De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 19 mei pagina 11

19 mei 1917 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

19 Mei '17. No. 2082 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 DE AMERIKAANSCHE RANTSOENEERINGSPLANNEN TEGENOVER NEDERLAND (Een Waarschuwing tot Voorzorg) Teekening voor de Amsterdammer" van Joh. Braakensiek Amerika tot Nederland: Ik meen het niet slecht met jullie kleine neutralen, maar ik denk er toch hard over, je op zwart zaad te zetten." Nederland: Dat zou voor u zelf wel een zwarte vlek kunnen zijn, Oom Sam!" iimiilimliimiini tiiiiiiiiiiliinii IIIIIIIIIIMIIIIIIIIMIIIIIIII Geachte Redactie, Ik kan niet nalaten met een enkel woord te protesteeren tegen het gedicht De dienst weigeraar" door J. H. Speenhoff in het nummer van 28 April. Men denke over dienstweigering, zooals men wil; men bestrijde het beginsel door de dienstweigeraars vertegenwoordigd, indien men het verkeerd acht, maar het is minderwaardig om menschen te bespotten, die voor hunne overtuiging durven lijden en maanden lang in de cel zitten. Het is een kleine kunst om ernstige zaken belachelqk te maken! Met dank voor de plaatsing, achtend N. Niedorp, uw dw. N. J. C. S6HERMERHORN Commissie voor het Vacantiekinderfeest L. S. De Commissie van het Vacantiekinderfeest, ingesteld door den Bond van Ned. Onder wijzers, afdeeling R o 11 e r d a m, zal ook dit jaar weer trachten eenige duizenden kinde ren leerlingen van openbare en bijzondere scholen een dag naar buiten te brengen. De sympathie van de burgerij voor het werk der Commissie inroepen, mag wel haast overbodig genoemd worden. Vorige jaren hebben reeds voldoende bewezen, hoe men het werk der Commissie wil steunen en ieder heeft toen kunnen zien hoe de gaven aan haar penningmeester toegewezen, n dag van genot verschaften aan de kinderen uit de donkere sloppen en steegjes van Rotterdam. De Commissie vertrouwt, dat dit jaar ook weer de getro-uwe gevers van vorige jaren vermeerderd met veel nieuwen, hun gave willen toezenden aan den penningmeester W. F. Oehlschlager, Agniesestraat 976. Namens de Commissie, Rotterdam A. ROTHFUSZ, Secr. ? m ? Geachte Redactie. Moge wij door middel van uw veelgelezen blad er eens op wijzen dat er voor onze gemobiliseerde manschappen nog steeds zoo enorm veel behoefte bestaat aan goede lectuur. Menigeen vraagt zich vaalc af in welk opzicht hij of zij de manschappen van dienst zijn kan. Welnu, hier ligt een mooie gelegenheid. Als ieder zijn of haar boeken eens nakeek zou het wellicht blijken dat daarbij nog heel wat staan die door de sol daten dankbaar zouden worden gelezen. Onze vereeuiging heeft in hare beide Mili taire Tehuizen in Tilburg en Eindhoveu nog altijd groote behoefte aan uitbreiding harer bibliotheken, en zal zeer gaarne elke hoe veelheid boeken daarvoor aanvaarden. Als deze regelen in dit opzicht wat effect zouden hebben, ware het doel bereikt. U dankende voor uwe welwillenheid, verblijve met de meeste hoogachting. Uw. d w. AMSTERDAMSCHE JONGEMANNEN VEREENIOING Amstel 226, Amsterdam IIIIIIIIIIIMIIHIIIIIIIIIIIIIItllllllllllllllllllllllllllHIIIIHIIinitlllllllllllllllll Redacteur: Dr. A. G. OLLAND A. R. Falckstraat 5, Utrecht 19 Mei 1917 CORRESPONDENTIE C. J. R. te Nunspeet. Uw driezet is niet lilllMlllflIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMtllllllllllllMimilllllllllllllllllllllllllllllll ONTEVREDEN ROOKER5 NEEMT DE PROEF MET: AMSTERDAMSCM FABRIKAAT-ZEBOUDE TABAK. geschikt. Bovendien begint de eerste zet met slaan! EINDSPELSTUD1E No. 64 VAN K. A. L. KUBBEL TE PETROGRAD (British Chess Magazine, 1917) ZWART g a b c d e WIT Wit: Ke4, Lf3, Pg6, pionnen a3, b2 en c5. Zwart: Kd7, Db8, pionnen a5, b3 en c7. Wit speelt en wint. Oplossing over 14 dagen. OPLOSSING EINDSPELSTUDIE No. 63 VAN HENRI RINCK Wit: Kf8, Lf7, Pc4, Pd6. Zwart: Kh8. Ph3, pionnen e2 en f6. 1. Pc4?e5, f6Xe5! (Speelt zwart 1. e2-elD dan volgt 2. Lf7?g8 en een der paarden geeft onafwendbaar mat, hetzij op g6 of op f7) 2. Lf7-c4, e2-elD, 3. Pd6-f7f Kh8-h7, 4. Lc4-d3f e5-e4, 5. Ld3Xe4f DelXe4, 6. Pf7?g5f Ph3Xg5 en wit staat pat. Een tamelijk lastige studie met verras sende afwikkeling. Goede oplossing ontvingen we van: Cowboy" te Utrecht, J. S. te Zeist en J. Rietman te Dieren. A. ARNELL (Vervolg) In *870 werd de bekende probleemdichter R. Sahlberg redacteur van de N. I. T. door het overlijden van Schultz en van dien tijd af dateert de groote werkzaamheid van Arnell. Speciaal legde hij zich toe op het maken van vierzettige problemen. Toen in 1873 de Nordisk Skaktidende uitgegeven werd door Malmquist en Sörensen, was het niet meer dan natuurlijk, dat Arnell met Qver trachtte den bloei van dat tijdschrift te bevorderen. In 1875 werd hij medewerker en in 1879 redacteur, gezamenlijk met A. Therkelsen. In dien tijd leefde Arnell geheel bij het schaakspel en het geluk wilde dat hij onder de schaakyereerders verschillende personen aantrof, rijk uitgerust met groote gaven van hoofd en hart. Arnell kreeg hier door vele, goede vrienden, met wien hij niet alleen over probleemkunst in briefwisseling kwam, maar ook over vele andere belangrijke onderwerpen, vooral godsdienstige. Met Sörensen tezamen gaf hij in 1879 uit: Nordische Skakproblemer", een klein verzamelwerkje, bevattende 206 uitgelezen problemen van 1858?78 en bevattende een korte maar verdienstelijke historische schets van de ont wikkeling der probleemkunst in het Noorden. Zelf is Arnell in het boekje vertegenwoordigd door 20 problemen. No.- 68, in de vorige rubriek, is er n van. Het zijn overigens meest problemen van vier en vijf zetten. Een dezer, bekroond met een eersten prijs in Detroit Free Press", 1878, geven we hier weer als No. 69. PROBLEEM No. 69 VAN A. ARNELL TE GÖTEBORG ZWART a b c d e f g h WIT Wit: Kh8, Te6, Th7, Lb5, Lc5, Pf5, Pg6, pionnen b4, c2 en e2. Zwart: Kd5, Le5, Pc8 en dl, pionnen c3, c7, d7, f6, g2, g3 en h4. Wit geeft mat in vier zetten. Oplossing over 14 dagen. {Aan de oplossing van bovenstaand pro bleem verbinden we tevens een kleinen wedstrijd. Degene namelijk, die ons het eerst de volledige oplossing toezendt, ontvangt een schaakwerkje tot belooning. Bereiken ons twee of meer oplossingen tegelijk, dan ontvangt de verstwonende den prijs.] In 1880 was Arnell genoodzaakt door drukke beroepsbezigheden (hij werd namelijk be stuurder van een groote piano- en orgelzaak) zich terug te trekken va» de Nordisk Skak tidende. Toch was het eerst in 1884 dat Arnell de probleemkunst geheel opgaf. In de D. Schachzeitung vinden we in 1885 zijn laatste probleem (een vierzet), na dien tijd maakte hij geen problemen meer. In het geheel componeerde hij er een 100-tal, be trekkelijk dus weinig, maar dit is voorna melijk toe te schrijven aan het feit, dat hij zijn eigen werk aan scherpe kritiek onder wierp. Zijn problemen kostten hem zeer veel arbeid. Zij zijn bijna allen moeilijk, maar geven dan ook ongemeen genot aan den oplosser. Na een rustelooze arbeid van 15 jaren, in de dienst van Caissa, kan het geen ver wondering wekken, dat Arnell in langzamer tempo het schaakpad bewandelde. Geheel verliet hij het nooit. Al hield hij ook op met het componeeren van problemen, als prijsrechter in internationale en nationaleprobleenrtournooien bleef hij groote diensten bewijzen. Bovendien hield hij zich veel bezig met het spelen van correspondentiepartijen. Een dezer partijen; waaruit men kan zien, dat Arnell ook als praktisch speler boven velen uitmuntte, geven we hieronder weer. Zij komt voor in Bilguer's Handbuch, dus wel een bewijs, dat zij belangwekkend is en van beteekenis voor de theorie van het schaakspel. AI behoorde Arnell niet tot de allersterkste spelers van Zweden, in de schaakclub te Göteborg, mede door hem opgericht, behaalde hij menigmaal een der hoogste prijzen. Gaarne trad hij ook als schaak-Maecenas op en verplichtte daardoor Göteborgs Schacksallskap" niet weinig aan zich. Ten slotte redigeerde hij in verschillende dag bladen te Göteborg schaakrubrieken. Hier door, maar bovenal door zijn beteekenis als probleemkenner, werd Arnell ook buiten Zweden beroemd. Met de meest uitblinkende mannen als Berger en von Gottschall, had bij steeds een drukke briefwisseling. Als beoordeelaar van problemen, vooral voor het vinden van nevenoplossingen, had hij bij de kenners een groote reputatie. Tot niet lang geleden loste hij Samtliche Problemt" in D. Schachzeitung op. En bovendien vond hij nog tijd voor veel andere schaaktijdschriften. Met het vlieden der jaren is ArneU's schaakvuur niet gebluscht, maar helaas, zijn oude hartkwaal is er niet beter op geworden. Nog steeds echter zit hem het (schaak)hart op de rechte plaats en vindt hij troost in het bespieden van de gehei menissen van het schaakspel. Als een voor beeld hoe het schaakspel een geheel leven inhoud kan geven en troost bieden aan hem die lijdt, haast van de geboorte af, zal Arnell steeds genoemd kunnen worden. NOORSCH GAMBIET (Correspondentiepartij, gespeeld in 1876) Wit: Arnell Zwart: Hafström 1. e4, e5, 2. d4, ed4: 3. c3, dc3: 4. Lc4, cb2: 5. Lb2: Lb4f 6. Pc3, Pc6, 7. Pf3, Pf6, 8. Dc2. d6, 9. 0-0-0, Lc3: 10. Lc3: Le6, 11. e5! Lc4: 12. ef6: Dd7! 13. Thelf Le6, 14. fg7: Tg8, 15. Lf6, Pe7, 16. Pe5, Db5, 17. Pg4, Df5 (17... Tg7: had de spelen gelijk gemaakt) 18. Da4f b5, 19. Dd4, Dg6? 20. Te5, Pc6 (20... de5: dan 21. Dc5 enz.) 21. Dc3, Kd7 (op Pe5: zou volgen 22. Pe5: De4, 23. f3) 22. Tg5, De4, 23. f3, Df4f 24. De3, Dc4f 25. Dc3, Dc3:f 26. Lc3: Lg4: 27. fg4: Tae8, 28. Th5, Te6, 29. Th7: Pe5, 30. Le5: Te5: 31. h4, c5, 32. h5, a5, 33. h6, Tg5, 34. Th8, Tg7: 35. hg7: Tg7: 36. Th6, Tg4: 37. Td6:f. Zwart geeft op. 14e Jaargang 19 Mei 1917 Redacteur: K. C. DE JONGE Van Woustraat 112', Amsterdam Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. Goede oplossingen ontvangen van No. 145 en 146 van M. Boom en L. Prijs, beiden te A'dam, B. Renooy, Hoek van Holland, S. Serlul, Veldleger, M. B. Worms, Water graafsmeer en W. B. J. Heertje, Veldleger, alleen No. 146. AUTEURSOPLOSSING PROBLEEM No.147 VAN DEN AUTEUR P. VISSER, UTRECHT Stand. Zwart: 2, 7, 8, 12/14, 19, 24, 30, dam op 23. Stand. Wit: 17, 21, 22, 27, 28, 32, 33, 35, 38, 39, 42. Wit: 17-11, 21-17, 22-17, 33-29. 38:7. 35:2! Zwart: 7:16, 12:21, 21:12, 23:33, 2:11 Dit probleem heeft eenige overeenkomst met No. 139 van denzelfden auteur (zie de rubriek van 3 Maart 1917), alleen de slag wending geschiedt daar van af ruit 28, terwijl deze hier van af ruit 33 plaats vindt. De lezers zullen nu langzamerhand wel voldoende den Turkschen slag" begrepen hebben. PROBLEEM No. 149 VAN DEN AUTEUR S. ABRAM, A'DAM (Eerste publicatie) Zwart (12 schijven) Wit (13 schijven) Stand. Zwart: l, 4, 8, 12, 13, 16, 18/22, 24. Stand. Wit: 27, 30, 32/35,38, 39,42/44,48,50. PROBLEEM No. 150 (VOOR BEGINNERS) VAN DEN AUTEUR J. SCHEERES, DELFZIJL (Eerste publicatie) Zwart (13 schijven) 21 26| 31 36| 41 461 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 Wit (13 schijven) Stand. Zwart: 7/9, 12/13, 16/19,21,23,24,29. Stand. Wit: 25/27, 32, 33, 36, 38/40, 42,47/49. Oplossingen binnen 14 dagen in te zenden aan bovenstaand adres. MERKWAARDIGE STANDEN In een gespeelde partij kwam het tot onderstaande stelling: Zwart (13 schijven) Wit (13 schijven) Stand. Zwart: l, 8/11, 14, 18/20, 22, 24, 26, 27. Stand. Wit: 25, 29, 30, 33, 35/40, 42, 43, 48. Wit is aan zet en speelt 39-34 dreigende door 29-23, 30:19 een schijf te winnen of dam te nemen. Om dit te cou peeren speelde zwart 9-13 en nu vervolgde wit met 29-23 19:39 30:19 13:24 gedwongen, daar anders 25:5 volgt. 34-30 indien zwart nu meent dam te kunnen krijgen door 39-44 en 44-50 dan verliest hij door , 30:19, 25:5, 5:19 39-44, 14:23, 49-50 of , 40:49, 30:19, 25:5! en wint. 39-44,11-16, 14:23 Na 34-30 van wit gaat er wat zwart ook moge spelen een schijf verloren. Deze ontledig moge niet diep zijn, toch geeft deze blijk van doorzicht en juiste berekening.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl