Historisch Archief 1877-1940
28 Juli '17. No. 2092
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
N. V. Maas- en Waterweg
Maatschappij tot bevordering van de vestiging van
Industrieën te SCHIEDAM EN OMSTREKEN
Lange llaveii 3 Tel. £3 Schiedam
Verleent haar bemiddeling bij den Aan- en Verkoop van Panden en
Industrieterreinen en het verschaffen van Bedrijfskapitaal.
OOSTERBEEK
MEUBILEERDEN
De
Financieel Nieuwsblad
Singel 842, A'dam
TELEFOON N. 6926
bevat steeds actueel* arti
kelen, betrouwbare cor
respondentie, ultlotlngen
ran premleleenlngen,
productie», fcoerslljit enz.
Abonnement slechts |ftO| ets.
per kwartaal.
Vraagt gratis Proefnummers
MEUBILEERING-MAATSCHAPPIJ
HOLLAND'7
N. Z. VOORBURGWAL 274
AMSTERDAM TEL. 5974 N.
BIJ HET INRICHTEN UWER WONINS HEBT
Gil 3 PUNTEN IN HET 00Q TE HOUDEN:
DUURZAAMHEID
HARMOHIE ""<LEl"i
EN LIJN
BIMATIBDEN PRIJS
DAT WIJ IN ONZE INRICHTINGEN DEZE
EIGENSCHAPPEN VEREENIGEN, BEWIJZEN DE
- TALLOOZE TEVREDENHEIDSBETUIBINQEN,
WELKE WIJ VOOR U TER INZAGE HOUDEN.
LITTERATUUR EN HISTORIE
Belanghebbenden in oude
boekwerken Trage
prtjscatalogi aan te Amsterdam.
LOBO's BOEK enKUNSTANTIQUiRim
90 UTRECHTSCHESTRAAT.
Zoo juist verschenen:
8USTAV FRENSSEN
DE DRIE
GETROUWEN
uit het Dnitsch vertaald
DOOR
G. H. PEIEM
? 3e herziene druk
PRIJS geb. f 0.95
Uitgave van
UOLKEKA & WARESDORF
Amsterdam
'OXYDOL'
(CHLOHAS KALICUS TANDPASTA)
45 cent p. Tnbe.
Naam!, Yenn, 8IABK & Co.
Chemische Fabriek ,/s-l
's-GRAVENHAQE.
Fr, MIIIS
20 LEIDSCHESTRAAT 22
AMSTERDAM.
TELEFOON N. 58(2.
HEJÏDEM
HAAR MAAT.
Tot het bouwen van Villa's en Landhuizen zijn prachtige heuvel
achtige BOSCHTERREINEN te koop in HET OOSTERPARK te
DEBIUT
Lage prijzen, mooie wegen, gas,
electr. licht, water.
el ali AH "-V- Haatfj. tot Eiploit. van Het Oosterpark
auuiuii Dir.j.j.sTOKIANS&OTTOSGHÜLZ
Tel. Int. 38 & 48
IIIIIIIIIHIII iiiiiMiuiiiiiiMiiiiiuiiiin'iiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiuiiiuiniiiiiiiniiiiiiiiHiiinilMiUMiiiiiuUMUUiiMiiMHuniMiniiMiHnniiiunniMMnnMininninuinninin,! MI intimi m IMIIIIIHMIIIIIMIMIIIIIIIIIIIIH iiimiiii UMI IIMIIIIIII i i n i UMI niiniiil
GERESERVEERD
VOOR DE
E. P.
Als Duitschland den
uithonge
ringsoorlog had kunnen
inzetten...
Herhaaldelijk en van verschillende zijden
wordt ons nog't verzoek gedaan, woordelijk
de redeneering te herhalen, welke indertijd
van Duitsche zijde zelf gegeven is ten gunste
van den uithongeringsoorlog ter zee, dien
de Duitschers en hunne vrienden sindsdien
aan Engeland als de meest ongehoorde
wandaad zijn gaan toekennen.
Inderdaad zijn de woorden, door den
toenmaligen Rijkskanselier von Caprivi in
de Ryksaagzitüng van 4 Maart la92 ge
sproken en met bijval begroet, treffend.
Zij ontnemen onzes inziens Duitschland
alle rechten zich in de
uithongeringsblokkade als de vermoorde onnoozelheid, en de
blokkade zelve als de meest ongeoorloofde
hongermoord op vrouwen en kinderen uit
te geven.
Duitschland immers dacht er blijkbaar
sinds lang niet anders over, dan dat het
zelf evenzoo zou doen, tegen... Spanje, of
wien dan ook l
Ook de verontschuldiging voor de woeste
duikbootactie is daarmede weggevallen.
Wat von Caprivi dan zeide, (en waarop
reeds in ons No. van 21 Febr. 1915 gewezen
werd) luidde volgens de officieele Hande
lingen aldus:
Het is in een zeeoorlog des te eerder
noodig, den handel van 't vijandelijke land
af te snijden, naarmate dit land meer op
dien handel aangewezen is. Het kan daarop
aangewezen zijn voor zijn eigen voeding,
of ook met het oog op grondstoffen, die
het niet missen kan om zijn industrie op
dreef te houden.
Ik ben van meening, dat het afsnijden
van den vijandelijken handel in den zee
oorlog een onontbeerlijk middel blijven zal,
ultimo ratio, omdat niet anders overschiet.
De oorlog is een ruw en geweldig werk,"
heeft de dichter reeds gezegd, en dit geldt
op land en op zee. Wie oorlog voert, wil
het oorlogsdoel bereiken; en wanneer hij
energiek is, bereikt hij dat door de aan
wending van alle middelen en tot dit doel
behoort in den zeeoorlog het afsnijden van
den vijandelijken handel. Daarvan kan nie
mand afstand doen.
Is dit in den grond iets anders, dan wat
men te land doet? Wanneer iemand gedu
rende het beleg van Parijs een extra-trein
uitgerust had, om levensmiddelen naar Parijs
te brengen, dan zou die eenvoudig zijn
tegengehouden geworden.
Precies hetzelfde gebeurt op zee. Wanneer
iemand schepen uitrust, om den vijand van
behoeften te voorzien, al ware het ook
alleen levensmiddelen en grondstoffen voor
zijne industrie, die hij niet missen kan,
dan zal de ander er op uit zijn, ze weg te
nemen.
Thorbecke en Cort v. d. Linden
Thorbecke en Cort v. d. Linden: beider
namen worden den laatsten tijd veelal in
n adem genoemd, daar men er dikwerf
toe komt dit tweetal te vergelijken en, na
den man van 1848 gememoreerd te hebben,
terstond aan onzen huldigen premier z'n
aandacht te wijden. Want, zoowel in om
standigheden en gebeurtenissen die hen ver
eenigen, als in die, welke hen scheiden is
meerdere malen aanleiding te vinden deze
twee mannen van beteekenis naast n tegen
over elkaar te stellen.
Beiden van beslist liberale kleur, hebben
zij elk hun aandeel gehad in een Grondwets- j
herziening, die meer dan de Revisie van j
1887, het werk verricht onder de ministe- |
rieele auspicieën van den conservatieven
mr. J. Heemskerk, een nieuwe aera kon
inluiden.
Terwijl Thorbecke echter eersteen grooten
en in menig opzicht ook grootschen strijd
moest voeren om, in n door een sterke
revolutionnaire beweging, te bereiken wat
hij wilde, was het voor Cott v. d. Linden
weggelegd het resultaat van een meerendeels
door anderen opgezette campagne, dank zij
n bepaalde stembusuitslag (die van 1913),
binnen te halen.
Thorbecke was dan ook de vurige aan
voerder in het gevecht; Cort v. d. Linden
had nooit de maarschalksstaf in de partij
gevoerd.
De Revisie van 1848 stond midden in
den meest heftigen politieken strijd; die van
Cort v. d. Linden is te beschouwen als het
weinig emotievolle einde van een nu vrijwel
verloopen oorlog, die reeds grootendeels
beslecht was vóór Cort zijn voorstellen bij
de Staten-Generaal indiende.
En ook de inhoud van beider
herzieningsontwerpen verschilt hemelsbreed: toen de
Grondwet van '48 gereed was, eischte die
hervorming een geheel nieuw samenstel van
organieke wetten. Thorbecke met de Grond
wet in de hand, met spa en schop, en met
het geweer aan schouder, ziet daar de drie
figuren waarin de man van onze
Maartrevolutie zijn land heeft gediend,
De Revisie van heden vereischt alleen de
wettelijke uitwerking van art. 192 der G. W.,
welke men rekent in zeer korten tijd te
kunnen afloopen. Thorbecke had dan ook
over groot terrein zijn werkzaamheden uit
gestrekt, Cort v. d. Linden zocht in beper
king misschien zelfs in al te groote
beperking zijn heil.
Mr. J. R. Thorbecke moest van compro
missen niets weten! Hetgeen van vele
zijden, ten aanzien der groote vragen van
den dag, wordt verlangd, dat men inschik
kelijk zij, dat men zooals het heet, zijn
gevoelen ten offer brenge op het altaar
des vaderlands, schijnt mij niet boven be
denking. Ieder zal dat verzoek met gelijk
regt aan den ander doen; en wat zal er,na
die wederzijdsche offeranden, overig blijven?
Indien men, om een stelsel aan te nemen,
zijn gevoelen, dat is zijne overtuiging, ten
offer brengt, waarop rust het aangenomen
stelsel? Men vergt van zijn tegenstander,
dat hij hetgeen hij onregt, verkeerd of scha
delijk acht, goed vinde en helpe invoeren.
Al verkreeg men dit, welke beteekenis of
kracht zou, voor de oprigting van een
nationalen staat, eene zege hebben, die men
alleen aan laffe toegevendheid te danken
had ?" Aldus de schrijver van de Bijdrage
tot herziening der Grondwet (blz. l en 2),
welk boekje eindigt met de opmerking dat
Thorbecke betwijfelt of 't een geluk is, zoo
Gouvernement en Vertegenwoordiging eene
Staatsregeling beramen, gelijk twee procu
reurs eene dading treffen" (blz, 114-115).
Het is de hoekige Thorbecke, die hier aan
't woord is.
En alleen een absolute tegenhanger van
zulk een figuur, een man van soepele vor
men en zachtaardig karakter als Cort kon
er toekomen een pacificatie-compromis
dat overigens, en hier is dus weer overeen
komst tusschen het tweetal, geheel in den
lijn gaat van reeds door Thorbecke aange
hangen ideeën - niet alleen voor te slaan,
maar zelfs bij de partijen ingang te doen
vinden. Een passage als hier volgt had de
Thor" nooit of te nimmer kunnen
neerschrqven, een passage die juist zoo dui
delijk den thans aan het bewind zijnden
premier teekent. De ondergeteekende ver
wacht nu ook, zonder in het minst te zin
spelen op eenige door de rechterzijde aan
gegane verbintenis en de geheele vrijheid
En wanneer de Staten dit oogmerk in den
oorlog uitvoeren, dan moet ik zeggen, be
dienen zij zich slechts van de middelen, die
de oorlog hun in de hand geeft. Ik zou daarin
volstrekt niet eene barbaarschheidzien, welke
van de manieren waarop de oorlog te land
gevoerd wordt, afwijkt.
Ik geloof, dat, doordat sinds Nelson's
dagen geen zeeoorlog in grooten stijl
meer gevoerd geworden is, omtrent den
zeeoorlog voorstellingen hebben postgevat,
die zijn geweld en zijn macht doen onder
schatten."
Afgezien van alle humaniteit," ging de
spreker voort, afgezien van de ontwikkeling
der denkbeelden, maken overwegende, zake
lijke gronden het waarschijnlijk, dat men in
den toekomstigen zeeoorlog het privaat
eigendom niet meer zal respecteeren, dan
tot dusverre.
Wij zelve, Duitschland, wanneer wij b.v.
in oorlog met Spanje kwamen, zouden het
niet anders kunnen ten onder krijgen, dan
door een zeeoorlog. Ons leger zou daar niet
kunnen binnendringen; eene landing zouden
wij niet kunnen volvoeren; er zou ons slechts
overblijven, de kusten te belegeren, en den
toevoer af te snijden. Dit zal in de meeste
gevallen de toekomst van den zeeoorlog
zijn. De eene partij zal probeeren, denhan-'
del van de andere af te snijden.
Zeeslagen brengen zelden iets beslissends;
en zullen in de toekomst waarschijnlijk nog
minder beslissen over het lot der natiën.
Beslissend zijn, of een landing in grooten
stijl; óf de vernieling van den vijandelijken
handel."
Staatsinmenging en Staatsbeheer
(Ingezonden^
In den laatsten tijd zijn begrijpelijkerwijze
vele stemmen opgegaan, die Staatsingrijping
in het vrije ruiiverkeer aan kritiek onder
wierpen, waarbij veelal erop gewezen werd
in welke gevaarlijke roode richting" het
Staatsschip koerst.
Een aan de praktijk ontleend geval was
schrijver een aansporing om vóór alles con
sequenties, daaruit voortvloeiende, aan te
toonen.
Men behoeft geen scherpzinnig denker te
zijn om te concludeeten, dat men hier in
het wezen der zaak te doen heeft met een
uiting van den strijd tusschen kapitaal en
arbeid, met den Staat als bemiddelaar.
Zeer waarschijnlijk ligt op het terrein van
Staatszorg in den ruimsten zin des woords"
(het ideaal der sociaal-democraten) de op
lossing voor den arbeidnemer van het urgente
vraagstuk over de steeds stijgende sociale
nooden.
En gaan wij niet juist doordat de oorlogs
toestand met zijn beruchte O.W. begeleider
der rechterzijde erkennende, op grond van
het in 1913 gehouden politiek debat, dat
deze bereid zal zijn de condliante houding
der Regeering, met een even condliante hou
ding in hei kiesrechtvraaestuk te beant
woorden." *) (Mem. v. Antw.
Kiesrechtvoorst.; paragr. over de Herziening van
art. 192 der G. W.).
Naast deze punten van verschil, zijn er
ook meerdere van overeenkomstigen aard
aan te wijzen.
Thorbecke in 1848, van der Linden thans,
hebben elk op hun beurt te kampen gehad
met den moeilijken factor, dat bij het pu
bliek het prestige der constitutioneele en par
lementaire regeeringsvormen allengs daalde
en uitgewischt werd, om plaats te maken
voor het noodloitigste der noodlottige ver
schijnselen, de geblaseerdheid omtrent alle
beginselen en vormen van regering, voor
een politiek scepticisme, dat zich aan niets
hecht, omdat het in niets de bevrediging
zijner verlangens en behoeften vindt". (Mr.
W C. D. Olivier. Herinneringen aan mr. J.
R. Thorbecke blz. 66).
Zou daaruit misschien beider innerlijke
afkeer van democratie voortgevloeid zijn ?
De leider uit de veertiger jaren, voor
ganger van het moderne liberalisme in zijn
tijd, die Staatsman, door Schimmelpenninck
afschrikwekkend geteekend als een vurig
Jacobijn, gevoelde voor de democratie niets,
en stak dit ook niet onder stoelen of banken.
Democratie heeft in mij nooit een begun
stiger gevonden, in welke hoedanigheid ik
ook te spreken of te handelen had" (Pari.
Redev.) Degeen, die deze woorden sprak
was de aanvoerder der liberale partij...
welke in 1848 een Grondswetherziening in
vooruitstrevend-democratische richting wist
tot stand te brengen!!
L'histoirese répète. Onze huidige premier,
die het algemeen kiesrecht brengt, welks
komst door Thorbecke was voorbereid en
aangekondigd, minister Cort v. d. Linden,
die eveneens een verdere democratiseering
onzer Constitutie heeft ondernomen, ziet
zich van vele kanten het verwijt toegediend,
dat de wijze waarop hij overigens optreedt,
verre van democratisch is, en dat zijn kabinet
*) Cursiveering van mij. E. v.
R.
de klove tusschen kapitalist en arbeider
bedenkelijk heeft vergroot, veel sneller naar
het roode ideaal?
Ware Staatsingrijping achterwege gebleven,
dan zou ongetwijfeld door een ongehoorde
prijsstijging der allernoodzakelijkste levens
behoeften zelfs in ons neutraal landje revo
lutie uitgebroken zijn.
De socialistische invloed oefent dan ook
nu reeds een belangrijke pressie uit op de
politiek der leidende bewindsmannen en
misschien zullen staatslieden zich binnenkort
naar socialistische wenschen moeten gedra
gen. Een verwijzing naar Rusland toont aan,
dat wij hier niet uitsluitend een utopie
verkondigen.
Waaraan echter de Al-socialisten" (d. w.
z. de socialisten door dik en dun), wel mogen
denken, is de eveneens belangrijke factor
van het persoonlijk interesse, hetgeen voort
spruit uit het niet weg te redeneeren
menschelijk egoïsme.
Wij hebben hier het oog op de van staats
wege voorgeschreven maximumprijzen voor
tot dus ver vrije goederen. De overheid schrijf t
hier den ondernemer een winst voor, hetgeen
onvermijdelijk leidt tot een verslapping van
het persoonlijk initiatief, doordat de concur
rentie vervalt. Voorts zal de ondernemer,
tengevolge van die winstmarge trachten een
equivalent te verkoopen, dat niet aan de
distributiewet onderworpen is. In het laatste
geval houdt hij het crisisartikel" niet ge
regeld meer in voorraad.
Het voorzien in onmiddellijke behoefte nu,
is voor den handel dikwijls nog beslissender
dan een prijsverschil. Door de distributiewet
wordt de verkooper wel verplicht tegen
maximumprijs te verkoopen echter niet ge
dwongen tot opslaan van het bewuste artikel.
Na bij de betrokken groothandelaren te
vergeefs te hebben aangeklopt, was schrijver
dan ook genoodzaakt een duurder (! ?!)
artikel te koopen, teneinde in directe behoefte
te voorzien. Een geldelijk verlies was in
ons geval verreweg voordeeliger dan een
tijdroovende klacht bij de distributieregeling.
Deze wantoestand, die voor ontwikkeling
ten deze vatbaar lijkt, is een zuiver gevolg
van Staatsinmenging.
Iets geheel anders echter is Staatsöefieer.
Indien de Staat kooper en verkooper is voor
hetzelfde product dan vervallen
moeielijkheden als boven omschreven. Wij komen
dan op het terrein van monopoliseering
volgens minister Treub's verzekeringsplan.
Over de wenschelijkheid daarvan, die voor
den enkeling afhankelijk is van de econo
mische positie, die hij inneemt in de maat
schappij en die wel leiden zal tot een strijd
tusschen economisch-sterkeren en zwakkeren,
wil schrijver zich niet uitspreken. Het is
echter zijn bedoeling aan te toonen, dat
inmenging slechts een zeer gebrekkige op
lossing geeft en al moge zij ook tijdelijk
een beproefd middel zijn gebleken,
bestenveeleer het karakter van een koninklijk
Ministerie, gelijk Thorbecke zich als ideaal
stelde, dan van een extra-parlementair
Ministerie, gebaseerd op den volkswil, is
gaan aannemen. Zoowel hetgeen Cort bij
de behandeling van de motie v. Leeuwen
over de democratiseering van Buitenlandsche
Zaken opmerkte, als, in nog veel sterker
mate, hetgeen hij niet alleen zeide maar ook
deed in verband met de Bosboom-crisis
cum annexis, gaf gereede aanleiding om
hem te qualificeeren als den man, die, wat
hij met zijn rechterhand aan democratie
geeft, met zijn linkerhand in dubbele mate
weerterugneemt(aldus ongeveer mr.Marchant
op 23 Mei j.l.) Was, om in dezen ook nog
even liet uiterlijk aan te stippen, Thorbecke
lang niet afkeerig van een zeker hautain
optreden, van decorum de beschrijvingen
van zijn bezoek aan Gelderland in het begin
van de vijftiger jaren zijn daar om aan te
toonen, hoe hij zich in Arnhem en andere
steden met bijzondere eerbewijzen liet ont
vangen onze tegenwoordige minister van
Binnenlandsche Zaken laat zich ook terdege
in zijn volle waardigheid voelen. Iets wat
hem nog, misschien niet in de meest vrien
delijke bewoordingen werd toegevoegd bij
de debatten, den 23en Mei gehouden, over
de jongste interpellatie-Marchant, toen de
interpellant met een zekere sneer in her
innering bracht de ietwat hautaine wijze
waarop de heer Cort v. d. Linden wie zich
tegen zijn beleid in 't parlement verzet,
pleegt te bestrijden.
De liberale staatsman van '48 was een
der weinigen in zijn partij, die ik zin
speelde daar straks reeds op het recht
van de bijzondere school erkende en voor
stond. Zeker niet in de laatste plaats dankte
hij daaraan den steun zijner katholieke
medeburgers, een steun, die velen ook
onder z'n naaste politieke vrienden met
zeker wantrouwen gadesloegen en welke
zelfs aanleiding gaf tot de bewering, dat
tusschen Thorbecke en de katholieken een
geheim verbond, een contract bestond.
Cort vaart, wat de schoolkwestie betreft,
in hetzelfde schuitje; hij is echter in dezen
gelukkiger dan z'n groote voorganger, voor
zoover als hij er thans in mocht slagen de
aanvankelijk vrij sterke oppositie in zijn
diging daarvan lijkt ons zeer verwerpelijk.
Hiertegen dient krachtig te worden geageerd.
R'dam S. ROSELAAR
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiii
Afscheid
Het kan wel zijn, mijn lieve,
Dat 'k nooit meer bij je kom...
Slechts enkele soldaten
Komen weerom.
Het kan wel zijn, mijn lieve,
Dat je me nooit meer ziet...
Misschien, misschien, m'n lieve...
Maar ach, ik weet het niet.
Het kan wel zijn, mijn lieve,
Dat je me nooit meer kust...
Dat, eer de maand voorbij is
Ik in de duinen rust.
Het kan wel zijn, mijn lieve,
Dat je nooit meer zingt voor mij...
Als ik daar lig te slapen,
Dan is ook dat voorbij.
Ik wil je kussen, liefste,
Voor 't laatst je kussen, kom...
Ach, enkele soldaten slechts
Komen weerom!
GUUS MOUSSAULT
CORRESPONDENTIE
Bridge-Rubriek
Aan de Redactie van het Weekblad
De Amsterdammer
G. R.
Zoudt u niet, behalve uwe zeker door
velen gewaardeerde rubrieken voor Schaken
en Dammen, ook geregeld een rubriek voor
Kaartspelen, met name bridge en
auctionbridge kunnen instellen?
Ik ben overtuigd, dat gij daarmede aan
vele lezers, evenals aan oudergeteekende,
een genoegen zoudt doen.
Inmiddels met achting, Uw dw.
L. P. M.
[Het denkbeeld van den gachten inzender
is aan de Redactie niet nieuw. Zij heeft het
in den laatsten tijd in 't bijzonder ter hand
genomen en zal het gaarne verwezenlijken.
Zoo spoedig een bekwame leider voor deze
kaart-rubriek zal zijn gevonden, kan hier
mede een aanvang worden gemaakt. RED.]
In de laatste alinea van het artikel: De
militaire kracht van Amerika", staat: von
Bethmann Hollweg heeft het wel geweten",
lees: heeft veel geweten.
Het Feuilleton staat op pag. 10
politieke omgeving tot bedaren te brengen.
Er is wel eens de opmerking gemaakt, dat
tusschen v. d. Linden en de mannen van
Molens een zelfde nauwe relatie zou bestaan
als die welke tusschen Thorbecke en zijn
katholieke tijdgenooten te constateeren viel.
Maar onze premier heeft steeds met kracht
tegen een dergelijke schildering van zaken
geprotesteerd. Er is geen geheime overeen
komst tusschen de mannen van Rome, en
hem, Cort v. d. Linden. Dit mag men dan
ook na 's ministers oprechte bewoordingen
niet langer vermoeden. Feit blijit echter, dat
Nolens en de zijnen, dankbaar voor hetgeen
deze minister hun biedt, somwijlen zelfs plus
royalistes que Ie roi het kabinet een steuntje
geven: men herinnere zich b.v. maar hoe
de leider der katholieke fractie bij de inter
pellatie-Marchant van 22 en 23 Mei, er bij
de overzijde op aandrong, dat rnen daar
met een motie van vertrouwen in de regeering
te voorschijn zou komen. Een merkwaardige
invitation a Ia valse coquette [ministérielle]"!
Op hoogen leeftijd stond Thorbecke te
midden van zeer ernstige tijden aan het
hoofd van 's lands bestuur. De
FranschDuitsche oorlog noopte ons waakzaam te
zijn, dat onze neutraliteit niet door een der
strijdende partijen geschonden zou worden
en menigmaal was men in het najaar van
'70 er voor beducht, dat ook wij nog in 't
conflict betrokken zouden worden.
Thans rust op Cort v. d. Linden de zware
taak ons land veilig en wel buiten den
ontzettenden wereldoorlog te houden, welke
nu reeds 3 jaren lang om ons heen aan het
woeden is. Van veel ingrijpender aard dan
de krijg van 1870-'7i is de chaos, die nu
rondom 's lands grenzen is waar te nemen,
een chaos, die op economisch gebied zich
ook binnen onzen staat terdege laat gevoelen.
Thorbecke was het niet gegeven nog lang
te genieten van den vrede, die aan den
oorlog van '70 een einde maakte.
Moge het Cort v. d. Linden, zijn evenbeeld
en tegenvoeter tegelijkertijd, tenminste be
schoren zijn in dezen weer een factor te
vertoonen, afwijkende van Thorbecke's
levensgeschiedenis.
E. VAN RAALTE