Historisch Archief 1877-1940
21 Juli '17. No. 2091
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Vrouwenwerk
Ze waren tentoongesteld in het Panorama
gebouw de beide schilderstukken, waarvan
wij hierbij een reproductie geven.
Er waren er meer van vrouwenhand. Toch
niet zoovele als wij gedacht hadden er te
zullen vinden.
Wij kozen deze belde uit.
Het miniatuurtje van Mevr. Woutersen,
teer, doorzichtige uitbeelding op het reine
ivoor. Het blonde kopje, zacht getint, mooi
afstekend op den soberen achtergrond. Fijne
kunstuiting, het schilderen van miniaturen,
zoo juist geëigend voor een vrouwenhand.
Daar naast hing 't werk van Rie Cramer.
't Zijn de subtiele platen die wij als
boeklustraties kennen, bekoorlijk-eevoelig van
gedachte en lijn. Ook is er de Oost-Indische
.inktteekening Nounous" die ons de
teekenares van een andere zijde leert kennen.
Forsch en krachtig is hier de opzet, goed
getypeerd zijn de groote vrouwengestalten
in wier armen de teere kinderfiguurtjes
rusten. De verdeeling van zwart en wit in
de teekening is juist; het geheel: de
kloeke figuren op den voorgrond in die
sobere omgeving doet aangenaam aan.
ELIS. M. ROGGE
Herinneringen aan Rusland
IH
ZES JAAR AAN HET RUSSISCHE HOF
EERSTE INDRUKKEN
VAN PALEIS EN HOOFDSTAD
Na veel wederwaardigheden en in onze
oogen dwaze belemmeringen, zoo verhaalt
miss Eegar, de gouvernante van de kinderen
van den Czaar verder 1) o.a. mocht ik
volstrekt niet, om met hulpvaardig gezel
schap samen te kunnen reizen, op een eerste
klasse-biljet in een tweede klasse plaats
nemen en na een hinderlijke en kostbare
visitatie aan de Russische grenzen, waarbij
de beambten letterlijk alles onderzochten,
hun handen in al mijn laarzen en handschoe
nen staken en mij voor elk stuk bagage
een halve shilling lieten betalen, kwam
ik in het winterpaleis te Petersburg
aan. Den volgenden morgen werd ik bij
de keizerin ontboden, die mij in haar boudoir
ontving, een vertrek waarin de meubels met
zilver-brocaatstof bekleed en wanden, plafond
en lambriseering wit en mauve geschilderd
waren, de eerste afgezet door een fries met
ranken en trossen glycinia's.
De Czarina nam mij mee naar de
kinderkamers, waar mijn aanstaande pu
pillen mij ter eere van de kennismaking
feestelijk gekleed afwachtten. De oudste,
groot vorstin Olga, was toen (einde 1898)
ruim drie jaar, een mooi kind, met groote,
grijsblauwe oogen en lange blonde krullen.
Het andere grootvorstinnetje, Tatiana, ander
half jaar oud, leek sprekend op de Keizerin,
die telkens mijn bewondering wekte door
haar regelmatige trekken en vorstelijk figuur.
E«n nauwkeurige beschrijving van de
schitterende inrichting van het winterpaleis
zal u weinig interesseeren, maar eenig denk
beeld van die vorstelijke woning met zijn
kolossale afmetingen, wil ik u toch trachten
te geven. De bouw van roode zandsteen
werd onder Peter den Qrooten begonnen en
onder Cathartna II voltooid. Aan den eenen
kant heeft het paleis een kleinen ingesloten
tuin, waar de kinderen bij gunstig weer
speelden en sneeuwballen gooiden, maar
meestal is de sneeuw daar te droog en te
poelerig voor. Ik heb den tuin nooit zonder
sneeuw gezien, maar in den zomer moet
hij vol bloeiende seringen en rozen staan.
Het gebouw omvat 1500 kamers, behalve
de prachtige statievertrekken. De keizerlijke
kinderkamers waren zóó ruim, dat in een
er van, een berg kon opgericht worden
waarvan de kinderen met sleed j es naar be
neden gleden. De prinsesjes kregen hier
dansles, soms met neefjes en nichtjes of
Petersburgsche kennisjes. In de aangren
zende met gele brocaatstof behangen kamer,
werd al het speelgoed bewaard; daarop
volgde weer de eigenlijke woonkamer der
kinderen, die op de Nevakade en den tuin
uitzag. Het was een vriendelijk, zonnig
vertrek, smaakvol in blauwe tinten
gehou
1) Zie de vorige stukjes.
Om£Amsterdam
n
De batterij aan de Zuiderzee is een plaats,
om daar uren te blijven. Trouwens dat is
de eenige manier, om tot een goed besef
te komen van het rijke planten- en dieren
leven. Ik heb al heel wat brieven gekregen
van would-be natuurminnaars, die zich be
klaagden niets gezien of beleefd te hebben
op de plekken, die jk had aangeprezen en
min of meer openlijk beschuldigden ze mij
dan van opsnijderij. Daar trek ik mij nooit
iets van aan en er is verder dan ook niets
aan te doen. Alleen zou ik met een variant
op Salomo kunnen zeggen: Ga tot den
hengelaar, zie zijn toeven en wordt wijs."
Uren lang zit de visscher in zijn bootje
achter het riet; in negen van de tien geval
len is zijn vangst maar luttel, doch hij heeft
het er voor over. En als het een visscher
is met oog voor de natuur en niet alleen
voor zijn dobber, dan bemachtigt hij behalve
zijn katvischjes nog een schat van schoon
heid. Ik heb wel visscheis en daglooners
en commiezen ontmoet, die op deze manier
hun bestaan intens genoten.
Wij blijven dus voorloopig op die batterij,
los van elk begrip van tijd en verplichting,
vooral ook los van het begrip, dat elke
Kinderportretje
Miniatuur van Mevr. Woutersen?van
Doesburgh. Tentoonstelling Het Kind" in het
Panoramagebouw te Amsterdam
den; een dik effen blauw kleed bedekte den
grond en een lichte stof, waarop ranken
korenbloemen gedrukt waren, de wanden.
Hier kwamen twee slaapkamers op uit, in
rose en groen. In een er van hing een prach
tige madonna met kind.
Boven de kinderafdeeling waren de ver
trekken der Czarina. Aan het boudoir, waar
H. M. mij het eerst ontving, grensde de
studeerkamer van den keizer, het meest
gebruikte vertrek van het heele palels. Hier
zat de Czaar urenlang te werken; een een
voudig, degelijk gemeubelde kamer met
uitzicht op den tuin.
Aan de andere zijde van het boudoir lagen
de slaap- en de kleedkamer der keizerin.
Een hoek van het eerste vertrek was van
onder tot boven bekleed met rood laken,
waartegen de platen met gewijde voorstel
lingen en de heiligenbeelden goed uitkwa
men, verlicht door de eeuwige lamp, die
altijd brandende gehouden werd. Verschei
den van die beelden en schilderijen waren
versierd met goud en edelgesteenten. Van
sommige was alleen het gezicht geschilderd
en bestonden de kleuren geheel uit preciosa;
zeker heel kunstig, uit een juweliers oog
punt beschouwd, maar overigens alles be
halve artistiek.
In haar slaapvertrek bewaarde de keizerin
ook haar zeer kostbare en zeldzame dia
manten in vitrines.
Een der merkwaardigste zalen uit het paleis
is de malachieten eetkamer, die ongeveer
twaalf meter lang is en waarvan de geschil
derde wanden in vakken verdeeld zijn door
malachieten zuilen. De meubels, van dezelfde
groene delfstof, zijn met goud ingelegd en
versierd, de stoelen met vuurroode stof be
kleed, terwijl de kostbare parketvloer blinkt
als een spiegel. De eet- en kleine receptie
zalen werden nooit aan het publiek getoond.
Als de reusachtige statievertrekken electrisch
verlicht zijn de groote balzaal kan 2500
lichten bevatten leverenlze een
tooverachtigen aanblik op.
In verscheiden van die receptiezalen waren
de wanden behangen met gouden borden
en schotels. Vroeger presenteerde men hierop
aan de leden der keizerlijke familie het brood
en zout, waarmee ze altijd, wanneer ze een
stad binnenkwamen, ontvangen werden.
Zoodra de keizerlijke trein voor een station
stopte, verscheen er een deputatie van no
tabelen, waarvan de hoogste in rang, de
stavosta, den keizer brood en zout aanbood.
Kort na zijn troonsbestijging vaardigde
Nicolaas H een decreet uit, dat het brood
hem voortaan niet anders dan op aarden
of houten schotels mocht geboden worden.
Hij wilde de arme gemeenten niet op
nuttelooze kosten jagen.
Aan't einde dei statievertiekken, waaronder
er ook een was met acht dubbele deuren
van schildpad, met goud ingelegd en besla
gen, ligt de komediezaal.
Deze zaal behoort feitelijk tot de Hermi
tage, die door een overdekte galerij met het
winterpaleis verbonden is. Mijne leerlinge! jes
zaten soms met het grootste geduld een
half uur onbeweeglijk te kijken, als de
tooneelknechts bezig waren het decoratief te
veranderen en af en toe verschillend gekleurd
electrisch licht ontstaken. Dit noemden de
kinderen naar de komedie gaan."
Achter den schouwburg lagen de vertrek
ken voor de ministers en de hoofdofficieren
met hun gezinnen.
De in Griekschen stijl gebouwde Hermi
tage bevat, behalve een beroemde bibliotheek,
een interessante verzameling antiquiteiten
en kunstschatten, o.a. een nige collectie
Rembrandts. In dit museum werden ook een
massa relequien van Peter den Grooten be
waard: zijn draaibank, zijn gereedschappen,
minuut iets moet opleveren. De populaire
paraphrase van den prediker, het noodlottig
wat heb je er aan ? mag hier niet worden
vejnomen. Ook de fatalitédu ventre" mag
geen belemmering zijn, we laten het mid
dagmaal maar waaien en vergenoegen ons
met wat brood en vruchten. Menigmaal
heb ik zoodoende zoolang op de batterij
vertoefd, totdat in de duisternis de terug
tocht langs het glibberig dijkje op zichzelf
weer tot een avontuur werd.
't Is hier haast evengoed als aan de
noordkust van Groningen en Friesland, hetzelfde
troebele zeetje, dat op zijn helderst heel
eventjes vaal groengrijs wordt, maar toch
een terugslag heeft op elke stemming van
den veranderlijken hemel. Bovendien geeft
een veelsoortig gedoe van kleine vaartuigen
een altijd nieuwe stoffeering. De batterij
zelf is begroeid met hooge grove grassen
en groote schermbloemen, scheerling en
bereklauw, waarin soms nog een rietgors
een verlaat broedse! groot brengt. Misschien
staan er ook nog torsene struiken van het
grootbloetnige kaasjeskruid, een verwant
van de mooie heemst aan den ingang. Het
mooist zijn echter de groote pollen van de
zulte, door de Engelschen
Michaelmas-daisies genoemd, maar ze bloeien al met Sint-Jan.
De lila bloemen met gele hartjes kleuren o
zoo goed bij de vlakke grijze zee en ze
lokken hierheen de bijen en de hommels,
die er overvloedig honig vinden. Verderop
groeit riet en daar staat misschien weer
heemst tusschen. 's Winters slapen daar de
bonte kraaien en ook de sneeuwgorzen, die
zich dan voeden met de vruchtjes van zulte
en zeekraal.
meubels die hij getimmerd en met snijwerk
versierd heeft en zijn opgezette rijpaarden
en lievelingshonden.
Tusschen de receptie- en feestzalen waren
tiier en daar mooie wintertuinen vol kost
bare planten met fonteinen,
goudvischkommen enz. aangebracht. In n er van
was een volière met honderden kanaries,
die vrij tusschen de palmen rond mochten
fladderen.
Catharina II schijnt een eigenaardige voor
keur gehad te hebben voor allerlei muzikale
verrassingen. Overal in 't palels ziet men
schrijftafels, kastjes, linnenpersen enz., die
als men ze opent, beginnen te spelen. Die
muzikale" meubelstukken vormden een
groote bron van vermaak voor mijn pupillet jes.
St. Petersburg kan naar mijn idee zoowel
een mooie als een interessante stad genoemd
worden. Hoewel een nog nieuwe wereldstad
slechts ongeveer twee eeuwen oud
geeft zij toch telkens een indruk van
historische oud- en eerbiedwaardigheid, en
dat zelfs, ondanks haar tot 37 M. breede
straten, haar zeventig ruime pleinen, mooie
boulevards, publieke tuinen en parken.
Iets eigenaardig middeleeuwsch in St,
Petersburg z?jn de uithangborden, met be
hulp waarvan alle winkels hun waren aan
prijzen. Zoo steekt een militair-kleermaker
Dijv. een bord uit waarop uniformen zijn
geschilderd en tracht een groentenkoopman
u te verlokken door een natuurlijk afgebeelde
bloemkool, (versche groenten zijn 's winters
onbereikbaar duur in Noord-Rusland; kool
wordt er in kassen gekweekt). Volgens de
R'ussen zijn die uithangborden er enkel ten
gerieve van de vreemdelingen, die de taal
van het land niet verstaan, 't Is mogelijk!
St. Petersburg dankt dan iets van zijn
schilderachtigheid aan de buitenlanders.
Het dankt hun ook hoofdzakelijk zijn handel,
die bijna geheel in handen van Duitschers
en Engelschen is. Blijkbaar bezit de Rus
weinig aanleg voor zaken doen."
Wat St. Petersburg voor vreemdelingen
tot zoo'n bekoorlijke en zeldzaam mooie
stad maakt, vindt, behalve in de grootsche ge
bouwen en den trotschen, smaakvoller! aanleg
van 't geheel, ook voor een niet gering deel
zijn oorzaak in het klimaat en in de eigen
aardige kleederdrachten. Bijna den geheelen
winter door is de lucht er helderblauw, en
het stralende, hoewel koude zonlicht doet
het heele bedrijvige straatleven bizondertot
zijn recht komen. Die sierlijk voortglijdende,
met twee of drie paarden bespannen sleden
voor het opwerpen van de bevroren sneeuw
met een fijn rood of blauw netwerk bedekt
die typische Russische koetsiers in hun tot
op den grond reikende bontjassen, door
een kleurigen gordel vastgehouden en hun
fluweelen mutsen (rood, geel of blauw, naar
de maatschappelijke positie van hun heer),
hebben een groote bekoring voor vreemde
oogen. Daartusschen verhoogen de popen",
met hun soutanes, breedgerande hoeden en
lang golvend haar, de schilderachtigheid,
het ongewone van het straattooneel en niet
minder de boerinneijes in nationale dracht,
bestaande uit een lange, roode, blauwe,
paarse of gele sarafan (van voren
toegeknoopte rok) met daarbij kleurende mantels,
die met goud- of zilvergalon zijn afgezet,
en met de kokosjnik}de typische sikkelvormige
muts op het hoofd.
Jammer dat St. Petersburg zoo'n ongezonde
plaats is. De bodem is drassig, de armere
stadswijken zijn dikwijls overstroomd, de
rioleering laat heel veel te wenschen over
en de gewoonten zijn er over 't algemeen
niet hygiënisch. Ook lijden de woningen,
zelfs die op goeden stand, veelal aan over
bevolking, 't Is iets heel gewoons dat een
vorst de benedenste verdieping van zijn
huis bewoont en de rest aan allerlei andere
menschen verhuurt. In den kelder van zoo'n
vorstelijke paleis zitten dan de arme gezinnen
opeengehpopt en in de bovenverdieping
huizen niet zelden twintig personen in n
vertrek. Als er een epidemie uitbreekt, zegt
de Rus gelaten: Het is Gods wil." Pokken
komen dan ook telkens voor en meestal
heerscht er tamelijk veel typhus. Hoewel het
water van de kolossaal breede Newa, hoe
frisch en helder ook voor 't oog, onbruikbaar
is, hangt Petersburg toch, wat zijn water
voorziening betreft, in hoofdzaak van die
rivier af. Zuiver drinkwater uit de
Duderhoffheuvelen, of van Tsarskoe-Selo, waar
uitstekend bronwater is, wordt in Pet* nburg
verkocht. Toen Peter de Groote in 1702 op
dit aan de Zweden ontnomen plekje zijn
hoofdstad vestigde, die hij tot een tweede
Amsterdam hoopte te maken, zal hij zich
wel niet veel om hygiënische eischen be
kreund hebben. G. E.
Aan den noordwesthoek is een zandig
schelprijk plekje en daar liggen nog al veel
scherven en steenen. In mijn verzameltijd
ik ga het zeker nog eens weer doen heb
ik die allemaal telkens omgekeerd, om de
insecten, die zich eronder verschuilen. Je
vindt zoo de aardigste kevertjes, hier onder
anderen ook het torretje, dat in angst met
een knalletje een kwalijk riekende blauwe
bijtende nevel uitsloot. De Duitschers noe
men hem Bombardirkafer; zijn wetenschap
pelijke naam is Brachinus crepitans. Hij is
ongeveer een centimeter lang, kop, borst
stuk en pooten roodbruin, de dekschilden
blauwgroen.
Er is hier altijd beweging van vogels. Op
den kwelder zelf huizen talrijke families
van akkerleeuweriken en graspiepers en
gele kwiKstaartjes, dat Is de gewoonte aan
den zeekant. Ook zijn er allijd kieviten,
tureluurs en grutto's, die zijn nu verontrust
door het hooien, maar veel heeft het hun
niet gedeerd, want de hooitijd viel door het
ongunstig weer veel later uit dan gewoonlijk.
Het jonge goed scharrelt langs de
slootkanten binnen de kade, maar de tureluurs
en de grutto's houden er ook van, om
buitendijks te gaan en we zien hier en daar hun
slanke figuurtjes in het oadiepe water. Daar
staan ook wulpen bij met hun lange neer
waarts gebogen snavels en dikwijls genoeg
ook een stelletje lepelaars, die stoer op hun
lange beenen met de breede bekken staan
te schoffelen naar garnaaltjes. Dicht langs
den rietzoom, waar het strand bijna droog
ligt, trippelen eenige snelvoetigepleviertjes
op hooge gele pootjes. Het spierwit aan
kop en hals, het oranje snavelt je met glanzend
Nounous
Oost-lndischelinktteekening van Rie Cramer. Tentoonstelling Het Kind" in het
Panoramagebouw te Amsterdam
INGEZONDEN
Zeer geachte Redactrice,
Het denkbeeld van mevr. Worp-Roland
Holst lijkt mij, die reeds 25 jaar vegetariër i
ben, bijzonder aantrekkelijk en ik zou zoo
gaarne meehelpen het verwezenlijken.
Mag ik, om te beginnen, u daarom nevens
gaande beproefde recepten aanbieden van
de soepen die mevr. Worp opgeeft ?
Juist vegetarische soep heeft een groot
vooroordeel te overwinnen, de meeste huis
vrouwen en dienstmeisjes denken nog steeds
dat lekkere soep niet zonder vleeschnat is
te bereiden.
GROENTESOEP
Neem vooral niet te weinig groente, in
den winter bijv. een flink bosje selderij,
een groen Bredasch kooltje, een groote
hutspotwortelj l ui of 2 preien, nu: l krop
sla, 20 jonge worteltjes, een handvol
(uitgedopte) erwtjes, l kleine bloemkool. Hak
de worteltjes, de sla en de helft der bloem
kool fijn, doe ze in de pan, waarin men de
soep wil koken, met de erwtjes en % ons
(75 gram) plantenboter, wat zout naar smaak
en laat dit op zacht vuur fruiten; vul de
pan dan met l Va Liter water, doe er 100
gram gemalen rijst in en de overige bloem
kool, laat alles even doorkoken en zet het
2 uur in de hooikist, bij het opdoen kan
men er desgewenscht nog 25 gram boter
doorroeren.
MACARONISOEP
Hak 2 preien, l winterwortel of 10 jonge
worteltjes en l bos selderij fijn, laat dit met
wat zout in l Va L. water koken; doe daarin
3/4 uur vóór het opdoen 60 gram in stukjes ge
broken macaroni, laat 't flink even doorkoken
(5 min.) en plaats het in de hooikist. Roer
op het vuur 75 gr. plantenboter met 2 lepels
bloem tot de klontjes er uit zijn, giet dit
vóór 't opdoen bij de soep, die dan nog
5 min. al roerende moet doorkoken.
A. SANDERS?HUIDEKOPER
Kinderwijsheid
Tommy heeft op Zondagschool
Van Noach wat gehoord:
En natuurlijk, dit verhaal
Heeft hem erg bekoord.
Al die dieren, twee aan twee,
Varend in een boot:
Wat voor schip moet dat wel zijn,
Zeker reuze-groot.
Ja, vertellen is een vreugd.
Tommy luistert graag.
Maar een naam onthouden, ach,
Dat 's voor Torn een plaag.
Ziet de kermis breekt weer aan, Tommy is
verheugd,
Wafelkraam en caroussel geven groote vreugd.
En een mooie nogatkraam staat nogal vooraam
Nauwlijks heeft Tom die gezien, of hij blijft
daar staan.
Nogat, nogat, wel die naam, klinkt niet
onbekend,
Och, wie was dat toch ook weer ?" denkt
hij wat ontstemd.
En hij peinst en gisten raadt; eindlijk roept
hij uit:
Och, dat was die goede man met zijn dieren
schuit."
P. A. E. OoSTERHorp
Verzoeke alle stukken voor de
rubriek Voor Vrouwen" in te zenden
Koninginneweg 93, Haarlem.
MEISJES- en DA.MES-COMBINATIONS
pikzwarte punt kenmerken het mooiste van
alle strandloopertjes, de bontbek-plevier.
Over het water komt nog een troepje van
dat kleine grut aanzweven, die hebben andere
snaveltjes en aan hun buik zien ze zwart,
dat zijn bonte strandloopers.
Nu gaan we uitzien naar de zee. Deze
Batterij ligt in een hoofdverkeersweg van
de vogels, in de verbinding tusschen Zui
derzee eu Noordzee, die vroeger leidde
langs de slibbige stranden van het Y en
de oevers van het Haarlemmermeer. Ze be
reikten dan door een paar passen in de dui
nen het Noordzeestrand. Een van die pas
sen gaat langs den Noordrand van den
Brederodeschen Berg, die ook Blauwe Trap
pen heet. Die weg beslaat nog altijd, zoodat
ge in Juli aan de Batterij het eerste trekken
der hetfstvogels kunt waarnemen. Ze komen
opdagen uit zee, direct van Valkeveen of
Muiderberg of misschien ook van Harder
wijk. Ge ziet ze natuurlijk niet aankomen
van den gezichteinder af, maar tamelijk
dichtbij schijnen ze opeens in de lucht ie
materialiseeren. Nu eens zijn het jonge
kokmeeuwen, dan een troep jonge visehdiefjes,
die houden zich hier niet op, ze hebben om
zoo te zeggen alleen peiling op de Batterij
genomen en reppen zich nu verder Ywaarts.
Een enkele koekoek komt aanglijden vlak
langs het watervlak met lange waaierstaart
en spitse vleugels, leigrauw en
witgespikkeld: een oud beest, dat zich om zijn jongen
niet te bekommeren heeft. Nu komt er een
heele tijd niets en dan opeens een troep
van wel vijftig vaalgrijze jonge spreeuwen,
die neerstrijken op het land en er slakken
gaan zoeken. Als het hun bevalt, blijven ze
misschien overnachten in het riet. Hoog en
ver klinkt nu een welluidend gefluit, mis
schien het mooiste zomergelnid dat er be
staat, de roep der regenwulpen. Die vogels
zijn kleiner dan de gewone wulp van hei
of duin. Ook broeden zij hier niet, maar in
groote zorgelooze troepen zwerven zij den
heelen zomer rond langs de stranden der
Noordzee. Hoog in de blauwe lucht strijken
zij voorbij in een breede onregelmatige
flankrij en ze worden op den voet gevolgd
door hun onafscheidelijke kameraden, die
hetzelfde leventje leiden, de rosse grutto's.
Waar zullen ze neerstrijken voor hun
avondmaaltijd en avond-plaspartijtje ? Dik
wijls genoeg aan de Batterij zelf en ik wensch
u gaarne toe, dat ge het eens moogt zien
gebeuren. We zagen ze in de verte aan
komen, honderden en honderden en haast
uit het gezicht, zoo hoog. Op eens versterkte
hun geluid en toen zagen wij ze dalen, bijna
loodrecht naar beneden. Maar toen ze een
honderd meter of zoo gedaald waren, stuitten
zij hun vaart en toen ging het weer rechtuit.
Een minuut later ging het weer in snelle
vaart omlaag en deze manoeuvre herhaalde
zich driemalen, totdat zij een paar honderd
meter uit de kust neerstreken in het ondiepe
water. Daar bleven ze eerst een poosje stil
staan, om dan hun arbeid als
moddervisschers te beginnen, 't Was een der meest
indrukwekkende tooneelen uit het vugelleven,
die ik ooit heb bijgewoond en dat nog al
letterlijk onder den rook van Amsterdam.
JAC. P. THIJSSE