Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
19 Mei '17. No. 2082
^\ ,.
f
t'
f
t
*?"'
De werkelijke waarde
van een FONGERS-rijwiel
is in overeenstemming met
den prijs.
Van hoeveel (of liever van
hoe weinig)andere merken
kan dit worden gezegd.
iiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
OP DEN ECONOMISCHEN UITKIJK
Bedrijfsorganisatie
De vraag .naar toekomst-mogelijkheden
voor de ontwikkeling onzer volkswelvaart
blijft aan de orde en blijft gelukkig
in breede kringen de aandacht wekken. Het
Is een heugelijk verschijnsel dat er tegen
woordig voor deze dingen meer belangstel
ling bij het Nederlandsche volk bestaat dan
vóór den oorlog. Te verklaren is dat wel:
onze nijverheid, landbouw, scheepvaart,
handel grijpen thans door het
oorlogs-isolement dieper in oas eigen economisch leven
In. En zoo komt men in breeder kringen er
toe, meer dan voorheen te letten op alles,
wat den groei dezer takken van nationaal
welzijn kan bevorderen.
Tot dat doel zal, dunkt mij, bedrijfs
organisatie in niet geringe mate kunnen
bijdragen. Het woord kan in verschillende
beteekenis worden gebruikt; hier wordt
daaronder verstaan: eene vaste, blijvende
regeling voor gemeenschappelijke beharti
ging van gemeenschappelijke belangen op
economisch gebied.
Uit' een studiereis in Frankrijk, jaren ge
leden reeds ondernomen, is mij de herinne
ring bijgebleven aan een bezoek, dat ik
bracht aan het bureau eener groote vereeni
ging van Fransche fabrikanten, die werkzaam
waren als mijn geheugen mij niet bedriegt
in wat de Duitschers noemen de
SchwerMetali-lndustrie". Mij werd daar een zaaltje
getoond, waarin eenige mannelijke en vrou
welijke beambten werkzaam waren te midden
van allerlei tijdschriften, catalogussen, pro
spectussen, couranten, die uit de beide half
ronden der wereld afkomstig waren. Deze
beambten kenden gezamenlijk alle talen der
beschaafde volkeren, verstonden die talen
althans genoeg om wat daarin over het
bedrijf der leden van de vereeniging was
geschreven, in het Fransen over te brengen.
Het bureau had voor het inzamelen van
deze gegevens zijn verbindingen overal,
waar dat noodig was. Al dat materiaal werd
hier gelezen, geschift, onderzocht; wat daarin
belangwekkend was, d. w. z. wetens waard
voor de leden der vereeniging als fabrikan
ten (en handelaren in het door hen vervaar
digd product) werd bijeengebracht in een
.bulletin", dat geregeld den aangeslotenen
werd toegezonden.
Welk profijt dezen daarvan hadden, is wel
duidelijk. Elk van hen leerde daaruit in
beknopten vorm kennen wat ? er ia zijn vak
over de heele wereld (letterlijk) te koop"
was en te verkoopen, leerde daaruit allerlei
wat voor hem van belang was en waarvan
iiitimiiiiimiiiiiiimiiiiiiiiiimijiiuiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii" ut
KOFFIEHUIZEN. «
r-te
Een Epos in vele zangen
door MELIS STOKE
Geïllustreerd voor De Amsterdammer"
door Is. van Mens
Vierde Zang
Wie vreest voor dronkenschap
en ruzie en misbaar
die volge ons niet hier,
in de American-Bar.
Geen jonkman vindt men hier,
die geen student wil schijnen,
tenminste, waar het geldt,
bevrijd van schaam of gêne,
te tieren naar zijn lust.
En in het warm lokaal
slaat glas op tafelrand
en hamer op cymbaal.
Hier is verbroedering,
en hem of haar treft hoon,
die met een hoogen hoed
of ander fraai vertoon
den drempel overschrijdt.
Hier is het meestal feest;
Hier treft den buiten man
het stadsrumoer het meest.
En wie een anders hoed
of jas niet kan gedogen,
staat zonder omslag op,
en slaat hem blauwe oogen.
Zoo op n plek ter aard
de eerlijkheid gedeit,
dan is het zekerlijk
in dit lokaliteit.*
Hier eet men niet, doch drinkt,
hier praat men niet, doch lacht,
van 's avonds negen uur
tot omstreeks middernacht.
Dan rijden huurkoetsiers
en taxi's zonder tal
de gasten, ook naar huis,
(maar naar de .Pijp" vooral).
TJIT
de bijeenzameling voor hem alleen ondoenlijk
zou zijn geweest of slechts mogelijk door
groote offers van tijd en geld. Omgeslagen
over de geheele vereeeiging beduidden die
kosten niet veel.
Deze Fransche proeve van samenwerking
vermeld ik niet als op zichzelve zoo bijzon
der gewichtig hoewel de zaak practisch
was opgezet en groot nut opleverde , maar
ik noem haar ais voorbeeld, als n van de
dingen, die door bedrijfs-organisatie zijn te
bereiken, en om goed te doen zien wat ik
boven bedoelde met de gemeenschappelijke
belangen op economisch gebied door eene
vaste, blijvende regeling. Wie over dit
onderwerp zijn gedachten laat gaan, ziet
van zelf in dat er allerlei aangelegenheden
zijn, welke voor zulke collectieve behande
ling in aanmerking komen: allerlei fabri
kanten-zorgen en -beslommeringen, die voor
ieder van hen verlicht kunnen worden,
wanneer zij maar afspreken om die geza
menlijk te dragen.
Mij komt het voor, dat wij hier in Neder
land nog achterlijk zijn in dat opzicht. Voor
een deel ligt dat wel in onzen volksaard:
wij zijn nu eenmaal .vrijgevochten", zien
ons niet graag een band aangelegd en
elke organisatie smeedt natuurlijk een
band ; wij doen liefst onze zaken zelven.
Er komt, geloof ik, nog bij, dat onze fabri
kanten en niet zij alleen, maar ook onze
handelaren wat extra-bang zijn om een
ander (en o, wee! die ander is een con
current 1) ook maar uit de verte een blik te
gunnen in de wijze, waarop zij hun zaken
dcen. Collegialiteit is een heel mooi ding,
mits zij ophoudt bij de poort van de fabriek
en niet den drempel van het kantoor over
schrijdt l Begrijpelijk is dat gevoel wel:
ieder heeft zijn relaties en connecties, zijn
iiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiniiiiiiiiimii
Hoezeer een zelfde naam
twee uitersten omvat,
leert gij uit het vervolg.
De Hadschi toch hervat
den tocht en brengt ons nu
op ander soort terrein.
Wij treden binnen in
't caféAmericain.
Een meer verscheiden schaar'
zaagt -nimmer gij te gader.
Hier zit een piepjong kind
met moeder en met vader.
Ginds zit een vreemdeling
wiens kleeding ietwat vies is,
daarnaast een kunstenaar,
met lachende actrices.
En verder een gezin,
de dochters, jonge schapen,
gekleed in maagdelijk wit,
vervelen zich en gapen.
Men ziet er musici
in rok, die zwaar soupeeren,
zoo warm als afgemat
van zang of dirigeeren.
Maar 't allerschoonste zijn,
de fladderende dassen,
het wild en zeer lang haar,
en de fluweelen jassen
van jonge kunstenaars
zoo bleek als ongesnord....
adressen, het heele raderwerk verkregen door
zijn eigen arbeid en hij zou het een dwaas
heid vinden de vruchten van dien arbeid
welwillend ter beschikking te stellen van
iemand, die ze heel best kan gebruiken...
voor zijn eigen zaak l Maar ik meen, dat
men zich in die richting door dat gevoel
toch te ver laat dry ven en dat dit isolement,
waarin ieder zich opsluit, geen kracht is
noch voor den enkele noch voor allen.
Dat er ook in Nederland wel zoo iets als
bedrijf s-organisatie in den door mij bedoelden
zin bestaat, is mij niet onbekend: er zijn
vereenigingen van fabrikanten, van bande
laren enz. Maar haar arbeidsveld is m.i. te
beperkt en wordt opzettelijk, krachtens
stizwijgende afspraak, zoo beperkt gehouden
omdat iedereen door de concurrentie-wrees
wordt teruggehouden van elk denkbeeld eener
uitbreiding.
De oorlog men komt altijd weer tot
den oorlog terug, maar waarop heeft die
dan ook zijn stempel niet gedrukt ? heeft
wel eenige wijziging ook hierin aangebracht.
De groote moeilijkheden van aanvoer Van
grondstoffen, van afzet der fabrikaten, de
gemeenschappelijke bezwaren, die men ont
moette, heeft velen dichter tot elkaar ge
bracht dan zij zelven vroeger voor mogelijk
hadden gehouden. Nood leert bidden" en
nood breekt wet" en de noodzakelijkheid
voert ons heen over veel, waarvoor wij vroe
ger bleven staan. Zoo is er ongetwijfeld
sedert Augustus '14 wel wat meer samen
hang en samenwerking tusschen menschen
met gemeenschappelijke handelsbelangen
gekomen. Maar vergis ik mij niet, dan is
die samenhang nog .niet heel innig en gaat
die samenwerking nog niet verder dan het
naaste doel, waardoor men is bijeen gedre
ven. Wat ook alweer verklaarbaar is: het
lllllllllllllllllillllllllllHIIIIIMIIIIimillllllllllllllllMIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
Een uiterlijk te-veel,
voor innerlijk tekort.
Ze zijn in dit lokaal
de eenige pretenties;
hier schrijft een journalist
zijn bijtendste recensies,
en veegt een kunstenaar,
nog suf van het applaus.
precies ais gij en ik
de mayonnaise-saus
uit snorhaar en uit baard.
Ziet, heele huisgezinnen
slaan, allerhande soort
van etenswaar naar binnen.
Wanneer, na elf uur,
al de comedies dicht zijn,
dan komen dames hier,
wier kleeren dun en licht zijn,
met heeren in het zwart.
De geur der etenswaren.
omwasemt eveneens
den kring der ambtenaren
wier opgewekt gesprek
aangaande fait-divers
schier onverstaanbaar wordt
door 't rammelen dercouverts.
Voeg hierbij het geraas
van schuifelende stoelen
over den planken vloer
dan zult ge weldra voelen,
waarom een strijkje hier,
niet erg zou harmonieeren,
't en ware het een kapel
van dikke militairen.
Het is ondoenlijk u
het huisraad te beschrijven,
want daarbij zcu 'k niet
on-persoonlijk kunnen blijven.
Men vindt er zooveel fraais
en leelijks ook dooreen,
Dat 'k u slechts raden kan:
Ga er een arond heen,
Ge virJt de spicima
van 't menschelijk geslacht
als in een dierentuin
daar bij elkaar gebracht.
was uit noodzaak, het ging niet van harte.
En daarom is te vreezen dat het gevolg zal
wegvallen, als de oorzaak wegvalt, m.a.w.,
dat, wanneer de nood voorbij is, ook de
band niet langer zal bestaan.
Dit zou m.i. zeer te betreuren zijn. Want
onze vaderlandsche nijverheid zou bij goed
opgezette bedrijfs-organisatie veel kunnen
winnen van wat zij tot nu toe miste. Tot
nog toe zocht elk industrieel, elk handelaar
te zeer alleen op zichzelf en voor zichzelf;
hij doet dat min of meer stelselmatig, be
steedt daaraan zooveel kosten (of zoo weinig)
als hij meent dat de zaak kan lijden en dat
het doel waard is. Wat hij dan vindt, be
waakt hij als zijn vondst, waarvan vooral
een ander niet mag profiteeren. Wanneer
men er eens toe komen kon, dit werk ge
meenschappelijk te doen verrichten! Wan
neer men het eens opdroeg aan een daar
voor ingesteld bureau, dat men met de
noodige, liefst dadelijk wat ruim toegemeten
middelen voor dezen arbeid voorzag! Ik geloof
dat men zich deze proef niet zou beklagen.
Eenmaal dien weg opgegaan zijnde, zou
men vanzelf verdere stappen zetten, want
eens bezig zijnde, zou men al heel gauw
ontdekken, hoeveel vóór alten belangrijk
werk wel door zulk een gemeenschappelijk
bureau kan worden gedaan. En ontdekken
zou men dan ook, dat toch waarlijk in het
zaken-teven" niet het voordeel van den een,
per se het nadeel van den ander is. Ziet eens,
hoeveel op landbouwgebied coöperatief wordt
bereikt en welke gunstige uitkomsten daar
mede worden verkregen t Is hier niet een
voorbeeld, een les voor onzen handel en
onze nijverheid? De boeren" weten het
wel, wat bedrijfs-organisatie beteekent en
vermag!
Misschien zal men zeggen: wat voorden
iiiimiiiiiiiiiiiiiiliiiiliiiiimiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Vijfde Zang.
Mille Colonnes en de Kroon.
Gij, die hier binnentreedt,
laat' alle hope varen...
Dit is 't Paleis van hen,
die door dit leven waren
in ijdelheid en schijn,
in praal en zotternij,
in quasi-deftigheid,
en holle blufferij.
Hier ziet men jongelui
met fraai gelakte schoenen,
met nagels zwart als roet,
doch dassen om te zoenen.
En vrouwen, dik en rijk,
met hunne eigenaren,
wier oogen vadsig in
hun vette kassen waren.
Hier hoort men: Dag meneer!
bonjour mevrouw! Hoe gaat et?
Is deze stoel soms vrij ?
U ook hier? Hoe bestaat et!
En daar zit dinges ook!
En hij, zeg, met z'n vrouw l
De zaken ? kalmpies an!
De t ij'en zijn wat flauw!
Och, excuseer meneer!
Mag ik u effe plagen?
Mijn hoed hangt hier, pardon!
komt u hier alle dagen ?"
Een ieder kent elkaar,
een ieders vrouw is lijvig
en danig opgesierd.
De kelners gaan bedrijvig
en roepend af en aan.
En alle gasten schreeuwen.
Een humorist verhaalt,
twee dikke dames geeuwen.
Het is een roezemoes,
het is een groot gezin.
Als ieraand's vrouw passeert,
dan tikt hij: kom d'r in l
En gaat z'n nicht voorbij,
dan kijkt zij door de ruiten,
Hij ligt zijn hoed eens op,
en ginnegapt naar buiten.
landbouw goed werkt, dat werkt daarom
nog niet goed voor nijverheid en handel,
want deze beide zijn veel meer gedifferen
tieerde bedrijven. Ja, dat is zoo, maar daaruit
volgt alleen, dat men van een organisatie,
als door mij bedoeld, dan ook geen heil
in deze richting moet verwachten, wanneer
men haar, in dienst zou willen stellen van
de indusfrie 'of van den handel. Met de
differentiatie in die bedrijven moet hierbij
wel degelijk rekening worden gehouden, en
wel zóó, dat men de zaak alleen inricht
voor ondeideelen, voor elk afzonderlijk on
derdeel afzonderlijk. Zoo was het ook in
Frankrijk gedaan.
Natuurlijk kan men wel b.v. den uitvoer
In het algemeen bevorderen en daarvoor
nuttige instellingen in het leven roepen.
Zulke bestaan er reeds, gelijk iedereen weet,
en zij hebben een nuttig effect. Maar juist
omdat zij algemeene belangen dienen, gaat
het bijzondere langs hen heen en het is
juist aan de belangen van bijzondere be
drijfsgroepen, dat de nieuwe organisaties
diensten moeten bewijzen.
In Utrecht heeft men, eind April d.j., een
Nationalen Bond van Nederlandsche fabri
kanten" opgericht; het doel was vooral, den
buitenlandschen afzet te bevorderen. In de
eerste (constitueerende) vergadering werden
niet weinig bedenkingen tegen dit voorne
men geopperd, werd o.a. gevraagd of de
heeren eigenlijk wel precies wisten wat zij
wilden. Hebben wellicht deze opponenten
gevoeld, dat dergelijke algemeene instellin
gen geen uitbreiding meer behoeven, maar
dat wel noodig is de stichting van
engomlijnde, afzonderlijke bedrijfs-organisaties
voor allerlei bijzondere bedrijfs-groepen ?
In die richting zou, meen ik, thans goed
werk te doen zijn. SMISSAERT
Men zit hier heel den dag,
met koffie en met kwast,
eenieder is hier baas,
v eenieder is hier gast.
Ze vieren hier het feest
van voorspoed in de zaken,
de Hadschi slechts heeft haast,
om weer op straat te raken.
Hij zegt; ik gun ze graag
hun, zij 't luidruchtig, treiben"
hun pronk en sier en praal...
Als ik er maar niet bij ben.
Wij staan weer op het plein,
temidden van 't gewemel.
En 'k breng u, van dien hel,
terstond naar eenen hemel.
Een Petrus in livrei
staat lokkend aan de deur.
Wanneer ge binnentreedt,
dan streelt alras een geur
van zoet parfum uw neus,
d'Orsay, Piver, Pinaud.
Hier zijn de stemmen zacht,
dit is de Monico.
O, lezer, zucht dien naam,
of spreek hem kweelend uit.
Hier past geen kroegentaai
getier, en grof geluid.
Hier zakt men liefelijk
van stoel of canap
op 't zachte vloerkleed, na
zijn vierde Oxygenée.
Wilt ge eens ongezien
met kennissen soupeeren.
laat dan uw voertuig
in het steegje arrêteeren,
waarvan het teeken in
den turkschen standaard prijkt
(voor halve wereld is
een halve maan ge-eikt.)
Daar is een smalle deur
ge ziet een kleine bar.
Een heer in uniform
trekt met discreet gebaar
een breed en zwaar gordijn
voor uw gezelschap dicht
onttrekkend u daardoor
en haar aan het gezicht,
der lieden in 't café;
de trappen fluks bestegen,
en, uit het restaurant
klinkt dansmuziek u tegen.
Ach, zwoel en teeder oord,
vol drank en weeke stoelen,
ge maakt 't een kaasboer licht,
zich eens roué'te voelen.
Kom, rukken wij ons los
uit. u w zoo zoeten sfeer.
Het ruwe leven roept
en wenkt en wil ons weer.
Wij willen pullen bier,
en zandbestrooide vloeren,
waar wijze ouden 'sa-'
-vonds hun gesprekken voeren.
Wij willen kaas en Pils
en paling in gelei l
Wij gaan de Queue in,
het bierhuis, hier dichtbij.