over ons heen, we kunnen de gele pooten recht uitgestrekt zien tegen de lange staart. Als hij omzwaait en zijn vleugels het zonlicht opvangen, zien wij het mooie tiiiitimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiii lichte aschblauw, kenmerkend voor het mannetje. Het wijfje is bruingevlekt en de jongen, aanvankelijk in het witte onschuld kleed, huizen in het nest op den grond tus schen kruipwilg of hei of wat nog beter is middenin de vinnige galigaan. Deze kiekendieven huizen op onze Wadden-eilanden tot Schiermonnikoog toe ; ze leven hoofzakelijk op de kleine strandvogels, die hier eigenlijk het heele jaar door krioelen. Deze Texelsche duinen zijn onovertreffelijk mooi en ze kunnen op zeer eenvoudige wijze nog veel mooier worden gemaakt. We behoeven maar op enkele plaatsen de Moksloot van stuwen te voorzien, dan krij gen we een lange reeks van meertjes en moerassen tusschen de heiden en de heu velen en dan zal dat landschdp zeker tachtig percent van de Nederlandsche Flora en Fauna bevatten. Het werd zeker wereldberoemd. Meer zal ik van Texel niet vertellen. Ik wilde alleen maar eens laten zien, welke goede kansen de Hemelvaart-excursie van de Vogelbeschermers geeft. Maar wie Texel echt wil kennen, moet er minstens eenige jaren eenige weken aan wijden. Zooals ik reeds zei, ben ik daar al een kwarteeuw mee bezig. JAC. P. THIJSSE Texel. (DEN BURG). Hotel DE LINDEBOOM". TELEFOON No. 9. ' Eig.: S. TER HORST.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl