Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
23 junf '17. No. 2087
hij spreekt van de grootste dagen van ons
volk, dat toch nog altijd bovenal het volk
van de Ruyter is.
Vreede-handelingh tot Breda, geslpten op den 31 july 1667
(Kopergravure van R. de Haogft)
raadpensionaris, die ten siotte minister voor
alles was, zeer ongewenscht; dus werd zijn
broeder Cornelis aangewezen om den
souverein te vertegenwoordigen.
De vioot werd in alle stilte bijeengebracht
voor den Maasmond; daar kwamen de
eskaders van de drie Hollandsche admiraliteiten
bijeen. Daarbij bleef het echter; men moest
en wilde ten slotte niet wachten op het
Zeeuwsche en Friese hèsmaldeel, die waren
toegezegd. Beide kwamen eerst later in zee;
zoo kon de tocht naar Chatham een zuiver
Hollandsche overwinning worden. Deze
Hollandsche vloot was ongeveer tachtig
groote en kleine schepen sterk. Den Uden
Juni zeilden zij uit naar het Westen; den
ITden kwam zij voor de monding van de
Theems aan. Toen zond de Ruyter een
smaldeel van zeventien kleine schepen, onder
van Gent de Theems op; hij zelf volgde met
de groote vloot. Geheel gelukte deze eerste
opzet niet; want het gelukte een paar
Engelsche schepen te ontkomen en het bericht
van de naderende Hollandsche vloot te
Londen te brengen, waar het evenwel meer
paniek dan energie te weeg bracht. Toch
is de aanval niet zonder strijd gegaan: de
hertog van York en Albemarie hebben inder
haast nog allerlei maatregelen van
tegenweer genomen, die dan ook dit effect hebben
gehad, dat de aanval ojer Hollanders wel niet
is gekeerd, maar toch wel werd bemoeilijkt.
Den 20sten Juni begon déeigenlijke aanval ;
toen zeilde de Hollandsche vloot de Medway
op; zij zette troepen aan land, die het fort
Sheerness veroverden en daar de Hollandsche
Statenvlag hebben geplant. Eerst daarna
kon men verder gaan; den 22stem kwam
bovendien een krachtige vloed op, die het
ook de groote Hollandsche schepen mogelijk
maakte de rivier hooger op te zeilen. Dat
was de dag van de grootste glorie van de
Nederlandsche marine. Van Brakel in den
voortocht neemt een groot Engelsch fregat;
het had den zwaren ketting te verdedigen,
waarmede de rivier door de Engelschen was
afgesloten. Daarna werd de ketting zelf met
een forschen stoot door van Rhijn in stukken
gevaren; achter hem volgde de Hollandsche
vloot, eerst nog bedreigd door de
kustbatterijen, die evenwel spoedig tot zwijgen
werden gebracht. Het was op dezen dag,
dat het admiraalschip, dat de Engelsche
koningsvlag voerde, de befaamde Royal
Charles, werd veroverd; het was van Gent,
die de eer .van dit feit had; op zijn schip
bevond zich Cornelis de Witt zelf, de ver
tegenwoordiger der Staten-Generaal, onder
wiens oogen het groote heldenfeit plaats had.
Den 23sten werd de tocht nog voortgezet;
men zeilde op tot Upnor, waar opnieuw
Engelsche oorlogsschepen werden vernield.
Verder doordringen was ondoenlijk; de
IIUIIHIIIIIUHIIIIIIIIIIIIIIIIIIMHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItlllHII
iiiiiiiiiiitiiiimi
Een binnen-gesmokkelde
Grondwet
Daar de heer Van Eeden prijs stelde op
plaatsing van onderstaande beschouwingen,
welke als het ware nog een uitvloeisel zijn
van zijn optreden als candidaat bij de ver
kiezingen, wenscht de redactie haar medelid
de gelegenheid daartoe niet te onthouden.
De juistheid van het betoog zoowel als de
gegeven voorstelling der feiten blijft echter
geheel voor zijne persoonlijke rekening. Zi)
behooren niet tot de verantwoordelijke leiding
betreffende vragen van actueele politiek, in
het Weekblad gegeven.
Neen, het verheugt mij niet, het spijt mij
nu werkelijk, dat ik vooreerst geen
geleegenheid zal hebben in het Parlement mijn woord
te doen. Ook ben ik dankbaar dat ik in de
politiek gehaald ben, want ik weet nu dat
daar iets te doen valt, en dat ik er gansch
niet ooverboodig behoef te zijn. Ik zou
nu graag al mijn kracht willen aanwenden
om wat reinigings-dienst te doen. Jammer,
dat ik het nu niet daar kan beginnen, waar het
't meest noodig is.
Dat bederf ligt niet zoo diep, integendeel!
Politiek is niet zoo'n duizelingwekkend in
gewikkeld vak. Maar men moet zich niet
wat laten wijs maken door brutale beweerin
gen en groote woorden. Men moet uit eigen
oogen zien, met eigen hart voelen, en wat
moeite doen om de feiten en hun beteekenis
op zich voldoende te laten inwerken.
Ik ben eeven goed dupe geweest als het
geheele Nederlandsche volk nu dupe is. We
zijn er allemaal min of meer ingeloopen,
door de brutaliteit van staatslieden en par
tijleiders. Zelf het gereegeld leezen van het
felste oppositieblad, geeft niet de sterke
indruk die men krijgt door het zelf mee
doen aan de politieke praktijk. Niemand
heeft, naar mijn weeten, de zaak werkelijk
in vollen eenvoud aan de kaak gesteld.
We hebhen ons laten bedonderen, het
heele volk, op een paar na. En die
enkelen hebben de zaak nog niet klaar ge
formuleerd.
Toen er voor 't eerst gezegd werd: laat
zitten wat zit" en dat verdeedigd met de
bekende argumenten, de zorg voor 't behoud
schepen geraakten aan den grond. Men be
sloot dus tot den terugtocht, na alle oorlogs
schepen en maritieme gebouwen en inrich
tingen te hebben vernield. Als
victorieprijzen sleepte men de twee grootste oorlogs
schepen, de Royal Charles en de Unity
door ons scheepsvolk op den klank af tot
de Jonathan herdoopt mede naar het
vaderland.
Bede- en dankdagen werden gehouden,
medailles werden geslagen, gedenkprenten
gegraveerd; Vondel ging voor in het koor der
victorie-dichters.
Maar de Witt achtte de overwinning nog
niet afdoende. Hij beraamde nieuwe aan
vallen op Engeland en zette ze door ook.
Een groote vloot bleef geankerd voor de
Theems; kleinere smaldeelen voor de andere
rivieren en kustplaatsen, een blokkade in
het klein. In Juli werd nog een aanval ge
daan pp Harwich, die evenwel mislukte.
Evenmin kon men nogmaals de Theems
opvaren; de Engelschen waren nu op hun
hoede. In Augustus, eindelijk, had een her
haling van de onderneming van Juni plaats;
van Nes kwam opnieuw voor Gravesend
en Sheerness en zeilde opnieuw de Medway
op. Maar na vier dagen moest hij
terugkeeren na intusschen opnieuw aan de Engel
sche vloot en de arsenalen zware verliezen
te hebben toegebracht.
Dat was de tweede tocht naar Chatham.
Maar het doel was toen reeds bereikt; de
vrede was toen reeds gesloten. Hoewel de
vijandelijkheden nog de geheele maand
Angustuster zee voortgingen, was het
vredestractaat reeds 31 Juli 1667 te Breda
geteekend. Het was inderdaad een glorieus
tractaet", zooals de Republiek zelden nog
met Engeland had gesloten; het wlschte den
smaad van den eersten Engelschen zeeoorlog
geheel uit.
De Witte beleefde het gelukkigste
oogenblik van zijn leven; alleen toen heeft hij van
de algemeene erkenning en erkentelijkheid
van zijn landgenooten kunnen genieten;
zelfs was hij toen populair en kon hij zich
ongedwongen mengen in de feestvreugde
in Den Haag.
Dat was het orimiddellijk gevolg vanden
toch naar Chatham. Nooit heeft de Neder
landsche vloot zulk een stout stuk weer
begaan; nooit klom haar glorie hooger. De
Europeesche oorlog, die wij thans ondergaan,
heeft nog niets vergelijkbaars ter zee te zien
gegeven. Wat is de duikbootenoorlog klein
gedoe vergeleken bij zulke groote daden l
Daarom mogen wij er nog altijd op roemen,
dat de Hollandsche vloot de eenige is ge
weest, die ooit Engeland tot vrede dwong.
Daarom mogen wij den spiegel van de
Royal Charles in het Rijksmuseum nog wel
eens met nadruk aan onze kinderen toonen;
lUiiiiiimiiiiiimimniiiittiiiiMiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiittiiiiiiiiiii
van 't pas geschapen kunstwerk, de Her
ziening, en van de lieve Gods-vreede, toen
vond ik dat wel niet zeer verheffend en
verfrisschend, maar ik zag de zaak niet ter
stond, zooals zij is, n.l. een wets- verkrach
ting, oopenlijk geproclameerd. En de meeste
Nederlanders, die de Grondwet nu niet
iederen dag naleezen, waren er nog kalmer
onder, 't Ging immers om de lieve Vreede,
en de Eendracht van 't land? Heerlijk dat
alles nu zoo stillekes en knus kon verloopen,
en geen schoolstrijd meer en alle partijen
voldaan heerlijk!
Maar ondertusschen is de wet verkracht,
de grondwet zelf, en wel in
anti-democratischen geest. En dat is in een paar woor
den duidelijk te maken en ik tart ieder het
mij te heeten liegen.
De grondwet schrijft voor dat na iedere
grondwetsverandering, het parlement dat de
verandering hielp tot stand brengen, zal ont
bonden worden, dat alsdan het geheele volk,
met een nieuwe, vrije keuze, een nieuwe
verieegenwoordiging zal kiezen, die het verrichtte
werk nogmaals aan een keuring zal onder
werpen, om zeekerheid te hebben, dat de groote
meerderheid van het volk met de herziening
instemt. Eerst na goedkeuring door deze
nieuwe vertegenwoordiging kan de nieuwe wet
geldig worden. (Art. 195.)
Deeze reegeling is uitmuntend en getuigt
van democratischen geest. Het blijkt dat
Thorbecke beeter democraat was dan de
Staatsman die heeft gedoogd en goedgekeurd
dat deeze geheele reegeling tot een doode
letter is geworden.
En ze is tot een doode letter gemaakt, de
wet is verkracht, de vrije stemming is ver
hinderd, door een complot van de partij
leiders, die vreesden dat men hun werk niet
zou goedkeuren.
Nu vraag ik ieder eerlijk mensen, of hij
bij het bijeenroepen van een jury die zijn
werk zal keuren, de ooverweeging mag laten
gelden of ze het wel goed zullen vinden!
Dat is toch zotheid! En die zotheid is
terstond aan het gansene volk verkondigd:
geen stemming! Zitten wat zit! Ze mochten
het eens afkeuren.'
Welk een taktiek! welk een houding! geen
jury! want die mocht ons werk eens afkeu
ren ! geen volks-oordeel, want het mocht
eens ongunstig luiden l Is ooit kleinzielig
heid en lafheid met minder schaamte voor
dan dag gekomen? En men verwondert
ziek nog, dat de oppositie sterke woorden
De troonswisseling in Griekenland
Reeds spoedig na de revolutie in Rusland
werd hier en daar gezegd, dat de Entente
nu korte metten zou maken met den Koning
van Griekenland; de Tsaar had hem altijd
de hand nog boven het hoofd gehouden;
nu deze bescherming hem niet langer dekte,
zou Koning Konstantijn den slag, die hem
dreigde, niet meer kunnen ontgaan.
De slag is eindelijk gevallen. Koning
Konstantijn heeft afstand moeten doen van
den troon en is met zijne familie reeds op
weg naar Denemarken; zijn tweede zoon,
Alexander, heeft in zijne plaats de regee
ring aanvaard.
Klaarblijkelijk denken de geallieerden er
dus niet over, generaal Sarrail en zijne troe
pen uit Macedoniëterug te ontbieden. Wel
hebben d« Engelschen dezer dagen de dor
pen, die zij ten O. van de Stroema bezet
hielden, ontruimd en zijn zij achter die rivier
teruggetrokken, maar dit heet te geschieden
om de troepen niet bloot te stellen aan de
malaria, die in de eerstvolgende maanden
de vlakte van Seres verpest. Ook al is dit
slechts een voorwendsel en moet de werke
lijke reden van den terugtocht gezocht wor
den in een besluit, om hier voorloopig in
het defensief te blijven, aan een opgeven
van de groote plannen, waarvoor de expe
ditie naar Saloniki begonnen werd, valt nog
niet te denken. Anders zouden Frankrijk en
Engeland niet besloten hebben tot de zending
van Jonnart naar Griekenland, met de op
dracht om een einde te maken aan de regee
ring van Koning Konstantijn.
Toen in de zitting van het Lager Huis
van 12 Juni 1.1. de Regeering antwoord
moest geven op een vraag naar den toestand
in Griekenland, zei Lord Robert Cecil, dat
Jonnart alleen als commissaris van Engeland
en Frankrijk optrad, en niet als vertegen
woordiger van de drie mogendheden ge
zamenlijk, die garanten zijn van de onaf
hankelijkheid" van Griekenland en van zijn
constitutioneelen regeeringsvorm, namelijk
Frankrijk, Engeland en Rusland. Met Rusland
schijnt dus geen overleg te zijn gepleegd
of geen overeenstemming te zijn verkregen.
Aan den heer Joranart zoo verklaarde
Lord Robert Cecil toen ook is onder
andere de taak opgedragen, zich controle
te verzekeren over den oogst in Thessalië.
Die oogst was reeds vroeger ter sprake ge
komen in berichten, afkomstig uit de pers
der geallieerden. Als straks de oogst in
Thessaliëwordt binnengehaald, zoo kon
men daarin lezen, dan is Koning Konstantijn
niet langer afhankelijk van de geallieerden,
die hem nu ook door de blokkade van de
Grieksche kust in hunne macht hebben; dan
beschikt hij over een voorraad levens
middelen, waarmee hij zijne troepen zal
kunnen onderhouden, als hij vijandelijk
heden tegen de de geallieerden wil beginnen;
het is dus zaak, hem de beschikking over
den oogst te ontnemen.
Reeds den volgenden dag kon de Regee
ring aan het Lager Huis bekend maken,
welke de andere dingen waren, die Jonnart
in Griekenland had te verrichten, behalve
beslag te leggen op den oogst; zij deelde
toen mede, bericht te hebben ontvangen van
den afstand van Koning Konstantijn.
gebruikt!!
En nu de manier, de truc, waardoor het
door de Wet geëischte volka-oordeel Is
ontdooken. Daarvoor moet men ons volks
karakter kennen en de volksgebreeken weeten
te exploiteeren. Ons volk is onverschillig,
vooral in politieke zaken, gemakzuchtig en
geneigd tot een knusse rust «n gemoedelijke
vreede.
In dat volk is ingevoerd de reeds op zich
zelf verderfelijke gewoonte van verkiezing
door enkele candidaat-stelling, Daarbij behoeft
het volk zich nog minder moeite te geven,
de volksgeest blijft op nog lauwer tempe
ratuur, een klein groepje bedisselt de zaak,
het groote publiek, toch al lui in staatszaken
en afkeerig van drukte en opwinding, merkt
nauwelijks, dat er zooiets als een verkiezing
aan de h,and is, de laksheid van ons volk
wordt nog aangemoedigd en bevorderd.
En van die zoogenaamde verkiezing door
candidaat-stelllng die op niet anders neer
komt dan op een onverschillig ooyerlaten
van de heele zaak aan eenige partij-drijvers
is nu op onbeschaamde manier partij ge
trokken, om de heele verkiezing... ze moch
ten eens wat te vitten hebben! tot een
wassen neus en een doode formaliteit te
maken, en de bedoeling van het democra
tisch wetsvoorschrift te ontwijken en te niet
te doen.
De partij-leiders hebben nu eenvoudig een
complot gemaakt, waardoor ze de volksstem
afdoende konden smooren en de volkswil
eenvoudig aan hun laars lappen. Ze spraken
af nergens een werkelijke stemming en ver
kiezing uit te lokken. Overal enkele candi
daat-stelllng. Nergens een uiting van de
gezindheid des volks. (Ze mochten eens
wat aan te merken hebben!) Een
samenzweering dus van de politieke partijleiders,
om hun zeetels te behouden en hun zin
door te drijven, met ontduiking van hetgeen
de wet voorschrijft... een nieuw volksoordeel.
Met recht dus een politieke smokkel-partij,
die de zelf-geproduceerde Herziening binnen
weet te smokkelen, voorbij de Douane van
het Volks-oordeel. Men weet tegenwoordig
zooiets van smokkelen af. De
smokkelneiging en de smokkel-taktiek is in Neder
land populier geworden. Ook de politiek
staat In het smokkelteeken.
We zien dus nu het merkwaardige feit
van een volks-verteegenwoordiging die en
bloc" conspireert teegen haar
mandaatgeevers. Niet alleen voelen ze hun
verantVan den gedwongen afstand al werd
dit er niet bij gezegd; maar toen een lid
van het Lager Huis sprak van het feitelijk
verjagen van den troon", tikte de Regeering
hem niet op zijne vingers, of aan Koning
Konstantijn de keus is gegeven tusschen de
inwilliging van bepaalde voorwaarden der
geallieerden en het verlies van zijne waar
digheid, daarover liet de Engelsche regeering
zich niet uit; alleen gaf zij, in antwoord
op een vraag van den straks bedoelden
afgevaardigde, nog te kennen, dat Koning
Konstantijn niet zelf zijn opvolger had
mogen aanwijzen.
Het zal nog wel geruimen tijd duren,
voordat het volle licht opgaat over de jongste
gebeurtenissen in Griekenland; de verjaagde
koning zelf zal er voorloopig nog wel geen
boekje over open doen, nu er nog kans
bestaat, dat zijne dynastie op den troon
blijft. Maar zooveel is wel zeker, dat de
geallieerden van koning Konstantijn niet de
waarborgen hebben kunnen verkrijgen, die
zij noodig achtten voor de veiligheid der
expeditie van generaal Sarrail; de verscherpte
duikbootoorlog had de verbinding over zee
met Saloniki nog moeilijker gemaakt, dan
zij reeds was; alleen dan zou aan Sarrail
de toevoer verzekerd zijn, wanneer die
grootendeels over land kon geschieden,
langs de Grieksche spoorwegen; de dan
nog resteerende zeeweg tusschen Italiëen
Griekenland, over de Straat van Otranto,
zou wel kunnen worden beveiligd.
Koning Konstantijn heeft zich klaarblijke
lijk er niet toe willen leenen, de waarborgen
te verschaffen, die men van hem eischt;
misschien ook koesterden de geallieerden
zulk een groot wantrouwen tegen hem, dat
zij aan hem geen waarborgen wilden vragen.
Van rijn oudsten zoon schijnen zij niet te
hebben verwacht, dat hij een andere ge
dragslijn zou volgen dan zijn vader; met
den tweeden hebben zij het aangedurfd.
Aan den nieuwen Koning hebben zij
Wenizelos nog niet als minister opgelegd; een
kabinet-Wenizelos zou op de aanhangers
van Konstantijn nog werken als een roode
lap op een stier; eerst moet er nog een
overgangstoestand zijn; het kabinet-Zaimls,
vermoedelijk versterkt met enkele ministers
uit de partij van Wenizelos, zal den over
gang moeten vormen tot een regeering, die
weder door Wenizeios zelf geleid wordt.
Dan zal Griekenland niet meer in tweeën
gescheurd zijn; aan de openlijke zoowel als
aan de verkapte tegenwerking van de oor
logsdoeleinden der Entente zal dan een einde
zijn gemaakt; Griekenland* zal dan weer in
zien, dat zijne belangen met die der Entente
samenvallen.
In Engeland en Frankrijk zal men op zulk
een loop van zaken hopen; men zal dien
daar eigenlijk ook moeten verwachten, om
dat men aan Koning Konstantijn altijd heeft
verweten, dat de door hem gevolgde
buitenlandsche politiek tegen den wensch van de
meerderheid van zijn volk in ging.
Zeer zeker is er in dezen oorlog een tijd
geweest, waarin Venizelos de meerderheid
der Grieken aan zijn zijde had; de ver
kiezingen van Juni 1915 hebben dit aan
getoond. Er is dan ook alle reden, aan te
nemen, dat dit ook in den herfst van het
genoemde jaar het geval was, toen hij aan
de geallieerden toestond, troepen te landen
in Saloniki. Van dit oogenblik dagteekent
zijn breuk met den Koning, al bestreed hij
diens politiek niet terstond openlijk; dit
deed hij eerst in den zomer van 1916, na
den inval der Boelgaren in Macedonië, toen
de Koning het fort Rupel en de forten bij
Kawalla zonder slag of stoot in handen der
Boelgaren liet vallen. De toestanden in
Griekenland hebben sedert belet, dat men
met zekerheid kon antwoorden op de vraag,
of de Koning dan wel Wenizelos door de
meerderheid van het volk werd gesteund;
na Juni 1915 zijn er nooit verkiezingen ge
houden, waardoor de volkswil zich kon
uitspreken; aan die van December 1915
heeft slechts een minderheid der kiezers
deelgenomen.
Indien de jongste gebeurtenissen ten
gevolge hadden, dat men eindelijk eens
zekerheid er over kreeg, of de meerderheid
der Grieken al of niet goed vindt, dat de
iiiiiiimiiiiiiiiuiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiii
woordelijkheid niet meer, noch hun solidari
teit met de massa die zij verteegenwoordigen
maar ze spreeken met elkaar af hun
onderlinge veeten te vergeeten en gesamenlijk,
als n man, te zorgen dat ze blijven zitten.
Hier te spreeken van verraad aan de
volkszaak, acht ik niet ooverdreeven.
En daarbij, als toppunt, zoo weinig be
grip van waardigheid, van ridderlijkheid,
van Ie beau geste" dat ze nog eindigen
met een maatreegel tot
traetementsverhooging en pensioen. En deeze minder
waardige houding wordt door het volk
gedwee aanvaard, terwille van rust en
vreede. Ik zou het oordeel oover zulk een
volksverteegenwoordigiog wel eens willen
hooren van een oude Helleen, of van een
Chinees. De schande is eeven groot voor
het dommelende volk, als voor het
conspireerende parlement. Ik meen te moogen
gelooven dat Thorbecke zou gezegd hebben
Mijne Heeren, het gaat niet aan het
volksoordeel op deeze manier te ontwijken. Dat
is laf en ondemocratisch." Thorbecke ver
diende misschien veel van Multatuli's scher
pen spot, maar hij was een eerlijk man met
groote allures. Hij poogde, voor zijn tijd,
werkelijk democratisch te zijn. Aan zulk
een complot zou hij verontwaardigd alle
sanctie geweigerd hebben.
En onze minister-president, die in deezen
tijd de eer en de waardigheid van ons volk
moet hoog houden, heeft een woord van
protest doen hooren teegen de conspiratie
die onder zijn oogen plaats greep ?
Inteegendeel, hij schijnt er plezier in te
hebben. Hij is zoo content oover zijn eigen
product, dat hij dankbaar alles aanvaard
wat moogelljke kritiek kan smooren, al is
het in fragranten strijd met de bedoeling
van den Grondwet.
Dit is niet de houding van een groot staats
man, zeeker niet van een die zich democratisch
noemt, en waard is aan 't hoofd van onze
natie te staan. Een groot.man vreest het
volks-oordeel niet, en zal de kritiek op zijn
werk eer uitlokken dan haar door slinksche
middelen trachten te ontwijken.
Een buitenlandsch vriend van mij,
spreekende oover dit geval, zeide dat hij teveel
van ons land en volk hield om oopenlijk
zijn opinie oover deezen toestand onzer
politiek te uiten. U op dit moment te
kritiseeren zou onmenschelijk zijn", was zijn
woord.
Ware democratie vreest geen
verkiezingsEen owejer over tien jaar
Als de oorlog is geleden,
Is er, na een jaar of tien,
In de nachtgelegenheden
Geen owejer meer te zien.
Als de oorlog is vergeten,
Kennen we geen afgunst meer,
En de pochende owejer
Is een deftige meneer.
Zomers zit hij op zijn buiten,
's Winters woont hij in de stad,
Net als of hij heel zijn leven,
Dik op in de duiten zat.
Opa, die met kachelhoutjes
En met nootjes-kolen liep,
Kuiert als een renteniertje
Van het doodgewone liep.
Vroeger dronk hij alebessen
In een drankgelegenheid,
Over tien jaar neemt hij sherry
Op de heeren-sociëteit,
Opoe, die geen Kerk verzuimde,
Zit nu in de Opera,
Vroeger heette ze: De kromme",
Over tien jaar: Grootmama".
Liezebet, de oudste dochter,
Die een maand gezeten had,
Wegens rauzen met 'n diender,
Tuft dan haastig door de stad.
Vroeger vree ze met 'n jopper,
Die haar gappen had geleerd,
Over tien jaar heet ze Betsie,
En is net geëngageerd.
Kijk hoe keurig of ze croquet,"
Gut, ze is zoo intressant,"
Heelemaal geen mésailllancel'
Zegt de Ma van haar galant.
Pa, die vroeger katten mepte,
Is er bovenop geraakt,
Met pantoffels en augurken,
Heeft hij 'n millioen gemaakt.
Luitjes, die hem nu negeeren
En gesteld zijn op hun stand,
Helpt hij niet zijn puike duiten
Over tien jaar uit ae brand.
Ma, die zelf het stoepje dweilde,
Zit dan stijf in haar salon,
Met de dames thee te^ drinken,
In een beeld van 'n japon.
Als de oorlog is geleden,
Is er na een jaar of tien,
Tusschen niet- en wel-owejers,
Bijna geen verschil te zien.
J. H. SPEENHOFF
lllllllMllllhlIIIHIIIIUIIIMIIIIIIIIIIIIIIItlllllllllllllllllllllltllllllllllllllllfll
H.YAN OOOREN&Cie.
DEN HAAB AMSTERDAM UTRECHT
Dames Hoeden en Bontwerken
Entente over Griekenland als operatiebasis
beschikt, zou men althans om die reden er
zich over kunnen verheugen. Maar gesteld
al, dat daarover een stemming zou kunnen
worden gehouden, dan zou aan de zuiver
heid daarvan allicht worden getwijfeld.
Want de geallieerden oefenen een zwaren
druk op Griekenland uit. Niet alleen dat in
het Noorden de troepen van Sarrail liggen,
ook de landengte van Corinthe is thans
door de Engelschen en Franschen bezet; in
den Piraeus zijn troepen aan wal gebracht,
die tot dicht bij Athene oprukten; Larissa
en andere plaatsen in Thessaliëhebben een
Franscb garnizoen gekregen.
De militaire maatregelen, in de laatste
drukteen geeft de voorkeur aan den heftigsten
strijd booven laksheid en onverschilligheid.
Bij ons wordt daarenteegen alles gedaan
wat dienen kan om de traagheid en onver
schilligheid des volks te bevorderen.
Ware democratie tracht het volk zelfstandig
te maken en het op te voeden in sociaal
voelen en eigen denken
De houding van onzen leidenden staatsman
is daarenteegen geschikt het volk te doen
indutten en alle politische macht te bewaren
in de handen van partij-leiders. Ook de
eevenreedige verteegenwoordiging moet in
dien geest werken zooals ronduit wordt
erkend *).
Het volk heeft zich laten bedotten. Maar
er zijn teekenen van koomende verandering .
Niet alleen de 50000 oppositiestemmen, maar
ook het opvallende wegblijven der kiezers,
de toeneemende politieke onverschilligheid
moeten onrust brengen in het gemoed der
samenzweerders, en in dat van den staatsman
die aan hun wets-ontduikingzijn sanctie gaf.
*) Men zie het artikel van prof. Scholten
in Onze eeuw".
iiiiiiiiiimmiitiiiiiiiiiiintiiiiiiMMiiiiiiMimiiiiitiiiiiniitiimiMiiiiiiiiiii