Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
12 Mei '17. No. 2081
VERHAEREN-HULDE
met teekeningen voor de Amsterdammer"
van Is. van Mens
Boutens keek eens naar van Eeden die
schuins voor hen zat. En vanEeden keek eens
naar Boutens die schuins achter hem zat.
Zij werden zeer somber en peinsden bij de
povere vertoning daar voor hen pp het
tooneel: ziehier nu de roem der dichters.
Moest die arme stille Verhaeren eerst
wereldberoemd worden en daarna tra
gisch en gewelddadig sterven om zóó slap
en zóó burgerlijk in de Schouwburg te
's-Qravenhage gehuldigd te worden.
Inderdaad voor dichters was het droevig
en deemoedigend schouwspel. En voor de
vrienden van Verhaeren was het pijnlijk om
aan te zien.
Verhaeren is te midden van het tumult
om zijn naam altijd de meest bescheiden
mensch gebleven. Hij was bedeesd, vreesde
iedere luidruchtige openbaarheid en had een
afschuw van alles wat naar reclame zweemde.
Maar wat hij eischte van zich zelf en van
-allen om hem, wat hij vroeg van het leven
en de kunst, dat was: ernst.
En de ernst in dien volstrekten zin die
Verhaeren er aan hechtte, dat hooge en
gedragen levensgevoel, misten wij op dezen
avond. 'Ondanks de onbaatzuchtigheid,
ondanks de opofferingen, ondanks alle goeden
wil is dezen avond er een geweest van een
dilettantisme, zoo burgerlijk en zoo banaal,
Cyriel Buysse, Voorzitter van het
Comité, die vanuit zijn loge het publiek
in de zaal monstert
dat het sommigen als een beleediging van
het Dichterschap toescheen.
De heer Johan de Meester hield een rede.
De spreker stond achter een houten
muziekstandaardje te midden van een groote, leege,
leelijke kamer. Zijn stem droeg niet ver.
En hij maakte zijn publiek niet warm, hoe
echt en innig bedoeld en gevoeld ook alles
was wat hij uitsprak. Hij sprak van de
groote huldiging ra den oorlog. Als alle
volkeren op n na naar Brussel
zullen komen om kransen te leggen aan de
voet van het hoogoprijzend
Verhaerenmonument. En hoe wij dan niet alleen een groot
Dichter, maar in hem een groot volk zullen
verheerlijken, dat door het lijden gelouterd,
nog vruchtbaarder zal zijn voor de Schoon
heid, die er tevoren reeds zoo rijk bloeide.
Dit alles was nu heel mooi gedacht. De
Meester kent Belgiëdoor en door. Hij heeft
Belgiëvan harte lief. Maar hij is te weinig
geboren redenaar om wat hij gevoelt te doen
medegevoelen. Zijn toespraak klonk eer als
een nutslezing dan als een getuigenis.
Mevrouw Royaards en Charles Bernard
zijn bestemd om elkander wederzijds nooit
te begrijpen. En beiden hebben zij als voor
drachtkunstenaars groote verdiensten.
Mevrouw Royaards is al innigheid en
teedere schroom. Zij draagt een gedicht
voor zoo stil voor zich heen zoo fijn genu
anceerd en ingehouden, als vreesde zij haar
geluk om zooveel schoonheid te openbaren.
Charles Bernard daar tegenover is den
prachtigen rhetor. Bij hem is alles kracht
en gloed en welbezonnen effect.
Een rede van Bernard is een kunstwerk
niet slechts naar den litterairen maar ook naar
den rhetorlschen vorm. Ieder gebaar is bestu
deerd en tot een fijn gebouwd beeld vaneen
gevoel of gedachte gemaakt.
De woorden van Charles Bernard maakten
op het gehoor een grooten indruk. Zijn rede
is het eenige moment van schoonheid en
De Fransche Overheersching
in Pruisen.
Zelden is er een staat in korten tijd ten
onder gegaan als Pruisen in 1806. Zooals
bekend werd de hoofdmacht van het
pruisische leger bij Jena en Auerstadt uit elkaar
geslagen. De opperbevelhebber, de 72jarige
hertog van Brunswijk, die den oorlog tegen
Napoleon sterk had afgeraden, moest aan
zijn kwetsuren bezwijken. Prins Lodewijk
van Pruisen, een man met groote geestes
gaven toebedeeld, sneuvelde aan het hoofd
van zijn korps. En koningin Louise, die niet
minder dan haar paladijn prins Lodewijk,
den krijg had aangewakkerd, zag zich door
Napoleon in zijn bulletins gehoond. Bij het
nalezen van den Moniteur uit die dagen
enthousiasme in deze triestige viering ge
weest.
Mevrouw Julia Cuypers was een statige
Helene de Sparte, die werkelijk in gebaar
en actie de traditioneele tragedie benaderde.
De apotheose was ten slote het
ontstemmendst. Enkele figuren, nkele costumes:
wat jonge meisjes. Een zielige, witte buste,
een slecht geschilderd achterdoek. En dit
alles zonder spanning en zielsdrift.
Die figuren van Verhaeren, trillend van
stelde, een werkje als .La Dansa" eens
naast Salomé's Tanz" te kunnen hooren
dan zou zulks vermoedelijk aanmoedi
gend en ontwikkelend op zijn kunstenaars
schap werken, een kunstenaarsschap, dat
nog vraagt naar vrijere expansie der muzi
kale vorm, die overigens voortreffelijk wordt
beheerscht.
Een man als deze wil en kan zeer zeker
levende kunst" schrijven; zulks toont hij
Dr. F r e d e r i k van Eeden, lid van
het Comit
Prof. Dr. Leo van Puyvelde,
aldoor bezig en alom tegenwoordig, een
vriendelijk gastheer en een ijverig secretaris
Vlaamschen vitaliteit, zijn helden en zijn
heerlijke landloopers, zijn charpentier de
Locristy, die twaalf pinten bier dronk, op
lederen slag van de klok n ... al die gigan
tische en ontstuimige menschelijkheid werd
samengedrongen en ingedampt tot een rom
melige Panopticumvertooning.
En bovendien, behalve een totaal gebrek
aan intuïtieve kennis van het wezen des
dichters, bewees dit spektakel een volkomen
afwezigheid van goeden smaak, van con
structief begrip en van kleurenzin bij de
leiders. Kortom: het was erger en ergelijker
dan een bruiloftsvertooning.
Wij gingen heen met gedachten aan den
stillen dichter, die de eigen verzen zoo stil,
zoo verzadigd van gevoel, kon voorlezen.
Hoe was deze luidheid en deze
quasiofficialifeit hem vreemd! Hij heeft immers
nooit iets anders gevraagd dan liefde en
aandacht. De beste Verhaerenhulde is Ver
haeren lezen. Met die ernst en overgave
welke de grondslag van zijn wezen zijn ge
weest. Opdat men leere wat hij altijd heeft
gepredikt: Ie culte de l'enthousiasme.
ORESHOFF
Jubileum Hubert Cuypers
Geestdriftig is onze talentvolle stadgenoot
gehuldigd door een breede schare zijner be
wonderaars, van wie er, naar ik wil vermoeden,
nog vele yerhinderd zullen geweest zijn, dezen
avond bij te wonen. Want onder de afwe
zigen schitterden helaas te vele kunstbroeders
van den jubilaris en het moet den laatste
wel goed gedaan hebben, bij monde van
den feestredenaar Jan Sol, in van juiste
waardeering getuigende woorden (gelukkig
geene holle jubileumsphrasen) nog eens te
vernemen, dat er toch menschen waren, die
aan het beduidend talent van dezen jongeren
Noord-Nederlander recht hebben doen weder
varen. Men hoorde de namen van Eduard
vonden we een paar van die modellen, welke
niet hebben nagelaten, zelfs bij menig fransch
militair, afkeuring te wekken.
Uit de verblindheid van zich nog even
onoverwinnelijk te wanen als in de dagen
van Frederik den Groote volgde na de
nederlaag, de nadeelige vrede van Tilsitt.
Zag het vernederde Pruisen zich toen tot
een tweede rangs mogendheid gedaald, de
gekrenkte natie legde zich daar niet bij neer.
Er ontstonden genootschappen waarin moe
dige geesten in stilte werkten ten einde het
gevoel van onafhankelijkheid en van haat
tegen het Fransche gezag onder het Duitsche
volk levendig te houden. Hierdoor werd de
beweging van 1813 voorbereid. Had de
fransche keizer bevolen dat Pruisen tien
jaar lang niet meer dan 42.000 man onder
de wapenen mocht houden, deze bepaling
trachtte Von Scharnhorst te ontduiken. Als
minister van Oorlog wist deze practische
man een italrijke reserve te vormen zoodat
hij in 1812 over het drievoud der door
Napoleon gestelde weermacht beschikte.
Ook het gehalte van dit nieuwe leger was
door het opheffen der buitenlandsche wer
ving, het afschaffen van stokslagen en
onteerende straffen en door zich het lot van
den soldaat aan te trekken aanmerkelijk
gestegen. Napoleon beging een misslag door
het aantal kleine duitsche vorstendommen
terug te brengen tot 32 staaljes. Hierdoor
ontstond een centralisatie in de duitsche
weermacht, daar ieder souverein toen een
kleine doch goed uitgeruste legermacht ging
organiseeren, welke later in coalitie met
Rusland veel tot 's keizers val zou bijdragen.
Bij de samenkomst van keizer
Alexander met Napoleon in October 1808 te Erfurt,
hadden allen, die het nieuwe fransche
regeeringsstelsel niet waren toegedaan, vernede
ringen te verduren. Gedurende dit congres,
Dr. P. C. Boutens, keek verwonderd
en ongeloovig naar het wisselend schouwspel
Keurvels.de on vermoeide kampioen der muzi
kale Vlaamsche beweging, die Cuypers
Terwe" en das klagende Lied" zich aan
trok en Ludwig Wüllner, die zijn
Wahlfahrt nach Kevlaer'1 te Keulen introduceerde.
Een Noord-Nederlander met een ietwat
breed Vlaamsch gebaar was zeker de man,
om de belangstelling van een Keurvels op
te wekken. Die neiging naar dat
breedVlaamsche" hebben we teruggevonden in
het orkestwerk la Danza"; ook in het
Bloemenlied" voor vrouwenkoor. Toch heeft
het ons ook nu weer getroffen, hoe, waar
het noodig is, deze componist fijne en teere
tinten weet aan te brengen. Zeer zeker heeft
C. ook buiten zijn oorspronkelijk domein,
het gebied der kerkelijke kunst, zich ont
wikkeld tot een schepper van
voornaamgevoelige muzikale lyriek. Die warme,
eenigszins Romaansch gekleurde lyriek spreekt
zoowel uit zijne Mis, als uit eene Ouverture
voor Adam in Ballingschap", waarin de
meer dramatische episoden intusschen wel
wat billijk met eenige verminderde
septimenopvolgingen worden afgedaan.
Deze critische beschouwing past wellicht
niet geheel in het kader van een jubileum,
maar, waar de muzikale leiders in de hoofd
stad ons slechts zeer sporadisch in de ge
legenheid stellen van het werk van den
componist kennis tt nemen, nemen wij deze
gelegenheid te baat, even bij zijn zeer be
langrijk talent stil te staan.
Misschien is het een kleine spoorslag voor
onze dirigenten aan talentvolle mannen, die
er nog niet zijn", maar par droit de
conquête" het recht hebben er te komen" de
behulpzame hand te bieden.
Wanneer men Cuypers in de gelegenheid
H. J. H a v e r w a n, die teekenende
geteekend werd
iimiiiMiiiiiluiiiiiiiliiiii
verhaalt freiherr Von Müffling in Aus
meinem Leben", kwam een gedeelte van de
fransche armee regimentsgewijze uit Pruisen
terug en werd, niet ongemotiveerd, op Er
furt gericht, waar Napoleon het voor de
poorten der stad in oogenschouw nam.
Sedert den vrede van Tilsitt had Napoleon
die troepen nog niet gezien. Keizer
Alexander, werd voor die revue door Napoleon
afgehaald, die hem aan zijn rechterzijde liet
rijden. Op het paradeveld aangekomen, gaf
Napoleon zijn schimmel de sporen en snelde
van den rechtervleugel het front voorbij,
zonder zich om keizer Alexander te bekom
meren, die op een paard van Napoleon
achteraan reed evenals een adjudant. Nadat
het legiment zich in gesloten colonne opge
steld had, riep Napoleon den kolonel toe:
les braves en avant". Een aantal officieren,
onderofficieren en soldaten traden voor en
plaatsten zich in een wijden halven kring.
Napoleon steeg van zijn paard, zijn gevolg
eveneens. Hij noodigde nu Keizer Alexander
en Grootvorst Konstantijn uit om rechts van
hem plaats te nemen. Links van hem stond de
prins van Neufchatel en Wagram, maarschalk
Berthier, met notitieboek in de hand. Het
nog opene gedeelte van den kring werd
aangevuld door de aanwezige vorsten en
hun gevolg. De regimentskommandant riep
nu volgens de rij ieder der aangetredenen
bij zijn naam af en stelde hem aan Napo
leon voor, die hem vroeg, waar en op welke
wijze hij zich onderscheiden had. Het regi
ment had bij Friedland tot de beslissing van
dezen slag bijgedragen waarvoor belooningen
golden. De krijgers verhaalden nu wat zij
gedurende dien slag hadden verricht. De een
had, eigenhandig, zooveel Russen gedood,
zooveel gevangenen gemaakt, de ander had
een vaandel veroverd, de derde kanonnen
buitgemaakt, een vierde joeg een russisch
bataljon in het water, waarin het verdronk.
Met aandacht hoorde Napoleon dit alles aan,
en bepaalde dan hetgeen de prins van Neuf
chatel opteekende javancement of légion
d'honneur. Bij ieder die voorkwam deed hij
altijd weer dezelfde vragen, zoodat dit ver
hoor op de aanwezigen den indruk maakte,
alsof het diende om keizer Alexander te
plagen. Aller oogen waren onwillekeurig op
den russischen keizer gericht, die in bedaarde
houding naast Napoleon stond, totdat de
laatste die voor een onderscheiding in aan
merking kwam zijn heldendaden in een
helder daglicht had geplaatst. Grootvorst
Konstantijn had zich intusschen en pour
cause" uit den kring verwijderd en bezich
tigde een bereden batterij. Geen nadere
verklaring behoeft het, dat de Russen en
Duitschers Napoleon's optreden niet weinig
onkiesch vonden, maar ter eere der
Franschen dient te worden gezegd dat op veler
gelaat afkeuring stond te lezen. Men ziet
hieruit dat de groote man wel eens klein
kon wezen. Nog een enkel voorbeeld. Zoo
noodigde hij keizer Alexander uit op het
slagveld van Jena met hem te dejeuneeren
en daarna een hazenjacht te houden. Waarom
moest nu juist dat slagveld daar voor wor
den gekozen. Ook Napoleon's maarschalken
namen aan die drijfjacht deel. De prins van
Neufchatel die als grand veneur" de leiding
had riep na den afloop der jacht Dieu
merci" omdat er niemand gewond was, want
de keizer die als slecht schutter bekend
stond, schoot maar in het wilde weg. Er
gebeurde echter iets dien zelfden dag dat
van weinig bekendheid is. Onder de vele
nieuwsgierigen die voor die jacht waren
saamgevloeid bevonden zich twee Pruisen,
welke het voornemen hadden opgevat om
Napoleon dood te schieten. Zij waren te
paard gezeten en hielden onder hun mantel
f,--Charles Bernard, na zijn rede, tril
lend van emotie en enthousiasme, in de
foyer geteekend
in de voor de hedendaagsche levende kunst
verstarde vormen der oude kerkmuziek, hoe
schoon op zichzeive ook.
Met den prachtigen onderlaag van rijke
kennis der vrije rhytmen en rijke polyphonie
der Roomsche kunst doet Cuypers ons den
declamatorischen vorm als zeer aanneem
baar aanvaarden in Heine's treffend
processiebeeld.
Het wekt een artistiek geheel, dat leeft
en de belangstelling gaande houdt ook van
hen, die buiten eenig geloofsverband staan.
Zullen de omstandigheden het den jubilaris
in de komende jaren mogelijk maken zijne
gaven te ontwikkelen in de richting der
moderne toonkunst ?
Wanneer onze muzikale autoriteiten zich
voor zijn werk gaan interesseeren, dan kunnen
we van hem vrij zeker eene ontwikkeliirg
in die richting verwachten.
Zoo niet, dan zal Cuypers' werk vermoe
delijk geen tijdperk van evolutie doormaken
en hij in hoofdzaak blijven een zeer talentvol
componist van kerkelijke muziek.
Mr. VAN LEEUWEN
In een loge, monumentaal en paisible,
zat Dr. Modest Terwagne,
gedeputeerde
piMiiiiimiimiilliuiiiiiui
hunne karabijnen verborgen. Maar wat wil
het geval. Daar verschijnt de keizer in een
open rijtuig gezeten en naast hem de broe
der van den koning van Pruisen, prins Wil
helm. Beangst zijnde, dat bij het afschieten
hunner karabijnen, de prins wel eens kon
worden getroffen, zagen zij van hun voor
nemen af. Indien die aanslag eens had
plaats gevonden en het beoogde doel bereikt
was, zou de verbrokkeling van de door
Napoleon geannexeerde staten zeker vijf
jaar eerder hebben plaats gehad.
C. F. GlJSBERTI HODENPIJL
Illlllllllllllllllllllllllllll
INDISCHE
UITRUSTINGEN
VOORDEELIG5T
ADRE5'.
AU BON
MARCHE
A.DEVRIE5&ZONEN
AMSTERDAM
ROTTERDAM
DEN HAAG
UTRECHT
BAACIN