Historisch Archief 1877-1940
". 3091
Zaterdag 21 Juli
A* 1917
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON
j Prijs per No. f 0.15. Per 3 mnd. f 1.90. Abonn. loopen per jaar | | UITGEVERS; VAN HOLKEMA ft WARENDORF, AMSTERDAM | | Advertentiën omslag f 0.35 p. regel, binnenpag. f 0.40 p. regel |
: t STEEDS SMALLER
Het moge dan nog niet met diplomatieke
zekerheid vastgesteld en erkend zijn, er
is alle waarschijnlijkheid, dat ditmaal de
Engelschen door 't beschieten der koop
vaardijschepen in onze territoriale zee,
een verbazenden inbreuk op onze neutrale
rechten hebben gemaakt.
Mogen misschien al de Britsche
tprpedobooten zelve niet birtnen
deNederlandsche wateren geweest zijn, de
Duitsche koopvaarders waren het allicht.
En, naar verscheidene berichten zeggen,
zijn zelfs de op 't strand geloopen schepen
toen nog beschoten geworden. Zoo is,
naar ook 't officieele Nederlandsche be
richt vaststelt, in elk geval op binnen ons
gebied aanwezige schepen gevuurd ge
worden, en heeft neutraliteitsschenrjis
plaats gehad.
In tegenstelling met degenen die tegen
over de talrijke Duitsche daden van ge
weld jegens onze eigen schepen en tegen
de miskenning van onze hoogheidsrechten
door de Zeppelins, zoo'n Engelsen geval
wel eens niet onaardig vinden, omdat
men dan ook eens naar hartelust tegen
de Engelschen uitvaren en de Duitschers
wat vergoelijken kan, wilden wij om een
lief ding, dat zich dit geval niet had
voorgedaan.
In de eerste plaats, omdat 't nu eenmaal
onbehaaglijk en ongeoorloofd is.
Bovendien krenkend voor ons gevoel
als staat.
Onze territoriale zee is het gebied van
ons, Nederland, en wij wenschen
niet, dat anderen daarop oorlogje voeren
gaan. Mogen de Duitsche handelsschepen
onze bijzondere sympathie al niet weg
dragen, het Nederlandsche vaarwater
wordt -gerekend, wie er ook in verkeert,
veiligheid te bieden.
Wordt het niet geëerbiedigd, zoo komt
het onze eer te na.
Onze Regeering zal dan ook niet
nalaten om deswege krachtig te protes
teeren.
Wij voor ons verliezen den lust, aan
zulke protesten nog vertoogen toe te
voegen.
* *
Er is echter nog een andere en v
rderstrekkende reden, waarom dit geval ons
vervult met een zorg, waarvan wij ook
anderen deelgenoot zouden willen maken.
Gaat men het gebeurde na, raadpleegt
men wat de Engelsche couranten er over
geschreven hebben en toetst men den
geheelen toon, moet men dan niet 't ge
voel krijgen, alsof de houding van die»
kant jegens ons land een eenigszins
ander karakter aanneemt?
Het is, alsof in de plaats der steeds
nauwkeurig volgehouden welwillendheid,
een onverschillige kleinachting treedt.
Dien indruk liet Zierikzee reeds hangen.
Bergen brengt hem nu in tiendubbele
mate. De maatregelen met de gevaarlijke
zone, de toon van een deel der Engelsche
pers zijn naar venant.
De oorlog is thans in een crisis binnen
getreden, heet het. De neutralen hebben
zich niets meer te verbeelden. Zij reke
nen niet meer mee. Wanneer hunne
ligging Duitschland voordeel biedt, zal
die ligging door de Geallieerden niet
meer worden ontzien.
Ook hiertegen kunnen vertoogen weinig
meer helpen. Wij zullen er ons dan ook
niet in uitputten.
't Wordt steeds duidelijker, dat de
periode van recht en egards welhaast
geheel door die van bittere kracht ver
drongen wordt.
Alleen zouden wij naar de zijde van
de Geallieerden in overweging willen
geven, dat het toch eenvoudig pok hun
belang niet kan zijn, Holland in fatale
moeilijkheden te -brengen of tegen zich
in 't harnas te jagen, of aan den anderen
kant motieven tot interventie te geven.
