De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 21 juli pagina 3

21 juli 1917 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

21 Juli '17. No. 2091 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VÜOR NEDERLAND AAG ROTTERDAM AMSTERDAM I MEEREN MODE-ARTIKELEN I S - HEERENSTRAAT 12, GRONINGEN - = H TELEFOON 1083 3 Iiiuiuniiiiiiiiiuiiiiiiiiiiutuiiiiiiiuiiiiiiiuuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiil B.Y.D.HEIDE 's-Gravel.weg. Tel. 1150 ARTISTIEKE MEUBILEERING SPECIALE ONTWERPEN 'OXYDOL' (CHLORAS KALICUS TANDPASTA) 45 cent p. Tube. Naaml. Yenn, STll & 6e. Chemische Fabriek ,,'s-Hage" 's-QRAVENHAOE. RUWIELFABRIEK .DEAMSTELk% J.S. MEUWSEN MeTeraicier Hgedin in Modi-Hagizijneii. | AMSTERDAM. Leidschestraat 4, B.passage h. D.rak, l Damstraat b. Nes, Doelenstr. h Ach- | terburgwal. ROTTERDAM. Mosultrap S, Boymanutraat 8. N. V. Maas- en Waterweg Maatschappij tot bevordering van de vestiging van Industrieën te SCHIEDAM EN OMSTREKEN Lange Haven 3 Tel. «3 Schiedam Verleent haar bemiddeling bij den Aan- en Verkoop van Panden en Industrieterreinen en het verschaffen van Bedrijfskapilaal. BAKKER & TBBRINK - BOEKBINDERS AMSTEKDAM TELEFOON 6828 TRECHTSCHEDWARSSTRAAT 17-19 - - BIJ DB KEGrULIEBSGRACHT - BINDEN SCHOOL- EN STUDIEBOEKEN QELEQENHEIDSALBUMS - PORTEFEUILLES ENZ. MAASTRICHT. GRAND HOTEL Du Lévrier et de l'Aigle Noir". Centrum der Stad. Hotel late Bang. Telefoon Interc. 14. II KT ADltES VOOR HEERENKLEEDING H.J.LOOR,Utrecht voor. Het zou haar zooveel moeite niet kosten, het evenwicht te herstellen. Maar in onbegrijpelijke achteloosheid jegens een nationale zaak, die haar werd toevertrouwd, laat zij de R. H. B. S. In den druk. En ten gevolge van den onwil der regeering om de R. H. B. S. op het goede peil te houden, schijnt het of de ouders en verzorgers van de leerlingen dezer scholen er in moeten berusten, dat hunne kinderen en pupillen voor het later leven geplaatst worden in een ongunstiger positie dan het geval ismet die jongelieden, wier ouders toevallig ge vestigd zijn in de groote centra des lands. De leeraren aan de R. H. B., in zoo verre zij niet eenig vermogen bezitten of niet in de gelegenheid zijn bij betrekkingen waar te nemen, lijden een komtnerlijk bestaan. Sedert 1901 werd er in hun lot geen de minste verbetering gebracht en toenmaals zelfs was de verbetering zoodanig, dat de minister Borgesius 't slechts een stap in de goede richting durfde noemen. Nu verleden jaar had men eindelijk bij hun korps de ver wachting opgewekt, dat leniging van den nood aanstaande was. Doch men verkoos hen in deze verwachting te bedriegen. Er is toen door de bedrogenen te Utrecht een algemeene vergadering belegd. Al de 29 R. H. B. S. warea er vertegenwoordigd. Daar beleed men elkaar zijn droefheid en ergernis. Daar laakte men de schier tartende onver schilligheid, waarmede sinds jaren de op voeders van een groot en een goed deel van 's lands jeugd van hooger hand werden bejegend. Daar toonde men overtuigend aan, hoe de bedienaren van het R. M. O. door het tegenwoordig Kabinet dat toch eens onder liberale vlag bijeen kwam, kwalijker waren behandeld dan zij ooit van een ker kelijk bewind hadden kunnen vreezen. Daar werd ter inzending aan de Tweede Kamer een motie aangenomen, waarin met afwer ping van alle schroom en valsche schaamte gesproken werd van de jarenlange ernstige verwaarloozing van de belangen der leeraren en van de schade, hierdoor aan het Middel baar Onderwijs toegebracht. De leeraren zonden vervolgens geschriften in het licht, die ten beste gedocumenteerd, miiMiiiiiimiiiiiinimiiiiiiniimi ..... iimiiiiiiiiiiijin ..... u ..... iiiiiniiii H. BERSSENBRUGGE, POKTRETFOTOUKAAF ZEESTRAAT 65, mst Panorama Mesiai DEN HAAG. - Tel. 1538. iiimiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiii BRABANTSCH SNOEPWINKELTJE DOOR HENRI T' SAS Al vanaf acht had pal de zon op 't geel gordijn gebrand, dat al de zoete winkelwaar daarbinnen voor schaailijk smelten moest beschermen. Van binnenaf gezien stonden, vreemd naar achter hellend, de letters in schaduw-spiegel-schrift in 't zon-doorgloeid gordijn, en 't was, of alles lag in loome vadsigheid. Vlak achter de ruiten, op de schuine etalage-plank, lag 't snoepgoed toe gedekt door enkele ouwe, geel-gezengde Automaten". Op de bekraste, zwart-houten toonbank, 't cents-draaibord, met den zwartijzeren draaiwijzer in 'n kring van vakjes: kaneelhompjes, gompopjes, rose maria beeldjes, cocos-spinnekoppen en chocoladenogabrokken, die bruin-zweeterig op 't zwarte zeil te glimmen lagen. Op den uitersten hoek, de balans" met n rondeen n teutschaal, van dof koper, met kruimpjes zoetigheid nog op den bodem. Onder de muur-planken met stopflesschen zuurtjes, de vierkante vakken met grossiers goed": rooie en zwarte jujubesblokken, chocolade croquetjes, druivensuiker-puin, olienootjes en knoopjes-drop, 't Lag alles in matten-schemer,vochtig en wee-zoet -riekend. De winkeldeur stond open. Over den rood plavuizen vloer plekte scherphoekig 'n zonnebaan. Vliegen overal veel vliegen, die vrijelijk over alles heen snukten, of ver zadigd met de achterpootjes hun parel moeren vleugeltjes in de zon te poetsen zaten. Tusschen de ruiten en 't gordijn, over de gespreide kranten en langs den hangenden tros veter-drop, kropen wespen, vreemd-druk in de hitte van den winkel. Met de vleugeltjes omhoog, 't geel-gestreepte achterlijf gestadig nippend, draafden ze onrustig op den zwarten drop-achtergrond. Tegenover de toonbank hing, tegen den witten kalkmuur, onder 'n plank vol geelgrauwe doozen loterij" en milk-caramels, 'n reclameplaat, van onder opgekruld door IIMUII iiiiiiimiiiiimi imiinllimiinniiiniimni de grieven van het personeel der Rijks scholen vertolkten. Te dier zake door ver schillende Kamerleden aangesproken, deed de Regeering 't voorkomen, alsof zij wel begaan was met de omstandigheden der Rijksleeraren, maar voor hen doen kon zij niets. En om haar geweten gerust te stellen, liet zij voor de Kamer een opgaaf gereed maken, waaruit blijken moest dat de klacht der leeraren overdreven zou zijn. Toen nu de gewilde onjuistheid van die opgaaf terstond aan het licht trad, liet de betrokken minister zich de belofte ont nemen, dat hij door een tijdelijken maat regel de leeraren zou trachten te helpen. Deze hulp vertoonde zich in den vorm van... een zoogezegd normaal program van onder wijs, waardoor menig leeraar ter contrarie min of meer getroffen werd in zijn reeds zoo schamele verdiensten. En er kwamen bovendien aanwijzingen, dat men aan het departement den nood der leeraren zou voortgaan te verzachten met een reeks nieuwe voorschriften, bij het uitpluizen waarvan men zich voorstelt, dat zij de zorg voor hun gezinnen wel minder nijpend zullen gevoelen. Wat de leeraren thans te doen staat, die krachtens hun ambt vooraan dienden te zijn bij het Rijkspersoneel inplaats van er de verstootenen te wezen, hebben zij zelf te beoordeelen. Het is maar te hopen, dat hun kloek en waardig begonnen actie niet verflauwe en dat hunne leidslleden zich niet laten afdringen van den eigen rechten weg naar de bochtige paden van politieke over wegingen of van onzelfstandig meedoen met andere groepen ambtenaren, die misschien hooger in eere staan, doch wier waarde voor de natie aanmerkelijk kleiner is en wier grieven nimmer zoo ernstig en gegrond kunnen zijn als de hunne. Doch wat de ouders en verzorgers van de leerlingen der R. H. B. S. hebben te doen, dit staat hun vrij als zij het volgende ver nomen en overwogen hebben. Hij die als leeraar aan een R. H. B. S. wordt aangesteld, aanvaardt zijn betrekking in negen van de tien gevallen, omdat hij oefening begeert te krijgen in het les geven, zoodat hij straks kan overgaan naar een gemeente, die zijn diensten beter op prijs weet te stellen. Dientengevolge is wien men . een goed docent noemt, een heel onzeker bezit voor een Rijksschool. De R. H. B. S. zijn doorgangshuizen. Men beproeft met alle geoorloofde middelen er vandaan te komen. iinmiiiiimniiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiii de hitte: 'n dame met hel-rose gezicht, starlachend boven de rooie laag-uitgesneden jurk 'n tablet chocolade in de opgeheven hand. Zwarte vliegenstippen prikten in den naakten hals. In den hoek, naast de open staande deur van 't blauwig-schemerende huiskamertje, stond 'n breede, bruin-rieten kinderwagen. Op 't kleine, besmoezelde kussen lag, boven 't gespreide lakentje, 't hoofd van 'n jongetje met heel zacht, diep blauwe oogen, die staag gericht bleven recht voor zich naar beneden, door de openstaande winkeldeur, op de plompe, glanzend-heete straatkeien. Geen rimpeling van't laken toonde eenig leven van 't mager lijfje, dat het dekte. Geen trilling van de witte, jong-kinderhandjes, die er boven lagen. Alleen 't knippen van de lang-bewlmperde, teer-blauwige oog leden en 't zenuwtrekken van den mond of donkere wenkbrauw, als er te vél vliegen over 't gezichtje kriewelden, deed zien, dat 't ventje leefde. Zoo lag-ie al van dezen morgen vijf uur, toen vader 'm daar neer zette zoo zou-ie blijven liggen tot van avond en zoo iederen dag iedere komende week zoolang tot de diep-blauwe oogen zouden kunnen kijken: Jooke was lam acht jaren al, sinds 't jaar, dat-ie werd, geboren. Als 't mooi weer was, mocht Jooke alle dagen daar gaan liggen, kijkend, door 't vierkant gat, naar de straat: 'n levend schilderij. Daar zag-ie iederen dag Jan Brouwers voor 't open raam op de schoenen zitten kloppen en vrouw Brouwers zag-ie telkens in- en uitgaan met 'n emmer of 'n rooie kooltje. Hij kende de meesten, die voorbij gingen, hoorde ze bij den bakker of bij Dirks 't glaswinkeltje, al komen aanstappen, ook de paarden en de hondenkar retjes: 't paard van Schuitenmaker met z'n koperen bellen, Fanny. die voor 't wagentje met sloffen" stond, 't bokkewagentje van de jongeheeren van de Brouwerij; hij hoorde dadelijk wie't was. 't Prentenboek, dat open geslagen, rechtop, aan 't voeteneinde stond, vond-ie niet mooi meer; hij wou, dat er es iemand tegen de wagen stootte, dan viel 't om, en dan kon-ie net die losse steen naast de , stoep van Brouwers zien zitten Over z'n "rechterhandje en in z'n rechterooghoek liepen vliegen, vlogen even op, zetten zich weer neer. Joopie bewoog zich niet, alsof-ie er gevoelloos voor geworden was en gelaten doorstond, wat nu niemand verhinderen kon. Langs z'n witte, blauwignh mnnminn Het is duidelijk, dat deze solliciteerwoede bij de Rijksleeraren het onderwijs knauwt. Telkenmale vliegt er een uit op den zoek naar een beter oord. De vlucht slaagt en de jongelui worden beroofd van een goeden gids, aan wiens leiding zij zich leerden ge wennen en zij moeten nu maar afwachten, welk beginner weer de kunst van onder wijzen op hen leeren zal. Of de vlucht slaagt niet aanstonds, doch geen moed ver loren, de nood prikkelt en de sollicitant hervat en hervat zijn tochten, tot ook hij niet meer wederkeert. Of tot hij ten laatste, boven de sollicitatiejaren gekomen, in hemelsnaam maar vrede vindt bij de ge dachte, dat hij gedoemd zal blijven bij zijn Rijkstractement gebrek te lijden. Natuurlijk zijn er gunstige uitzonderingen, bijv. als men door bepaalde dringende omstandig heden nu eenmaal aan zijn standplaats is gebonden of als men, ondanks een reeks mislukte sollicitaties, geestkracht genoeg overhoudt om, ten spijt ook van de karigheid der toegestane leermiddelen, zijn werkkring met lust en toewijding te blijven waarnemen. Maar als dit uitzonderingen zijn, hoe mis deeld wordt dan niet de leerling van de R. H. B. S. Verlaat de geslaagde sollicitant, blijde om zijn positieverbetering maar ook wel eenigszins beschaamd over zijn geforceerd heen gaan, de Rijksschool, waar hij zich voor zijn ambt leerde bekwamen, dan ontstaat er een ledige plaats, die als zij weer bezet wordt, de jongemenschen wederom overgeeft aan nieuwe handen, welke niet altijd recht, schoon wel gereed staan om bij de eerste gunstige kans los te Ir.teu. Doch de onge stadigheid, de wanorde, door een vacature in den gang van het onderwijs veroorzaakt, kan lang duren, heel lang. Een karige, met 1/8 gekorte aanvangswedde, op een cent na bij het uur betaald, en eenige sarrend lang zame, luttele verhoogingen bewerken, dat de keus in aannemelijke candidaten zeer be perkt is. De bezitters van een akte M. O., die als onderwijzer arbeiden in de groote gemeenten of zelfs in sommige plaatsen van den tweeaen rang, moeten wel den neus ervoor ophalen, als zij nagaan, hoe het Rijk de leerkrachten bij het M. O. durft loonen. Menschen met breede opleiding en zij die ter academie gevormd zijn, zullen, zoo zij zich ervoor aanbieden, een Rijks leeraarsbetrekking beschouwen als iets dat nog altijd beter is dan niets. Maanden lang kunnen die vacatures aanhouden en het onderwijs in het getroffen vak staat dan beaderde slaapen kleefden de zwarte pinhaardjes; rond de dunne neusvleugels en beneden 't onderlipje glom zweetvocht, en al de schoonheid van 't machtelooze kinderlijf scheen geweken naar 't blauwig-wit der oogen en de schitterende iris. Zwaarbenauwend hing de stilte in de heele straat. Slechts nu en dan kwam iemand langs de deur voorbij, en in 'n scherfje glas, tusschen de steenen, priemde de zon, zóó, dat Jooke's oogen er pijn van deden. Moeder stond nog op 't plaatsje" aan de waschkuip hij luisterde even naar 't schuren over de plank in de tobbe, 't Achterdeurtje stond op 'n kier 'n smalle lichtspleet sneed over den vloer van 't huiskamertje, lichtte op 't nikkel onder den pot der plattebuiskachel. Buiten schokte 'n hoog-geladen hooiwagen voorbij; Jooke zag maar 'n half paard met blaren aan z'n kop en rooie kwastjes voor de vliegen. Even schemerde het in den winkel, toen stond er 'n jongetje, op bloote voeten, voor de toonbank, keek, op z'n teenen, over den rand, legde 'n half centje neer vliegen suisden omhoog. Jooke gaf geen geluid, keek 't jongetje aan, draaide dan de oogen zijwaarts, als wou-ie moeder daarmee roepen. Eissa!" ging 't stemmetje voor de toonbank. Moeder kwam van achter geloopen, de mouwen opgestroopt, de handen wit-rose van 't zeepsop: Wa koope, manneke ?" 't Ventje knikte. Ze nam van onder de toonkank 'n mangelbak met snoepgoed en 't kereltje zocht lang, gretig met de oogen, nam 'n platte band zwarte drop. Da's van 'nne cent." Langzaam, spijtig gaf-ie den band terug, koos toen 'n rose cocos-spinnekop, ging zwijgend de deur uit, plotseling omgloeid door de felle zon. Moeder zette den bak terug, ging zuchtend naar Jooke, joeg de vliegen van z'n mondhoek: Die lammesse vliegen, h, schaapke! Wilt-ie is drlnke?'' Jooke s mondje weifelde 'n lach; toen wist moeder't. Puffend, zich 't zweet met den schortpunt van de oogleden vegend, ging ze terug 't kamertje in, kwam met 'n kopje zonder oor, met melk er in, weer bij haar kind, tilde z'n hoofdje op, liet 'm zoetjes drinken. 'n Hond stond voor de deur stil, z'n carricatuur-schaduw donkerde in de zonnebaan, even bleef-ie naar binnen turen, liep toen met den kop omlaag vadsig naar den overkant, liet zich, in 't schaduwhoekje, onder den muur, neervallen, hijgend, met roode krultong. Aan 't einde der straat stil. Vandaar de kwellende verlegenheid der directeuren, die, opdat hun school niet ge heel ontwricht gerake, een keus moeten doen uit eenige pasbeginnertjes en ten halve of ten heele onbevoegden. Een ze vende van het aantal der Rijksleeraren is op dit oogenblik onbevoegd en in ongeveer de laatste vijf jaren is het percentage der onbevoegde leeraren aan de R. H. B. S. met 50 toegenomen. Het Rijk benoemt dus zonder er zich om te bekreunen, dat de wet telijk vastgestelde eischen voor het leeraarschap worden geschonden. Het Rijk, zich hier van de onzoozelen houdende, decreteert zelfs de oprichting van eenige nieuwe R. H. B. S., bijv. te Middelharnis of te Appingedam, in den waan wellicht, dat de jeugdige Flakkeeërs of Fivelgooërs, nog met den eersten leeraar moetende kennis maken, een ieder zullen welkom heeten, die hun als zoodanig wordt voorgezet. Laat ons stellen, dat de R. H. B. S. door een vierduizend leerlingen worden bezocht, dan ontvangt dit goede en gezonde deel van ons jonge volk een opleiding, die onvermijdelijk op lager peil staat, dan zij volgens recht en wet behoorde te wezen. Deze opleiding wordt bovendien onderbroken door periodieken stilstand in dit of in dat onderdeel en de jongelui ge raken tusschen allerlei wisselende handen, van proèfnemers meestal. Bijgevolg worden deze jongemenschen niet alleen belemmerd in hun vaardigheid voor het maatschappelijk leven, maar moeten zij ook weinig zicht ontvangen op de hoogere zijde van het onderwijs en zullen zij niet dikwijls iets bespeuren van den weldadigen invloed, die uitgaat van het verkeer tusschen elkaar kennende en begrijpende leermeesters en leerlingen, van dien omgang juist, waarin goede ouders hun grootsten steun vinden om hun kinderen als mensch aan de samen leving te kunnen afstaan. De schuld nu aan de schade, die de ver onachtzaming van het R. M. O. aan opleiding en opvoeding berokkent, ligt bij de Overheid. Zij is 't, die zijdelings de goede docenten van het R. M. O. óf weert, óf verdrijft óf hun bestaan er bitter maakt. Het is nu de vraag of de ouders 't lijde lijk zullen blijven aanzien, dat het onderwijs, door hun kinderen ontvangen, steeds van minder waarde zal worden; óf dat zij als gelijkgerechtigde burgers van den staat, willen vorderen, dat hun zoons en dochters zeurde 'n mannestem, moe, gerekt, tusschen 't langzaam raderen van 'n handkar: Van die eige-gemaakte kessen aan ach cent!... Machenale kessen, 'n pond aan ach cent!" Moeder veegde met haar schort langs Jooke's mondje: hij lachte weer even. Ze trok, door 't openstaande halskraagje, d'r onderlijfje op, duwde met den rug der hand 'n pees haar terug over 't bezweete voor hoofd, wuifde nog 'n paar maal over 't ge zichtje van haar jongen, gaf het toen maar op: ze kwamen toch telkens weer terug zóó, dat soms z'n ooghoeken dik zwart zagen. As Jetje van 't school komt, zal ze de stoute vliegen wegjagen, oor, manneke." Toen ging ze weer naar achter en 't krijschend schuren her-begon, 't Werd weer heel stil, en Jooke vond, dat 't nu net was, of de straatsteenen in de zon te bibberen lagen, 'n Glazenmaker dreef naar binnen, botste tegen 'n stopflesch en tegen 't gordijn, waar-ie trillend 'n oogenblik bleef staan. Jooke keek er naar, vond 't heel plezierig, voelde niet den zweetdroppel, die van boven z'n wenkbrauw tot achter 't oortje daalde. 'n Lange schaduw schoof voor de deur in 't zonne-vak 'n meneer 'n reiziger kwam binnen, zette z'n valies op den grond,'duwde z'n strooien hoed achterover, veegde met z'n zakdoek binnen langs z'n boord en rond z'n polsen, begon zich wat koelte toe te waaien 'n punt van de uitgespreide krant wipte op: Zoo ventje vader thuis?" Jooke keek den meneer strak aan, draaide weer de oogen zij-waarts. Moeder kwam geluidloos van achter geloopen, de handen aan de schort afdrogend. Juffrouw warm, hè?... De baas thuis?" Nie thuis, met de wagen weg." En hij had me beloofd, vandaag zelf de rest van de wissel..." Zou u de volgende week, Maandag...?" Ja, maarzoo blijven we aan de praat betaalt u dan nu maar 'n gedeelte." M'nnen baas eed de sleutel mee." Dan moet u maar zien, wat er van komt dan gaat-ie vanavond in handen van Unitas." In Godsnaam ik kan 't nie van me lijf snijen." De meneer zette z'n hoed recht, nam z'n valies op, liep de straat in; moeder veegde van de school medenemen dezelfde kansen op slagen in het leven als waarop de ouders in de groote gemeenten mogen vertrouwen voor hun kinderen. Begeeren zij het laatste, dan is het nood zakelijk, dat zij ten spoedigste elkander vinden en vereenigd de Regeering verzoe ken, het Rijks Middelbaar Onderwijs tegen dieper verval te stutten. Zij die voor den alarmkreet der leeraren doof was, zal het oor moeten leenen, wanneer een schare uit 's lands beste burgers tot haar komt met de vermaning, dat zij hun kinderen niet langer als verstootenen van het onderwijs hebbe te behandelen. Tegenover een verzoek van zulk een zijde zou de regeering zich niet kunnen dekken met een ledige uitvlucht als gij hebt gelijk, maar er is geen geld." De politici, die bij de regeering voor de leeraren een goed woord delen, lieten zich door zulk een uitvlucht het zwijgen opleggen. Maar de ouders hebben niet te letten op politieke overwegingen. Zij waken voor het groote belang hunner kinderen. Zij die de hun door den Staat opgelegde verplichtingen nakomen, hebben te ver wachten, dat de Staat ook nakomt den duren plicht, dien hij jegens hen en hunne kinderen op zich nam. Behielp de Regeering zich ook tegenover hen met het hier ijdele financieele argument, dan zouden de ouders wel geen bezwaar kunnen hebben tegen eenige verhooging van het schoolgeld, hetgeen dan ten bate kon komen van het personeel en van de leer middelen. Maar zelfs als de|regeering hiertoe weigerachtig bleef en liever den onwaren schijn bewaarde alsof zij voor weinig geld goed onderwijs deed geven, dan zouden er ouders te vinden zijn, die den wil en het vermogen hadden om een fonds te stichten tot opbeuring van het Rijks Middelbaar Onderwijs uit zijn verval en aldus den plicht over te nemen, dien de overheid verzaakte. Dezen weg schijnt het in sommige plaatsen, waar R. H. B. S. zijn gevestigd, leeds uit te gaan. Maar hoe 't zij, wat men moest doen, zou men weldra vinden, mits de goede wil er slechts was. Daaraan evenwel kan het niet ontbreken bij degenen, die tegen hun eigen kinderen zouden ingaan, wanneer zij gedoog den, dat een aanzienlijk deel van die straks de arbeidende natie zullen vormen, bij voor baat werd gedoemd tot zwakker toerusting voor den strijd des levens. Dr. Qf. F. HA|E in gedachte ernstig met d'r schort over de toonbank. Van die machenale kessen aan ach cent!" ... De stem van den kersen-venter scheurde onverwacht-ruw door de openstaande deur, terwijl ie, de hand om de rugklep van z'n kar geklemd, zich liet trekken door de voort rekkende honden. Er overviel haar 'n misselijkheid: dat eentonig geroep op straat, de zoete, zwoele lucht, die zwartig, kriewelende vliegen, die stakkerd, daar, in den wagen, de zware waschtobbe met de prikkende zeeplucht, 't vooruitzicht nu weer met Unitas de hitte, de onmenschelijke, beulende hitte... Ze meende te gaan braken. Ze liet zich zakken op 'n half-opengebroken kist met snoepgoed achter de toonbank, sloot de oogen, te moe om de vliegen van d'r heete handen te ver jagen. Zoo bleef ze even zitten, hoelang wist ze niet, maar ze hoorde den wagen van Jooke kraken, zag toen 'n meisje met d'r broertje voor de toonbank staan: Voor 'nne cent lotere!" 't Meisje sloeg tegen den draaiwijzer, die uitdreef met de punt boven 'n kaneelhomp en drie knoopjes drop. De vrouw op de kist stond niet op, zei alleen: dank oe, poeske." De zon was nu gekropen tot boven de toonbank, flikkerde op de koperen teutschaal, en de letters op 't gordijn stonden nu in recht, duidelijk schaduw-schrift: reissorG .spoK. j. Zoetjes-aan weer leunde de vrouw achterover, ze voelde 'n steun in d'r nek aan den plank-rand achter haar de oogleden zakten neer met de handen losliggend in haar schoot, den mond half-open, sliep moeder. Jooke bleef strak naar d'r liggen kijken 'n vlieg kroop in z'n oortje, hij schudde gelaten 't gezichtje en de vliegen kwamen terug, nog eens en nog eens weer. In de verte klepperde 'n jaiouzie, die werd neergelaten. In de stille straat lagen wreedgeblakerd de keien met geel-verpoeierde paardenmest. Moeder zuchtte regelmatig den adem uit twee citroen-kapelletjes buitel-fladderden boven, langs de deur, voorbij... en heel in de verte nauw hoor baar, melancholisch door de afgematte straat: Van die eige-gemaakte kessen, 'n pond aan ach cent"... G i nn ek e n

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl