Historisch Archief 1877-1940
M.'
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
2 Juni '17. No. 2084
MARS, DE WANDELENDE JOOD
Teekening voor de Amsterdammer" van George van Raemdonck
ft
^",
'*>
llllllllllllimilllllHllllllllllllllllll llllllllllltllllllllllllllllllllllllllllllllllltilllllllllllllllllllKIIIMIIIItllllllllltlllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIHItMIIIItll
zich niet in den gunstigsten toestand om
gelijkmoedigheid naar waarde te schatten."
Het is nuttig dat ieder Hollander van de
neutraliteit een levensregel maakt. Het leven
zou in Holland ondragelijk worden zonder
de afkoeling/der nationale kalmte.
Om zelfontbranding van
ontploffingsstoffen te voorkomen, mengen scheikundi
gen er gevaarlooze stoffen onder, welke ook
neutraal geheeten worden. Welnu! het
Hollandsche karakter vervult de rol van
zaagiiiliiiiiiiiiimii|imiiiiiiiiiiiiiiimii
. MUMT
CEMTS
SIGAAR
?iiiiitiiiitiiiiiitumiiimiiiiiii
HOLLAND'S
BESTE
IIIIHIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIII
lltllllllllimilll
LITERAIRE BESCHOUWINGEN
J. P. LOTSY, De wereld-beschouwing van
een Natauronderzoeker.
Het Is te hoopen, en ik verwacht het ook,
dat Lotsy de gelijkmoedigheid bezit, die een
der schoonste kenmerken is van den wijze,
en die ook door de natuurweetenschappelijke
geleerden van onzen tijd beeter wordt na
gestreefd dan door elke andere georgani
seerde menschengroep.
Darwin was er een bewonderenswaardig
Toorbeeld van. Niet omdat hij behoorde tpt
de intellectueele, reedelijke menschen die
Lotsy onderscheidt van de mystieken, maar
omdat hij, ondanks zijn materialistische
denkwijze en hypothesen, een vroom en
eerlijk mensch was, met een gave, zuivere
ziel en omdat hij niets zocht voor
zichzelven, maar alles pover had voor de waar
heid en de werkelijkheid.
Ik meen dat er hoegenaamd geen scherp
antagonisme behoeft te bestaan tusschen
Lotsy en mij, al schijnen wij geheel anders
te denken en al reekent Lotsy mij tot zijn
absoluute teegenstanders.
Onze verschillen zijn alleen misverstan
den, en op te heffen door beetere expressie
en nauwkeuriger onderzoek.
Wij zoeken beiden de waarheid, en heb
ben de werkelijkheid lief. En wie hier het
' woord God" wil invoeren, en zeggen dat
wij beiden God-zoekers zijn, zal niemand
hierdoor van het rechte pad des begrips
afleiden.
Bij misverstanden echtet vallen wel eens
harde woorden. Woerden die den spreeker
zeer gematigd en verklaarbaar, maar den
toegesprookene zeer absurd en aanmatigend
voorkoomen. Men houde zich dan van weers
kanten gereed tot zelf bedwang en erkenning
van ongelijk indachtig aan het geen wij
zoeken, dat voor beiden hetzelfde is, ook
al geeven wij er een anderen naam aan.
Wonderlijk teegenstrijdig klinkt het al in
het voorwoord, als de schrijver eerst te veel
vrees -om anderen te kwetsen een geestelijke
zelfmoord noemt en eenige regels verder
van de mystieken zegt, dat zij niet genoeg
vreezen anderen te kwetsen omdat ze
oovertuigd zijn dat de kwetsuur den getroffene
tot heil strekt.
Is het dan met den natuuronderzoeker
anders gesteld? Kwetst hij dan om te
schaden? Is er eenig onderscheid in zijn
halsstarrig vasthouden aan zijn hypothesen !
en dogma's en dat der mystieken ? Wordt i
juist zulk een defensieve houding niet als ''
agressief gevoeld ? En is, om typische voor
beelden te kiezen, de verstandsmensch
Haeckel, of Ostwald, minder agressief dan
de gevoelsmensch Thomas a Kempis, of
Johannes Luyken, of Felix Ortt?