Nog altijd achten wij het bezwaarlijk
voor tegenspraak vatbaar, dat een
Holland-buiten-den-oorlog voor de Entente
nuttiger is dan een, hoe dan ook, in
den oorlog getrokken Nederland.
Van de deelneming door Nederland
zou onzes inziens niets anders te ver
wachten zijn, dan ellende voor ons eigen
land. '
Zulke aanvallen als nu op de Noord
zee kunnen misschien oogenblikkelijk een
succes opleveren. Doch als zij er toe lei
den moesten, dat de groote mogendheden
nog eens over Holland's hoofd heen met
elkander gaan botsen, en 't gevaar
is toch waarlijk niet denkbeeldig, al
zullen wij alles doen om het af te weren
dan speelt ten slotte Holland niet voor
zich zelf alleen de verstandiger rol, door
vast en beslist vol te houden: op mijn
land, zee en luchtgebied niet"
* *
Doch ook naar de zijde van onze eigen
landgenooten en hen die daar leiding
geven, mag bij dit blijkbaar barre ge
val nog wel iets gezegd.
Is inderdaad de daar op de Noordzee
_evolgde gedragslijn de uiting van een
nieuwe stemming, dan moeten ook daar
voor onze oogen geopend. Dan helpt
misschien de oude eerlijke wijze van
,strikt neutraal" niet langer tegen den
storm op, en stellen de harde feiten
ook aan onze staatkunde nieuwe eischen.
De oodog maakt de mogendheden
wild en gebeten. De rede wordt meer
en meer verdrongen door den niets
ontzienden, ja, den half verblinden wil.
Daartegen kunnen onze kalme vertoogen
en onze bedaarde houding weinig meer
uithalen.
Zoo zouden de grijparmen van de on
verbiddelijke machine zich ook langzaam
maar zeker naar ons kunnen uitstrekken.
Kortzichtig, dit niet te zien!
Kortzichtig ook, niet te zien, dat de
omstandigheden in dit opzicht bedenke
lijker worden en dat 't randje der goed
bedoelde neutraliteit, waarop wij rusten,
smaller en smaller wordt.
Maar kortzichtig dan tevens, niet te
begrijpen, dat wij ook hiervoor een staat
kundig bestek, een ander bestek dan 't
tot dus verre gevolgde, moeten maken.
In de eerste plaats, zooals wij ook
reeds de vorige week naar aanleiding
van de Vereenigde Staten schreven, zal
de politiek van bescheiden afwachten
plaats moeten maken voor meer krachtige
en spontaner vormen om onze nationale
belangen in 't buitenland voor te gaan
staan.
Zoo kan men de hoop blijven koesteren,
door verstandig gedrag de bezwaren af
te wenden, doch tevens zich meer
voorbereiden op de vraag : als wij er in
komen, hoe wij er in komen.
Ook hierin mag toch niet het toeval
of eene oogenblikkelijke stemming den
doorslag geven, maar moet gerekend
naar ohs duurzame, nationale belang.
Wij zijn ten onzent allerminst voor
avontuurlijke of activistische politiek, en
zullen onzerzijds daar ook niet toe komen.
Wij wenschen alleen aan ons zelf
standig standpunt vast te houden.
Doch, zoowel onze regeering als onze
publieke opinie moeten er zich niettemin
ook goed rekenschap van gaan geven,
welken kant wij hebben te gaan,
niet uit sympathie maar uit belang,
wanneer eenmaal dit smalle standpunt
eens door de onweerstaanbare
oorlogsgolf geheel mocht worden weggespoeld.
't Is waar, de juist binnenkomende
berichten spreken weer van geruststel
lender verhoudingen.
Maar over 't algemeen genomen loopt
de koortslijn toch op. v. H.
Eerste Kamerwijsheid
De Eerste Kamer heeft door eene geheele
rekening een eigenaardige streep gehaald.
Zij heeft beslist, dat de verschillende
wetsontwerpen, welke door de Tweede
Kamer vóór de ontbinding aangenomen
waren, na de ontbinding door de nieuwe
Eerste Kamer niet in behandeling genomen
kunnen worden.
Niet alleen, dat hierdoor een aantal zaken
tijdelijk van de baan zijn gebracht, en in 't
gunstigste geval weer ten koste van heel
wat papier en omslag op nieuw op dreef
moeten komen.
Niet alleen, dat de Eerste Kamer daarbij
zelve vrijheid heeft genomen, voor een
bebehoorlijken tijd huistoe te gaan.
Zoodat men bijvoorbeeld ook van een on
derwerp als de dividend- en tantiémebelasttng
voorloopig wel niet veel meer zal merken !
Geen last hebben", zullen sommige stille
bewonderaars van het beleid waarschijnlijk
verademen.
Maar bovendien is de voortzetting van
verschillende zaken geheel in twijfel gesteld,
omdat er nu een beroep schijnt te worden
gedaan op de ook door de troonrede beves
tigde afspraak, dat gedurende de tegen
woordige zitting politieke onderwerpen niet
zullen worden aangeboden.
Vat men dit letterlijk op, wat naar
onze meening in de komende maanden tóch
een ondoenlijke zaak blijken zal, dan zijn
verscheidene der thans ontijdig overleden
onderwerpen geheel van de baan.
Voor de ouderdomsrente eene slimme op
lossing van de tegenstanders, die geene
oplossing is voor de werkelijkheid.
Nu zou dit alles wel zoo moeten, indien
de theorie der Eerste Kamer juist ware.
Onzes inziens is zij dit evenwel niet. Wat
een ontbonden Tweede Kamer aangenomen
heeft, kan door een -nieuwe Eerste Kamer
zeer wel verder worden behandeld. Evengoed
als de Kroon wetsontwerpen kan goedkeu
ren, die door een ontbonden Eerste Kamer
zijn aangenomen. En evengoed als, om een
geheel ander voorbeeld te nemen, Gedepu
teerde Staten hunne toestemming zouden
kunnen verleenen aan eenig besluit van
een inmiddels afgetreden Gemeenteraad.
Ontbinding der kamers beteekent niet
anders dan: gedwongen aftreding van de
leden en bloc.
Het college als zoodanig, de raad van
volksvertegenwoordiging",blijft echter voort
bestaan.
In vroeger tijd moge het parlement meer
't karakter hebben gehad van eene tijdelijke
om den troon verzamelde delegatie, dit
is de toestand nu niet meer.
De reis met den trein kan worden voortgezet
al komt er een andere locomotief voor, of
wisselt het personeel.
? * *
Er is gezegd, dat de afwijzende houding
van de Eerste Kamer ook geboden werd
door respect voor de eigenlijke Kamer van
den volkswil, die immers in hare nieuwe
gedaante, na de ontbinding, van een geheel
ander oordeel zou kunnen zijn, dan het door
hare voorgangster aangenomen ontwerp.
Deze overweging kan zeker gelden.
Als inderdaad in een bepaald geval de
Eerste Kamer ernstige redenen heeft om te
vragen, of een ontbonden Tweede Kamer
niet eene verouderde opinie heeft vertegen
woordigd en de nieuwe in staat moet wor
den gesteld, nog eens haar oordeel over de
zaak te laten gaan, dan zou dit inder
daad een reden van goed constitutioneel
gebruik zijn, op dien grond" een aanhangig
ontwerp te verwerpen. ^
Dit ware zeker deferentie voor de volks
vertegenwoordiging.
Thans heeft men aan de nieuwe Tweede
Kamer slechts eenescfi/jn-deferentie betoond,
en aan de oude Kamer, die het anders had be
schikt, integendeel eene ernstige dedineering.
Allicht zal deze laatste 't meest worden ge
voeld ! De democratische waarde van 't
Eerste Kamervotum zal den meesten ont
gaan. N^.
Voor den Minister van Bumenlandsche
Zaken ook geen gemakkelijk geval! ZEx. mag
nu spijt hebben, bij de Kamerontbinding
niet de ook door ons aanbevolen methode
te hebben toegepast, om de sluiting van de
zitting der Staten-Generaal pas te doen in
treden vlak voor 't in werking treden der
ontbinding.
De Eerste Kamer had dan in Juni 't meeste
nog tijdig af kunnen handelen, en er was
nu geen last. v. H.
-t-4-4Michaëlis
Als een nieuwe Deus ex Machina, een
ware tooneelaartsengel, is de heer Michaëlis,
in de Duitsche scène binnengeschoven.
Terwijl von Bethmann-Hollweg zijn rust gaat
genieten scheppen velen er een behagen in,
den nieuwen Rijkskanselier als een span
nend raadsel voor te stellen. Brengt hij
nieuwe lijnen en oplossingen, en welke?
wordt juist ook ten onzent veel gevraagd.
En de onverwoestbare nieuwlichters hebben
al weer wonderwat goede verwachtingen.
Naar onze meening is de nieuwe figuur
aan den Duitschen hemel niet moeilijk te
begrijpen. Welke verklaringen hij moge
afleggen, en welke formules ;'j uitspreke,
de aard van zijn optredfa is voer wie de
toestanden in Duitschland eenigszins nauw
keuriger gevolgd heeft, vrij wel bepaald.
Deze Rijkskanselier is de minister van de
opperste legerleiding.
Niet orateur officie!", maar: orateur
offtcieux van het commando
HindenburgLudendorff; of eigenlijk moet men, waar
het hier de draden der hoogere politiek
betreft, wel: Ludendorff-Hindenburg, zeggen.
Dit beteekent dus niet, dat Michaëlis niet
tevens als een goed en doortastend organi
sator van de binnenlandsche toestanden in
Duitschland zou optreden.
Doch wat de oorlogspolitiek betreft, zal
zijn koers geen andere zijn dan die van 't
program: 1°vertrouwen op de nog altijd
sterke militaire positie; 2» hopen op twee
spalt onder de geallieerden; 3°geen denken
nog aan vredesconcessie's; 4» zien hoe 't
verder loopt.
Het zou voor 't oogenblik óók moeilijk
anders kunnen, want deze grondgedachten
vormen nog den kern van de inzichten der
geheele Duitsche natie.
Al wat daarnevens aan nieuwe orienteering,
aan parlementarisme en democratie, aan
vredestegemoetkomendheid en algeheele uit
putting te berde komt, ligt aan de opper
vlakte alleen.
Wie daar zijn verwachtingen op bouwt,
bouwt er naast.
De invloeden van moderniseering en
pacificeering in Duitschland maken naar
buiten veel meer indruk, dan hun binnen
lands toekomt.
Voorloopig rekene men dus, dat met
Michaëlis een lang volhouden van den oorlog
is afgeteekend.
Eer Duitschland daarvan zal afraken, moet
de stemming en moeten de leidende geesten
nog radicaal omkeeren.
v. H.
STOCKHOLM
door W. H. VLIEGEN
Zoolang de
oorlog militair
onbeslist is gaat
elke vredesbewe
ging uit van een
illusie, en moei
een illusie blij
ven. Deze strijd
moet volgehou
den worden tot
dat het agres
sieve militarisme
der Centralen
voorgoed een
einde heeft ge
vonden, door
dien op hen is
toegepast het bij
belwoord : wie
het zwaard trekt
zal door het
zwaard vergaan. Dewandaad dezen oorlog
over Europa te hebben gebracht, mag
in het belang der menschheid zelf, nie
ongestraft blijven, daarom kan eerst me
een verslagen Duitschland over vrede
worden onderhandeld. Duitschland voel
dat het op den duur verslagen za
worden, daarom tracht het naar vrede
vóór het zoo ver is en pogingen als de
De schrijver van dit artikel.
Stockholmer konferentie kunnen daarom
alleen door pro-Duitschen worden
ondernomen of gesteund. Een vrede die vóór de
militaire onderwerping van de Centralen ge
sloten wordt, zou een Duitsche vrede zijn."
Zóó of ongeveer zoo is veler oordeel over
de poging om de socialisten der verschill
ende landen, die vóór den oorlog in inter
nationaal organisatorisch verbond tot elkaar
stonden, in een conferentie bijeen te brengen,
ten einde een grondslag te vinden om tot
een gemeenschappelijke vredesbeweging te
tomen.
Men kan in deze uitspraken een zekere
ogika vinden. Mits men n ding nalaat,
nl. onderscheid maken tusschen volk en
regeering. Duitschland enkel zien als
n geheel, zonder acht te slaan op de
verschillende stroomingen, klassen, opvat
tingen, die evenwel in dat volk als in elk
ander, aanwezig zijn.
Lloyd George en meerdere andere staats
lieden der entente proclameerden herhaal
delijk een soort van heiligen oorlog, in het
belang der demokratische opvattingen, tegen
tiet autokratisch geregeerde, half-feodale
Duitschland. En we hoorden menigmaal
als strijdkreet en oorlogsdoel beiden: geen
vrede met den Kaiser of zijn
Junker-bureaucratie. Alleen als het Duitsche volk zijn
eigen lot in eigen hand neemt, kan er sprake
zijn van onderhandelen over vrede. Geschiedt
deze omwenteling niet, dan kan er alleen
sprake van zijn Duitschland een vrede te
dictccrcn.
Deze redeneering gaat uit van een tegen
stelling tusschen regeering en volk. Ze
onderstelt dat in het volk andere opvattingen
leven dan bij de heerschende machten. Hoe
anders te verklaren dat men in een
demokratisch Duitschland zooveel en in het
huidige Duitschland gén vertrouwen stelt ?
Men gaat hierbij uit van de stelling dat de
Duitsche heerschers den oorlog hebben ge
maakt, dat het volk daarbij om den tuin
geleid is en hoogstens door zijn lijdelijkheid
mede schuldig is geworden.
Gegeven dit standpunt, spreekt het van
zelf dat men, met het volk een anderen
vrede wil sluiten dan met de heerschers. Ik
stel het me de bedoelingen der staatslieden
van de entente aldus voor: den machten die
den oorlog ontketenden, zullen wij een vrede
dicteeren, schuift evenwel het volk die
machten op zij, maakt het ze onschadelijk,
ontneemt het hun de macht, dan zijn wij
bereid tot een vrede door overeenstemming
d.w.z. een gematigde vrede, waarbij het
Duitsche volksbestaan en zijn levensbronnen
onaangetast blijven.
Is het wonder dat er socialisten zijn die
met deze uitingen vóór zich, zich de vraag
stellen of ze wel onontbeerlijk zijn, de
weerzinwekkende offers die de militaire
ten-onderbrenging van Duitschland nog zal
kosten ? Die offers worden van de zijde van
het Duitsche volk gebracht in de veronder
stelling dat het zijn bestaan, zijn onafhanke
lijkheid, zijn leven zelf geldt. En ze worden
van de zijde der entente-volkeren gebracht,
wijl men in Duitschland slechts de
militairistische geweldenaar ziet, die te vuur en
te zwaard op wereld-overmacht en anderer
onderwerping uit gaat.
Die militaristische grootmacht omgezet in
een democratisch gemeenebest, en de stem
van 't kanon sterft weg en de millioenen
sloopers van leven en welvaart gaan naar
huis en worden weer bouwers.
Is dit probleem er een waartegenover het
internationale socialisme werkeloos kan blij
ven staan ? Zou het zich verplicht zien bij
zulke gegevens de slachting en de slooping
machteloos aan te zien ?
De initiatiefnemers tot de Stockholmer
beweging hebben deze vraag ontkennend
beantwoord. Ze hebben kans vermoed om
de socialistische partijen der verschillende
landen bij elkaar te brengen en zoodoende
het eerste herstel van contact te bewerk
stelligen.
Van begin Mei af is hieraan gewerkt. En
thans is de algemeene conferentie tegen 15
Augustus a. s. bijeengeroepen. Misschien
zou dit nog niet hebben gekund indien de
Soviet, de Raad van Arbeiders en Soldaten,
van Petrograd, niet op het tooneel ware
verschenen, maar die verschijning had plaats
en de oproep kon worden gelanceerd.
Het Hollandsch-Scandinavisch Comitéheeft
intusschen een werk gedaan, waarvan de
beteekenis nu nog niet geheel kan worden
overzien, doch hoogstwaarschijnlijk later zal
blijken. Het heeft met een groot aantal par
tijen en groepen uit de oorlogvoerende lan
den zoogenaamde separat-conferentiën ge
houden, waarvan de resultaten zijn vastgelegd
in memoranda die een overzicht geven van
de inzichten der diverse partijen en groepen,
uit welke memoranda dus op te teekenen
valt welke de punten van overeenstem
ming en belangrijker nog! welke de
punten van verschil zijn.
De punten van overeenstemming,
eigenlijk maar n punt zijn vervat in de
formule van de Soviet": vrede zonder an
nexaties noch oorlogsschattingen.
Men kan zeggen dat voor deze formule
de partijen van alle landen gewonnen zijn.
Wat niet wil zeggen dat er geen enkelen
haak of oog meer in zou zitten. Wat
annexatie is, kan niet altijd met n woord
gezegd worden. De Duitsche meerder
heid beschouwt de Fransche pretenties op
Elzas-Lotharingen als annexatie-eisch, de
Franschen beschouwen het enkel als een
te niet doen van de gewelddadige annexatie
van 1871. En op 't gebied van de oorlogs
schattingen bestaat er bijvoorbeeld tusschen
de Duitsche meerderheid en de Belgen
groot verschil in opvatting. Als de Duitschers
verplicht worden de in Belgiëgedurende
de occupatie geheven oorlogsbelastingen
terng te betalen, plus de geroofde machines
grondstoffen enz. te vergoeden, zijn dat dan
oorlogsschattingen? De Duitschers zullen
hun best doen ze onder te brengen bij 't
geen niet toegelaten is, de Belgen andersom,
zij zullen onder de leus: geen oorlogs
schattingen, allicht ook verstaan
terugbetaINHOCD t Bladz. l: Steeds Smaller. Eerste
Kamerwjjsheid. Michaëli», door T. H. Stock
holm, door W. H. Vliegen. 2: Amerika's
toebereidselen, teekening van Jordaan. G as t ave von
Schmoller, door mr. H. 3. Tasinan. De Militaire
Kracht van Amerika, door dr. O. te Lintnm.
irekelzang, door J. H. Speenhoff. De Ouders
en het Onderweg, door Ohr. F. H»je. 3:
Fenileton, door Henri t' 8s». 5: Voor Vrouwen, door
Elis. M. Rogge. Uit de Natunr, door Jao. P.
Thjjsse. 7: Periculum in Morii", door dr. M. de
3artogh.'?Boekbespreking, door Dirk Breebaart.
>: Oproerig Amsterdam, door dr. Joh. O. Breen.
Jchoommaak,, teekening van G. van Raemdonck.
ftenwe Nederl. Gedichten,!!, door mr. J. G. Bloem.
): Op den Economischen Uitkijk, door jhr. mr. H.
Jmissaert. 10: Uit het Kladschrift van Jantje.
3oheveningen, door Janus, met teekeningen van
[s. van Hens. 11: Van Gouverneur-Generaal tot
ETdtelhonder, teekening van Joh. Braakensiek.
Joseph in Dothan,teekeningen van TjerkBottema.
Schaakrnbriek, red. dr. A. G. Olland. Damrnbriek
red. K. C. de Jonge.
Bijvoegsel: -De Redder, teekening van Johan
Braakensiek.
iiiiiiiiioinimiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
iiiifiiiilimiiifit
Inzendingen voor deze rubriek gelieve men
te adresseeren aan het Redactiebureau, met op
den omslag het motto: .Confetti".
Dit is een waarheid als een koe, of,
rooals de Franschen het eleganter uit
drukken une véritéde Monsieur de la
Police." (N. R. Ct.)
De echte Franschen zeggen eigenlijk nog
eleganter: une véritéde Monsieur de la
Polisse."
*
Te koop een antieke sjaal, zoo goed
als NIEUW." (Haagsche Ct.)
tiiiiiumiiimintiiif JiiiiiiMtifiiimmmHiiiimiiiiiiiiiiiiiimpii
Hng van die schattingen die tegen dat be
ginsel in met de bajonet op de borst van
de bevolking werden ppgeëischt.
De leuze lost dus niet alle moeilijkheden
op, maar ze trekt een lijn, ze legt een basis.
Geen annexatie, dat wil o. a. zeggen:
herstel van de onafhankelijkheid van België,
van Servië, ontruiming van het bezette ge
bied van Frankrijk.
Er zijn ook eischen opgesteld die bij na
dere beschouwing in elkaar zullen vallen.
Zoo de Duitsche eisch: vrijheid der zee.
Men zal hun vragen in welk opzicht de
zee vóór den oorlog onvrij was en ze zullen
het antwoord schuldig moeten blijven.
De hoofdpunten van verschil zijn :
ElzasLotharingen en de Duitsche Koloniën. In
de loochening dat Elzas-Lotharingen een
kwestie vormt, staat de Duitsche meerder
heid geheel allén. Tegen de instelling van
een pebliciet kan ze zich op den duur niet
blijven verzetten.
Duitschland snakt naar vrede. Hierbij be
hoeft men de tegenstelling tusschen volk
en heerschers niet in acht te nemen. Volk
n heerschers doen hetzelfde. Het eerste
omdat het te zwaren druk heeft te torschen,
de tweeden omdat ze weten een verloren
partij te spelen en dat het hoogst bereik
bare js: remise, doch dat de kans hierop
nog slechts kort zal duren.
Dat in deze omstandigheden een vrede
langs den weg van overeenkomst voor
Duitschland geen imperialistische voordeelen
opleveren kan, met die gedachte hebben de
Duitsche socialisten van elke nuanceering,
zich al lang verzoend. Ze sommeeren de
regeering zich bereid te verklaren tot een
vrede zonder annexaties noch oorlogsschat
tingen. Helfferich, de Minister van Financiën,
die een anderhalf jaar geleden met klem
betoogde dat niet Duitschland, doch zijn
tegenstanders de milliarden-last aan schul
den zouden moeten dragen, en die daarbij
van niemand eenige tegenspraak ontmoette,
treedt af, en de bereidwilligheid om den
toekomstigen last te dragen, wordt grooter,
naarmate de lasten van het heden groeien,
En zóó opent zich de mogelijkheid heden
of morgen denzelfden vrede te sluiten die
de geallieerden zeggen aan een overwonnen
Duitschland te willen opleggen. Het groote
verschil blijft dan dat het afrekenen met de
schuldigen die deze jaren van schrik en
geweld over Europa brachten, overgelaten
wordt aan het eigen volk. Zou men meenen
dat het vonnis zachter zal uitvallen ? Al
ware het zoo, dan zijn de honderdduizenden
menschenlevens, die bij een vervroegden
vrede worden gespaard en de milliarden
die voor vredes- in plaats van voor oorlogs
doeleinden kunnen worden aangewend, voor
de werelddemocratie die wjj toch tegemoet
gaan, van grooter beteekenis.
Maar het valt te betwijfelen dat het zachter
zal uitvallen. Drei Wochen Rausch drei
Jahren Katzenjammer. Zoo, voor de schul
digen niet veel goeds belovend, uitte zich
onlangs een burger, misschien was het wel
een militair, uit het grosse Vaterland".
Wien het niet te doen is om wraak of ver
nieling, doch slechts te doen was om van
de wereld af te wenden het voor drie jaren
zoo immense gevaar van een Duitsche mili
taire overheersching, die kan en moet de tijd
gekomen achten dat de internationale ver
bindingen andere worden dan die van uit
de oorlogswerktuigen over en door de loop
graven onderhouden worden.
Het kriselt aan alle kanten in het Duitsche
rijk. Pijlers, die een jaar geleden nog van
graniet leken, vallen als verweerde stufzuilen
Ineen. Wie kan zeggen waar dit proces
eindigen zal ? Zou het onmogelijk zijn dat
in dezen ontwikkelingsgang naar de
demokratie andere stemmen dan die van het kanon
het beslissende woord spreken ?
Stockholm antwoordt neen en de eer van
de menschheid doet wenschen dat Stockholm
gelijk krijgt.
A'd a m, 17 Juli 1917.