De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 4 augustus pagina 2

4 augustus 1917 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 4 Aug. '17. No. 2093 Wat doen wij met de Zeemeeuw ? Een puzzle van prijsrecht Met het advies, o. a. in De Telegraaf gegeven, dat de Zeemeeuw kalm moet wor den teruggegeven aan wie haar door prijsverklaring aan den Nederlandsche eigenaar ontnomen had, kunnen wij ons niet ver eenigen. Onzes inziens heeft de Nederlandsche regeering hier alle gelegenheid, het Neder landsche recht hooger te houden. De motorschoener, de Zeemeeuw, was in October 1916 wegens vervoer van contra bande voor Londen, door de Duitschers naar Zeebrugge opgebracht en door den prijsrechter te Hamburg verbeurd verklaard. Sindsdien voer t schip onder Duitsche vlag en werd nu den 28en Juli 1917 door de Engelschen buitgemaakt; verzeilde daarbij evenwel in onze, Nederlandsche territoriale wateren. Op aandrang van de Nederlandsche ma rine verliet de Engelsche prijsbemanning het schip, en visschers van Den Helder von den haar verlaten voor anker liggen. De vogel vloog terug in 't oude nest. In gemeen overleg van de oude reederij en de vletters is het sckip te Nieuwediep binnengesleept. Nu wordt als volgt geredeneerd: door de uitspraak van den Hamburgschen prijsrechter was het schip Duitsch eigendom geworden. De Nederlandsche reederij (eigenlijk hare assuradeuren) had zich bij deze uitspraak neergelegd, en heeft dus niets meer te pre tendeeren. Tegen betaling van het bergloon kan Duitschland thans zijn eigendom terug krijgen. Deze gedachtengang is ons van te sim pele juridiciteit. Hij komt te na aan het begrip van de Nederlandsche rechtshoogheid. Hij neemt ten onrechte aan, dat goede prijsverklaring een normale wijze van eigen domsovergang is. En hij doet, alsof de reeder, die zich bij de uitspraak van eenen buitenlandschen prijsrechter neerlegt, daarom ook zijn recht kwijt is. De geheele vraag van de zg. rescousse", dat is: het terugnemen van buitgemaakte schepen, is vooral voor neutrale vaartuigen volkenrechtelijk eigenlijk nimmer nauwkeurig behandeld geworden. Wij meenen echter, dat, in verband met wat er over geschreven is, de zaak toch volgens de algemeene beginselen en de logica, voor ons Nederlandsen rechts- en waardighaldsgevoel bevredigend is op te lossen. Buitmaking en prijsverklaring zijn onge twijfeld erkende rechtsinstellingen. Zfj stem pelen zekere gewelddadige handelingen eener oorlogvoerende mogendheid tot geoorloofd, ook zelfs jegens neutralen. Noch particu lieren, noch de neutrale regeering, kunnen de prijsverklaring van een schip als een vijandelijke daad brandmerken of er later met geweld op terug komen. Het is de radicale daad van eigengerechtigheid, door den belligerent toegepast. Maar hiermede houdt de strekking ook op. Het eigendomsrecht van den oorspronkelijken reeder gaat niet te niet, het wordt slechts geparaliseerd", zooals een der schrijvers zegt. Hq kan er tegen den prijsmaker zich niet op beroepen. Maar hij behoudt het betere, het eerlijke recht. Ook met het vervoer van contraban den heeft hij niets ongeoorloofds of onrechtmatigs gedaan. Hij heeft alleen de kaping geriskeerd. Dit komt b.v. ook zeer duidelijk hierin uit, dat gemeenlijk de vredesverdragen nog eens den definitieven eigendomstoestand van de in den oorlog prijsgemaakte schepen regelen. Nog de Frankforten vrede van 1871 heeft dit gedaan. De prfjsverklaringen op zichzelve zijn dus slechts voorloopige en feitelijke oorlogsmaatregelen. Althans wanneer het schip dus ge durende dien tijd weer onder het bereik van den oorspronkelqken eigenaar komt, be hoeft hij, of behoeft zijne regeering, 't niet netjes aan den nemer" terug te gaan brengen. Zij kunnen zeggen: Wij behouden, wat van ons was en is. Maakt het nu verschil, dat de reederij van Onthullingen. De nieuwe rijkskanselier heeft er plezier van beleefd, dat hij de journalisten bij zich heeft genoodigd. Wat hij hun te vertellen had, had hij ook aan de redactie van hunne bladen kunnen laten toezenden. Dan was het ook letterlijk afgedrukt en bovendien in hoofdartikels nog eens met een pikant sausje opgedischt. Dan zouden de Vorwarts en de Volkszeltung ook wel geschreven hebben, dat de kanselier met een duidelijkheid, die voor misverstand geen plaats meer laat, verklaard heeft, dat hij in zijne rede in den Rijksdag geheel op den bodem van de meerderheidsresolutie stond" en aan geen veroveringen dacht. Dan zou zijne onthulling over de begeerte van Frankrijk naar den linker Rijnoever de patriottische harten ook sneller hebben doen kloppen van verontwaardiging en zouden couranten als de Kölnische Zeitung ook wel getoond hebben, dat zij niet zoo dom waren als zij zich gewoonlijk voordoen en wel begrepen hadden, voor wie deze onthulling nog meer bestemd was dan voor de onvervalschte Germanen. Dan zouden zij ook wel geschreven hebben, dat het Russische volk door Lloyd George en Ribot misleid wordt en zijn kostbaarste bloed in een tot misluk ken bestemd offensief moet offeren, alleen om Frankrijk aan Elzas-Lotharingen en het Saardal en den linker Rijnoever te helpen. En de kanselier zou dan evengoed bereikt hebben, dat Ribot hem van grove onnauw keurigheden alsmede van een feitelijken leugen beschuldigde en heilig verklaarde, dat Frankrijk met Elzas-Lotharingen tevre den was en de rest van den linker Rijn oever niet wilde annex eeren, maar alleen tot een autonomen staat maken, opdat het tegen toekomstige aanvallen van Duitsch land zou gedekt zijn. De Russische minister Willem Saai f het prijsvonnis niet in hooger beroep is gegaan ? In geenen deele. Cadeau heeft zij de Zetmeeuw toch zeker nooit aan Duitschland i willen maken! Zij heeft alleen verder procedeeren voor den vreemden prijsrechter nut teloos geacht. Maar haar recht, (ook b.v. haar recht om later nog internationale arbitrage uit te lokken) is gebleven. Nu zij zoo gelukkig is, het weer te kun nen doen herleven, ga zij haren gang. Te sterker klemt dit alles, waar de Zee meeuw eerst nog in Engelsche handen is geweest, en daarna als verlaten is aange troffen. De Engelsche usantie toch is, dat door Engelsche oorlogschepen hernomen" prijsschepen van oorspronkelijk neutrale na tionaliteit, aan de eigenaars worden terug gegeven. En e«n verlaten schip, aan wie zou 't eerder toekomen, dan aan den burgelijkrechtelijken eigenaar, die 't weerom vindt? Onze slotsom is dus, dat Nederland en de Nederlandsche reederij (assuradeuren) zich in hun goed recht veel te zwak zouden gedragen, zoo zij de Zeemeeuw maar aan stonds weder afstonden. v. H. llllllllllllHIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIlmlIlllllllmllnlIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII t Willem Saai en de Wognummers" De redactie vraagt mij, U 't een en ander te vertellen van Willem Saai, den te vroeg ontslapen directeur der Wognumsche zang vereeniging Jacob Kwa»t". Maar 't is mij onmogelijk, aan dat ver zoek te voldoen, zonder U ook te spreken van dat Wcgnumsche koor, dat lauweren behaalde in den lande en in den vreemde het koor, dat de eer genoot gezongen te hebben voor leden van het Koninklijk Huis het koor, dat in verschillende landen van Europa de hoogste lauweren kon inoogsten, dat met zijn uitvoeringen de bewondering kon verwerven van den leek, zoowel als van den strengsten beoordeelaar. Doch ik voeg er achter: het koor, dat zooveel heeft bijgedragen tot bevordering van den volkszang en tot verspreiding en waardeering van ons volkslied; het koor ook, dat zijn kunst stelde in dienst der lij dende menschheid en dat voor dit doel minstens 10 concerten per jaar gaf. Ik moét van beiden vertellen, om dat Jacob Kwast" en Willem Saai samen n geheel vormden. En nu de directeur is heen gegaan, zal blijken, dat de Wognummers", zoo ze al blijven bestaan hetgeen we hopen toch iets zullen veranderen in de wijze, waarop ze]de kunst tot uiting brengen. Want het was iets gansch bijzonders, iets geheel op zich zelf, wat Willem Saai met zijn koor gaf. Eigenaardig, zoo een koor te vinden in een klein landelijk dorpje. De zangeressen en zangers moeten bezield zijn van het heilige vuur, dat de kunst uitstraalt ze moeten beseffen, wat eenmaal Jacob Kwast, de man, wiens naam aan de vereeniging is van buitenlandsche zaken zou ook zeker niet in gebreke gebleven zijn te ontkennen, dat hij geprotesteerd had tegen de veroveringsplannen van Frankrijk en verklaard had, dat het nieuwe Rusland zou weigeren langer aan den oorlog deel te nemen, wanneer het van die veroveringsplannen hoorde. Dit alles had de kanselier oek gedaan kunnen krijgen, wanneer hij de kopij van zijne toespraak tot de journalisten persklaar aan de kranten had toegestuurd, in plaats van de heeren familiaar bij zich te vragen op een bieravondje. Hij wist immers wel, dat in oorlogstijd de vaderlandsche pers een phonograaf is, die weergeeft wat de regeering er in spreekt; dat een onthulling van Fransche veroverings plannen grif geloof zou vinden bij iedereen, die van zijne jeugd af geleerd had, dat de Fransche politiek reeds drie eeuwen achter een naar het bezit van de Rijngrens streeft, d. w. z. bij alle Duitschers; dat de geloovigen niet naar een bewijs vragen; dat ook de ontkenning van de onthulling hen niet in de war zou brengen, omdat zij elke andere regeering, behalve hun eigene, er toe in staat rekenen, met een effen gezicht te staan liegen alsof het gedrukt was. Maar met zijne uitnoodiging had_Michaelis dan ook nog een andere bedoeling. Hij wou meer, veel meer bereiken dan alles, wat ik tot nog toe noemde. De fanfares van de Duitsche pers bij de onthulling en de kattenmuziek van de Entente-pers, het hoort! hoort!'' van de vrienden en het hoongelach van de vijanden, de nobele verontwaardiging van al wat Duitsch voelt over den Franschen greep naar Duitsch bezit en de edele toorn van al wat anti-Duitsch voelt over de leugenpractijken van de Duitsche regeering al was hij nog maar een nieuweling in het vak, Michaelis wist toch van te voren, dat hij al deze effecten van zijne onthulling mocht verwachten. Automatisch zou dit alles gebeuren. Hij hoefde maar op het knopje te drukken, dan kwam de rest van zelf. Niet om die rest was het Michaelis echter te doen. Maar om heel wat anders. Sinds een half jaar werd er in Duitsch land geroepen om Neu-orientierung". Een democratische wind moest er door het land verbonden, z'n leerlingen voorhield, n.l. dat de hemel gesloten is voor hen, die niet zin gen kunnen. Jacob Kwast was omstreeks het midden der 19e eeuw hoofdonderwijzer aan de Open bare school te Wpgnum. Zeer veel deed hij voor de ontwikkeling van het zangonderwijs. En wanneer hij bemerkte, dat n zijner leerlingen niet meezong, was het: Jou vlegel, moet jij geen zingen leeren". Ver ontschuldigingen hielpen niet. Soms klonk dan de vraag: Hoe wilt ge later dan met met de Hemelingen uw Heer en Schepper loven voor alle weldaden, die ge op aarde van Hem hebt genoten? Wanneer ge niet kunt zingen, wordt ge uitgesloten". Onder de leerlingen behoorden ook de vader, Dirk Saai, en de oudere broers van Willem Saai. Zelf genoot hij het .eerste onderwijs van meester van der Oord, die als hoofdonderwijzer Jacob Kwast was op gevolgd. Willem was op school een groote bengel, maar toch een jongen, waarin wat zat. Overal wist hij raad voor. Hij was op school de vraagbaak voor ledereen. Alles onderzocht hij en nooit rustte hij voor hij gevonden had, wat hij weten wilde. Willem Saai was bestemd voor den land bouw, het bedrijf van zijn vader, dien hij op 9-jarigen leeftijd reeds verloor. Toen hij van school af was, bleek hij al ras een pionier te worden. Z'n onderzoekingsgeest, reeds in de schooljaren geopenbaard, uitte zich ook bij de uitoefening van het landbouw bedrijf. Langzamerhand legde hij zich ook meer en meer op den tuinbouw toe en zijn flinke zoons;- laat hij een zeer modern tuinbouwbedrijf met vijf kasten met centrale verwarming na. Een bijzondere liefhebberij van hem was de bijenhouderij. Maar reeds op jeugdigen leeftijd open baarde zich bij Willem Saai nog een andere liefhebberij, n.l. die van de muziek. Meester v. d. Oord gaf hem de eerste zanglessen. Maar deze gaven niet genoeg voldoening aan zijn kunstenaars talent. Les sen in orgel- en pianospel volgden. Het orgel is steeds zijn meest geliefkoosd in strument geweest. Is het wonder, dat som migen kerkwaarts gingen, mede om te ge nieten van Willem Saals orgelapel ? Thans heeft de oudste zoon de plaats van den vader ingenomen. Toonde Saai al spoedig een uitstekend orgelspeler te worden hij was ook de beste zanger en de trouwste bezoeker van de zangvereeniging van meester v. d. Oord. Geen wonder aan ook, dat eenige jaren na diens dood 't was 15 Maart 1889 door den 21 jarigen Willem Saai een nieuwe zangvereeniging werd opgericht. Ze telde slechts weinig leden. In den aanvang meest familieleden, die in den koe stal bij Saai aan huis, hun repeütie's hielden. Langzamerhand breidde het ledental zich echter uit. De koestal werd vervangen door het schoollokaal, later door de kolf baan van de dorpsherberg de Vier Heemskinderen", totdat voor eenige jaren een eigen repetitie gaan. De regeering moest worden gedemo cratiseerd." Dat gaat in Duitschland zoo makkelijk niet. Voordat dit rijk een parlementairen regeeringsvorm krijgt, moet er heel wat ge beuren; moet het Duitsche volk een ander volk worden; moet het van de vrijheid lee ren houden naar Heine's woorden niet als van zijne grootmoeder, maar als van zijne geliefde, zooals een Franschman, of als van zijne vrouw, zooals een Engelschman doet. Maar al kan dan in werkelijkheid de demo cratie nog geen onderkomen vinden in Duitschland, in schijn moet er toch een plaats voor haar worden bereid. In die richting in de richting van den schijn had Michaelis al een en ander gedaan in de rede, waarmede hij zijn debuut in den Rijksdag maakte. Hij had gesproken van meer voeling tusschen regeering en parlement", van mannen te brengen op de hoogste posten, die het vertrouwen van de groote politieke partijen genoten maar ingeslagen had dit toch eigenlijk niet. Er moest nog een ander teeken worden gege ven, dat een nieuwe aera, die van de de mocratie-in-schijn, voor Duitschland was aangebroken. Toen kreeg de kanselier de gelukkige ingeving, de journalisten uit te noodigen tot een bieravondje, waarop hij dan tevens een korte toespraak zou houden dre met de onthulling". Dit was iets ongewoons: de Kölnische Zeitung verzekert het ons in haar artikel (30 Juli) Durch Klarheit zur Wahrheit." Wij willen het wel gelooven. Toen de broer van den Keizer indertijd een bezoek aan de Vereenigde Staten bracht, moest aan zijn gevolg worden ingeprent, dat de journa listen in Amerika een hooger Standing" hadden dan in Duitschland en fatsoenlijk moesten worden behandeld. De kanselier deed nog meer. Hij ver zekerde den heeren, dat hem veel gelegen was aan een nauwe samenwerking tusschen regeering en pers, waarbij men elkaar wederkeerig vertrouwen schonk. Meer behoefde hij niet te doen. In de richting van den schijn was nu genoeg ge daan. Hij kende zijne Pappenheimers. Hij wist wel, dat elk Duitscher een geboren lokaal werd gebouwd. Maar ondanks deze gestadige ontwikkeling bleef Willem Saai met eerbied spreken van meester v. d. Oord, die zulk uitstekend zangonderwijs had gegeven. Wel bleek hem meer en meer, dat veel aan diens voordracht ontbrak en vaak liet hij dezelfde liederen zingen, die vroeger bij meester v. d. Oord op het programma stonden, om het verschil goed te doen uitkomen. Den eersten Kerstdag van 1889 werd te Wognum de eerste openbare uitvoering gegeven. Gezongen werd toen o.a. Eindloos houdt Gods liefde stand" een lied, dat Jacob Kwast" nog lang op haar programma heeft geplaatst en dat ook gezongen werd op 20 Juli 1914, bij de feesten ter viering van het 25-jarig bestaan der vereeniging. In Mei 1917 nam de vereeniging voor het eerst aan een wedstrijd deel, n.l. aan den zangwedstrijd, uitgeschreven door het Stedelijk Muziekkorps te Enkhuizen, en won daarbij den eersten prijs. Dit was de eerste van een groote reeks van lauweren door Jacob Kwast" behaald. Ondanks de groote concurrentie werd 19 Mei 1902 in den zangwedstrijd van gemengde koren in het Paleis voor Volksvlijt te Am sterdam, de eerste prijs behaald, terwijl in September 1904 bij den eerewedstrijd in Den Haag de eerste- en de eereprijs werden gewonnen. Al heel spoedig volgde toen de uitnoodiging in Amsterdam te concerteeren. En dat eerste concert is door meerdere gevolgd. In 1906 begonnen de tournée's door het buitenland. Alleen in Berlijn werden meer dan 10 concerten gegeven. Verder noem ik die in Dusseldorf, Munster, Kleef, en denk ik aan de 14-daagsche tournee door Zwitserland en de evenlange in Londen. Ook in Belgi trad men meermalen op. En onder dit alles leed het particuliere bedrijf van Willem Saai niet. Aan een groote wilskracht paarde hij een ontzettend arbeids vermogen. Daardoor was hij het ook, van wien alles uitging. In de huishoudelijke zaken der vereeniging, bij de reizen naar den vreemde, was hij de voortvarende orga nisator. Hij zorgde voor alles. Hij was niet alleen de leider, maar ook de ziel der ver eeniging. Z'n wilskracht kwam ook tot uiting bij zijn studie van het Latijn. De predikant gaf hem de eerste lessen, maar z'n verdere studie zette hij geheel zelfstandig voort. De laatste twaalf jaren heeft de vereeniging ook Latijnsche liederen op het programma gehad. Maar Saai wist wat hij z'n koor liet zingen. Hoe zou |hij anders ook tot zoo'n volmaakte voordracht zijn gekomen ? De verhouding tusschen directeur en koorleden was uitstekend. De repetities werden trouw bezocht. Ondanks weer en wind kwam men van verre want niet alle leden van Jacob Kwast" zijn Wognummers. Hard werd er gestudeerd, maar de goede geest werd nimmer gestoord. Hoewel rijke boerendochters en boerenknechts naast elkander stonden.was van standenverschil geen sprake. Men beoefende immers te zamen de kunst? Maar naast wilskracht en arbeidsvermogen bezat Willem Saai ook een kunstenaars talent. Dit zit echter in de familie. Zijn broer Johan Saai had een koor te Bennebroek en was een veel belovend muzikaal mensch, die evenwel op 21-jarigen leeftijd is overleden. Ook de familie van moedersiijde geeft voorbeelden van muzikale ontwikkeling. Ik denk aan Dirk Kuilman en Aafje Slikker. Maar hoe hem de kunst ook was aange boren, toch werd ze bjj hem als iets bij zonders geopenbaard. Zijn kunst is niet te vervangen; de bezieling, die hij in den zang wist te leggen, treft men bij anderen niet aan. Dit blijkt ook uit de composities en de bewerkingen van zijn hand. Hoeveel en wat Willem Saai heeft gecomponeerd, zal eerst later bekend worden. Want nooit sprak hij daarover, nooit ook liet hij het in het tekst boekje drukken. Van zijn eigen composities noem ik slechts Waar ging Vader heen" het ontroerend schoone lied. De zangers zongen het zóó gaarne, dat ze er telkens om vroegen en eindelijk kwam na langen tijd eerst aan het philosoof is en van een paar simpele feiten de algemeene waarheden afleest, die er op geschreven staan in alleen voor uitverko renen leesbaar schrift. Hij wist wel, dat redacteuren als die van de Kölnische Zeitung genoeg hadden aan deze twee feiten: de ontvangst van de journalisten bij den kan selier aan huis, en het uitspreken van de hoop op nauwe samenwerking en onderling vertrouwen, om er den verborgen schat van wijsheid in te vinden en dan het volgende er over te schrijven. Vertalen durf ik het niet, omdat het Aroom er dan afgaat. Dieses Verfahren des neuen Kanzlers führt mit einem Schritt, ber den sich vermutlich manche reaktionare Haare entsetzt strauben werden, gerade wei) er so einfach und natürlich ist, di« vielberedete Neuorientierung und Demokratisierung in der Praxis unendlich viel weiter, als es all die theoretisierende» Vorschlage, die bisher darüber auf das papier gesetzt worden sind, vermocht haben. Es zeigt, dasz ein gesundes Etnpfinden für das Notwendige und klarer Menschenverstand ihn leiten, und berechtigt zu der Hoffnung, dasz der Kaiser en Dr. Michaelis unserm Volke den Mann gegeben hat, der einsieht, dasz nach dem gewaltigen Stahlbade der innern Erneuerung, duren das wir hindurchgegangen, und vor allem flot tut, mit dem Formelund Qeheimkram aufzuraumen, der Krone, Regierung und Volk und die Stande und Schichten der Nation einander entfremdete, die trennenden Schranken niederzulegen, die in Deutschland so lange Volksgenossen von Volksgenossen absonderten und die hinderten, dasz sich die ganze untrennbare Nation in der Vereinigung aller Kra'fte mit der ganzen Wucht, die ein solcher Zusammenschlusz verleiht, für den Staat einsetzte." Juist dat was het, wat de kanselier wou hebben. Op zulk een pronkstuk van Duitschen journalistieken stijl en Duitsche diepzinnigheid had hij gehoopt. De ont hulling" was voor hem maar bijzaak; maar een voorwendsel om de heeren bij zich te noodigen. Maar om het blootleggen van den diepen zin van het bieravondje voor de journalisten was het hem }e doen. Dien schat had de Kölnische Zeitung gebeurd. Nu was het teeken gegeven. De nieuwe BUITEN Ach, wat is 't heerlijk buiten, Buiten in het stille bosch, Dienders, kellners, apothekers Loopen er luidruchtig los. Btoote hoofden, open vesten, Nu eens doen wat nergens mag, Grenzelooze boterhammen, Dertig dikke op 'n dag. Flop, aaar huppelt onze leeraar Met zijn vrouwtje door het gras, Net als of er hier op aarde Nergens aardrijkskunde was. Out, wat heeft de archivaris Met zijn meisje 'n plezier, Beiden zoeken achter struiken Naar een klaverblad van vier. Stt/ daar zit de Prof te visschen, Lieve deugd, wat kijkt hij boos; Nimmer zal hij bliekjes vangen, Want zijn haak ligt op het kroos. Nee maar, wacht nu toch eens even, Springt de tandarts daar niet rond, Trekt hij, om maar wat te trekken, Regenwormpjes uit den grond? Als een veeren bed op beenen, Zeult de baker door het stof, Aanstonds zakt ze door de aarde Met een vreeselijke plof. Pa en Moe zijn al 'n maandje Met hun bleeke Keesje uit; Nergens vinden ze een kleurtje Voor zijn lieve, arme snuit. Opa, met zijn grijze krullen, Is verdikkie bang voor niets, Want als opoe zit te zeuren Springt hij fluitend op de fiets. Op, naar buiten, naar de hoornen, Naar het ranke, malsche groen, Met de boschlucht en het zonlicht Kunnen we geen zaken doen. J. H. SPEENHOFF Illlllllllllllllllllllltllllllllllltlllllllltlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll H. VAN DOOREN & Cie. DEN HAAB AMSTERDAM UTRECHT Dames Hoeden en Bontwerken iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiHiiiiiiimiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiii licht, dat Willem Saai zelf het gecompo neerd had. Veel heeft" hij bewerkt voor sopraan, solo en voor achtstemmigen zang. B.v. Drie Koningen" van Röntgen en Kerstnacht" van Wambach. Tijdens een uitvoering in Antwerpen van het laatste lied, was de com ponist zelf aanwezig. Saai waarschuwde hem, dat hij de compositie iets had bijgewerkt. Maar hoe? De componist werd er tot schreiens toe door ontroerd en kende zijn eigen werk niet meer. Willem Saai is heengegaan. Een infectie bracht, na een smartelijk lijden van drie maanden, den dood. Groot is het verlies geleden door zijn kinderen, door zijn vrouw, die steeds hem vergezelde op zijn reizen en die in hem missen een liefdevoller! vader en echtgenoot. Een groot verlies lijden ook de instellingen van liefdadigheid, voor welke hij belangrijke btdragen wist bij een te brengen. Maar groot ook is het verlies, dat Neder land heeft geleden, want het heeft in Wil lem Saai een kunstenaar verloren, die ons geleerd heeft te hooren de stemmen, die in hemeltonen spreken, die ons hier heeft be roerd, die hoogere aspiratiën in ons heeft doen ontwaken, die ons gemoed ontvankelijk heeft gemaakt voor wat schoon en edel is en wél luidt S. R. VAN HOORN aera der democratie was ingeluid. Het doel was bereikt. Dr. Michaelis streek zijn knevel op ik hoop, dat hfl dien heeft en sprak: Es ist erreicht". Nu ik onthuld heb, waarom de kanselier zijne onthulling deed, zal de lezer niet van mij verlangen, dat ik hem nog lang bezig houd over de andere onthulling van de laatste week, die van de Times. Ik word er toch niet wijzer door, zal hij denken. Maar aan mij moet hij dat niet wijten. Het eigenaardige van onthullingen van die soort van onthullingen, die de Kanselier en de Times deden is nu eenmaal, dat zij de menschen niet wijzer maken; ook hen niet, die er over schrijven; hoe zou de blinde dan den kreupele kunnen leiden? Bovendien dat bericht van de Times was geen veritabele onthulling. De Nieuwe Rott. Courant heeft er dadelijk de aardig heid van bedorven, door te verklappen, dat haar Berlijnsche correspondent het al lang verklapt had. En ook daarom was het geen onthulling, omdat ieder al lang begrepen had, dat Duitschland en Oostenrijk met elkaar overleg gepleegd hebben, vóórdat Oostenrijk zijn ultimatum aan Serviëstuurde; of dat nu in een Kroonraad of niet in een Kroonraad is gebeurd, doet er niet toe; evenmin als het er toe doet, of een officieel Wolff-telegram nu ontkent, dat de Duitsche regeering iets van den inhoud van dat ultimatum heeft geweten. Maar juist omdat ieder dit al lang begre pen had, zou je het bericht van de Times toch ook weer een onthulling kunnen noe men ; want zooals de lezer zich zal her inneren het eigenaardige van een onthul ling is juist, dat je er niet wijzer door wordt. En ook hierom leek het veel op een ont hulling, omdat er onmiddellijk een tegen spraak op is gevolgd. En een tegenspraak is onafscheidelijk van een onthulling. Wat de onthulling onthult, bedekt de tegenspraak weer. Net als bij de rokjes, die als maar korter, en de schoentjes, die als maar heoger worden, waarvan Pisuisse zei: je schiet er niks mee op! l Aug. 1917. O. W. KERNRAMP

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl