De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 23 juni pagina 5

23 juni 1917 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

23 Juni '17. No. 2087 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Het passieve Vrouwenkiesrecht van verschillende zijden belicht Op Vrijdag, l Juni hield de Vereeniging tot verbetering van den maatschappelijken en den rechtstoestand der vrouw in Neder land" haar algemeene vergadering te 's Gravenhage, onder voorzitterschap van mr. E. Fokker. Deze vereeniging, die gewoonlijk kort heidshalve met den naam: de Rechtstoe stand" wordt aangeduid, werd in het jaar 1894 in het leven geroepen op initiatief van drie bestuursleden der Vereeniging Tesselschade", nl. jonkvrouwe Jeltje de Bosch Kemper, mevr. H. Boddaert-Schuurbeque Boeye en mevr. Scholten-Commelin. Deze drie vrouwen ondervonden telkens weer bij het verleenen van hulp, in het vinden van een beroep of het zoeken naar een gelegen heid tot opleiding, voor vrouwen en meisjes, dat vele van de bestaande wetten belemme rend werkten voor de Vrouw, die zich een zelfstandig bestaan door eigen arbeid wenschte te verzekeren. Ten einde met eenigen nadruk te kunnen aandringen op verbeteringen in de wetgeving en zooveel mogelijk te voorkomen, dat nieuwe, voor de vrouw ongunstige wetten werden inge voerd, besloten zij tot het oprichten van een vereeniging, welker bestuur zou bestaan uit mannen en vrouwen. Immers, men kon de betere wetten slechts door middel van de mannen verkrijgen en men wist zeker, dat men tegenover de buitenwereld krachti ger zou staan, als mannen mede de leiding namen. Zoo was het toen, zoo is het ook nu nog; en een van de eersten, die zijn medewerking beloofde, was mr. E. Fokker de tegenwoordige voorzitter. Gedurende de drie en twintig jaar van haar bestaan heeft de Rechtstoestand" gedaan wat haar hand te doen vond en ook ditmaal .toonde zij een juisten blik door aan haar Algemeene Vergadering een openbare ver gadering te verbinden, waarin door drie spreeksters de vraag werd behandeld hoe de vrouwen eigenlijk moeten staan tegenover het passieve kiesrecht, dat haar ten deel valt, als deze Grondwet wordt aangenomen. Mevrouw Mansfeldt-de Witt Huberts, bestuurslid van den Vrijzinnig Democratischen Bond, betoogde de noodzakelijkheid voor de vrouwen, zich bij een pattij aan te sluiten en zoo haar politieke opleiding te ontvangen. Zij is van oordeel, dat een politiek geschoolde vrouw in de volksvertegenwoor diging en ook in de partij, onberekenbaar veel goed kan doen, zelfs al blijkt daarvan naar buiten niets. Mevrouw Mulder van de Graaff?de Bruin pleitte voor vrouwenlijsten", omdat h.i. de vrouw, als partijmensch, gedoemd zal zijn om min of meer blindelings de partijleiding te volgen en dus haar zelfstandigheid en vrijheid van beweging verliest, terwijl eene, die los staat van de partijen, in ieder geval zal kunnen opkomen voor de belangen van vrouwen en kinderen en zoo doende haar roeping als vertegenwoordigster der vrouwenbelangen in het parlement zal kunnen trouw blijven. Spreekster wees er op, hoe op dit oogenblik 90 pCt. van de mannelijke kiezers ook nog niet tot een partij behooren, wat wel te denken geeft. Mevrouw Drucker gaf ten slotte als haar meening te kennen, dat vrouwen, haars inziens, beter zullen doen geen mandaat uit de handen der mannen te aanvaarden en niet mee te werken om een minderwaardig actief vrouwenkiesrecht te veroveren. Zij noemde het treurig, dat er nu in .Nederland met tweeërlei maat gemeten wordt, ook wat het kiesrecht betreft en zij zou gaarne zien, dat de vrouwen te fier waren om zich als volksvertegenwoordigsters te laten kiezen nog voordat zij zelf kie zers zijn. In het debat dat volgde, betoogde o. a. mevr. van Itallie?van Emden, dat een partijmensch, al is hij uiterlijk een onderdeel van de partij, toch innerlijk objectief tegen over de verschillende politieke vraagstukken kan staan, dat men, als men karakter heeft, niet willoos behoeft mee te stemmen en dat Ergens in Gelderland (Slot) Toen zei de Inboorling: Zeker steekt er iets sportiefs in, om op je eigen houtje en zoo goed als zonder voorbereiding onze beken af te snuffelen en zoo als groote nieuwtjes allerlei dingen te vinden, die al lang bekend zijn. 't Is voor jezelf frisscher. En als je tijd genoeg hadt, vondt je misschien ook een werkelijk nieuw kleinigheldje. Maar nu het korte vacantietje haast weer op is, zou het misschien beter zijn, als we eens samen op 't rijwiel een paar belangrijke punten gingen bezoeken. Zoo gezegd zoo gedaan en we hebben een heerlijk, hoewel warm middagje gehad. Bij de eerste beek ging het al dadelijk linksaf, een hooggelegen roggeveld langs, dat pas in bloei kwam: een zorgvuldig behandeld akkertje zonder klaprozen of korenbloemen. Aan den anderen kant lag het diepe ravijn van de beek, beide oevers alweer prachtig met hoog loofhout begroeid: een zeer actief kronkelbeekje, dat hard bezig was de schi reilandjes tusschen zijn bochten in eilandjes te veranderen en zoo zijn bedding te ver leggen. Het pad verliep in een dennebosch, daarna liep het weer door rogge en door eiken hout en daar stond onze eerste merkwaar digheid, een paar prachtige bekervormige varengroepen. Men zou ze hebben kunnen houden voor de struisvaren onzer tuinen, die hier en daar in Midden Europa in het veld voorkomt. Ge kent hem wel, een mooie varen, maar in tuinen soms een lastig on kruid, doordat hij door middel van onderniet, zooals men wel eens wil doen gelooven, het karakter verdwijnt door gedurige aan raking met de politiek. De heer Ament (U.L.) pleitte voor aan sluiting der vrouwen bij de partijen en bestreed het denkbeeld der vrouwenlijsten en der vertegenwoordiging van de feminis tische beginselen in de Kamer. Het was een vergadering, die gedachten wekte, welke zeker bij sommigen der aanwezigen zullen nawerken. Vele vragen rijzen naar aanleiding van het vreemde feit, dat de Hollanders zich weer eens, zooals mevr. Mulder van de Graaff dat noemde, de Chineezen van Europa hebben getoond. In de eerste plaats vragen wij ons af: In welke vertegenwoordigende lichamen zullen mannelijke candidaten plaats maken voor vrouwen ?" In de tweede plaats: Welke combinatie van minderheden in de Kamer zal er ooit haar voordeel in zien het actief kiesrecht voor de vrouwen te eischen ? En welke wetgever zal het aandurven?" H. VAN BlEMA-HlJMANS Kunstgenot Wij zaten in de foyer van den Stads schouwburg in de pauze van de opvoering van Wagner's Parsifal. Hij, de artist-idealist met het slanke, teere vrouwtje, de verpersoonlijking van het Ewigweibliche, en zij, de vrouw van de wereld met haar man-van-zaken, nuchter-logisch in denken en handelen, hadden zich bij ons aangesloten. Subliem! eenig! Welk een kunstgenot zeide onze artist, zich koelte toewuivend met het tekstboekje. Waar vindt men elders zoo'n ensemble? Dat decors, wat geeft het een rijkdom van gedachten, hoe weet het stemming te brengen, en hoe sober is de actie der spelenden. Welk een gratie in ge baren, in houding, in bewegen! Een heerlijke schepping l Neem het koor der bloemenmeisjes; is 't geen juweeltje, en dan de graalscène in de eerste acte Toch, had ik er meer van verwacht, meent zijne vrouw. De groote schoonheid van het orkestrale gedeelte, de wondere toon zetting, de onvergelijkelijk schoone klank effecten der zich in elkaar oplossende mo tieven, dat alles gaat waar ons oog zóó wordt geboeid, aan ons oor te veel voorbij. Ik voor mij heb zuiverder genoten bij de opvoering van den Parsifal in concertvorm, destijds in het Concertgebouw te Amsterdam gegeven. Die ellenlange recitatieven werken ver killend, vond mijn nuchtere buurman, en wat gij sober noemt, betitel ik met vervelend. De solopartijen zijn te zwaar voor de zangers, zij doen zich geweld aan om er iets van terecht te brengen. 't Is waar, beaamde ik, Wagner heeft vooral in zijn laatste werken der menschen kracht wel overschat en zijn eischen te hoog gesteld, maar daardoor kan toch voor mij de bekoring niet verloren gaan waaronder deze laatste schepping van den grooten meester mij onwillekeurig brengt. Die Wagneravonden, waaraan kosten noch moeite worden gespaard, zijn voor den kunstzinnigen mensch als mijlpalen, die hoog, verheven kunstgenot brengen in de sleur van het alledaags-leven. De foyer vulde zich meer en meer; ons gesprek werd af gebroken.Een glaasje ijskoude sorbet maakte de drukkende hitte der zaalatmosfeer dragelijk, sandwiches gaven toon aan de maag en kracht om het verdere verloop van den avond onvermoeid te kun nen volgen. Het was een va et vient zonder ophouden. Men verdrong zich aan de buffetten om verfrissching en op de buiten-balcons om een teugje frissche avondlucht te bemachtigen. De beau monde van Amsterdam, ter plaatse aanwezig, had toilet gemaakt! Zij moest toilet maken want de opvoeringen van de Wagnervereenigiog eischen groot-avondtoi let. Dit is juist gezien. Waar de kunst op deze wijze gediend en tot de hoogste hoogte wordt opgevoerd, daar kan redelijkerwijze van het publiek worden verlangd en ver wacht, dat het zijn waardeering uit, door zooveel mogelijk luister aan de opvoeringen bij te zetten, en wat men noemt: zich te kleeden." Geen blousjes en rokjes, geen ge ruite heeren fantasiepakken ! Het bestuur der Wagnervereeniging houde daar de hand aan, wellicht nog iets strenger dan zij dit thans doet, want... het gemak dient den mensch. grondsche uitloopers zich sterk verspreidt en dan op allerlei ongewenschte plaatsen te voorschijn komt. Uit het midden van den bladerenbeker ontwikkelt hij soms stugge hooge sporendragers. Onze vondst echter had kleine rondachtige sporenhoopjes aan de achter zijde van zijn veeren en daartusschen kleine gele haartjes en kliertjes, die een aangeHamen geur verspreidden. Het was niets meer of minder dan de stippelvaren of bergvaren, die in ons land zeer zeldzaam is en altijd kenmerkend mag heeten voor ouden woud- en bergbodem, Dit land van Win terswijk is dan ook eigenlijk oud afgeschaafd bergland, dat met een dun laagje van jon gere gronden is bedekt. Misschien komt die bergvaren nog wel vaker voor dan men meent, maar hij wordt vaak verward met de manneljesvaren, die ook heel mooie bekervormige groepen kan vormen. Ze zijn echter gemakkelijk te onder scheiden aan den vorm der slippen en de ligging der sporendoosjes. Dikwijls groeien ze bij elkander, weinige stippelvarens in een zee van mannetjesvarens en dan zijn de eerste ook nog wel te herkennen aan hun bleeker meer geelachtig groen. Voor den liefhebber verhoogen zij zeer de aanzienlijk heid van de streek Waar zij groeien. Maar wij zouden nog deftiger dingen zien. Een vlug ritje langs den grindweg en goede rijwielpaadjes door 't graan en langs de karresporen bracht ons weer aan een andere beek en daar lag bij het bruggetje een hoop wit puin. Het waren halfverweerde zerken, ietwat schilferig en blazerig als jodenpaaschbrood. Maar 't was nog goed te zien, dat ze, regelmatig behouwen, als bouwsteen of vloertegels hadden gediend en er zat dan ook een heel verhaal aan vast. We hadden hier de resten voor ons van een tegelvloer die meer dan zestig jaar ge leden is gelegd in het Scholtehuis Willink uit materiaal dat in de onmiddellijke nabij heid uit de groeve is gehaald en dat al bijna honderd jaar geleden bekend is geweest Elegant mantelcostuum van licht-beige zijden Gabardine. De lange mantel wordt met een smalle ceintuur onder de buste bijeen gehouden en vormt daardoor een korte taille. Onder aan mantel en rok een breede opgezette band van dezelfde stof, geheel geborduurd met zijde in dezelfde tint. De kraag eveneens geborduurd, in Pellerinevorm, kan hoog gesloten worden. Model van de firma Hirsch & Cie. Poor men'* zegt mijn buurvrouwtje in haar laag gedecolleteerd fraise kleedje. Zie al die hooggeboorde halzen, 't is om te bezwijken in deze hitte. Waarom geen Schiller-kragen ? Schiller kragen! Fi doncl die passen bij sport. Hier allerminst! Een rok met laag uitgesneden zwart vest,, wit overhemd met hoogen boord en witte das, of smoking met licht vest en hoogen boord met zwarte das, dat is je tenue. Dwaas consequent zijn jelui mannen toch, wat zit jelui vast in de conventie. Waarom dan ten minste geen smoking met witte das ? Een lichte halsbekleeding staat vroolijk en feestelijk. Jelui hebt ook geen greintje moed om met de traditie te breken en je toilet naar persoonlijken smaak te wijzigen. Dat kan jelui ten minste nog van ons vrouwen leeren. Wij durven dat aan. Als jelui niet geheel uniform gekleed gaat, zooals je kleermaker 't gebiedt, dan is 't niet comme il faat". Nu ik vind de dames ook vrij uniform, beweert de man-van-zaken, en met echt man nelijke opmerkingsgave geeft hij zijn indruk weer: van boven ongekleed, dan wit, dan een kleurtje. Maar eeilijk gezegd, jelui tenue in deze.hiite is logischer aan het onze. ? O, zoo !... Zie Daisy eens, wat ziet ze er schattig uit in die japon van simpel rose zijden soepele crêpc-stof met zwart satijnen ceintuur; mooie dccoüeté-lijn hè?, en Mies in die dunne witte robe met schou derbandjes van Maartsche viooltjes! Dat sobere tulen kleed van mevrouw X is ook zér gedistingeerd. Hoe fraai doet dat drie dubbelen paarlensnoer om den mooien hals, en dan dat grijs fluweeleh^toilet met die breede Venetiaansche point de rose. Welk een rijkdom! onder den naam van Winterswijks marmer. Echt marmer is het niet, maar dat doet er minder toe. Het feit alleen dat hier een kalkgesteente van hoogen ouderdom dieht onder de oppervlakte ligt en aan de beek oevers zelfs bloot komt is al interessant genoeg. Het behoort tot het middelste ge deelte van het Trias, dat weer de oudste afdeeling van het secundaire tijdvak uit maakt. De Duitsche geologen noemen deze formatie Muschelkalk. Ongelukkig verweerde deze steen te snel om hem als bouwsteen te gebruiken en te langzaam om er mee te mergelen, zoodat er van die steengroeven verder niets is Rechts: een bladslipje van de stippel varen, de sporendoosjes dicht aan den rand. Links: een bladslipje van de gewone mannetjesvaren. terechtgekomen. We vonden de verlaten groeven een eindje verder in een zeer mooi oud dennebosch met ondergroei van loof hout. De bovengrond is hier zeer waterrijk Als je 't mij vraagt, brengt onze artist in 't midden, dan vind ik al die vrouwenkleedij hier, vrij prullig, afgezien van de per soonlijkebekoring der draagster. Wijs mij ook maar n toilet, dat in lijn, vorm en kleur ware schoonheid geeft» Waarom doet jelui kleed dat niet? Omdat jelui de kostbaarste stoffen achteloos verknipt zoolang tot alle glans, alle soepelheid versnipperd is, ofwel ze bedekt met kant, zoodat ze ten deele onzichtbaar zijn. Wat blijft er over van de stofweelde, die van af de hooge kopstandaards in de winkel kas ten in glanzende plooienval omlaag golf!, en door haar kleurenmengeling, het oog zóó verrukt. Jelui zijt die mooie weefsels niet waard. Neem een voorbeeld aan het losse Empire-gewaad derbloemenmeisjes heden avond, dat de soepelheid der stoffen en de lichaamsvorm recht laat weder varen. Dat is schoonheid, dat is kunst l" Er was waarheid in die woorden, maar toch.... De pauze was ten einde, het sein tot het innemen der plaatsen werd gegeven. De foyer was weldra ledig en verlaten. GRETA Kook- en Huishoudscholen voor de Volksklasse Men hoort tegenwoordig al vaker de meening verkondigen, dat de vrouwen ver lost moeten worden van haar sleur-arbeid" in de huishouding. En wel schijnt die op vatting verband te houden met de sociaaldemocratische neigingen tot den heilstaat, die o. a. wordt aangeprezen omdat de vrouwen in dien staat bevrijd zullen zijn van de zorg voor de kinderen. Komt het ons geheel onbegrijpelijk voor, dat vrouwen zich zouden willen vervreem den van het eigen vleesch en bloed om zich van de moedertaak te bevrijden en gelooven wij daarom niet, dat veel vrouwen ooit met den wensch der mannen, zullen meegaan, wel een gevaar achten wij het, dat meer en meer veld wint het dwaze idee dat huishoudelijke bezigheden voor de vrouw iets vernederends zouden hebben. Het voortwoekeren toch van zulke denk beelden, maakt de vrouwen ontevreden en zou ten slotte de maatschappij ernstig be dreigen. En daarom zou het zoo gewenscht zijn, door het algemeen verstrekken van onderwijs in kookkunst en huishoudkunde aan meisjes uit de volksklasse de waanideeën over de ge ringe beteekenis van huishoudelijken arbeid te wijzigen. Zooals thans deze arbeid verricht wordt, geheel werktuigelijk, zonder dat er bij na gedacht wordt, zonder dat ooit na het hoe en waarom wordt gevraagd, zoo is het immers geen wonder dat geringschattend op het werk wordt neergezien. Maar zoodra ,de vrouwen begrijpen, wat zuinigheid en overleg in de huishouding beteekent voor de welvaart van het gezin en hoe de welvaart van elk gezin afzonderlijk weer terugwerkt op de algemeene welvaart der maatschappij;, zoodra zij vatten van welke beteekenis een doelmatige voeding en het goed toebereiden der spijzen voor de gezondheid en het arbeidsvermogen is; zoodra zij in zullen zien ook, hoe de vrouw VAN ALLES WAT AFGELUISTERD IN DE TRAM Neen heusch ik kan 's nachts niet slapen van de muggen. Ds kinderen zijn er ook onrustig van, ze zitten al vol muggenbulten. Werkelijk? Nu dan kan ik je een prach tig middel aan de hand doen, 't is een oud recept. Je neemt lavendelolie en citronel door elkaar en sprenkelt dat op het kussen. Het helpt uitstekend, 't Is een heerlijk frissche lucht. De kinderen verlangen er 's avonds al naar. In Hoorn hebben thans de vrouwelijke lidmaten der Ned. Herv. Gemeente niet alleen het recht om bij verkiezingen mede te stemmen, maar ook om gekozen te worden tot lid van het kiescollege, tot kerkvoogdes en tot notabel. iHMiMiiminiMiMiiHMtMMimimiitmiiii in haar huishouden dagelijks werkzaam kan zijn om door allerlei schijnbare kleinigheden het levensgeluk van al de haren te bevor deren; zoodra dit het geval zal zijn, zal zij van zelf tot de overtuiging komen, dat aan de zorgende huisvrouw waarlijk geen taak is toevertrouwd, die, ook al vergelijkt men ze met die van den man, zoo weinig te beteekenen heeft. En het gewicht van die taak beseffende, zal zij die lief krijgen en er zich met opgewektheid aan wijden. Wij weten dat er in sommige steden van ons land gelegenheden bestaan, waar meisjes uit het volk huishoudonderwijs en koken kunnen leeren, maar meestal is het doel daarvan dienstmeisjes op te leiden. Beston den er inrichtingen op grooter schaal, dan zou dit het algemeen belang ten zeerste bevorderen. De invloed der ziekelijke denk beelden, die de huisvrouw uit de lagere klasse haar taak leert minachten, invloed, die niet anders dan verderfelijk op de maat schappelijke toestanden kan inwerken, hij zou weer verdwijnen. Wij bedoelen geenszins afbreuk te doen aan het denkbeeld om centrale keukens voor het volk op te richten, dit staat geheel buiten de kwestie. Het beschikbaar stellen van goede maaltijden voor weinig geld, het is uitstekend uit een oeconomisch oogpunt en ook daarom, omdat de vrouw uit de volksklasse dan eens wat meer tijd over heeft om zich te ontwikkelen. Maar al zou het stichten dezer keukens ook algemeen worden, dan nog zijn wij van meening, dat elke vrouw, gehuwd of ongehuwd, niet alleen smakelijk moet kunnen koken, al ware het alleen voor ziektegevallen in het gezin, maar dat zij ook voldoende kennis van voedings leer moet bezitten. En dan, er moet een tegenwicht zijn, het levendig besef moet den vrouwen bijgebracht worden, dat wat zij in het huishouden doen geen vervelende taak is en dat niet daarom haar een ge deelte van de schouders wordt genomen. Het is noodig in het belang van de maat schappij. HENRIËTTE BEERSTECHER Verzoeke alle stukken voor de rubriek Voor Vrouwen" in te zenden Koninginneweg 93, Haarlem. uimmiMHiMiiiiimiMjuiiMimimiliimi en de groeven waren nu groote rechthoekige stille vijvers geworden, rijkelijk bewoond door zeer welvarende groene kikvorschen. Ongetwijfeld huisden daar ook knoflookpadden en alpensalamanders, want het was er net een plekje naar: een echt rijk woud. Het galmde er van de vogels, de nachtegaal voorop en niet het minst merkwaardig was een wielewaal die zijn roep uitbreidde tot vier, vijf lettergrepen. Ook ontbrak het voor name zwartkop-grasmuschje niet en de boomvalk liet hoog boven de kronen zijn helder-kli-kli-hooren. Hier groeiden ook de echte boschviooltjes en al de bloemen van de rijke bosschen en de overvloed van Sanicula deed ons zoeken naar andere planten, die in Zuid Limburg in eenzelfde omgeving voorkomen, naar Paris of Eenbes en naar het Christoffelkruid. Maar dat wilde niet lukken, doch wij werden beloond met vele mooie orchideeën, die ik eigenlijk uit vrees voor verzamelaars niet eens durf noemen. Alles met alles een pracht van een bosch n een pracht van een landschap. Weer op 't wiel en nu zijn we in twee minuten in een heel ander landschap. Hier liggen de jongere zandgronden uit den ijstijd en dadelijk hebben we hol en arm denne bosch en een heideveld met kleine inzin kingen, waar zich plassen hebben gevormd, die alweer bezig zijn dicht te groeien met veenmos en wollegras. Mettertijd worden dat hooge veentjes, ze zijn nu al ver genoeg om eenige paren kieviten en wulpen een bestaan te verzekeren. De flauwe golvingen van den bodem en de onregelmatige beplan ting geven dit landschap toch ook alweer een parkachtig uiterlijk. Spoedig echter, we zullen zoowat.twee kilometer gereden hebben, zijn we weer in dichte beukenschaduw en daar murmelt ook weer een beek, de hoofdstroom van het Winterswijksche, de Slingerbeek die heel uit Duitschland komt, ver achter Südlohn vandaan. Hij is hier ook weer diep ingesne den in den keiïgen zandbodem en met meer geluk dan wijsheid haal ik bij mijn eersten iiiiiiiiiiiiiiiMiimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiniMiiiiiiiiii greep een kalksteenbrok met een aardig fossiel te voorschijn. Dit plekje te trouwens bij de Nederlandsche beoefenaren van de geologie zeer in tel, maar ook als boschlandschap al merkwaardig genoeg. En het wonder is dat dit prachtige bosch een uit gestrektheid heeft van slechts enkele hektaren, noh niet eens het tiende deel van het Vondelpark. Nu gaat er een onweersbul dreigen, daar om nog even vlug naar het Kottensch beekje, dat over een klein, o zoo'n klein stukje bruist over spierwit gesteente, dat hier aan de oppervlakte komt, een secundair gesteente, evenals het Winterswijksche marmer, maar veel jonger, want het behoort tot de bovenste afdeeling van de krijtformatie. Dan rijden we vlug naar huis, maar langs een omweg, want er zijn nog allerlei bosschen en merk waardige planten, die we niet mogen ver zuimen. Waarlijk, deze Achterhoek van den Achter hoek mag meetellen onder de schoonste en meest onderhoudende streken van ons land. Zijn drietal beken : de Ratumerbeek, de Willinkbeek en de Slingerbeek geven alles, wat de meest dichterlijke verbeelding ons van een beek heeft leeren verwachten. Ook ontsluieren zij, op aangename wijze de ge heimen vah den aardbodem. Zij verzekeren het bestaan van de kleine, maar volmaakte bosschen, die listig door 't landschap ver spreid aan de gemeente Winterswijk met haar bloeiende landbouw en veeteelt en vele fabrieken toch het uiterlijk geeft van een reusachtig park. Moge al dat schoon lang gespaard blijven. JAC. P. THSIJSSB l

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl