De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 16 juni pagina 5

16 juni 1917 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

16 Juni '17. No. 2086 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND JUNI-SPROOKJE Teekenlng voor de Amsterdammer" van Jo Doemen r ?»-?-? ;?». -: i v ????',-? -f-., * Als 't Juni is, als 't Juni is, Verschijnen weer de rozen, En wordt de mooiste van den tuin Tot koningin gekozen; En in de warme middagzon Leeg ligt de tuin, en open: Want al die domme menschen zijn Voor 't zonlicht weggekropen Dan geeft de Rozenkoningin Heur lijfwacht vrij een poosje; De doornkabouters rusten uit.... Met vleiers praat het Roosje! Jo DAEMEN l iiimm mmiiiMiiiiin i i MI iiiiiiiiiiiiniiiiiii iiiiuiui iiimiiiiiimimiiiitimiimmiiiliiiiiiiiiiiimmimmi die de meisjes met een... foxterrier zagen spelen, is geschrapt!) Op 3 Maatt signaleert de schrijfster uit Londen, met vreugde, dat zij eergisteren gegeten hebben met dr. Bierens de Haan, den chef van PréCatelan, die op weg naar Holland is, en Zondag te voren had de Nederlandsche Consul-Generaal de jonge meisjes mede genoodigd naar KewGardens. Slot van dit briefje: Ik vind het dol om nu naar Parijs te gaan, maar jammer om mijn Tommies te verlaten.1' De aankomst dezer jonge verpleegsters in Frankrijk werd medegedeeld door de bladen. Zie hier wat de Avenir" o.a. publiceerde: J'ai eu Ie plaisir de voyager hier dans l'express de Paris avec un groupe de charmantes Hollandaises, qui nous arrivent en qualitéd'infirmières bénévoles. Mme Engelbert van Bevervoorde, Ottema, Marie Wessels, Josephine van Nispen tot Sevenaer et Annie de Vries, ont bravement pris la mer et nargu les sous-marins pour venir soigner nps blessés. Les courageuses voyageuses qui appartiennent a la meilleure sociétéhollandaise nous ont dit avec une chaleur de coeur, dont nous gardons une motion reconnaissante, leurs sympathies pour la France... Mme van Bevervoorde qui a pris l'inRiatif de ce dernier voyage plutöt dangereux en ce moment, d'Hollande en France, nous dit, qu'il lui a suffi d'une annonce dans les journaux hollandais pour avoir tout de suite plus de 250 derr/andesl Elle n'en a pu accepter cette fois ei, que 15, qui ont t dlrigées sur divers höpitaux; notamment au Mans: J. de Jong, L. Jacobs, P. Westeret L. Meulman." Te Parijs werd gelogeerd in Hotel St. Petersbourg, en vandaar uit kwam 't geest driftige briefje van 6 Maart: We moesten den geheelen .'ag in Havre blijven, waar we trouwens erg aardig ontvangen werden door den médecin-chef, die een erge hooge piet is. Om 5 uur konden we pas uit Havre. 't Is een prachtstad, en ik heb er een heerlijken indruk van. De zon scheen en alles zag er zoo heerlijk mooi uit... Mevrouw van Bevervoorde is werkelijk onbetaalbaar. Zij stevent overal maar op los en maakt alles in orde, 't Is werkelijk eenig. Hulde aan aan mevr. v. B." De schrijfster gaat naar het hospitaal in Le Mans, Z.-W. van Parijs: Ik yind het heerlijk en verlang er erg naar. Het is (van Een Hollandsch verpleegstertje in Frankrijk 'n Stapeltje brieven,... niet voor de pers" geschreven, dat uit de trouwe handen van vader en moeder in het statige huis op een onzer hoofdgrachten, door 'n toeval terecht komt op de redactie-tafel, onder redactieoogen. Die ze beginnen te lezen, zakelijk. En ten slotte met iets van zachte, gelukkige ontroering om de... onbaatzuchtige menschenliefde van de dappere stevige zus, die met nog een paar tijdgenooten zoo enthou siast den oproep naar Frankrijk volgde. We stippen een en ander aan, uit de gul-weg geschreven epistels, om onze lezeressen een beeld te geven van