Om kort te gaan, de scheiding tusschen
verstandsmenschen en gevoelsmenschen,
waarop Lotsy's gansche waereldbeschouwing
is gebaseerd, is oppervlakkig en onwaar.
Het blijkt spoedig dat de gezindheid die
Lotsy bizonder antipathiek aandoet en
mij trouwens ook de fanatieke gezind
heid is. Nu is dweeperij zeeker een leelijk
zielsgebrek, en een gevolg van onbeheerscht
gevoels-leèven, waarbij een of ander dogma,
een hypothese,' een abstructie, een geliefd
denkbeeld, macht krijgt oover het ooverige
zielsleeven, het verstand incluis.
Dweepzuchtige menschen zijn agressief
en beantwoorden aan het type dat Lotsy
meel in nitro-glycerine. Het aantal oorlog
voerenden, dat in Holland verblijft, is thans
ongelooflijk groot: er zijn er genoeg om een
flinken veldslag aan te richten. Indien er een
vonk van hartstocht door de lucht mocht
schieten, zou de ontploffing volgen. Maar
er is zaagmeel..."
Een avond heb ik, niet zonder ontstel
tenis, ontdekt, dat het Hollandsche publiek
een opinie kan uiten over den toestand;
maar in het donker. Het schijnt wel of de
duisternis soms een heel bizonder licht kan
verspreiden. Zegt men ook niet, dat de nacht
raad brengt?
Ik bevond mij in de bioscoop, tijdens de
pauze. Ter verpoozing van de heftige
criminalistische aandoeningen welke men er te
iifiiffiimiiiifi'fffjiifiiiiifiiifiiiMiiiiiiiiiiiii
teegenoover den reedelijken, bezadigden
natuuronderzoeker stelt.
Maar het is totaal verwarrend en onjuist,
deeze twee ty.pen als antagonistische groe
pen, als gevoelsmenschen teegenoover ver
standsmenschen te plaatsen.
Ik noemde reeds een paar voorbeelden
van .agressieve, fanatieke natuur-onderzoe
kers, en volkoomen bescheiden, defensieve
mystieken. Maar men zou een' lange lijst
kunnen samenstellen van natuuronderzoe
kers die zeer mystiek begaafd waren
(Paracelsus, Copernicus, Newton, Swedenborg,
Fechner, Alfred Russell Wallace) terwijl het
ook dwaasheid zou zijn iemand als Spinoza,
die toch vooral mysticus was, onder de ge
voelsmenschen te reekenen.
En wat Lotsy's indeeling vooral onzinnig
maakt, is wel het feit dat de nieuwere
mystiek geheel gedragen wordt door de
mathesis, en dat b.v. in ons land Felix Ortt
ingenieur is en Brouwer en Mannoury groote
wiskundigen zijn.
Worden die nu bij de gevoelsmenschen"
teegenoover de verstandsmenschen" in een
hoek geduuwd ?
Is het niet al te dwaas?
Ik zou ook wel eens willen weeten welk
een apart hokje door Lotsy voor professor
Bolland wordt bestemd. Een hachelijk be
ginnen. Men kon hem zeeker bij de ge
voelsmenschen zetten, hij is tenminste aardig
agressief. Maar stel u voor dat Lotsy dit
reusachtig intellect eens niet bij de ver
standsmenschen reekende! Dan zou er wat
breeken, vrees ik.
Omtrent verstand" e» gevoel", en hun
onderlinge verhouding, omtrent mystiek"
en verklaren" heeft Lotsy een stel geheel
ouderwetsche en obsoleete begrippen, die
al zoo vaak zijn onderzocht, geanalyseerd
en uitgerafeld dat het verlooren tijd schijnt
dit nog eens om zijnent-wil te herhalen.
Met verbazing merkt men dat een zoo
moedig en zelfstandig man zich nog niet
van die verouderde denkbeelden heeft be
vrijd. Hoe veelen moeten er dan nog wel
zijn, aan wie al dat belangrijke
gedachtenwerk is voorbij gegaan, en hen gelaten heeft
op hetzelfde plekje waar zooals ik voor
twintig jaren zeide de materialist zich nog
steeds tusschen stof en kracht zit te
verveelen.
Lotsy schijnt nog maar steeds niet te be
seffen dat de reede" of het .verstand" totaal
machteloos is zonder een element, dat niet
anders genoemd kan worden als gevoel" of
geloof".
Alle zoogenaamde zeekerheid" is een
zaak van gevoel, niet van Reede.
Reede is relatie, en wij hebben allen een
volstrekt onreedelijk, maar dwingend besef
van het bestaan van het absolute, van de
oneindigheid, van de onbegrensde ruimte
en tijd, van de eenheid van 't heelal.
Dit is niet een uitvindsel van een min of
meer dweepsche ziel, maar de onvermijdelijke
conclusie waartoe de meest exacte aller
weetenschappen, de wiskunde, voert.
Als de natuur-onderzoeker Lotsy dat niet
wil aanneemen, en hij acht mij te zeer
gevoels-mensch om mijn studies" oover
deeze kwestie te leezen, dan verwijs ik
hem naar de geschriften van Mannoury en
Brouwer, de twee Amsterdamsche
hoogleeraren in de mathesis, die hij toch zeeker wel tot
de verstands-menschen zal willen reekenen.
Ook zal Lotsy goed doen met aandacht
AMSTERDAM ABNHEM
'S-JÖRAYENHAÖE ROTTERDAM
UTRECHT
uiiiiiimimiiiiiiHitiiiiiliimilli
genieten krijgt, werden gekleurde adver
tenties vertoond onnoozele commercieele
en symbolische visioenen. Plotseling barstte
het publiek in toejuichingen uit; het was
geen delirium, maar een flink handgeklap.
Zóó werd een beschuitjes-advertentie be
groet: zij stelde een Fransen soldaatje voor,
elegant, volledig gewapend met geweer,
bajonet, ransel, patronentasch, en het be
schuitje goed zichtbaar.
Toen werd het licht aangedraaid, en de
toejuichingen hielden plotseling op. Het
publiek werd weer rustig, zooals oplettende
leerlingen onder het oog van den meester..."
In de volgende opstellen handelt Barzlni
over de voeding van Belgiëen de werking
der Commission for Relief"; hij vertelt zijne
wederwaardigheden in het bezette land, zijn
bezoek aan kardinaal Mercier. Hier veroor
loven wij ons nog dit citaat:
De aartsbisschop van Mechelen vat alle
nationale gezagvoerders, van den
vaderlandschen bodem weggevaagd, samen. Het volk
heeft geen anderen gids.
Hij is het levende geweten van het land.
Aan de grenzen van de gedachte en van
het gevoel, aan den rand van het onstof
felijke, wordt heel de onberekenbare macht
van den overweldiger opgehouden en
beheerscht door de goedaardigheid van een
priester. On ne passépas.
Hier de ontelbare, gedrilde legioenen,
gewapend met staal en ontzaglijk geschut,
goud bij millioenen ter beschikking der
Kornmandaittur, die de regeeringsgebouwen
te Brussel met wapengekletter vervult:
daar tegenover een grijsaard, eenzaam in
een oud, stil paleis, zonder andere kracht
dan het Recht, zonder ander wapen dan
het Gebed. En hij is de sterkste."
In zijn hoofdstuk over Kriegsbrauch im
Landkriege" geeft de schrijver nog een
scherpe, klare en onpartijdige analyse van
het Duitsch-militaire gemoed. Ten slotte
nog een levendige beschrijving der gewel
dige bedrijvigheid in de Fransche
kanonnenen munitiefabrieken.
Onder de stapels oorlogs-boeken zal
Barzini's werk zijn waarde behouden, niet
alleen om de zeer wezenlijke literaire ver
diensten, maar ook en vooral om den
frisschen, eerlijken en onbevangen geest die
er uit spreekt.
P. BUSCHMANN
iiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiEiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii'inriimiiiiiiin
DE VERDEDIGING
VAN NEDERLANDSCH-INDI
Het vraagstuk der verdediging van Indi
is meer dan ooit urgent geworden. Het
heeft eindelijk zelfs belangstelling in
Nederde college's oover significa van den
Amsierdamschen privaat-docent Jacob Israël de
Haan te volgen. Vooral als hij het woord
.verklaren" wil gaan gebruiken.
Volgens Lotsy geeft de mystiek
schijnverklaring", de weetenschap, het verstand
dus, de alleen-echte verklaring. Na een
aandachtige studie en ooverweeging zal hij
tot een precies teegenoovergestelde meening
koomen.
De mystiek hier verstaan als een
volkoomen onbereedeneerbaar gevoel, een ziels
toestand is de basis en grond van alle
verklaring, ook van de meest reedelijke,
verstandelijke en weetenschappelijke. En wel
omdat verstand en weetenscnap relaties be
handelen, terwijl ieder mensch, ook de meest
verstandelijke, intuitief besef heeft van iets
absoluuts, dat boven zijn verstand uitgaat,
en, wel niet toevallig en bij ongeluk, maar
noodwendig en onvermijdelijk, omdat wij
menschen niet als tnensch bestaan kunnen
zonder in een tijd- en ruimte-begrip te leeven,
dat, zooals Lotsy zelf zegt: voor ons werkelijk
voorstellings-vermoogen onbenaderbaar" (s.
Nu kan Lotsy daarbij volkoomen terecht
den goeden moed behouden en hoopen dat
ook dat essentieel onverklaarbare eenmaal
verklaarbaar zal worden.
Ja, dat zal het, maar niet voor onze
menschelijke weetenschap, en ons menschelijk
verstand Die kunnen er per se nooit bij, in
der eeuwigheid niet. Dat leert ons de mathesis
zelf, en het relativiteits-beginsel. Maar wij
kunnen booven tijd en ruimte uitstijgen. Dat
leert ons de mystieke intuïtie, dezelfde die
ons leerde het verschil tusschen het abso
lute", en het relatieve".
Verklaren" en bewijzen" zijn namen voor
functies, wier aard door Lotsy niet aan
dachtig is onderzocht. Hij zal zich stellig
monist" noemen, d. w. z. hij gelooft in de
eenheid van het Al. Zooiets te willen be
wijzen" is eeven dwaas als het te willen
verklaren".
Het is een intuïtieve oovertuiging, die
primair is, het meest zeekere en ware wat
wij kennen aangezien alle andere
zeekerheeden er uit afgeleid worden.
Men kan zich ook, intellectueel, een
nietsamenhangenden Kosmos denken, of een
'veelheid van Kosmoi, elk geregeerd door
andere wetten of andere Goden, zoo men
wil. De reede zal zich aan die gedachte
gedwee onderwerpen, en op commando voor
eiken Kosmos een eigen mathesis ontwerpen.
Maar de mystieke intuïtie verzet zich en
houdt vast aan n alomvattenden Kosmos,
n God, wiens willekeur wet is voor al
het bestaande.
Nu heb ik nog een appeltje met Lotsy te
schillen, oover een persoonlijke aantijging
op pag. 15. Ik heet daar, in een noot, een
van de meest antropocentrisch denkende
geesten".
Dat zou ik kunnen aanvaarden als het
gebaseerd was op mijn uiteenzettingen in
het Licht van de Oorlogsvlam" en een
machtig Brouwsel" die bedoelen aan te
toonen, dat elk mensch, of hij wil of niet,
zichzelf moet voelen in het middenpunt van
't heelal, aangezien al wat voor hem bestaat.
en door hem waargenomen wordt, vast ver
bonden is met zijn ik-gevoel, zijn
zelf-gewaarwording.
Dit komt oovereen met de opvatting van
wiskundigen als Poincarédie de absolute
tijd loochenen en aan ieder individu een
land mogen vinden. Doch het aantal mee
ningen, plannen, strijdvragen en leuzen is
op bedenkelijke wijze gegroeid en het wordt
moeilijk zich een juist beeld van de ware
behoeften en van de aangeprezen middelen
te vormen. Het kan dus nuttig zijn in enkele
korte artikelen het geheele vraagstuk eens
zakeiijk voor de lezers van dit blad bloot
te leggen.
De vroegere defensie-plannen
i .
De O. I. Compagnie wist hare bezittingen
op afdoende wijze tegen aanvallen van buiten
te beschermen door haar krachtige
scheepsmacht. Bovendien waren hare factorijen
versterkt en op voldoende wijze van troepen
voorzien om ze tegen aanvallen zoowel van
buitenlanders.als van de inheemschebevol
king te beveiligen. Toen de O.I.C. verviel
werden haar bezittingen, zooals genoegzaam
bekend is, door het gemeenebest overge
nomen. In 1791 werd een staatscommissie
naar Indiëgezonden om verbeteringen en
.bezuinigingen in te voeren. De laatstge
noemde werden voor een groot deel gevonden
door beperking van leger en vloot. Door
het verdrijven der krachtige vloot hield de
weerbaarheid voor Indjëop. Benige jaren
later viel het den Engelschen gemakkelijk
het restant van onze scheepsmaeht te ver
nietigen en alom in onzen Archipel hun
gezag te vestigen.
In 1808 was aendeis in Indiëgekomen
en had krachtige maatregelen genomen om
althans Java in verdedigbaren staat te bren
gen. Zijn eerste werk was een strategische
weg over het geheele eiland; de bekende
Groote Postweg". Verder nam hij maat
regelen ter versterking voor het leger en
liet eene stelling inrichten bij Mr. Cornelis.
Ook deed hij aanvangen met de noodige
werkzaamheden om van Soerabaja een
oorlogshaven te maken en zich bij Anjes
eenigszins versterken.
In 1911 weid Java door de Engelschen
veroverd. Het leger bleek niet voor zijn
taak berekend, de leiding was zwak. Ware
Daendels zelf aanwezig geweest, ongetwij
feld zou de verovering van het eiland meer
moeite gekost hebben.
Na het herstel van het Nederlandsch ge
zag in 1816 werd er gedurende vele jaren
niets voor de verdiging gedaan; eerst had
men de handen te vol met de regeling van
het bestuur, daarna kwam de Java-oorlog
alle aandacht in beslag nemen. Eerst in
1831. toen de politieke geschillen met Enge
land en Frankrijk voor oorlog deden vree
zen werd weer iets voor de defensie gedaan.
De G. G. Van den Bosch, die vooral in op
dracht had geldmiddelen te verschaffen,
voorde daartoe het cultuurstelsel" en een
voor Engeland ongunstige handelspolitiek
in. Het werd daarom door hem noodig ge
acht militaire maatregelen te treffen zoowel
tegen de inheemsche bevolking, als tegen
onzen buurman.
Hij stelde eenige grondbeginselen vast
voor de verdedigbaarmaking van Java. Het
verdedigen van geheel Indiëachtte hij onze
krachten verre te boven te gaan; Door hem
werd daarom de verdediging van Java
geimilllllltlllllMnlIMIIIIIIMIIMIIlllllllllllllllMIMIIIIIIIIIIIII.lllllllllllllllll
eigen tijd toekennen. Ieder mensch is dus,
al of niet schijnbaar, het midden van een
eigen kosmos, met eigen tijd.
.Dit sluit niet uit de mystieke intuïtie dat
er maar n Kosmos is, n zelf, n God.
Want ieder zelf voelt zich, ook weer door
mystieke intuïre, deel van dat eene Godde
lijke zelf.
Aldus kan ik toegeeven dat ik, eevemals
ieder nadenkend mensch, antropocentrisch
denk, mits men het begrip antropos, mensch,
niet bindt aan dit sterfelijke, stoffelijke
lichaam. Dat ik dit bedoel, blijkt uit de
door Lotsy aangehaalde woorden, waarin
ik de menschelijke geest ouder noem dan
alle geologische tijdperken.
Maar Lotsy gebruikt het woord antropo
centrisch in geheel anderen zin. Ook hier
blijkt zijn gemis aan significa. Hij bedoelt
er mee de kinderlijke waereldbeschouwing
van den boer die meent dat God zijn oogst
door droogte en misgewas doet mislukken
omdat hij niet naar de kerk geweest is.
Op deeze verwarring behoef ik alleen
even te wijzen. Na al wat ik er reeds oover
geschreeven heb, moet men mij ten goede
houden als ik daarnaar verwijs en er nu
niet meer woorden aan besteed.
Alleen zou ik Lotsyi willen uitnoodigen
eens na te denken oover het weezen van
kleur, en zich af te vragen wat kleur is,
zonder een netvlies dat door licht getroffen
wordt, en ook zonder de psychische
ontfankelijkheid die nog noodzakelijker i 5 voor
het ontstaan van het gevoel groen ot rood.
Percipi est esse," zegt Lotsy.
Waargenomen worden is bestaan.
Maar hoe kan iets waargenomen worden
zonder iets dat waarneemt?
Hier is een lijdelijke vorm die den
geheelen term tot onzin maakt. Want er zou
dan, om te bestaan, eerst iets anders moeten
zijn dat het bestaande waarneemt maar zelf
niet bestaat!!
De geheele Wereldbeschouwing van deezen
natuur-onderzoeker is vol van dergelijke
zinnelooze zinnen, en daardoor ijdele en
leedige reedeneeringen.
Zoo spreekt hij van het Leven" als een
Chemisch verschijnsel", zonder eenige
nadere aanduiding van wat hij verstaat onder
leeven" en onder chemisch". Zoo zegt hij
dat het moegelijk is zeer eenvoudige levende
wezens", en levende stof" te maken.
Welke kracht het woord maken" hier
heeft, blijft volkoomen onbepaald. Natuurlijk,
iedereen kan leeven maken". Maar eeven
goed kan men volhouden en bewijzen dat
het moogelijk is stof te maken" of be
weeging te maken".
Zulke expressies zijn, zonder diepere signi
fische toelichting waardeloos.
Nog erger wordt het wanneer Lotzy der
gelijke oppervlakkige wijsbegeerte gaat
toepassen op de maatschappelijke orde.
Stoutweg verklaart hij alle poogen om
een waarlijk sociaal-democratische of een
waarlijk christelijke maatschappij te vormen,
hoopeloos.
En hij licht dat toe door het volgende
kostelijke en stylistisch fraaye argument:
Nooit heeft er een ware sociaal-democraat,
nooit heeft er een ware christen gel e/d,
omdat beiden slechts bestaanbaar zijn bij (!)
een mensch zonder eenig egoïsme en zoodanig
mensch niet bestaat."
Dus de ware sociaal-democraat (laten
we zeggen Troelstra, of liever Marx,
waarOUDE KENNISSEN
Wel gut, Mevrouw van Dam?de Ridder
Daar zijn we weer in uw pension l
Nog alles keurig op zijn plaatsje,
En nog die mooie huisjapon ?
Dat is al weer een jaar geleden.
De tijd gaat gauw, niet waar Mevrouw ?
Al is 't bij uw buren rijker
We blijven uw pension getrouw.
Al is u Zaterdags wat kregel
Omdat er kamer wordt gedaan.
Al is u Zondags uit uw humpje
Wanneer we vroeg zijn opgestaan.
Al is u Maandags ontevreden
Omdat 't al weer Maandag is.
Al is u Dinsdags wel eens zeurig
Van wijngroc en vermoeienis.
Al is u Woensdags nog al lastig
Omdat de meid dan uit moet gaan.
Al is u Donderdags 'n monster
En brandt u onze lapjes aan.
Al wordt u Vrijdags pas wat aardig
Omdat u dan de nota geeft,
We blijven uw pension betrekken,
We zijn u trouw, zoolang u leeft!
Kijk, ons tuintje, wat veranderd?
Is de gouden regen dood?
Hebt u havermout en grutten
Naast de kippetjeS~ gepoot?
In ons slootje zwemt ons bliekje
Met ons kikkertje voorbij.
Gut, Mevrouw van Dam-de Ridder.
Dat wordt jacht en visscherij.
Wel, ik laat mijn tweeloops komen
Met mijn zegennet er bij.
Hè, zoo'n heerlijk kikker-zitvlak
Is een fijne smullerij.
Hoor ik daar het meisje fluiten
Van: Me gaan, atju, vaarwel/''
Ruik ik niet het stille walmpje
Van ons peterolie-stel?
Proef ik reeds de rijst met krenten
Met de alebessensap?
Zie ik niet het helder glimmen
Van de gang en van détrap?
Voel ik niet het felle jeuken
Van de valsche muggebeet?
Hier vergeten we ons zaakje,
En ons tram-, spoor-, autoleed.
Ach, we kunnen u wel kussen
Als u ons niet kwalijk nam,
En het broederlijke zoentje
Ook niet op de nota kwam.
J. H. SPEENHOFF
IIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIII1IIIII1III1II
om niet?) bestaat niet, want hij" is alleen
bestaanbaar bij een mensch zonder eenig
egoïsme.
En een ware Christen heeft ook nooit
geleef d " (laten we zeggen Frans van Assizi)
omdat alle menschen egoïsme hebben en de
ware Christen niet.
Waar haalt men de gekheid van daan
En dan de praktische conclusie: Zelfs
het streeven daarna is Dus utopistisch en
MITSDIEN niet aanbeveelingswaardig" .
Dus" en mitsdien" welzeeker, je moet
maar durven. Dat noemt men logische ge
volgtrekkingen. Geen definitie van den
sociaal-democraat (ik vermoed dat Lotsy
socialist" bedoelt) noch van den waren
Christen", en uit die twee ongedefinieerde
axioma's wordt dus" en mitsdien" een
geheel willekeurige gevolgtrekking gemaakt.
Het is alsof men als volgt reedeneerde
Ware Natuuronderzoekers hebben geen
menschelijk gevoel. Menschen zonder menschelijk
gevoel bestaan niet- Dus zijn er geen ware
natuuronderzoekers.
Dus, MITSDIEN moest de heer Lotsy niet
meer zulke boeken schrijven,"
Van die kracht ongeveer is Lotsy's logica.
Is zulk een wijze van reedeneeren nu ge
schikt de eerbied voor het logisch verstand
der natuuronderzoekers er in te houdeu ?
En dat na de klad die er in gebracht
is door de drie-en-neegentig Duitsche pro
fessoren ?
De heer Lotsy is een hoogst verdienstelijk
natuuronderzoeker, zijn biologische ontdek
king dat soorten ontstaan door hybridisatie
is zeeker een belangrijke vondst, waarvan
de wijsgeerige betekenis nog niet is door
grond.
Maar ook nog in zijn speciale vak blijkt
zijn gemis aan- wijsgeerig inzicht.
Op de vraag : wat is een soort ?" scheept
hij ons af met de volgende tautologie:
Alle individuen van identische konstitutie,
die slechts ne soort van voortplantingscellen
vormen, vormen te samen ne soort.
Eén soort is dus . . . ne soort van soort.
Het woord soort" wordt hier in twee
signifische waarden naast elkaar gezet. En
dat heet dan een definitie, en uit zulke de
finities worden verklaringen" die echt heeten
en niet schijnbaar.
Gelukkig kan ik eindigen met een woord
van hartelijke sympathie.
Al wat Lotsy schrijft oover art. 192 der
Grondwet en het neutraal onderwijs beaam
ik ten volle.
Reik mij de hand, broeder! Neutraal,
verplicht en kosteloos onderwijs, met zorg
vuldige handhaving van eenheid en neu
traliteit, en vermijding van alles wat naar
sectarisme of fanatisme neigt, dat is wat
de maatschappij behoeft. En geen slinksche
bevoorrechting van dogmatische groepen
of sekten.
I1IIIIIIIIIIIIIIHII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIII
H. BERSSENBRUGGE,
POKTKETFOTOÖKAAF
ZEESTRAAT 65, Baast Panoraia Mesdai
DEN HAAG. - Tel. 1538.