Historisch Archief 1877-1940
21 Juli '17. No. 2091
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VÜOR NEDERLAND
AAG
ROTTERDAM
AMSTERDAM
I MEEREN MODE-ARTIKELEN I
S - HEERENSTRAAT 12, GRONINGEN - =
H TELEFOON 1083 3
Iiiuiuniiiiiiiiiuiiiiiiiiiiutuiiiiiiiuiiiiiiiuuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiil
B.Y.D.HEIDE
's-Gravel.weg. Tel. 1150
ARTISTIEKE
MEUBILEERING
SPECIALE ONTWERPEN
'OXYDOL'
(CHLORAS KALICUS TANDPASTA)
45 cent p. Tube.
Naaml. Yenn, STll & 6e.
Chemische Fabriek ,,'s-Hage"
's-QRAVENHAOE.
RUWIELFABRIEK
.DEAMSTELk%
J.S. MEUWSEN
MeTeraicier
Hgedin in
Modi-Hagizijneii. |
AMSTERDAM.
Leidschestraat 4,
B.passage h. D.rak, l
Damstraat b. Nes,
Doelenstr. h Ach- |
terburgwal.
ROTTERDAM.
Mosultrap S,
Boymanutraat 8.
N. V. Maas- en Waterweg
Maatschappij tot bevordering van de vestiging van
Industrieën te SCHIEDAM EN OMSTREKEN
Lange Haven 3 Tel. «3 Schiedam
Verleent haar bemiddeling bij den Aan- en Verkoop van Panden en
Industrieterreinen en het verschaffen van Bedrijfskapilaal.
BAKKER & TBBRINK - BOEKBINDERS
AMSTEKDAM
TELEFOON 6828
TRECHTSCHEDWARSSTRAAT 17-19
- - BIJ DB KEGrULIEBSGRACHT -
BINDEN SCHOOL- EN STUDIEBOEKEN
QELEQENHEIDSALBUMS - PORTEFEUILLES ENZ.
MAASTRICHT.
GRAND HOTEL
Du Lévrier et
de l'Aigle Noir".
Centrum der Stad.
Hotel late Bang.
Telefoon Interc. 14.
II KT ADltES
VOOR
HEERENKLEEDING
H.J.LOOR,Utrecht
voor. Het zou haar zooveel moeite niet
kosten, het evenwicht te herstellen. Maar
in onbegrijpelijke achteloosheid jegens een
nationale zaak, die haar werd toevertrouwd,
laat zij de R. H. B. S. In den druk. En ten
gevolge van den onwil der regeering om
de R. H. B. S. op het goede peil te houden,
schijnt het of de ouders en verzorgers van
de leerlingen dezer scholen er in moeten
berusten, dat hunne kinderen en pupillen
voor het later leven geplaatst worden in
een ongunstiger positie dan het geval ismet
die jongelieden, wier ouders toevallig ge
vestigd zijn in de groote centra des lands.
De leeraren aan de R. H. B., in zoo verre
zij niet eenig vermogen bezitten of niet in
de gelegenheid zijn bij betrekkingen waar te
nemen, lijden een komtnerlijk bestaan. Sedert
1901 werd er in hun lot geen de minste
verbetering gebracht en toenmaals zelfs was
de verbetering zoodanig, dat de minister
Borgesius 't slechts een stap in de goede
richting durfde noemen. Nu verleden jaar
had men eindelijk bij hun korps de ver
wachting opgewekt, dat leniging van den
nood aanstaande was. Doch men verkoos
hen in deze verwachting te bedriegen. Er
is toen door de bedrogenen te Utrecht een
algemeene vergadering belegd. Al de 29
R. H. B. S. warea er vertegenwoordigd. Daar
beleed men elkaar zijn droefheid en ergernis.
Daar laakte men de schier tartende onver
schilligheid, waarmede sinds jaren de op
voeders van een groot en een goed deel
van 's lands jeugd van hooger hand werden
bejegend. Daar toonde men overtuigend aan,
hoe de bedienaren van het R. M. O. door
het tegenwoordig Kabinet dat toch eens
onder liberale vlag bijeen kwam, kwalijker
waren behandeld dan zij ooit van een ker
kelijk bewind hadden kunnen vreezen. Daar
werd ter inzending aan de Tweede Kamer
een motie aangenomen, waarin met afwer
ping van alle schroom en valsche schaamte
gesproken werd van de jarenlange ernstige
verwaarloozing van de belangen der leeraren
en van de schade, hierdoor aan het Middel
baar Onderwijs toegebracht.
De leeraren zonden vervolgens geschriften
in het licht, die ten beste gedocumenteerd,
miiMiiiiiimiiiiiinimiiiiiiniimi ..... iimiiiiiiiiiiijin ..... u ..... iiiiiniiii
H. BERSSENBRUGGE,
POKTRETFOTOUKAAF
ZEESTRAAT 65, mst Panorama Mesiai
DEN HAAG. - Tel. 1538.
iiimiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiii
BRABANTSCH SNOEPWINKELTJE
DOOR
HENRI T' SAS
Al vanaf acht had pal de zon op 't geel
gordijn gebrand, dat al de zoete winkelwaar
daarbinnen voor schaailijk smelten moest
beschermen. Van binnenaf gezien stonden,
vreemd naar achter hellend, de letters in
schaduw-spiegel-schrift in 't zon-doorgloeid
gordijn, en 't was, of alles lag in loome
vadsigheid. Vlak achter de ruiten, op de
schuine etalage-plank, lag 't snoepgoed toe
gedekt door enkele ouwe, geel-gezengde
Automaten". Op de bekraste, zwart-houten
toonbank, 't cents-draaibord, met den
zwartijzeren draaiwijzer in 'n kring van vakjes:
kaneelhompjes, gompopjes, rose maria
beeldjes, cocos-spinnekoppen en
chocoladenogabrokken, die bruin-zweeterig op 't
zwarte zeil te glimmen lagen. Op den
uitersten hoek, de balans" met n
rondeen n teutschaal, van dof koper, met
kruimpjes zoetigheid nog op den bodem.
Onder de muur-planken met stopflesschen
zuurtjes, de vierkante vakken met grossiers
goed": rooie en zwarte jujubesblokken,
chocolade croquetjes, druivensuiker-puin,
olienootjes en knoopjes-drop, 't Lag alles in
matten-schemer,vochtig en wee-zoet -riekend.
De winkeldeur stond open. Over den rood
plavuizen vloer plekte scherphoekig 'n
zonnebaan. Vliegen overal veel vliegen, die
vrijelijk over alles heen snukten, of ver
zadigd met de achterpootjes hun parel
moeren vleugeltjes in de zon te poetsen
zaten. Tusschen de ruiten en 't gordijn,
over de gespreide kranten en langs den
hangenden tros veter-drop, kropen wespen,
vreemd-druk in de hitte van den winkel.
Met de vleugeltjes omhoog, 't
geel-gestreepte achterlijf gestadig nippend, draafden
ze onrustig op den zwarten drop-achtergrond.
Tegenover de toonbank hing, tegen den
witten kalkmuur, onder 'n plank vol
geelgrauwe doozen loterij" en milk-caramels,
'n reclameplaat, van onder opgekruld door
IIMUII iiiiiiimiiiiimi imiinllimiinniiiniimni
de grieven van het personeel der Rijks
scholen vertolkten. Te dier zake door ver
schillende Kamerleden aangesproken, deed
de Regeering 't voorkomen, alsof zij wel
begaan was met de omstandigheden der
Rijksleeraren, maar voor hen doen kon zij
niets. En om haar geweten gerust te
stellen, liet zij voor de Kamer een
opgaaf gereed maken, waaruit blijken moest
dat de klacht der leeraren overdreven zou
zijn. Toen nu de gewilde onjuistheid van
die opgaaf terstond aan het licht trad, liet
de betrokken minister zich de belofte ont
nemen, dat hij door een tijdelijken maat
regel de leeraren zou trachten te helpen.
Deze hulp vertoonde zich in den vorm van...
een zoogezegd normaal program van onder
wijs, waardoor menig leeraar ter contrarie
min of meer getroffen werd in zijn reeds
zoo schamele verdiensten. En er kwamen
bovendien aanwijzingen, dat men aan het
departement den nood der leeraren zou
voortgaan te verzachten met een reeks
nieuwe voorschriften, bij het uitpluizen
waarvan men zich voorstelt, dat zij de zorg
voor hun gezinnen wel minder nijpend
zullen gevoelen.
Wat de leeraren thans te doen staat, die
krachtens hun ambt vooraan dienden te zijn
bij het Rijkspersoneel inplaats van er de
verstootenen te wezen, hebben zij zelf te
beoordeelen. Het is maar te hopen, dat hun
kloek en waardig begonnen actie niet
verflauwe en dat hunne leidslleden zich niet
laten afdringen van den eigen rechten weg
naar de bochtige paden van politieke over
wegingen of van onzelfstandig meedoen met
andere groepen ambtenaren, die misschien
hooger in eere staan, doch wier waarde
voor de natie aanmerkelijk kleiner is en
wier grieven nimmer zoo ernstig en gegrond
kunnen zijn als de hunne.
Doch wat de ouders en verzorgers van
de leerlingen der R. H. B. S. hebben te doen,
dit staat hun vrij als zij het volgende ver
nomen en overwogen hebben.
Hij die als leeraar aan een R. H. B. S.
wordt aangesteld, aanvaardt zijn betrekking
in negen van de tien gevallen, omdat hij
oefening begeert te krijgen in het les geven,
zoodat hij straks kan overgaan naar een
gemeente, die zijn diensten beter op prijs
weet te stellen. Dientengevolge is wien men .
een goed docent noemt, een heel onzeker
bezit voor een Rijksschool. De R. H. B. S.
zijn doorgangshuizen. Men beproeft met alle
geoorloofde middelen er vandaan te komen.
iinmiiiiimniiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiii
de hitte: 'n dame met hel-rose gezicht,
starlachend boven de rooie laag-uitgesneden
jurk 'n tablet chocolade in de opgeheven
hand. Zwarte vliegenstippen prikten in den
naakten hals. In den hoek, naast de open
staande deur van 't blauwig-schemerende
huiskamertje, stond 'n breede, bruin-rieten
kinderwagen. Op 't kleine, besmoezelde
kussen lag, boven 't gespreide lakentje, 't
hoofd van 'n jongetje met heel zacht, diep
blauwe oogen, die staag gericht bleven recht
voor zich naar beneden, door de openstaande
winkeldeur, op de plompe, glanzend-heete
straatkeien. Geen rimpeling van't laken toonde
eenig leven van 't mager lijfje, dat het dekte.
Geen trilling van de witte,
jong-kinderhandjes, die er boven lagen. Alleen 't knippen
van de lang-bewlmperde, teer-blauwige oog
leden en 't zenuwtrekken van den mond of
donkere wenkbrauw, als er te vél vliegen
over 't gezichtje kriewelden, deed zien, dat
't ventje leefde. Zoo lag-ie al van dezen
morgen vijf uur, toen vader 'm daar neer
zette zoo zou-ie blijven liggen tot van
avond en zoo iederen dag iedere komende
week zoolang tot de diep-blauwe oogen
zouden kunnen kijken: Jooke was lam
acht jaren al, sinds 't jaar, dat-ie werd,
geboren.
Als 't mooi weer was, mocht Jooke alle
dagen daar gaan liggen, kijkend, door 't
vierkant gat, naar de straat: 'n levend
schilderij. Daar zag-ie iederen dag Jan
Brouwers voor 't open raam op de schoenen
zitten kloppen en vrouw Brouwers zag-ie
telkens in- en uitgaan met 'n emmer of 'n
rooie kooltje. Hij kende de meesten, die
voorbij gingen, hoorde ze bij den bakker of
bij Dirks 't glaswinkeltje, al komen
aanstappen, ook de paarden en de hondenkar
retjes: 't paard van Schuitenmaker met z'n
koperen bellen, Fanny. die voor 't wagentje
met sloffen" stond, 't bokkewagentje van
de jongeheeren van de Brouwerij; hij hoorde
dadelijk wie't was. 't Prentenboek, dat open
geslagen, rechtop, aan 't voeteneinde stond,
vond-ie niet mooi meer; hij wou, dat er es
iemand tegen de wagen stootte, dan viel
't om, en dan kon-ie net die losse steen
naast de , stoep van Brouwers zien zitten
Over z'n "rechterhandje en in z'n
rechterooghoek liepen vliegen, vlogen even op,
zetten zich weer neer. Joopie bewoog zich
niet, alsof-ie er gevoelloos voor geworden
was en gelaten doorstond, wat nu niemand
verhinderen kon. Langs z'n witte,
blauwignh mnnminn
Het is duidelijk, dat deze solliciteerwoede
bij de Rijksleeraren het onderwijs knauwt.
Telkenmale vliegt er een uit op den zoek
naar een beter oord. De vlucht slaagt en de
jongelui worden beroofd van een goeden
gids, aan wiens leiding zij zich leerden ge
wennen en zij moeten nu maar afwachten,
welk beginner weer de kunst van onder
wijzen op hen leeren zal. Of de vlucht
slaagt niet aanstonds, doch geen moed ver
loren, de nood prikkelt en de sollicitant
hervat en hervat zijn tochten, tot ook hij
niet meer wederkeert. Of tot hij ten laatste,
boven de sollicitatiejaren gekomen, in
hemelsnaam maar vrede vindt bij de ge
dachte, dat hij gedoemd zal blijven bij zijn
Rijkstractement gebrek te lijden. Natuurlijk
zijn er gunstige uitzonderingen, bijv. als
men door bepaalde dringende omstandig
heden nu eenmaal aan zijn standplaats is
gebonden of als men, ondanks een reeks
mislukte sollicitaties, geestkracht genoeg
overhoudt om, ten spijt ook van de karigheid
der toegestane leermiddelen, zijn werkkring
met lust en toewijding te blijven waarnemen.
Maar als dit uitzonderingen zijn, hoe mis
deeld wordt dan niet de leerling van de
R. H. B. S.
Verlaat de geslaagde sollicitant, blijde om
zijn positieverbetering maar ook wel
eenigszins beschaamd over zijn geforceerd heen
gaan, de Rijksschool, waar hij zich voor zijn
ambt leerde bekwamen, dan ontstaat er een
ledige plaats, die als zij weer bezet wordt,
de jongemenschen wederom overgeeft aan
nieuwe handen, welke niet altijd recht,
schoon wel gereed staan om bij de eerste
gunstige kans los te Ir.teu. Doch de onge
stadigheid, de wanorde, door een vacature
in den gang van het onderwijs veroorzaakt,
kan lang duren, heel lang. Een karige, met
1/8 gekorte aanvangswedde, op een cent na
bij het uur betaald, en eenige sarrend lang
zame, luttele verhoogingen bewerken, dat
de keus in aannemelijke candidaten zeer be
perkt is. De bezitters van een akte M. O.,
die als onderwijzer arbeiden in de groote
gemeenten of zelfs in sommige plaatsen
van den tweeaen rang, moeten wel den
neus ervoor ophalen, als zij nagaan, hoe
het Rijk de leerkrachten bij het M. O. durft
loonen. Menschen met breede opleiding
en zij die ter academie gevormd zijn, zullen,
zoo zij zich ervoor aanbieden, een Rijks
leeraarsbetrekking beschouwen als iets dat
nog altijd beter is dan niets. Maanden lang
kunnen die vacatures aanhouden en het
onderwijs in het getroffen vak staat dan
beaderde slaapen kleefden de zwarte
pinhaardjes; rond de dunne neusvleugels en
beneden 't onderlipje glom zweetvocht, en
al de schoonheid van 't machtelooze kinderlijf
scheen geweken naar 't blauwig-wit der
oogen en de schitterende iris.
Zwaarbenauwend hing de stilte in de heele straat.
Slechts nu en dan kwam iemand langs de
deur voorbij, en in 'n scherfje glas, tusschen
de steenen, priemde de zon, zóó, dat Jooke's
oogen er pijn van deden. Moeder stond nog
op 't plaatsje" aan de waschkuip hij
luisterde even naar 't schuren over de plank
in de tobbe, 't Achterdeurtje stond op 'n
kier 'n smalle lichtspleet sneed over den
vloer van 't huiskamertje, lichtte op 't nikkel
onder den pot der plattebuiskachel.
Buiten schokte 'n hoog-geladen hooiwagen
voorbij; Jooke zag maar 'n half paard met
blaren aan z'n kop en rooie kwastjes voor de
vliegen. Even schemerde het in den winkel,
toen stond er 'n jongetje, op bloote voeten,
voor de toonbank, keek, op z'n teenen, over
den rand, legde 'n half centje neer vliegen
suisden omhoog. Jooke gaf geen geluid,
keek 't jongetje aan, draaide dan de oogen
zijwaarts, als wou-ie moeder daarmee roepen.
Eissa!" ging 't stemmetje voor de
toonbank. Moeder kwam van achter
geloopen, de mouwen opgestroopt, de handen
wit-rose van 't zeepsop:
Wa koope, manneke ?" 't Ventje knikte.
Ze nam van onder de toonkank 'n
mangelbak met snoepgoed en 't kereltje zocht lang,
gretig met de oogen, nam 'n platte band
zwarte drop.
Da's van 'nne cent." Langzaam, spijtig
gaf-ie den band terug, koos toen 'n rose
cocos-spinnekop, ging zwijgend de deur uit,
plotseling omgloeid door de felle zon. Moeder
zette den bak terug, ging zuchtend naar
Jooke, joeg de vliegen van z'n mondhoek:
Die lammesse vliegen, h, schaapke!
Wilt-ie is drlnke?'' Jooke s mondje weifelde
'n lach; toen wist moeder't. Puffend, zich
't zweet met den schortpunt van de oogleden
vegend, ging ze terug 't kamertje in, kwam
met 'n kopje zonder oor, met melk er in,
weer bij haar kind, tilde z'n hoofdje op, liet
'm zoetjes drinken. 'n Hond stond voor de
deur stil, z'n carricatuur-schaduw donkerde
in de zonnebaan, even bleef-ie naar binnen
turen, liep toen met den kop omlaag vadsig
naar den overkant, liet zich, in 't
schaduwhoekje, onder den muur, neervallen, hijgend,
met roode krultong. Aan 't einde der straat
stil. Vandaar de kwellende verlegenheid der
directeuren, die, opdat hun school niet ge
heel ontwricht gerake, een keus moeten
doen uit eenige pasbeginnertjes en ten
halve of ten heele onbevoegden. Een ze
vende van het aantal der Rijksleeraren is
op dit oogenblik onbevoegd en in ongeveer
de laatste vijf jaren is het percentage der
onbevoegde leeraren aan de R. H. B. S.
met 50 toegenomen. Het Rijk benoemt dus
zonder er zich om te bekreunen, dat de wet
telijk vastgestelde eischen voor het
leeraarschap worden geschonden. Het Rijk, zich hier
van de onzoozelen houdende, decreteert zelfs
de oprichting van eenige nieuwe R. H. B. S.,
bijv. te Middelharnis of te Appingedam, in
den waan wellicht, dat de jeugdige
Flakkeeërs of Fivelgooërs, nog met den eersten
leeraar moetende kennis maken, een ieder
zullen welkom heeten, die hun als zoodanig
wordt voorgezet.
Laat ons stellen, dat de R. H. B. S. door
een vierduizend leerlingen worden bezocht,
dan ontvangt dit goede en gezonde deel
van ons jonge volk een opleiding, die
onvermijdelijk op lager peil staat, dan
zij volgens recht en wet behoorde te
wezen. Deze opleiding wordt bovendien
onderbroken door periodieken stilstand in
dit of in dat onderdeel en de jongelui ge
raken tusschen allerlei wisselende handen,
van proèfnemers meestal. Bijgevolg worden
deze jongemenschen niet alleen belemmerd
in hun vaardigheid voor het maatschappelijk
leven, maar moeten zij ook weinig zicht
ontvangen op de hoogere zijde van het
onderwijs en zullen zij niet dikwijls iets
bespeuren van den weldadigen invloed, die
uitgaat van het verkeer tusschen elkaar
kennende en begrijpende leermeesters en
leerlingen, van dien omgang juist, waarin
goede ouders hun grootsten steun vinden
om hun kinderen als mensch aan de samen
leving te kunnen afstaan.
De schuld nu aan de schade, die de ver
onachtzaming van het R. M. O. aan opleiding
en opvoeding berokkent, ligt bij de Overheid.
Zij is 't, die zijdelings de goede docenten
van het R. M. O. óf weert, óf verdrijft óf
hun bestaan er bitter maakt.
Het is nu de vraag of de ouders 't lijde
lijk zullen blijven aanzien, dat het onderwijs,
door hun kinderen ontvangen, steeds van
minder waarde zal worden; óf dat zij als
gelijkgerechtigde burgers van den staat,
willen vorderen, dat hun zoons en dochters
zeurde 'n mannestem, moe, gerekt, tusschen
't langzaam raderen van 'n handkar:
Van die eige-gemaakte kessen
aan ach cent!...
Machenale kessen,
'n pond aan ach cent!"
Moeder veegde met haar schort langs
Jooke's mondje: hij lachte weer even. Ze
trok, door 't openstaande halskraagje, d'r
onderlijfje op, duwde met den rug der hand
'n pees haar terug over 't bezweete voor
hoofd, wuifde nog 'n paar maal over 't ge
zichtje van haar jongen, gaf het toen maar
op: ze kwamen toch telkens weer terug
zóó, dat soms z'n ooghoeken dik zwart
zagen.
As Jetje van 't school komt, zal ze de
stoute vliegen wegjagen, oor, manneke."
Toen ging ze weer naar achter en 't
krijschend schuren her-begon, 't Werd weer
heel stil, en Jooke vond, dat 't nu net was,
of de straatsteenen in de zon te bibberen
lagen, 'n Glazenmaker dreef naar binnen,
botste tegen 'n stopflesch en tegen 't gordijn,
waar-ie trillend 'n oogenblik bleef staan.
Jooke keek er naar, vond 't heel plezierig,
voelde niet den zweetdroppel, die van boven
z'n wenkbrauw tot achter 't oortje daalde.
'n Lange schaduw schoof voor de deur in
't zonne-vak 'n meneer 'n reiziger kwam
binnen, zette z'n valies op den grond,'duwde
z'n strooien hoed achterover, veegde met
z'n zakdoek binnen langs z'n boord en rond
z'n polsen, begon zich wat koelte toe te
waaien 'n punt van de uitgespreide krant
wipte op:
Zoo ventje vader thuis?"
Jooke keek den meneer strak aan, draaide
weer de oogen zij-waarts. Moeder kwam
geluidloos van achter geloopen, de handen
aan de schort afdrogend.
Juffrouw warm, hè?... De baas thuis?"
Nie thuis, met de wagen weg."
En hij had me beloofd, vandaag zelf
de rest van de wissel..."
Zou u de volgende week, Maandag...?"
Ja, maarzoo blijven we aan de praat
betaalt u dan nu maar 'n gedeelte."
M'nnen baas eed de sleutel mee."
Dan moet u maar zien, wat er van
komt dan gaat-ie vanavond in handen
van Unitas."
In Godsnaam ik kan 't nie van me
lijf snijen."
De meneer zette z'n hoed recht, nam z'n
valies op, liep de straat in; moeder veegde
van de school medenemen dezelfde kansen
op slagen in het leven als waarop de ouders
in de groote gemeenten mogen vertrouwen
voor hun kinderen.
Begeeren zij het laatste, dan is het nood
zakelijk, dat zij ten spoedigste elkander
vinden en vereenigd de Regeering verzoe
ken, het Rijks Middelbaar Onderwijs tegen
dieper verval te stutten. Zij die voor den
alarmkreet der leeraren doof was, zal het
oor moeten leenen, wanneer een schare uit
's lands beste burgers tot haar komt met de
vermaning, dat zij hun kinderen niet langer
als verstootenen van het onderwijs hebbe
te behandelen. Tegenover een verzoek van
zulk een zijde zou de regeering zich niet
kunnen dekken met een ledige uitvlucht
als gij hebt gelijk, maar er is geen geld."
De politici, die bij de regeering voor de
leeraren een goed woord delen, lieten
zich door zulk een uitvlucht het zwijgen
opleggen. Maar de ouders hebben niet te
letten op politieke overwegingen. Zij waken
voor het groote belang hunner kinderen.
Zij die de hun door den Staat opgelegde
verplichtingen nakomen, hebben te ver
wachten, dat de Staat ook nakomt den
duren plicht, dien hij jegens hen en hunne
kinderen op zich nam.
Behielp de Regeering zich ook tegenover
hen met het hier ijdele financieele argument,
dan zouden de ouders wel geen bezwaar
kunnen hebben tegen eenige verhooging
van het schoolgeld, hetgeen dan ten bate
kon komen van het personeel en van de leer
middelen. Maar zelfs als de|regeering hiertoe
weigerachtig bleef en liever den onwaren
schijn bewaarde alsof zij voor weinig geld
goed onderwijs deed geven, dan zouden er
ouders te vinden zijn, die den wil en het
vermogen hadden om een fonds te stichten
tot opbeuring van het Rijks Middelbaar
Onderwijs uit zijn verval en aldus den plicht
over te nemen, dien de overheid verzaakte.
Dezen weg schijnt het in sommige plaatsen,
waar R. H. B. S. zijn gevestigd, leeds uit te
gaan.
Maar hoe 't zij, wat men moest doen, zou
men weldra vinden, mits de goede wil er
slechts was. Daaraan evenwel kan het niet
ontbreken bij degenen, die tegen hun eigen
kinderen zouden ingaan, wanneer zij gedoog
den, dat een aanzienlijk deel van die straks
de arbeidende natie zullen vormen, bij voor
baat werd gedoemd tot zwakker toerusting
voor den strijd des levens.
Dr. Qf. F. HA|E
in gedachte ernstig met d'r schort over de
toonbank.
Van die machenale kessen
aan ach cent!" ...
De stem van den kersen-venter scheurde
onverwacht-ruw door de openstaande deur,
terwijl ie, de hand om de rugklep van z'n
kar geklemd, zich liet trekken door de voort
rekkende honden.
Er overviel haar 'n misselijkheid: dat
eentonig geroep op straat, de zoete, zwoele
lucht, die zwartig, kriewelende vliegen, die
stakkerd, daar, in den wagen, de zware
waschtobbe met de prikkende zeeplucht, 't
vooruitzicht nu weer met Unitas de hitte,
de onmenschelijke, beulende hitte... Ze
meende te gaan braken. Ze liet zich zakken
op 'n half-opengebroken kist met snoepgoed
achter de toonbank, sloot de oogen, te moe
om de vliegen van d'r heete handen te ver
jagen. Zoo bleef ze even zitten, hoelang
wist ze niet, maar ze hoorde den wagen van
Jooke kraken, zag toen 'n meisje met d'r
broertje voor de toonbank staan:
Voor 'nne cent lotere!"
't Meisje sloeg tegen den draaiwijzer, die
uitdreef met de punt boven 'n kaneelhomp
en drie knoopjes drop. De vrouw op de
kist stond niet op, zei alleen: dank oe,
poeske."
De zon was nu gekropen tot boven de
toonbank, flikkerde op de koperen teutschaal,
en de letters op 't gordijn stonden nu in
recht, duidelijk schaduw-schrift: reissorG
.spoK. j. Zoetjes-aan weer leunde de
vrouw achterover, ze voelde 'n steun in d'r
nek aan den plank-rand achter haar de
oogleden zakten neer met de handen
losliggend in haar schoot, den mond half-open,
sliep moeder. Jooke bleef strak naar d'r
liggen kijken 'n vlieg kroop in z'n oortje,
hij schudde gelaten 't gezichtje en de vliegen
kwamen terug, nog eens en nog eens weer.
In de verte klepperde 'n jaiouzie, die werd
neergelaten. In de stille straat lagen
wreedgeblakerd de keien met geel-verpoeierde
paardenmest. Moeder zuchtte regelmatig
den adem uit twee citroen-kapelletjes
buitel-fladderden boven, langs de deur,
voorbij... en heel in de verte nauw hoor
baar, melancholisch door de afgematte straat:
Van die eige-gemaakte kessen,
'n pond aan ach cent"...
G i nn ek e n