het verloop van de reis. The Huil and Netherland Steam-Shlp Co., Ltd." Slrkham Abby" prijkt als hoofd boven aan 't eerste epistel van 4 Februari. Angst, voor mijnen en onderzeeërs, wie ze heeft de aardige Lot" uit 't epistel niet: Luister. Lieve Allemaal" heet het: Het is nu Zaterdagmorgen. We liggen sedert gisterenavond 6 uur voor anker, onder de Engelsche kust, en kunnen niet verder door de reusachtige mist. De zee is kalm en we hadden tot nu toe een prachtigen reis... Dit is nu wel jammer, want ik had zoo gehoopt, Zaterdagavond met de trein in Londen te komen... Dit is nu natuurlijk tijd verloren, en nogal vervelend, want er is weinig comfort en zelfs geen piano l Verder zijn we gezellig onder elkaar... Hier kunnen geen onderzeeërs komen, omdat het hier te ondiep voor ze is. Onze escorte was eenig en razend interessant. Zoo gauw we uit de Hollandsche wateren waren, kwamen vier Engelsche kruisers achter ons op, aan de horizon. In no time waren ze bij ons, en vlogen aan alle kanten voorbij onder gewuif. (Hier is de censuur aan 't kappen geweest... wie elkaar met scheepsroepers beschreeuwden, is onleesbaar ge maakt, zelfs de aanduiding van de persoon, Ergens in Gelderland Waar de grindweg de beekiktuist, even over de brug, leidt een smal paadje het bosch in, een welkome afwisseling na de zonnebrand in de open roggevelden. Hier in deze streek zijn altijd bosschen bij de hand al nemen ook bouwland en hei en weide het grootste deel van den bodem in beslag. De vele kronkelbeken hebben alle begroeide oevers, soms slechts een strook van enkele tientallen meters breedte, doch ook, vooral in de wijde bochten en bij samenvloeiingen woudbrokken van indruk wekkende uitgestrektheid. Het terrein ligt in flauwe golvingen en zoo ontstaat een land schap van de allergrootste bekoorlijkheid. Langs bloeiende meidoorns leidt ons pad het bosch in, echt, oud loofbosch, meest beuken en eiken, maar ook de sierlijke haagbeuk, die waarlijk typisch mag heetenvoor deze streek. Zijn donkere stammen hebben niet den gladden cilindervorm van den beuk, maar zijn onder de hoofdtakken ge weef d en geplooid. Zijn loof mist den glans en het doorschijnend van het jonge beukenblad, maar boeit door zijn rijkere nervatuur en fraai ingesneden bladranden. De bloeitijd is voorbij, de losse vruchtkatjes hangen te rijpen in de groene schemering. Het vogeltje van het jonge Meigebladerte, de kleine fluiter, maakt geen verschil tusschen beuk of hoogbeuk en versmaadt ook de eiken niet. Zijn fijne triller of angstige fluittonen worden hjer in alle deeien van 't bosch gehoord. Bosch, water, heide, bouwland en wei vlak bij elkander maken hier een rijk vogelleven mogelijk. Uit een struweel van rozen en bramen aan de overzijde van de beek fladdert telkens een grasmusch omhoog, zijn schril kijfachtig liedje zingend. Een roodborsttapuil bewoont hetzelfde hoekje, hij zit, het fijne bekje vol kleine groene rupsjes op een dorre bramboog, zwart en wit en rood tegen de blonde rogge, waar ook de geel gorzen huizen en de ortolanen. Daar moesten ook akkerleeuweriken zwieren, maar die zijn hier niet veel, in hun plaats stapt parmantig langs den stoffigen weg de kuifleeuwerik, zijn spitse hoofdtooi recht omhoog. Deze vrind houdt ervan om in een boom te zitten tierelieren wat iemand, die er niet aan gewend is, in de war kan brengen. In het bosch zelf zingen nachtegaal en zwartkopje en langs de beek schiet met luid gefluit de schitterende ijsvogel. Doch het uur, werd eerst een uur, dat meetelt, toen we het luide gelach hoorden van den zwarten specht en de vogel vlak over ons heen door het woud schoot, zoo groot en zoo zwart als een kraai, maar met vuurrood op den kop. Toen hij een eind verder ging zitten gaf hij nog een harden schreeuw, heel an ders dan het Qedoek" van groene of bonte specht. We zochten nog een poos naar hel groote ronde zwarte gat in eik of beuk o) haagbeuk dat de ingang van zijn nest moest zijn maar konden het niet vinden. Intusschen ontdekten we zoo het bosch ons) een hospitaal, waar de zwaarst gewon3en komen. Ik zie er niets tegen op, maar loop maar, dat ik naar den zin zal kunnen werken." Te Parijs werden in den Printemps de verpleegsters-toiletartikelen aangeschaft, werd het hospitaal in PréCatelan bezocht en had ook het afscheid plaats van mevr.v. Bever voorde en de andere zustertjes, die naar haar plaats van bestemming zouden trekken. 9 Maart kwam het Hollandsche zustertje te Le Mans aan: We zijn toen direct naar de médecin-chef van het Höpital-mixte ge gaan. Hij ontving ons erg aardig en liet ons liet hospitaal zien. Och, och, je ziet heel wat ellende. We kwamen in de narcose-zaal waar een jongen juist onder narcose werd gebracht. Toen hij zoo ver was, werd hij in de operatie-zaal gereden, terwijl er weer een ander uit kwam. Arme jongens! En zoo gaat het den geheelen dag door. Maar ze zijn zoo aardig en moedig. In PréCatelan, de Holl. ambulance, heb ik een massa poilus gesproken. We zijn" (omdat geen plaats meer was tot logies) ondergebracht in l'Hóspital Notre Dame du Pré. Er zijn hier, evenmin als in het Höpital-mixte, verpleeg sters, 't Zijn allemaal infirmiers, behalve enkele religieuses. We logeeren hier keurig. Vier bedden op n kamer, die toch erg gezellig is... We zitten in een officierskamer en eten ook hun eten, wat meer dan puik is, beter dan op't oogenblik in Holland! Voor mama zal ik even opnoemen, wat bijv. om 12 uur het diner isl... Vrijdagmorgen kwam de directeur van de service de santébij ons, nadat hij belet gevraagd had. Hij kwam met z'n heele staf binnenstappen. Allemaal officieren van ge zondheid, pink op den naad van de broek. En daar kregen we een speech om van om te vallen... en je weet, hoe leuk en krachtig een Franschman dan kan spreken. Ik hoop van harte, dat ik me hier nuttig zal kunnen maken. We zitten hier midden tusschen de officieren, die dolblij schijnen te zijn, weer eens een vrouwelijk wezen te zien. Het zijn herstellende of met b.v. een gebroken arm. Een is er aan een gebroken arm, al acht maal geopereerd. Ze gaan wel uit en para deeren heel veel voor onze deur, in de hoop, de infirmières Hollandaises eens te kunnen zien. 't Lijkt wel Barnum en Bailey (hoe schrijf je dat ?) Alleen met dit verschil, dat daar de wilde dieren vertoond worden, ter wijl wij zooveel mogelijk onze deur ge sloten houden. Ik vind, als infirmière moet je in 't begin vooral, je een beetje terug houden, anders maakt het een ver keerden indruk. Er is op dat punt zooveel kaf onder het koren." Ziehier 't oordeel van pleegzusje over de pers: In London zijn we evenals in Parijs overvallen door alle mogelijke reporters van dagbladen, die ons ook maar aldoor wilden fotografeeren. We hebben een dollen pret gehad, al voelde je dikwijls de ellende van die arme menschen! Höpital-mixte" beteekent dat er, in vredes tijd, ook civil zieken liggen, omdat het dan voor militairen te groot is. Nu is bijna alles door soldaten ingenomen. De civil-zieken worden door de nonnen verpleegd. Verder zijn er zieke Duitsche geïnterneerden Daar hebben wij ook niets mee te maken. Wij komen op een zaal van Fransche gewonden, om de petits bleus" zooals ze hier heeten, te verplegen. We konden kiezen, of we wilden bij de chirurgie of bij de gewone zieken. Ik koos chirurgie, dat vind ik het interessantst." Van 15 Maart: Varimiddag heb ik weer de heele tijd gemasseerd. We doen dat de eerste veertien dagen, daarna krijgen we een zaal, die ze nu aan 't inrichten zijn en waar een nieuwe methode zal worden toe gepast. Dat masseeren wordt hier veel ge daan, alle menschen, die geopereerd zijn, of die door obus" of kogels half verlamd zijn Ontzettende wonden soms, maar er wordt bar veel zorg aan besteed. Die me thode, die wij gaan toepassen is iets heel nieuws sedert den oorlog, 't Is een spe ciale wondverzorging, die buitengewoon veel geduld en toewijding eischt. Ieder uur moet n.l. de wond met een zekere antiseptische vloeistof doorspoeld worden, en wel zoo, dat er geen plekje onaangeroerd blijft. 't Moet steeds doorstroomen, en de wond moet openblijven, totdat er geen bacillen meer aanwezig zijn... Een gecompliceerde dijbeenbreuk b.v., d. w. z. met wonden in de huid, was vroeger heel dikwijls doodelijk, omdat er zoo ontzettend veel kans was van infectie. Maar als de man gered werd, dan duurde het minstens 18 maanden, voor hij weer kon loopen, en dan nog hoe! Met deze methode kon men na 2 a 3 maanden weer loopen. (Methode de Carrel)... Men is druk bezig om de boel daarvoor in te richten. Het is een nieuwe baraque, waar wij dan met z'n vieren op komen te werken. Dat is prettig, want dan heb je je eigen niiiiiiMiiniiil iiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiriiiiiuniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiii zelf. Hier en daar hadden we moeite om door de hulsten te dringen, die hier op menige plaats het onderhout vormen. Vlak tegen een zwaren beuk schoot een zwart groene taxus op, thans een eenzame figuur maar in Caesar's tijd een van de voornaamste struiken in het Germaansche woud. In WestDuitschland en bij ons Is de taxus als wilde boom geheel verdwenen, deze eenling was ook stellig geen lijnrechte afstammeling van vroeger, doch daar gezaaid door een vogel, die de zoete roode bessen in den een of anderen tuin had opgehapt. Toch gaf hij hier een indruk van oorspronkelijkheid. Hier groeide ook het geurige dalkruid met zijn vele vlakke blaadjes en fijne witte bloemtrossen en eenige weken geleden heeft het daar wit en paars gezien van de anemoontjes. Een enkel maagdepalmpje bloeide nog. Adelaarsvarens waren bezig zich te ontwikkelen en stonden in 't rond in alle stadiën van opgeroldheid en ontrolling met krullen als teekenproblemen. Daartusschen weer muurlatuwe en havikskruid met nog kleine bloemknopjes als voorbereiding voor den zomer. Alles met alles een levendig bloemrijke licht en kleurig woud heel wat anders dan de bloemlooze leege dennen plantages, waarmee onze hooge gronden in den regel beboscht zijn. Maar het mooist van alles was nog de beek. Die hoorde je voortdurend ruischen, want dat doen de beken in dit deel van Gelderland, precies het geluid uit de bergen. In Drente of op de Veluwe en in Brabant kunnen ze wel snel stroomen, maar ze schui ven tusschen hun oevers voort, meest bruin of troebel, zonder vroolijk gemurmel. Hier echter hoor je de beek lang voor ze gezien zieken, die je net zoo goed kan verzorgen als je maar wilt. Die massage is anders ook interessant. Niet voor altijd, maar voor veertien dagen wel. En het doet de luidjes zooveel goed. Want dikwijls zijn de spieren absoluut verdwenen of stijf, als ze lang niet gebruikt zijn." Gymnastiek wordt door alle soldaten ge daan onder leiding van den kapitein een leuke vent zoo 'n eenig sportfiguur". Ze doen speciale oefeningen om de spieren die buiten werking geweest zijn, weer te doen groeien en om de pezen weer wat bij te rekken." Diepen indruk in het eenvoudige Fransche plaatsje, met zijn teekenachtige kerk, maakt de begrafenis van een eenvoudige soldaat. Hij ligt op den lijkwagen onder de Fransche driekleur de veel beminde; en er achter loopt de familie, ook de vrouwelijke familie leden, in diepen rouw natuurlijk.... Daar achter komen de vrienden uit het hospitaal, de een met een stok, de ander op krukken. En dat alles komt bijén hier, in dit kerkje. Toch moet je, niet denken, dat onze poilu's gedrukt zijn. Al lijden ze nog zoo veel, ze verliezen den moed en de opgewektheid, een Franschman eigen, niet! Als staaltje, uit den laatsten brief: 's morgens heb ik altijd een alleraardigst officierlje. Ik moet hem helaas altijd erg veel pijn doen, maar hij houdt zich kranig en lacht, als hij het niet meer kan uithouden, terwijl dan de tranen hem in de oogen komen. Niettegen staande dat, maakt hij dan nog grapjes; zoo zei hij van morgen op het pijnlijkste moment: j'aime mieux Ie chocolat au lait." Ik zal nooit spijt hebben dat ik gegaan ben." Tot zoover de sympathieke, jonge briefschrijfster. Te veel ruimte zou het vergen, wanneer we onzen lezeressen ook hare be schrijving van de soldaten-opvoeringen" en de glundere en gevoelige beschouwingen omtrent menschen en toestanden zouden mededeelen. Amsterdam kan trotschzijn op het pleegzustertje, dat de patricische rust van haar omgeving verliet, en uit roe ping de lijdende menschheid helpen ging. YVONNE DE TESSAN Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Arbeiderswoningen De Amsterdamsche vereeniging De Arbei derswoning" stelt haar woningen slechts beschikbaar voor groote gezinnen. Voorwaar een nuttige en noodige instelling, als men bedenkt, hoe moeilijk een groot arbeidersgezin, in de hoofdstad vooral, een behoorlijke woning kan vinden! In Duitschland heeft tegenwoordig de over heid voor gezinnen met veel kinderen een soort mystieken eerbied, welke eerbied schuilt in haar toekomstvisioenen. ' Dus moeten vanzelfsprekend die kindertjes een goede levenskans hebben, en zoo pas heeft men van officieelen kant een onder zoek ingesteld, wat er voor de groote ge zinnen gedaan wordt. Uit het rapport van dit onderzoek blijkt het volgende: Een groot aantal steden, waaronder Dresden, Heidelberg en Essen, hebben getracht deze gezinnen te helpen, wat hun woning betreft. Daar zijn voor hen gemeentelijke woningen gebouwd, of wel zij hebben be langrijke tegemoetkoming in huur gekregen, waardoor zij een betere woning konden betrekken. In Dessau bv., waar het eerste het geval was, had zulk een woning slechts n ver dieping, en beschikte het gezin over een woonkamer en drie groote slaapkamers, be halve waschkeuken, zolder en kelder. Boven dien is er een stukje grond achter. De huur Kleeding van de maand Teekening voor de Amsterdammer" van Roosje Bakhuis Sportjaponnetje van gekleurd linnen met witte kraag en manchetten. Een hoog aangebracht ceinluurtje en witte biezen langs de zakken bedroeg per jaar 250 Mark, maar voor elk kind beneden 16 jaar wordt 8 Mark afge trokken. Daar er in het afgeloopen jaar 30 gezinnen met 204 kinderen in aanmerking kwamen, is deze aftrek wel van beteekenis. Gemiddeld had elk gezin 6 of 7 kinderen. In andere steden, waaronder Keulen, Metz, Stettin en ook weer eenige van de vorige, geeft men stukken land aan zulke gezinnen ter bebouwing met aardappelen en groenten. In eenige gevallen laat men voor dien grond een geringe pacht betalen, in andere wordt de grond kosteloos verstrekt. Ook blijkt uit het rapport, dat in een aantal steden bepaalde fondsen worden ge vormd, waaruit de gemeente de groote ge zinnen ondersteunt. Van deze gemeenten noemen wij Dusseldorf, Karlsruhe, M lhausen. Al deze hulpverleening gaat buiten de eigenlijke oorlogs?fürsorge" om en heeft evenmin iets met armenzorg te maken. P. Verzoeke alle stukken voor de rubriek Voor Vrouwen" in te zenden Koninginneweg 93, Haarlem. IIIMIIIIIIIIIIirtllHM DIRECTOIRE FANTALONS wordt en dat heeft ook alweer een oorzaak, die kenschetsend is voor het landschap. Onze beek heeft zich namelijk diep inge sneden in de grond, zoodat wij, gaande langs het oeverpad niet eens het bruisende water kunnen zien. Steil gaan de kanten omlaag vier of ivijf meter diep, de beek stroomt niet in een dal, maar in een ravijn, in een canijon. Zoo iets zou niet mogelijk zijn indien de bodem alleen uit zand bestond, dan zouden de kanten afkalven tot een vrij flauwe helling. Maar de bodem is een beetje leemig en keiig; wij zijn hier in het gebied van de grondmoraine van het landijs dat duizende jaren geleden een groot deel van Europa bedekte. In de bochten wordt de steile oever door het snel stroomende water ondermijnd en daar storten soms heele brokken omlaag, soms met boomen er op die dan schuin over het water vallen. De eenige manier om deze beek goed te zien, is er in te gaan wandelen. Het water is niet diep, maar de bodem is voor de bloote voeten niet altijd even aangenaam Waar de stroom niet zeer snel is en dat komt in den droge weken gelukkig nog al eens voor heeft zich 'een prettig begaanbare zandstrook gevormd, maar elders heeft het water al het zand meegevoerd en daar liggen dichte lagen van harde keien gemiddeld als een vuist zoo groot, waarover de stroom bruist Wij gaan daar nu als in een diepe loopgraaf door het heldere water. Groote lar ven van kikkers en padden zwemmen er rond, in de grootere poelen, ook kleine schichtige vischjes allemaal voedsel voor de ijsvogel. De steile oevers zijn bezet met sierlijke varens van velerlei soort en zeer veel sleutelbloemen, die echter nu uitgebloeid zijn. De rijpende vruchten steken op lange stelen boven de bladrozetten uit. Omhoog volgt dan struikgewas en de kronen den hooge boomen, die 't zonlicht doorlaten dat op de woelige golfjes speelt. Aange namer wandelpad is werkelijk niet denkbaar. Waar al die keien vandaan komen ? Er zijn er bij van allerlei soort gneiss en graniet maar ook zandsteenen en leisteen en kalksteen in groote verscheidenheid, staaltjes van alle rotsgronden die het ijs op zijn weg van het Noorden hierheen heeft moeten passeeren. Maar er zijn er ook die met dat oude ijs niets te maken hebben gehad, brokken die door verwering zijn losgeraakt uit de rotsen in 't tegen woordige stroomgebied van ons beekje. En we behoeven niet ver te wandelen om op den bodem en langs den onderkant van den stellen oever den rotsgrond zelve te ontdekken. Op een plaats komen mooi gelaagde kalkgesteenten schuim opzetten tot een paar decimeter boven het water vlak. Hoogerop zijn het weer formaties van anderen aard, de schilferige steenen van den bonten zandsteen en zoo geeft de wandeling door het beekje ons de over tuiging dat als we het bovenste dek van de grond dat slechts enkele nieters dik is eens konden oprollen, een groote groep van gesteenten, voornamelijk uit het secun daire tijdvak, voor de dag zouden komen. Dat maakt nu hier al de beekjes interessant, zij ontsluiten op werkelijk bijzonder aange name manier de diepere lagen en hebben zelfs op zeer bevredigende wijze den weg gewezen naar zout en steenkool, die nog dieper liggen. JAC. P. THIJSSE

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl