De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 28 juli pagina 3

28 juli 1917 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

28 Juli '17. No. 2092 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND N. V. Maas- en Waterweg Maatschappij tot bevordering van de vestiging van Industrieën te SCHIEDAM EN OMSTREKEN Lange llaveii 3 Tel. £3 Schiedam Verleent haar bemiddeling bij den Aan- en Verkoop van Panden en Industrieterreinen en het verschaffen van Bedrijfskapitaal. OOSTERBEEK MEUBILEERDEN De Financieel Nieuwsblad Singel 842, A'dam TELEFOON N. 6926 bevat steeds actueel* arti kelen, betrouwbare cor respondentie, ultlotlngen ran premleleenlngen, productie», fcoerslljit enz. Abonnement slechts |ftO| ets. per kwartaal. Vraagt gratis Proefnummers MEUBILEERING-MAATSCHAPPIJ HOLLAND'7 N. Z. VOORBURGWAL 274 AMSTERDAM TEL. 5974 N. BIJ HET INRICHTEN UWER WONINS HEBT Gil 3 PUNTEN IN HET 00Q TE HOUDEN: DUURZAAMHEID HARMOHIE ""<LEl"i EN LIJN BIMATIBDEN PRIJS DAT WIJ IN ONZE INRICHTINGEN DEZE EIGENSCHAPPEN VEREENIGEN, BEWIJZEN DE - TALLOOZE TEVREDENHEIDSBETUIBINQEN, WELKE WIJ VOOR U TER INZAGE HOUDEN. LITTERATUUR EN HISTORIE Belanghebbenden in oude boekwerken Trage prtjscatalogi aan te Amsterdam. LOBO's BOEK enKUNSTANTIQUiRim 90 UTRECHTSCHESTRAAT. Zoo juist verschenen: 8USTAV FRENSSEN DE DRIE GETROUWEN uit het Dnitsch vertaald DOOR G. H. PEIEM ? 3e herziene druk PRIJS geb. f 0.95 Uitgave van UOLKEKA & WARESDORF Amsterdam 'OXYDOL' (CHLOHAS KALICUS TANDPASTA) 45 cent p. Tnbe. Naam!, Yenn, 8IABK & Co. Chemische Fabriek ,/s-l 's-GRAVENHAQE. Fr, MIIIS 20 LEIDSCHESTRAAT 22 AMSTERDAM. TELEFOON N. 58(2. HEJÏDEM HAAR MAAT. Tot het bouwen van Villa's en Landhuizen zijn prachtige heuvel achtige BOSCHTERREINEN te koop in HET OOSTERPARK te DEBIUT Lage prijzen, mooie wegen, gas, electr. licht, water. el ali AH "-V- Haatfj. tot Eiploit. van Het Oosterpark auuiuii Dir.j.j.sTOKIANS&OTTOSGHÜLZ Tel. Int. 38 & 48 IIIIIIIIIHIII iiiiiMiuiiiiiiMiiiiiuiiiin'iiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiuiiiuiniiiiiiiniiiiiiiiHiiinilMiUMiiiiiuUMUUiiMiiMHuniMiniiMiHnniiiunniMMnnMininninuinninin,! MI intimi m IMIIIIIHMIIIIIMIMIIIIIIIIIIIIH iiimiiii UMI IIMIIIIIII i i n i UMI niiniiil GERESERVEERD VOOR DE E. P. Als Duitschland den uithonge ringsoorlog had kunnen inzetten... Herhaaldelijk en van verschillende zijden wordt ons nog't verzoek gedaan, woordelijk de redeneering te herhalen, welke indertijd van Duitsche zijde zelf gegeven is ten gunste van den uithongeringsoorlog ter zee, dien de Duitschers en hunne vrienden sindsdien aan Engeland als de meest ongehoorde wandaad zijn gaan toekennen. Inderdaad zijn de woorden, door den toenmaligen Rijkskanselier von Caprivi in de Ryksaagzitüng van 4 Maart la92 ge sproken en met bijval begroet, treffend. Zij ontnemen onzes inziens Duitschland alle rechten zich in de uithongeringsblokkade als de vermoorde onnoozelheid, en de blokkade zelve als de meest ongeoorloofde hongermoord op vrouwen en kinderen uit te geven. Duitschland immers dacht er blijkbaar sinds lang niet anders over, dan dat het zelf evenzoo zou doen, tegen... Spanje, of wien dan ook l Ook de verontschuldiging voor de woeste duikbootactie is daarmede weggevallen. Wat von Caprivi dan zeide, (en waarop reeds in ons No. van 21 Febr. 1915 gewezen werd) luidde volgens de officieele Hande lingen aldus: Het is in een zeeoorlog des te eerder noodig, den handel van 't vijandelijke land af te snijden, naarmate dit land meer op dien handel aangewezen is. Het kan daarop aangewezen zijn voor zijn eigen voeding, of ook met het oog op grondstoffen, die het niet missen kan om zijn industrie op dreef te houden. Ik ben van meening, dat het afsnijden van den vijandelijken handel in den zee oorlog een onontbeerlijk middel blijven zal, ultimo ratio, omdat niet anders overschiet. De oorlog is een ruw en geweldig werk," heeft de dichter reeds gezegd, en dit geldt op land en op zee. Wie oorlog voert, wil het oorlogsdoel bereiken; en wanneer hij energiek is, bereikt hij dat door de aan wending van alle middelen en tot dit doel behoort in den zeeoorlog het afsnijden van den vijandelijken handel. Daarvan kan nie mand afstand doen. Is dit in den grond iets anders, dan wat men te land doet? Wanneer iemand gedu rende het beleg van Parijs een extra-trein uitgerust had, om levensmiddelen naar Parijs te brengen, dan zou die eenvoudig zijn tegengehouden geworden. Precies hetzelfde gebeurt op zee. Wanneer iemand schepen uitrust, om den vijand van behoeften te voorzien, al ware het ook alleen levensmiddelen en grondstoffen voor zijne industrie, die hij niet missen kan, dan zal de ander er op uit zijn, ze weg te nemen. Thorbecke en Cort v. d. Linden Thorbecke en Cort v. d. Linden: beider namen worden den laatsten tijd veelal in n adem genoemd, daar men er dikwerf toe komt dit tweetal te vergelijken en, na den man van 1848 gememoreerd te hebben, terstond aan onzen huldigen premier z'n aandacht te wijden. Want, zoowel in om standigheden en gebeurtenissen die hen ver eenigen, als in die, welke hen scheiden is meerdere malen aanleiding te vinden deze twee mannen van beteekenis naast n tegen over elkaar te stellen. Beiden van beslist liberale kleur, hebben zij elk hun aandeel gehad in een Grondwets- j herziening, die meer dan de Revisie van j 1887, het werk verricht onder de ministe- | rieele auspicieën van den conservatieven mr. J. Heemskerk, een nieuwe aera kon inluiden. Terwijl Thorbecke echter eersteen grooten en in menig opzicht ook grootschen strijd moest voeren om, in n door een sterke revolutionnaire beweging, te bereiken wat hij wilde, was het voor Cott v. d. Linden weggelegd het resultaat van een meerendeels door anderen opgezette campagne, dank zij n bepaalde stembusuitslag (die van 1913), binnen te halen. Thorbecke was dan ook de vurige aan voerder in het gevecht; Cort v. d. Linden had nooit de maarschalksstaf in de partij gevoerd. De Revisie van 1848 stond midden in den meest heftigen politieken strijd; die van Cort v. d. Linden is te beschouwen als het weinig emotievolle einde van een nu vrijwel verloopen oorlog, die reeds grootendeels beslecht was vóór Cort zijn voorstellen bij de Staten-Generaal indiende. En ook de inhoud van beider herzieningsontwerpen verschilt hemelsbreed: toen de Grondwet van '48 gereed was, eischte die hervorming een geheel nieuw samenstel van organieke wetten. Thorbecke met de Grond wet in de hand, met spa en schop, en met het geweer aan schouder, ziet daar de drie figuren waarin de man van onze Maartrevolutie zijn land heeft gediend, De Revisie van heden vereischt alleen de wettelijke uitwerking van art. 192 der G. W., welke men rekent in zeer korten tijd te kunnen afloopen. Thorbecke had dan ook over groot terrein zijn werkzaamheden uit gestrekt, Cort v. d. Linden zocht in beper king misschien zelfs in al te groote beperking zijn heil. Mr. J. R. Thorbecke moest van compro missen niets weten! Hetgeen van vele zijden, ten aanzien der groote vragen van den dag, wordt verlangd, dat men inschik kelijk zij, dat men zooals het heet, zijn gevoelen ten offer brenge op het altaar des vaderlands, schijnt mij niet boven be denking. Ieder zal dat verzoek met gelijk regt aan den ander doen; en wat zal er,na die wederzijdsche offeranden, overig blijven? Indien men, om een stelsel aan te nemen, zijn gevoelen, dat is zijne overtuiging, ten offer brengt, waarop rust het aangenomen stelsel? Men vergt van zijn tegenstander, dat hij hetgeen hij onregt, verkeerd of scha delijk acht, goed vinde en helpe invoeren. Al verkreeg men dit, welke beteekenis of kracht zou, voor de oprigting van een nationalen staat, eene zege hebben, die men alleen aan laffe toegevendheid te danken had ?" Aldus de schrijver van de Bijdrage tot herziening der Grondwet (blz. l en 2), welk boekje eindigt met de opmerking dat Thorbecke betwijfelt of 't een geluk is, zoo Gouvernement en Vertegenwoordiging eene Staatsregeling beramen, gelijk twee procu reurs eene dading treffen" (blz, 114-115). Het is de hoekige Thorbecke, die hier aan 't woord is. En alleen een absolute tegenhanger van zulk een figuur, een man van soepele vor men en zachtaardig karakter als Cort kon er toekomen een pacificatie-compromis dat overigens, en hier is dus weer overeen komst tusschen het tweetal, geheel in den lijn gaat van reeds door Thorbecke aange hangen ideeën - niet alleen voor te slaan, maar zelfs bij de partijen ingang te doen vinden. Een passage als hier volgt had de Thor" nooit of te nimmer kunnen neerschrqven, een passage die juist zoo dui delijk den thans aan het bewind zijnden premier teekent. De ondergeteekende ver wacht nu ook, zonder in het minst te zin spelen op eenige door de rechterzijde aan gegane verbintenis en de geheele vrijheid En wanneer de Staten dit oogmerk in den oorlog uitvoeren, dan moet ik zeggen, be dienen zij zich slechts van de middelen, die de oorlog hun in de hand geeft. Ik zou daarin volstrekt niet eene barbaarschheidzien, welke van de manieren waarop de oorlog te land gevoerd wordt, afwijkt. Ik geloof, dat, doordat sinds Nelson's dagen geen zeeoorlog in grooten stijl meer gevoerd geworden is, omtrent den zeeoorlog voorstellingen hebben postgevat, die zijn geweld en zijn macht doen onder schatten." Afgezien van alle humaniteit," ging de spreker voort, afgezien van de ontwikkeling der denkbeelden, maken overwegende, zake lijke gronden het waarschijnlijk, dat men in den toekomstigen zeeoorlog het privaat eigendom niet meer zal respecteeren, dan tot dusverre. Wij zelve, Duitschland, wanneer wij b.v. in oorlog met Spanje kwamen, zouden het niet anders kunnen ten onder krijgen, dan door een zeeoorlog. Ons leger zou daar niet kunnen binnendringen; eene landing zouden wij niet kunnen volvoeren; er zou ons slechts overblijven, de kusten te belegeren, en den toevoer af te snijden. Dit zal in de meeste gevallen de toekomst van den zeeoorlog zijn. De eene partij zal probeeren, denhan-' del van de andere af te snijden. Zeeslagen brengen zelden iets beslissends; en zullen in de toekomst waarschijnlijk nog minder beslissen over het lot der natiën. Beslissend zijn, of een landing in grooten stijl; óf de vernieling van den vijandelijken handel." Staatsinmenging en Staatsbeheer (Ingezonden^ In den laatsten tijd zijn begrijpelijkerwijze vele stemmen opgegaan, die Staatsingrijping in het vrije ruiiverkeer aan kritiek onder wierpen, waarbij veelal erop gewezen werd in welke gevaarlijke roode richting" het Staatsschip koerst. Een aan de praktijk ontleend geval was schrijver een aansporing om vóór alles con sequenties, daaruit voortvloeiende, aan te toonen. Men behoeft geen scherpzinnig denker te zijn om te concludeeten, dat men hier in het wezen der zaak te doen heeft met een uiting van den strijd tusschen kapitaal en arbeid, met den Staat als bemiddelaar. Zeer waarschijnlijk ligt op het terrein van Staatszorg in den ruimsten zin des woords" (het ideaal der sociaal-democraten) de op lossing voor den arbeidnemer van het urgente vraagstuk over de steeds stijgende sociale nooden. En gaan wij niet juist doordat de oorlogs toestand met zijn beruchte O.W. begeleider der rechterzijde erkennende, op grond van het in 1913 gehouden politiek debat, dat deze bereid zal zijn de condliante houding der Regeering, met een even condliante hou ding in hei kiesrechtvraaestuk te beant woorden." *) (Mem. v. Antw. Kiesrechtvoorst.; paragr. over de Herziening van art. 192 der G. W.). Naast deze punten van verschil, zijn er ook meerdere van overeenkomstigen aard aan te wijzen. Thorbecke in 1848, van der Linden thans, hebben elk op hun beurt te kampen gehad met den moeilijken factor, dat bij het pu bliek het prestige der constitutioneele en par lementaire regeeringsvormen allengs daalde en uitgewischt werd, om plaats te maken voor het noodloitigste der noodlottige ver schijnselen, de geblaseerdheid omtrent alle beginselen en vormen van regering, voor een politiek scepticisme, dat zich aan niets hecht, omdat het in niets de bevrediging zijner verlangens en behoeften vindt". (Mr. W C. D. Olivier. Herinneringen aan mr. J. R. Thorbecke blz. 66). Zou daaruit misschien beider innerlijke afkeer van democratie voortgevloeid zijn ? De leider uit de veertiger jaren, voor ganger van het moderne liberalisme in zijn tijd, die Staatsman, door Schimmelpenninck afschrikwekkend geteekend als een vurig Jacobijn, gevoelde voor de democratie niets, en stak dit ook niet onder stoelen of banken. Democratie heeft in mij nooit een begun stiger gevonden, in welke hoedanigheid ik ook te spreken of te handelen had" (Pari. Redev.) Degeen, die deze woorden sprak was de aanvoerder der liberale partij... welke in 1848 een Grondswetherziening in vooruitstrevend-democratische richting wist tot stand te brengen!! L'histoirese répète. Onze huidige premier, die het algemeen kiesrecht brengt, welks komst door Thorbecke was voorbereid en aangekondigd, minister Cort v. d. Linden, die eveneens een verdere democratiseering onzer Constitutie heeft ondernomen, ziet zich van vele kanten het verwijt toegediend, dat de wijze waarop hij overigens optreedt, verre van democratisch is, en dat zijn kabinet *) Cursiveering van mij. E. v. R. de klove tusschen kapitalist en arbeider bedenkelijk heeft vergroot, veel sneller naar het roode ideaal? Ware Staatsingrijping achterwege gebleven, dan zou ongetwijfeld door een ongehoorde prijsstijging der allernoodzakelijkste levens behoeften zelfs in ons neutraal landje revo lutie uitgebroken zijn. De socialistische invloed oefent dan ook nu reeds een belangrijke pressie uit op de politiek der leidende bewindsmannen en misschien zullen staatslieden zich binnenkort naar socialistische wenschen moeten gedra gen. Een verwijzing naar Rusland toont aan, dat wij hier niet uitsluitend een utopie verkondigen. Waaraan echter de Al-socialisten" (d. w. z. de socialisten door dik en dun), wel mogen denken, is de eveneens belangrijke factor van het persoonlijk interesse, hetgeen voort spruit uit het niet weg te redeneeren menschelijk egoïsme. Wij hebben hier het oog op de van staats wege voorgeschreven maximumprijzen voor tot dus ver vrije goederen. De overheid schrijf t hier den ondernemer een winst voor, hetgeen onvermijdelijk leidt tot een verslapping van het persoonlijk initiatief, doordat de concur rentie vervalt. Voorts zal de ondernemer, tengevolge van die winstmarge trachten een equivalent te verkoopen, dat niet aan de distributiewet onderworpen is. In het laatste geval houdt hij het crisisartikel" niet ge regeld meer in voorraad. Het voorzien in onmiddellijke behoefte nu, is voor den handel dikwijls nog beslissender dan een prijsverschil. Door de distributiewet wordt de verkooper wel verplicht tegen maximumprijs te verkoopen echter niet ge dwongen tot opslaan van het bewuste artikel. Na bij de betrokken groothandelaren te vergeefs te hebben aangeklopt, was schrijver dan ook genoodzaakt een duurder (! ?!) artikel te koopen, teneinde in directe behoefte te voorzien. Een geldelijk verlies was in ons geval verreweg voordeeliger dan een tijdroovende klacht bij de distributieregeling. Deze wantoestand, die voor ontwikkeling ten deze vatbaar lijkt, is een zuiver gevolg van Staatsinmenging. Iets geheel anders echter is Staatsöefieer. Indien de Staat kooper en verkooper is voor hetzelfde product dan vervallen moeielijkheden als boven omschreven. Wij komen dan op het terrein van monopoliseering volgens minister Treub's verzekeringsplan. Over de wenschelijkheid daarvan, die voor den enkeling afhankelijk is van de econo mische positie, die hij inneemt in de maat schappij en die wel leiden zal tot een strijd tusschen economisch-sterkeren en zwakkeren, wil schrijver zich niet uitspreken. Het is echter zijn bedoeling aan te toonen, dat inmenging slechts een zeer gebrekkige op lossing geeft en al moge zij ook tijdelijk een beproefd middel zijn gebleken, bestenveeleer het karakter van een koninklijk Ministerie, gelijk Thorbecke zich als ideaal stelde, dan van een extra-parlementair Ministerie, gebaseerd op den volkswil, is gaan aannemen. Zoowel hetgeen Cort bij de behandeling van de motie v. Leeuwen over de democratiseering van Buitenlandsche Zaken opmerkte, als, in nog veel sterker mate, hetgeen hij niet alleen zeide maar ook deed in verband met de Bosboom-crisis cum annexis, gaf gereede aanleiding om hem te qualificeeren als den man, die, wat hij met zijn rechterhand aan democratie geeft, met zijn linkerhand in dubbele mate weerterugneemt(aldus ongeveer mr.Marchant op 23 Mei j.l.) Was, om in dezen ook nog even liet uiterlijk aan te stippen, Thorbecke lang niet afkeerig van een zeker hautain optreden, van decorum de beschrijvingen van zijn bezoek aan Gelderland in het begin van de vijftiger jaren zijn daar om aan te toonen, hoe hij zich in Arnhem en andere steden met bijzondere eerbewijzen liet ont vangen onze tegenwoordige minister van Binnenlandsche Zaken laat zich ook terdege in zijn volle waardigheid voelen. Iets wat hem nog, misschien niet in de meest vrien delijke bewoordingen werd toegevoegd bij de debatten, den 23en Mei gehouden, over de jongste interpellatie-Marchant, toen de interpellant met een zekere sneer in her innering bracht de ietwat hautaine wijze waarop de heer Cort v. d. Linden wie zich tegen zijn beleid in 't parlement verzet, pleegt te bestrijden. De liberale staatsman van '48 was een der weinigen in zijn partij, die ik zin speelde daar straks reeds op het recht van de bijzondere school erkende en voor stond. Zeker niet in de laatste plaats dankte hij daaraan den steun zijner katholieke medeburgers, een steun, die velen ook onder z'n naaste politieke vrienden met zeker wantrouwen gadesloegen en welke zelfs aanleiding gaf tot de bewering, dat tusschen Thorbecke en de katholieken een geheim verbond, een contract bestond. Cort vaart, wat de schoolkwestie betreft, in hetzelfde schuitje; hij is echter in dezen gelukkiger dan z'n groote voorganger, voor zoover als hij er thans in mocht slagen de aanvankelijk vrij sterke oppositie in zijn diging daarvan lijkt ons zeer verwerpelijk. Hiertegen dient krachtig te worden geageerd. R'dam S. ROSELAAR iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiii Afscheid Het kan wel zijn, mijn lieve, Dat 'k nooit meer bij je kom... Slechts enkele soldaten Komen weerom. Het kan wel zijn, mijn lieve, Dat je me nooit meer ziet... Misschien, misschien, m'n lieve... Maar ach, ik weet het niet. Het kan wel zijn, mijn lieve, Dat je me nooit meer kust... Dat, eer de maand voorbij is Ik in de duinen rust. Het kan wel zijn, mijn lieve, Dat je nooit meer zingt voor mij... Als ik daar lig te slapen, Dan is ook dat voorbij. Ik wil je kussen, liefste, Voor 't laatst je kussen, kom... Ach, enkele soldaten slechts Komen weerom! GUUS MOUSSAULT CORRESPONDENTIE Bridge-Rubriek Aan de Redactie van het Weekblad De Amsterdammer G. R. Zoudt u niet, behalve uwe zeker door velen gewaardeerde rubrieken voor Schaken en Dammen, ook geregeld een rubriek voor Kaartspelen, met name bridge en auctionbridge kunnen instellen? Ik ben overtuigd, dat gij daarmede aan vele lezers, evenals aan oudergeteekende, een genoegen zoudt doen. Inmiddels met achting, Uw dw. L. P. M. [Het denkbeeld van den gachten inzender is aan de Redactie niet nieuw. Zij heeft het in den laatsten tijd in 't bijzonder ter hand genomen en zal het gaarne verwezenlijken. Zoo spoedig een bekwame leider voor deze kaart-rubriek zal zijn gevonden, kan hier mede een aanvang worden gemaakt. RED.] In de laatste alinea van het artikel: De militaire kracht van Amerika", staat: von Bethmann Hollweg heeft het wel geweten", lees: heeft veel geweten. Het Feuilleton staat op pag. 10 politieke omgeving tot bedaren te brengen. Er is wel eens de opmerking gemaakt, dat tusschen v. d. Linden en de mannen van Molens een zelfde nauwe relatie zou bestaan als die welke tusschen Thorbecke en zijn katholieke tijdgenooten te constateeren viel. Maar onze premier heeft steeds met kracht tegen een dergelijke schildering van zaken geprotesteerd. Er is geen geheime overeen komst tusschen de mannen van Rome, en hem, Cort v. d. Linden. Dit mag men dan ook na 's ministers oprechte bewoordingen niet langer vermoeden. Feit blijit echter, dat Nolens en de zijnen, dankbaar voor hetgeen deze minister hun biedt, somwijlen zelfs plus royalistes que Ie roi het kabinet een steuntje geven: men herinnere zich b.v. maar hoe de leider der katholieke fractie bij de inter pellatie-Marchant van 22 en 23 Mei, er bij de overzijde op aandrong, dat rnen daar met een motie van vertrouwen in de regeering te voorschijn zou komen. Een merkwaardige invitation a Ia valse coquette [ministérielle]"! Op hoogen leeftijd stond Thorbecke te midden van zeer ernstige tijden aan het hoofd van 's lands bestuur. De FranschDuitsche oorlog noopte ons waakzaam te zijn, dat onze neutraliteit niet door een der strijdende partijen geschonden zou worden en menigmaal was men in het najaar van '70 er voor beducht, dat ook wij nog in 't conflict betrokken zouden worden. Thans rust op Cort v. d. Linden de zware taak ons land veilig en wel buiten den ontzettenden wereldoorlog te houden, welke nu reeds 3 jaren lang om ons heen aan het woeden is. Van veel ingrijpender aard dan de krijg van 1870-'7i is de chaos, die nu rondom 's lands grenzen is waar te nemen, een chaos, die op economisch gebied zich ook binnen onzen staat terdege laat gevoelen. Thorbecke was het niet gegeven nog lang te genieten van den vrede, die aan den oorlog van '70 een einde maakte. Moge het Cort v. d. Linden, zijn evenbeeld en tegenvoeter tegelijkertijd, tenminste be schoren zijn in dezen weer een factor te vertoonen, afwijkende van Thorbecke's levensgeschiedenis. E. VAN RAALTE

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl