De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 12 mei pagina 10

12 mei 1917 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 12 Mei '17. No. 2081 De werkelijke waarde van een FONGERS-rijwiel is in overeenstemming met den prijs. Van hoeveel (of liever van hoe weinig)andere merken kan dit worden gezegd. IIIIIIIIIIMIIIIllllllltllllllllllllllllIIIII 't Verloren Uurtje Soms ben ik bij me-zelf te gast en snuffel in mijn eigen boeken Ik blader wat een doelloos zoeken totdat ik na zoo'n losse tast wat treuzel wen ik word verrast door 'n versje dat 'k attent blijf lezen. Moest daar dat zoeken dus naar wezen ? " Voldaan sluit ik mijn boekenkast. Ook 't Leven heeft zijn stille uren waarin we schemeren bij 't zachte licht, om bij ons zelve in te gluren en daar te vinden zoo een klein gedicht dat ongelezen al zoo lang te wachten lag op een verloren uur van 's Levens drukken dag. \ ERNST GROENEVELT niitimiiiiimiiiiiiiiii IIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIfmillllllllllllllllllllll. BKHSEffiHJ-y VRAOENRUBRIEK voor Algemeene Wetenswaardigheden J. L. F. te D. Welke zijn goede of uitsteAr«r<jte werken over algemeene geschiedenis, beknopte en uitgebreide? Zoodanige werken zijn: Brugmans en Kernkamp, Algemeene ge schiedenis, 4 deelen, f20. Van Gelder, Algemeene geschiedenis. Hiervan verschenen tot nu toe deel 1?3, per deel geb. f 6.25. Lavisse et Rambaud, Histoire générale du 4e siècle a nos jours, 12 vols, h f 13.20. Fontane, Histoire universelle, 13 vols, per deel f4.50. Beckers Weltgeschichte, Bearb. v. Miller u. Grotz, 6 Bde, 5. Aufl. f26. Allgemeine Geschichte in Einzeldarstellungen, Hrsg. von W. Oncken, 44 Bde ± ? 530. Helmolt. Weltgeschichte, 2. Aufl., 10 Bde, per deel f8.15. IIIIIIIIIIHIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIllllllllllllllllmillMIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII MSTERÜflrlSCrtE Een Epos in vele zangen door MELIS STOKE Geïllustreerd voor De Amsterdammer" door Is. van Mens Eerste Zang De dichter waarde niet, als hier, langs Phocis' wegen tot 't zingen van dit lied, zoo niet zijn zinnen negen naar whisky en naar bier, en zoo geen tijdverdrijf zijn ziele nader stond dan warme groc met schijf. Want 't is geen vreugde-zang, die van zijn harp gaat vloeien, en 't is geen dichtervuur, waarvan zijn' oogen gloeien Hij opent voor een zee van drank de breede sluizen van zijn gemoed. Hij zingt van zijne koffiehuizen. Hij opent voor een vloed van rijm de dorre splete van zijnen mond, en wil van kunst noch kunstwerk weten. ... En sluit de oogen voor de bleeke aangezichten der houders van café's, die hem straks zullen richten Zoo weet dan, lezer, dat in 't Noorden van Europe, men om het andere huis een kroeg kan binnenloopen, en drinken naar zijn lust... Maar kroeg en kroeg zijn twee! Zoomin als vrouw is vrouw is koffiehuis = café. Geen twee zijn er gelijk, voor wie op mér nog let dan op een bronde pruik of een verguld buffet. Hij die van vrouwen spreekt, als wezens van n soort, is geen bewuste mensch, doch onbewust bekoord. Zoo is ook hij een dwaas, die, dom en vergenoegd, uit. 't eene koffiehuis het andere binnen-zwoegt. Helaas! ons Amsterdam is niet aan menschen rijk die, zonder borrelpraat, doch steeds zichzelf gelijk, in 't roezigst van café's en in sigaren-wolken, temidden van 't gesnap van Oostelijker volken hun heider-denkend hoofd en stillen lach" bewaren, TJZT ie. fmjfn ' jK&a/f'doit UM,? ttf-K^uS^i iftniVma J&n, oCcuorf*&£f> 1%. ^TncLa^rvavr&L '3.?n / . ^. / -^^ TT^tf&sM. ^6-^^eéc^T'<2KJ'f- '0"-I^T'^%.T "''ï- -'a' '^a^o^n&efn^, <<pF '-Z&^ ^lwtzZ'tff<=^UJ^ cr0^\yjuppen rfwitwtfT'<&$&>*[ IIIIIIIIMIIHIMIIIIllimillll Jeemïerf?2< l^^^'K^&tii ~iad irfjé&rvS'M'ri r^tfe, cA Jm'oJèrn^rn^ u&a^^waP6^67&& ^ ^n^fnAm^ \^'^eMfk^ &r'a^r.^^m&É\ iiiiiiiiiiiiuiiiiHiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiitiiiiiuiiiiniiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Jager. Weltgeschichte, 4 Bde, 7. Aufl., per deel f6.50. Lindner, Weltgeschichte seit der V lkerwandering in 9 Bdn., per deel f 4.90. v. Ranke, Weltgeschichte, 3. Aufl., 4 Bde, f32.50. iMiiiiiiiililliliiiiiiiiiliiiiiiilimiliiiiiiitiiiimiiiiiiiiliiiliimiiiiiiiiliiiiiii en niet, den avond door, scherp snateren of stom staren. De ledigheid eens kroegs is slechts voor dwazen'en wijzen; de groote tusschensoort moet werkende vergrijzen. De wereld moet een mensch veel wijze lessen geven, vóórdat hij in café's en ledigheid kan leven. Zoogoed als in een kerk, vindt men ook in café's op honderd menschen n, die, sterk van geest en vleesch, der dwazen mede-dwaas en ijdel schijnt als zij, doch die een Hadschi is in kerk of brasserij. Hij pijlt met loomen blik den waren aard der dingen, Hij ziet 't gelaten aan, hoe grijsaards, jongelingen en vrouwen, licht van zin, of minder licht, of zedig, maar met nzelfde doel, zoo lijdelijk als ledig, verwachten het Genot, 't zij il- of minder kuisch tesamen-hokkend in den tempel Koffiehuis. Niets blijft zichzelf gelijk, in 't wisselen der tijden, en zoo ook koffiehui- ? -zen aan dit euvel lijden, zoo zijn ze'als Moeder Aard' die steeds blijft circuleeren; de menschen komen er, ze praten, gaan en keeren. Ze praten allemaal in 't Hollandsch en 't Chineesch als eenig onderscheid, op aarde'en in café's. Ze praten juist of plat, met kennis of met buur, hun heele leven lang, tot aan het sluitings-uur. Geluk is 't beste nog, wat hun kan wedervaren, voor d'een als Chambertin, voor den ander oude klare. Het sluitingsuur is plicht, de rekening 't geweten, En 't nageslacht herstelt, wat pa heeft opgegeten. Alleen de Hadschi zwijgt, en heeft geen vaste kroeg, Hij vindt ze alle leeg en vol en goed genoeg. Kom, lezer, vat mijn hand, wij gaan dien Hadschi na, en nemen tot dat doel de taxi Femina. Wij nemen de café's zoo'n beetje alfabetisch. Ziet! de chauffeuse bloost, de tocht is niet aesthetisch. Reeds hoort zij de muziek; het is een zwoele wijze. Wij gaan den tempel in, het is de Bordelaise. Spamers Weltgeschichte, 4. Aufl., 10 Bde, per deel f7.80. Weber, Lehr. u. Handbuch d. Weltge schichte, 22. Aufl., 4 Bde, f 26. The Story of the nations, A se. ies of short popular histories, 40 vols, per deel f3.25. imlinimiinimiiiinminiiminiiiiiiniinnmiinuminiimtiHfimifiuii Tweede Zang. Wanneer uw tante op het thee-uur huiswaarts gaat, en daartoe, wandelend, passeert de Leidschestraat, slaat zij een schuwen blik, naar rechts, en loopt vlug door. Daar staat Café-Concert". Muziek streelt haar het oor. Hier past geen schuwe blik, en ook geen oude tante, Reserve-luitenants zijn hier de vaste klanten, en Indischgasten, die, f-" vol drank en vol vertier, zich onderhouden met *u. ?..-.::?; de meisjes van pleizier. Hier ziet een schuch'tre knaap voort 't eerst de veile taille van een ex-keukenmeid, nu knabbelend op pommes-paille. En jonga knapen, pas de handelsschool ontvlucht, vervullen met getier de reeds bedorven lucht; terwijl het nauw-behaard, doch jeugdig-rose hoofd eens eerstejaars-students gelijk een sappig ooft temidden van den walm van cigaretten lacht. Dit is het bitter-uur; UtllMllltllllllllllllltlMltlllllllllltlllllmlMMIII H. C. te U. Bestaat er ook een oud-Malthusianisme ? Met dit woord wordt wel eens aangeduid het ongehuwd blijven van afstammelingen van adellijke familieën en patricieërs, hetzij omdat zij geen voldoend vermogen hadden llUJIIIIlnlIIIIIJIIIIlnlimilllimlnllmlminnmlinnmlmlmnnmnnm en Zunki's strijkstok smacht een jonge vrouw aan 't oor... hartstochtelijke bede, die zij niet hoort; ze ziet een ouden heer, beneden, met diens bejaarden vriend, die, lachend, op haar duidt. Straks eten zij, vereend, 't menu van soep tot fruit. Ziet, hoe reeds na dien soep zijn kale schedel glanst. Zij zelf is opgestaan, : en met een jonkman danst ze, tot een nieuw gerecht, 't zij kip of vleesch of visch gebracht door Jan of Smith verbreekt de ergernis. Maar, tegen kwart voor acht, gaan ze naar een theater; dan wordt de tempel stil, tot half tien, of later, wanneer een voetbal-club haar' overwinning viert. Een kring van ernstige en oude heeren siert een hoek van het lokaal. Ze hebben juist vergaderd. Hun hoofden zijn verhit, hun slapen paars door-aderd. * * * Wanneer ge vriend of maag' dit lusthof wilt vertoonen, Kies dan het eerste uur des middags; enkele schoone en stille jongelui, deels mager, deels gezet, bekijken 't ochtendblad bij hun café-complet. Dan blijft het rustig tot een uur of kwart na vier; stuur nu uw tante weg, (vóór het gemengd vertier!) * * Doch verder gaat détocht. Nu toon 'k je, als je wil" zoo zegt de Hadschi ons een plaats waar het meer stil, wat minder tierig is!" Rijd ons nu, spreekt de wijze, tot Femina, naar de Taverne Louis Seize." Derde Zang. Daar, waar het stadsverkeer het hevigst deint en woelt, daar rijst een blanke kaap uit 't Rembrandtplein. Men voelt, dat hier het ruw geweld van 't arme straatvolk breekt. hetzij omdat zij den moed of de bekwaam heid misten om het te winnen, hetzij standsvooroordeelen of behoeften boven hun ta lenten hen weerhielden een huwelijk te sluiten, waardoor verschillende van deze familieën zijn uitgestorven. iiiimiinimimiiimnimnmnnmin Het is een blank gebouw, dat trotse h naar voren steekt. Schuif een gordijn terzij, en treed behoedzaam nader. Hier is geen strijlrmuziek, 't is stil, en in een cadre van Franschen vorstenstijl, ziet ge dra allerhande versierde dameshoe-den en beringde handen. Hier heerscht het kapitaal; het oog, van alle kanten verblind door glimmend haar en goud en diamanten, waart rond, en streelt alom de golvingen der buiken. van flesschen kostbr'en wijns en mannen. Kreeft en kuiken zijn hier, ginds caviaar, en elders schoone peren. Geloofde men het oog, men zag slechts millionairen. Doch ziet, temidden van die kostelijke schare zijn ook eenvoudigen. Zij drinken oude klare. Hier vloeit het bitter-uur met dat van het diner zoo liefelijk ineen als blauwe lucht en zee. Hier brengt de handelsman zijn gade of relatie. Hier vloeit het zoete geld van menige speculatie. En als het kerstmis is, dan slingeren hulst en bessen zich om het tafeltje van hem en zijn maitresse. Dit alles neemt niet weg, dat het geheel niet raar is, wanneer men advocaat, en rechter en notaris hier laat nog samen ziet. Ze noemen het hun Sijsje" Ze praten politiek, en kijken naar geen meisje. Breng hier gerust uw vrouw of oude tante mee, en fluister haar in 't oor de tooverspreuk : O. W. * * » Doch hoort! De Hadschi roept, vooruit maar weer, wat denk je'ervan wanneer wij nu eens gingen naar de Yank?!" (Wordt vervolgd).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl