De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 28 juli pagina 8

28 juli 1917 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 28 Juli '17. No. 2092 De geboorteplaats van Dodonaeus door Dr. F. W. T. HUNGER In het Tijdschrift voor Geneeskunde van 7 Juli j.l. wordt op blz. 114 gewezen op de volgende tegenstrijdige beweringen omtrent de geboorteplaats van DODONAEUS. Dr. F. W. T. Hanger schreef in De Amsterdammer van 30 Juni 1917, blz. 10: Waar Rembertus geboren werd, is nog steeds niet met zekerheid uitgemaakt...; Prof. E. C. van Lee r* u m schreef in dit Tijd schrift, 30 Juni 1917, blz. 2109 .??... en het is in deze oude Vlaamsche stad (Mechelen), dat Rembert het levenslicht heeft aan schouwd". De vraag werd nu gesteld, welke opvat ting de juiste is ? en naar aanleiding daarvan wil ik ter zelfder plaatse mijn bewering nader toelichten. Wegens de plaatsruimte moet ik mij beperken tot hoofdpunten. DODONAEUS' beste biograaf VAN MEERBEECK is destijds in zijn monographie 1) tot de slotsom gekomen, dat onze beroemde kruidkundige te Mechelen zou zijn geboren. Hij grondde die conclusie op de volgende drie feiten: 1. Le témoignagedeDodoens lui-même, qui dans Ie titre du premier et du dernier des ouvrages qu'il publia, fit suivre son nom dt la qualification de: Malinois. 2. La déclaration de son flls, qui ajouta ce même mot au nom de son père, dans V pitaphe du monument funèbre qu' il lui fit riger dans l'église de Sr. Pierre a Leyden. 3. L'opinion des auteurs contemporains de Dodoens: Suffridus Petrus, Schenkius, Meursius, Egbertz, CastellanusetMelchiorAdam,qui publièrent leurs ouvrages de 1598 a 1620 (par conséquent peu d'années après la mort de notre auteur), et qui tous s'accordent a dire, qu' il naquit a Malines. Deze drie bewijzen van v. MEERBEECK zijn toen als afdoende erkend en sindsdien (1841) stond Mechelen als DODONAEUS' geboorte stad geboekt. Totdat in 1863 een ontdekking plaats had, waardoor genoemde kwestie opnieuw twijfel achtig kwam te staan. In dat jaar heeft n.l. de heer PROSPER CUYPERS VAN VELTHOVEN in de Rijksarchieven te Brussel het oorspronkelijke inschrijvings-reglster van de leerlingen der Leuvensche hoogeschool, loopende van de jaren 1529?1569doorgesnuffeld en daarin op den 9den Augustus 1531 de volgende inscriptie aangetroffen: Rembertus Do do nis, de Lewardia, filius Dionysli. Cornelius A Iman, de Mechlinia, filias Henriet. Pro istls duobus minoribusjuravit magister Lucas Neyt. 2) Dat wil dus zeggen, dat de 14 jarige DODOENS bij zijn opname als leerling der Alma Mater te Leuven, zelf verklaard heeft herkomstig te zijn uit Leeuwarden. De Bibliotheca Belgica vindt deze ver klaring meer afdoende dan de bewijzen door VAN MEERBEECK aangevoerd en schrijft dien aangaande het volgende: La Ir e de ces preuves, celle que Do doens lui-même se dit malinois", est tres faible parce que dans ces sortes de dósigrfations tous les auteurs ne suivent pas la même régie. Si les uns citent Ie lieu oülis sont nes, d'autres rappellent celui de leur origine, ou celui qu' ils habitent. Bon nombre d'auteurs enfin, nes dans un village situéa proximitéd'une ville, preferent citer Ie nom de cette ville, plutot que de rappeler Ie nom du village qui les vit naitre. 1) Recherches hist. et crit. sur la vie de REMBERT DODOENS, 1841. 2) Messager des sciences historiques, 1863, pag. 454. TECHNISCHE R.UBRIE Het fotografeeren van kogels in hun vaart Voor het verbeteren van kanonnen en geweeren is het van groot belang om het ge drag te kennen van een afgeschoten kogel tijdens de vaart. Het ligt voor de hand om dit na te gaan door den kogel te fotogra feeren, al toont een eenvoudige berekening aan, dat dit niet gemakkelijk te doen is. Willen we b.v. een opname nemen in het Fig. 1. Projectiel afgeschoten uit mortier. l, Snelheid 380 M. per sec. Van boven en ? onder is het beeld niet scherp wegens de verplaatsing tijdens de opname Om deze laatste bewering te staven wor den verscheidene voorbeelden aangehaald, o.a. wordt in herinnering gebracht, dat P. P. RUBENS en zijn broeder Philip zich Antverpiensis" noemen, ofschoon ze toevallig te Siegen in Westphalen ter wereld kwamen. De Bibl. Belg. schrijft nog: Peut-eire DODOENS est-ll néa Leeuwarden quelques semaines ou quelques jours seulement avant Ie dèpart de ses parents pour Malines." Daar tegenover zou ik met een speciaal oogmerk, dat hier niet nader kan worden ontwik keld, de veronderstelling willen maken, dat zijn eventueele geboorte te Leeuwarden zou hebben plaats gehad, gedurende een tijdelijk verblijf zijner ouders van uit Mechelen aan Friesland. Verder lezen wij in de Bibl. Belg. Les 2e et 3e preuves de van Meerbeeck, celles tirées de Cépitaphe de Dodoens et des crits de ses premiers biographes, ne sont pas plus d cisives: on se sera probablement bornéa reproduire la qualification que Dodoens s'étalt donnélui-même sur les titres de quelques-uns de ses ouvrages. En revanche la déclaration de Louvain nous parait tre bien plus concluante; car l o, elle dolt avoir t faite par Dodoens personnellement, et a un age qui ne permet pas de supposer chez M quelque préférence pour l'une ou l'autre des deux villes; 20, elle s'est produite pro bablement en présence de quelque témoin, ne füt-ce que Ie maitre LUC. Neyt, qui lui servit de parrain, et qui devait connaitre la familie de Dodoens. Le même jour LUC. Neyt présente un autre lève quisedéclare natif de Malines. Il nous semble que la distinction que Dodoens fatsait en ce moment solennel entre la ville oüil tait néet celle qu' il habitait, doit tre admise comme l'expression de la vérité. Ajoutons qu'en 1548, date de la publication de son premier ouvrage (Cosmographica in astronomiam et geographiam isagoge), dans leqml il se dit malinois, la situation n'était plus la même. Il avait alors trente ans, et ces trente années, il les avaitpassées a Malines, a l'exception peut-eire des tput premiers jours de sa vie. C'etait a Malines qu' il avait recu son ducaüon, et oüil s'était tabli médecin en 1545 (ou en 1546), au retour de ses voyages d'étude. C'est dans cette ville encore qu' il composa ouvrage cuédédiéa son cousin Hopperus deja arrivéa de hautes dignilés a la Cour de Btuxelles. De plus, l'année même de la publication (1548), Dodoens avait ténomm par Ie Magistrat médecin de la ville de Malines". Hiermede heb ik deze kwestie aan de hand van de beste bronnen nader toegelicht en dan komt het mij voor, dat hoe uiterst belangrijk die aanteekening in het inschrijvings-register ook zijn mag, zij historisch nochtans onvoldoende is, om daarop a priori met zekerheid te beslissen, dat DODONAEUS te Leeuwarden zou zijn geboren. Aan den anderen kant behoeft hierna nauwelijks meer gezegd, dat een absolute bewering ten gunste van Mechelen als geboortestad van DODONAEUS niet zonder voorbehoud mag worden gemaakt, als zijnde volkomen ongedocumenteerd. Vandaar dat het mij 't meest nauwkturig voorkwam, om in mijn artikeltje van 30 Juni j.l. de kwestie van DODONAEUS' geboorteplaats voorshands als nog onzeker aan te duiden. - Ten slotte wil ik hieraan nog toevoegen, dat ik voor deze aangelegenheid, die mijzelf hoogstelijk interesseert, persoonlijk navorschingen ben gaan doen in de stedelijkeen provinciale archieven te Leeuwarden, doch met een negatief resultaat; de geboorte? boeken zijn uit dien tijd niet meer aanwezig en uit andere bronnen heb ik dit vraagpunt niet tot oplossing kunnen brengen. Evenmin zijn in het stedelijk archief te Leiden nog doodboeken uit 1585 voorhanden en het Fig. 2. Geweerkogel met snelheid van 680 M. per seconde gewone licht, dan dient de belichtingstijd ongeveer l 5000 sec. te bedragen. Het pro jectiel mag in dit tijdsverloop niet zooveel van plaats veranderd zijn, dat de foto on scherp zou worden. Hieruit volgt, dat de snelheid van den kogel al zeer klein moet zijn, wil een opname in het daglicht eenige waarde hebben. Dit is duidelijk te zien in fig. 1. Het is een reproductie van een Amerikaansche opname van het beproeven van een mortier, waarbij de kogel een snelheid heeft van ongeveer 380 M. per sec., zoodat de kogel in de belichtingstijd ruim 7 centi meter verder gevlogen is en daarom het onscherpe beeld opleverde, dat de figuur vertoont. De kamera, die voor deze opname gebruikt is, werd speciaal ervoor gebouwd en heeft de aanzienlijke afmetingen van ongeveer 1,20 X 1,20 X 1,20 Meter; ze is voorzien van een speciale lens en van een afsluiter, die bewogen wordt door middel van een electromotor met groote omwentelingssnelheid. Deze motor wordt ingeschakeld in een stoomkring, die op n plaats onderbroken is. Hier is de positieve pool verbonden met een aantal evenwijdige metaaldraden, waartusschen zich andere be vinden, die verbonden zijn met de negatieve pool. Dit dradenstelsel vormt een klein schermpje, dat in het stuk geschut, of er buiten, opgesteld kan worden, zoodat de wegvliegende kogel de verschillende draden aan moet raken, waardoor de stroom geslo ten wordt, en de motor een impuls ontvangt, die hem met groote en te voren berekende snelheid doet ronddraaien, zoodat de afslui ter van de kamera juist gedurende den ver langden zeer korten tijd geopend wordt. Hoe onzuiver de verkregen resultaten ook waren, toch bleken ze reeds voldoende om archief van de Pieterskerk aldaar kon ook geen inlichtingen verschaffen. Laat ons hopen, dat t. g. t. nog eens zulk een waardevolle ontdekking wordt gedaan, als die van het inschrijvings-register, waar door ook de laatste onbekende factor van DODONAEUS' leven tot volle klaarheid zou kunnen worden gebracht. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiMiiiiiiiiiiinuiii JUIST NU (Roeiwedstrijden te Rijswijk) Juist nu" was het spontane antwoord der aanzittenden aan een middagmaal, dat ver leden Zondag een roeifeest te Rijswijk be sloot op de vraag van den voorzitter of er in dezen tijd wel reden was een roeifeest op touw te zetten en zij sloegen daarmee den spijker op zijn kop. In waarheid feesten en gevaren zijn de machtigste hefboomen voor nationaal enthousiasme, voor concen tratie van aller aandacht op eigen wezen, eigen grootheid, eigen kracht; in zoover moeten juist nu alle volkeren op de wereld zich op zich zelf concentreeren, niets worden nagelaten om ook Nederlandsche instincten aan te wakkeren. En wat kan er Nederlandscher zijn dan een waterfeest. De Roeibond, in Januari van dit jaar op gericht, had alle watersportliefhebbers bijeengeblazen naar Rijswijk voor een roeifeest, gansch eenig in zijn soort en nog nooit hier te lande gevierd. Het was om zoo te zeggen de inauguratie van een nieuwen koers. Roeiwedstrijden, groote, klassieke, kennen wij allang, ze wekken onze belangstelling en bewondering, maar zij zijn alleen voor de besten, de volleerden. De Roeibond heeft dit beseft en wil meer, wil dat iedere Hollandsche jongen, iedere Hollandsche vrouw op 't water vertrouwd is, met een boot kan omgaan, de gevaren van het water kent zonder ze te vreezen, de genoegens van de forsche roeibeweging ondergaat zonder dat ze schaden en hij is druk bezig de roeigedachte in ons volk te wekken. In Amster dam, Rotterdam, Wageningen, den Haag, Leiden zijn thans cursussen op touw gezet tot vorming van roeiïnstructeurs, die op hun beurt onze jongeren scholieren, padvin ders, jongens van zeevaartscholen, van bon den voor lichamelijke opvoeding het roeien zullen leeren op oordeelkundige wijze, zoodat 't mede strekken kan tot hun licha melijke en geestelijke vorming. In Rijswijk wilde men die jongeren, die instructeurs, die vrouwen laten zien wat ze konden in de kalme eenoegelijkheid van een landelijk feest, 't Was er wel zomers tusschen die twee schilderachtige bruggen, aan de met zwaar hout beplante oevers, waartusschen de Vliet zich sierlijk slingert, het was er een vroolijkheid van wherries, gieken, sloe pen binnen eng bestek, de jongelui in de keurige trui's van hun vereenigingen zich aanpassend aan de groenende zonnige om lijsting. Stijlwedstrijden, snelheidswedstrijden op korten afstand, ringsteken vormden het pro gramma van den dag, dat zeldzaam ge slaagd was. Er is in de mentaliteit van onze autori teiten veel veranderd in de laatste jaren. Kwam vroeger aan een burgemeester in een kleine gemeente vragen om op Zondag een wateifeest te geven. Honderd tegen n kreeg je nul op 't rekest, en nu: de burgervader van Rijswij!'; een en al voorkomendheid, zich beijverend om alles goed te laten loopen, zelf een prijs uitlovend voor een der vooreenige gebreken in de gebruikte mortieren te vinden. Zuiverder resultaten worden bereikt vol gens de methode van Mach, die echter alleen toegepast kan worden in een donkere kamer, omdat geen afsluiter gebruikt wordt en de kamera geopend blijft om de plaat te doen belichten door een vonk, die slechts zeer korten tijd duurt. Hievoor wordt gebruik gemaakt van de vonk van een Leidsche flesch, waarvan de duur een tienmillioenste van een seconde bedraagt en die voldoende lichtsterkte heeft om op de gevoelige plaat in te werken. De kogel, die gefotografeerd moet worden verbreekt in een bepaald punt een paar glazen buizen, die draden bevatten in ver band staande met de beide bekleedsels van de Leidsche flesch, waardoor de ontlad/ngsvonk kan overspringen. De camera is tevoren ingesteld op de plaats, waar de kogel zich moet bevinden, als de vonk overspringt. Fig. 2 tot en met fig. 5 zijn reproducties van aldus genomen foto's. Fig. 2 is genomen van een kogel (Duitsch model) met een beginsnelhetd van 680 meter per seconde, terwijl die van fig. 3 een snel heid had van 880 meter per seconde. Deze figuren vertoonen eenige zeer bijzon dere dingen, die het bestudeeren overwaard zijn. Ten eerste zijn eigenaardige golven op te merken in de omgevende lucht, die straks verder besproken zullen worden. Ver der ziet men direct achter het projectiel een hoeveelheid lucht, die met dezelfde snelheid als het projectiel vooruitgaat en hierachter een veel grootere hoeveelheid, die flink door elkaar dwarrelt. Het arbeidsvermogen hier van wordt natuurlijk van dat van den kogel i2f^ f 7 V r»*'^ , *-%V ,'T t-, Fig. 3. Geweerkogel met snelheid van 880 M. per seconde HANDSCHOENEN OH , MARCHE IIIMIIIIIII1IIIIIIIII1IIIIIII Illllllllllllllllllllini HUM naamste nummers, een hoffelijk gastheer, die er zichtbaar schik in had. 't Schijnt dat Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland een oogenblik kapsies hebben gemaakt, wellicht als een atavistisch verschijnsel aan te merken. De Roeibond is voornemens telken jare een of meer propagandadagen op touw te zetten in verschillende deelen des lands, eendeels om de roeisport, waar ze nog niet inheemsch is populair te maken, anderdeels om de roeimenschen tot tochtjes aan te zet ten en ze de gelegenheid te geven aan wed strijden en spelen deel te nemen. Voor dit jaar zijn Rijswijk en Paterswolde gekozen en Rijswijk ligt nu achter ons. Het was een eerste poging en in zoover geslaagd, al had de deelneming grooter kunnen zijn. Vele kleinere vereenigingen, die aan de eigenlijke roeiwedstrijden niet mee doen, zouden nog meer bij dergelijke gele genheden kunnen uitkomen in wherries, overnaadsche gieken. Een juniorploegje is toch gauw gevormd. Ook onze hoofdstad met haar vijf vereenigingen had actiever kunnen zijn, zij had niet multa, wel multum gezonden in de darnesvier van de Hoop, die het nummer stijlroeien heeft gewonnen. Het was een clou en in waarheid een genot. Alles werkte hier samen, gratie en flinkheid van beweging, eenvoud en ongekunsteldheid van kteeding, een vreugde voor het oog, die vijf Hoopdames over 't water te zien glijden. Ik heb iets tegen veel roeiende dames: Ze beginnen in uiterlijk en manieren, houding, kleeding het specifiek atractieve der vrouw te veiliezen en vermannelijken, zij over drijven het sportieve en brengen daaraan de gratie ten offer. Dat was met die Hoopploeg zoo heelemaal het geval niet, het was een soepel, sierlijk roeien in een uitgezochte kleeding. Naast haar zagen wij de damesploeg van de Laak, die haar zoowat op zijde streefde en de jury veel moeite heeft bezorgd. Voor het eerst zagen wij verder de roeiinstructeurs op de baan: twee ploegen uit Leiden, n uit Den Haag. Het was goed werk, maar nog niet volmaakt. In Februari zijn de theoretische roeilessen voor deze leerlingen begonnen, waarvan velen reeds boven 40 jaar zijn, maar zij hebben in Rijswijk twee dagen gedemonstreerd: vooreerst dat men ook oudeven nog heel best roeien kan leeren en dat er bij velen de geestdrift wel in zit. Laat ons hopen in Paterswolde de ploegen uit Rijswijk terug te zien en daar naast andere uit de hoofdstad. Er bestaan reeds plannen voor. Daar zullen ook pad vinders uit Amsterdam debuteeien, zoo dat wie voor deze nieuwe beweging op roeigebied gevoelt, goed zal doen zich 26 Aug. naar het Meer in onze Noordelijke provincie te begeven. Ik laat het hierbij voorloopig. Wie van den roeidag in Rijswijk wil genieten, moet maar eens naar de bioscoop gaan. Albert frères heeft den geheelen dag gefilmd. FRI so jmuiiiiimuJi iiiiJiiiiiiiiiiiriiJimiiimiiiiiiiiiimiiiiifiijiiiiiiiiiiiiiiiiiii Nieuwe boeken van deze week: Adressen van Fabrieken in Nederland. No. 17 : Timmerfabrieken, No. 18, Fabrieken van houten meubelen, No. 19, Hoepelmakerijen. Uitgaven van de afd. Handel van het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel. Negende Jaarverslag van de Nederlandsche Kamer van Koophandel te Johannesburg (1916). 's Gravenhage, drukkerij de Atlas." H. BERSSEMBRUGGE, PORTKETFOTOUBAAF ZEESTRAAT 65, naast Pan Meslai DEff HAAG. - Tel. 1538. Fig. 4. Geweerkogel met snelheid van 880 M. per seconde treedt juist uit een buis, die van boven en van onder dootboord is. Er ontstaan dan verschillende luchtgolven afgenomen, zoodat het geen wonder is, dat deze veel in snelheid verliest. De merkwaardige golven, die den kogel begeleiden, ontstaan tengevolge van inter ferentie van geluidsgolven, door den kogel opgewekt. De kogel drukt n.l. telkens de lucht opzij en deze evenwichtsverstoring plant zich door de lucht voort met een snel heid van het geluid (330 meter per seconde), zoodat golven ontstaan, die zich als steeds grooter wordende bollen uit breiden mtt genoemdesnelheid en die tot centra hebben de punten van de baan van den kogel. Al die golven stellen zich ten slotte samen tot een onhullende kegelvormige golf, waarvan de foto's een afbeel ding geven. Deze vormen dus een heele mooie bevestiging van de theorie (reeds door ChristiaanHuyghens gegeven). Door een eenvoudige meting en berekening kunnen die foto's ook dienen om telkens de veihouding tusschen de snelheid van den kogel en van het geluid te meten, zoo dat de snelheid van den kogel in eik punt van zijn baan, waar hij gefotografeerd kan worden, berekend kan worden. Vooral de figuren 4 en 5 zijn mooie voorbeelden voor de bevestiging van de theorie van Huyghens. Zij stellen voor hoe de kogel een buis door loopt, waarin op telkens gelijke afstanden onder en boven gaten geboord zijn, zoodat slechts van uit die plaatsen geluids golven uitgezonden kun nen worden. In fig. 4 is de kogel met het uiteinde tot halfweg die buis ge komen en in fig. 5 heeft hijdiebuis juist verlaten, zooals de sterke bewe ging in de lucht doet zien. Vooral de laatste figuur doet duidelijk uitkomen hoe de grenzen dier golven telkens lig gen opdenomhullenden kegel, waarvan aan den linkerkant duidelijk een gedeelte opgenomen is. De studie van derge lijke fotografische op namen is van groot be lang voor het bepalen van vorm en afmetingen van kogels en voor het opsporen van fouten in geweren, terwijl ze voor de natuur kundigen groote waarde hebben voor het toetsen der verschillende theoriën aan de werkelijkheid. v. O. Fig. 5. De geweerkogel heeft juist de buis (zie fig. 4) verlaten, zoodat een stel golven ontstaan is, correspondeerend met de lucht vóór en achter de buis en met de vijf openingen

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl