De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 4 augustus pagina 7

4 augustus 1917 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

4 Aug. '17. No. 2093 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM B M . A B M A B S hEEREN-ARTI KELEN, UITRUSTINGEN. Inferno IL Roman uit den Zeeoorlog, door dr. EDWARD STILGEBAUER. Ge autoriseerde vertaling door mevrouw J. P. WESSELINK VAN ROSSUM. (L. J. Veen, Amsterdam). In de Amsterdammer" van 25 Juli 1915 besprak ik het eerste deel van deze roman serie, die nog wel niet uit zal zijn, want ze is vermoedelijk een winstgevend zaakje. Het rste deel Inferno l" had voor mij nog de verrassing van een Duitscher, die openlijk zijne verontwaardiging duifde neer schrijven over den schanddaad, door zijn land aan Belgiëbegaan, maar deze tweede uitgave heeft het sensationeele karakter en de boem-boem-reclame er zóó dik op, en is daarbij literair zóó jammerlijk veel minder, dat ik haar met weerzin heb uitgelezen. Er is in dit boek namelijk een handig gebruik gemaakt van den ontzettenden Lusitaniasluipmoord in het groot, om den lezer een shilling-shocker-achtige filmgeschiedenis voor te zetten. Waarschijnlijk om zijn Duitsche vrienden niet al te zeer tegen hem in te nemen, heeft de schrijver even handig het excuus er bij aangewend, dat de Lusitania die in dit boek de Gigantic" heet munitie zou hebben vervoerd. Op deze manier denkt Stilgebauer er zeker in ge slaagd te zijn de contenter tout Ie monde et son père", en om zijn Kinotopf-Roman" (zooals dergelijke werken in Duitschland heeten) later ook onder zijn landgenooten ingang te doen vinden. Er is iets buitengewoon weerzinwekkends in het exploiteeren van ontzettende drama's als dat der Lusitania. Film-auteurs zijn er niet vies van, maar Edward Stilgebauer, die om zijn Götz Krafft" door een al te groot aantal lezers zonder literair onder scheidingsvermogen voor een auteur van wereld-beteekenis is aangezien, heeft thans met deze Inferno II uitgave alle aanspraak op deze qualifleatie verspeeld, en zich slechts doen kennen als een dier speculanten op groote wereldgebeurtenissen, die uit de ontzettendste catastrophes en misères, door middel van sensationeele, melodramatische romans, klinkende munt weten te slaan. Bij Inferno II is mij dit, eerlijk gezegd niet op gevallen, maar bij Inferno II is de aap met het centenbakje te ver uit den mouw komen kijken om zijn grijns niet te zien. Wij krijgen, in 't begin van dit boek, evenals bij 't begin van een film Het Schip des Doods" (zooals de titel van het Ie deel van Inferno II dan ook luidt f) de afvaart uit de Hudson-rivier te zien van de Gigan tic", waarvan iedere lezer direct begrijpt dat zij eigenlijk de Lusitania" dient te heeten. Alle passagiers Ie klasse hebben een met een onleesbare handteekening geteekende waarschuwing ontvangen, dat de Gigantic" als een Engelschen hulpkruiser zal beschouwd worden, omdat zij munitie en kanonnen aan boord heeft" en dat zij dus gevaar loopt aan de Engelsche kust in den grond te worden geboord (zooals men weet zijn ook bij 't vertrek der Lusitania" dergelijke brieven ontvangen). Aan den wal worden weddingschappen op het vergaan van de Gigantic" gesloten. En de schrijver Iaat een aantal passagiers de revue passeeren, die hij in zijn fllmachtige melodrama noodig heeft, een engelsche lord Woodry Road met zijn schatrijke Amerikaansche vrouw Mabel, dochter van een milliardair, een verlaten A B M A B M A B M A B ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.A.BM.ABM.ABM IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIllllllllllllllMlIlllllllllllltllMllllllllllniMllllllllllllltlllllllllllllllllllllllllllllHIIIIIIIMIIIIIIII Fransche vrouw, madame Chapuisot, met haar zuigeling, een jong meisje, Miss Blossom, dat een betrekking in Engeland gaat zoe ken, een paar zeer louche" handelsagenten, die smokkel-affaires naar Duitschland op touw zetten, en ook niet vies zijn van handel in blanke slavinnen, enz. enz., en, als pièce de résistance aan zijn verhaal, een ver schijning van een duizend jaar geleden", in een bruine pij, met een henneptouw om de leden, sandalen van de bloote voeten en, natuurlijk, een Christusbaard". Deze sinjeur, door de bemanning Johannes de Dooper genoemd, is zooals van zelf spreekt, vege tariër en tea-totaller, was vroeger een pierewaaier, maar nu een bekeerde boeteling, en is behept met het tweede gezicht, vooral ook omdat de schrijver precies weet, wat hij met de Gigantic" van plan is, en naar welke cata"trophe hij haar heenstuurt. Deze lugubere meneer die, zooals later blijken zal, geenszins onverschillig is voor zijn eigen hachje, is een echte engert", die wonderen kan doen, o.a. door de kracht van zijn gedachten den snoodaard in zijn hut dooden, die het op Miss Blossom voorzien heeft, en die ook onzichtbaar op alle pas sagiers kan inwerken. Zonder dat hij lady Mabel Road gezien heeft, bestuurt hij haar, en inspireert haar tot allerlei goede daden. Hij geneest ook een doodziekscheepsjongetje, die door den dokter is opgegeven, met hand-oplegging. Hij is dan ook lid van de Society of Christian Science'', dat spreekt vanzelf. Daar hij de gave van het tweede gezicht heeft, weet hij precies het lot. dat de Gigantic" wacht, maar het zonderlinge van deze geschiedenis is, dat de passagiers een onbeperkt vertrouwen in zijn bescher mende macht hebben, en hij zich dat gewillig laat aanleunen. Bij de Fransche kust komt een motorbootje met mailzakken voor Enge land aan boord, de heilige man die weet wat er bij de Engelsche kust gebeuren zal, koopt wijselijk den postbode om, en doet zich, met madame Chapuisar, zijn bescher melinge, naar den veiligen wal roeien, de passagiers van de Gigantic" in den steek latend, die hun dood tegemoet gaan! Geen woord van waarschuwing, geen poging ook maar om den kapitein van het schip op zijn hoede te doen zijn, de met bijbelteksten volgepropte profeet, die alles weet en in wien allen vertrouwden, gaat er stiekum in het motorboptje van door, en redt zijn eigen heilige hachje! Toch wordt deze lafaard het gansche vorige gedeelte van het boek door tot hieraantoe, den lezer als een geweldig verheven personnage voorgehouden, met goddelijke machtspreuken in zijn mond, en zelfs als een bemiddelaar tusschen God en de menschen. Wat niet belet dat hij er stiekum tusschenuit trekt en het schip met duizen den menschen dat munitie aan boord had" (!) torpedeeren laat zonder n woord van waarschuwing! Het moet wel een zonderlinge mentaliteit zijrr, die een dusdanigen lammeling in een roman als een subliem, bovenmenschelijk profeet opdient. Een paar stellige, duidelijke woorden uit den mond van dezen ziener hadden het schip wellicht kunnen redden. Maar wellicht vond ook hij, evenals de duikbootkapitein, die den sluipmoord beging, dat die passagiers dan maar niet op de Gigantic" hadden moeten komen, die t cksichtlos" getorpedeerd zou worden. En dan... Krieg ist Krieg, was?!! En nu komt, als de boot bij de Engelsche kust is de auteur waar hij wezen moest, namelijk bij de clou" van de film, waar de lezers toch vooral aan moeten smullen voor hun geld, de torpedeering en de schipbreuk van de Lusitania" oftewel Gigantic." Let op, lezers, want nu komt het. Men ziet den bellebaan van de torpedo, boem l crash! en De Gigautie steunde als een stier, die ge troffen werd djor de byl van den slachter." MEDI DE TUBERCULOSE EN HARE BESTRIJDING Onlangs zijn van uit de Tweede Kamer tot de Regeering vragen gericht over de bestrijding der Tuberculose, welke vragen de Regeering met een nog geheim rapport der Nederlandsche Centrale Vereeniging tot Bestrijding der Tuberculose trachtte te be antwoorden. Nu wil het mij buitengewoon nuttig toe schijnen, dat ook de leek eenig begrip heeft van de tuberculose als volksziekte, en vooral van de wijze, waarop zij wordt of dient te worden bestreden. Door de herhaalde bespreking in de Kamer is het laatste bovendien actueel. Gebiedende eisch wil mij dat begrip voor komen voor die onwikkelde leeken, die ge roepen zijn den staat te bestieren, gezien de enorme schade, die de tuberculose bij voortduring den Staat in derving van ge zondheid en leven zijner onderdanen toe brengt. De bestrijding van deze gevreesde en wijdvertakte ziekte is veel meer dan een medisch of individueel belang; ze is een Staatsbelang van den eersten rang. De ele menten van den Staat worden op uitge breide schaal door de tuberculose onder mijnd, zij bedreigt dus zijn voortbestaan. Maatregelen tegen deze ziekte zijn maat regelen voor zelfbehoud, en zijn van eene ver-dragende sociale beteekenis. Wanneer wij wenschen na te gaan, hoe en welke deze maatregelen moeten zijn, dan moeten wij op den voorgrond stellen, dat deze slechts op n doel gericht dienen te zijn, t.w. de uitroeiing der ziekte nu dit in beginsel mogelijk is gebleken. De Staat als zoodanig ware er slechts gering bij gebaat, indien men zijn kracht alleen zocht in het dragelijker maken van den toestand van tuberculose-patiënten, of in het pogen hun leven met eenige jaren te verlangen, terwijl men zich er daarnaast niet over zoude bekommeren, of er telkens weer evenveel nieuw geïtifecteerden werden aan gevoerd. Zonder meer is het duidelijk, dat eene dergelijke bestrijding, uit sociaal oogpunt, in het geheel geen perspectief heeft. Men bleef dan in een cirkelbeweging, en ver richtte niet anders dan Danaïdenwerk. De staat heeft er dus naar te streven.dat het aantal geïnfecteerden afneemt, en zoodanig afneemt, dat het op den duur nadert tot nul. Op deze wijze alleen doet men een krach tige poging tot uitroeiing. Van het allergrootste gewicht is het der halve, dat men wete, hoe men tot voort durende vermindering, van het getal geinfecteerden kan geraken. Weinig of niets is dit getal te vermin deren, door de reeds geïnfecteerden tijdelijk eene goede verpleging en behandeling te geven. Hoogstens leveren deze patiënten tijdelijk, gedurende hun isolement, geen besmettingsgevaar op. Eenmaal in de maat schappij teruggekeerd, zijn de meesten dezer z.g.n. genezenen" nog infectieus, en wel licht door het-genezen-verWaard-zijn nog gevaarlijker dan de anderen. Om tot ons doel te geraken, dienen wij in de allereerste plaatst te weten, hoe en wannér de infectie tot stand komt. Zonder deze kennis kan de bestrijding, of poging tot uitroeiing, nimmer rationeel zijn. Een stevig houvast nu hebben wij in de laatste jaren gekregen in de kennis van het feit, dat de besmetting met tuberculose in hoofdzaak in de eerste levensjaren plaats vindt. (Men lette op de verheven beeldspraak!) Men lette vooral ook op den dapperen kapitein die, den revolver in de hand, met bevelenden stem .als het ratelen van den donder" uitroept: Eerst de vrouwen en kinderen", en nu komt neg iets prachtigs, de touwen van een reddingsloep breken, en 52 vrouwen en kinderen vallen in het water, waaronder lady Mabel Road. De milliardair lord springt haar na. Een andere boot daalt neder, en komt als een zeemeeuw" op het water. Aan het dek wordt gevochten, een krankzinnige schiet met een revolver, een lafaard biedt tien duizend dollars voor een plaats in de boot, de negers uit de machine kamer kunnen niet weg, door de waterdichte schotten, gaan mekaar in hun wanhoop met messen te lijf, waden in bloed, vrouwen en kinderen gillen, kortom, de film van Stil gebauer is wat het bioscoop-publiek noemt reuzen'', en men krijgt waar voor zijn geld. En dan de taal, waarin dit alles geschreven is! Men proeve haar aan dézen zin, beschrij vend, hoe het water van buiten en het vuur van binnen de Gigantic" deden zinken: Vulcanus streed op dit oogenblik met zijn mededinger Neptunus om den voorrang!" Maar de akeligheid is nog lang niet uit als de Gigantic" in de golven is verdwenen. We zijn dan pas op blz. 161 en het moest minstens een even dik boek worden als Inferno I. Daarom moest er een verlengstuk aan, dat even eng" moest zijn, en nu komt de Duitsche duikboot op het filmdoek, de onderzeeër, die den schanddaad beging. We zien nu kapitein Stirn aan de perlscoop staan, en, als in eea spiegelbeeldje, in duizend voudige verkleining, de catastrophe observeeren van de getroffen, en daarna zinkende mailboot. En nu de prachtige film trouvaille! Kort daarop mankeert er iets aan de bovenste kiel rader en van de duikboot, en, na een kort onderzoek, vinden de matrozen het lijk van een vrouw met het haar in het bovenste kielroer hangen, zwevende tusschen lucht en water. Het wordt in de kajuit van kapitein Stirn gesjouwd en blijkt dat van lady Mabel Road te zijn. Stirn vindt in haar kleeding allerlei dierbare voorwerpen en briefjes en... (onwaarschijnlijk voor een duikboot-kapitein, een Duitscrien althans!) wordt krankzinnig van wroeging. Wordt daarom vooral krank zinnig, omdat de auteur nu een tweede deel moest beginnen, De dertien dwang voorstellingen van kapitein Stirn", dat speelt in een krankzinnigengesticht, waar kapitein Stirn, stapelgek, gesprekken houdt met... den geest van lady Mabel! Dit tweede deel is nog veel luguberder dan het eerste, en inderdaad krankzinnigen-lectuur. Maar nu is het welletjes. Deze geheele film-roman zou eene serieuze bespreking niet waard zijn indien Stilgebauer niet zulk een naam had, en met dien naam het Hollandsche publiek niet in de luren trachtte te leggen. HENRI BOREL NA DE DUITSCHE CRISIS Teekening voor De Amsterdammer" van Jordaan Een stap in de goede richting (Fransche Boeken in Holland) Le livre Francais en Hollandc (eni/uctc aiiprcs des Ubraires et des Directeurs de Revue en Hollande) par Ie Comitéexécutif de NederlandFrankrijk". In opdracht van de Hollandsche commissie Nederland?Frankrijk" en in overleg met het Fransche comitéF ra n c e?Ho 1Uit voorraad leverbaar: Adler, Oakland, White-Auto's Garage NEFKENS Jacob Obrechfstraat 26 - AMSTERDAM Dit feit is daarom zoo uitermate belang rijk, omdat we nu weten, waar en hoe de tuberculose als volksziekte in de eerste plaats dient te worden bestreden en aangepakt. Het tegengaan van de besmetting van het KIND, zoo npodigeene onmiddellijke genezings poging, zgn de eenige maatregelen, die men met recht een uitroeiingspoging kan noemen. Door deze maatregelen vat men de zaak bij het begin aan, weshalve zij voor den Staat de eenige goede zijn. Het verschil in waarde voor de gemeen schap tusschen een individu, dat niet werd besm°t, of tijdig geheel werd genezen, en een individu, dat door sanatoriumbehandeling een dragelijk leven leidt en met een sputumflacon gewapend in de maatschappij staat, is zóó groot, zoowel voor nu als voor later, dat daarop niet nader behoeft te worden gewezen. Hoe staat het nu in zakedetuberculose-bestrijding bij ons te lande ? Zooals bekend mag worden verondersteld, is de leiding dezer bestrijding in hoofdzaak in handen van de Nederlandsche Centrale Vereeniging tot Bestrijding der Tuber culose". Ontegenzeggelijk deed deze Vereeniging veel, en doet zij nog veel om haar doel te bereiken, waarvoor haar zeer zeker hulde dient te worden gebracht. Echter volgt deze Vereeniging niet de richting, door mij hierboven ontvouwd, stelt zij niet de bestrijding der kindertuberculose (nog beter de voorkóming) geheel op den voorgrond. Zij bestrijdt in hoofdzaak de tuberculose onder de volwassenen en doet daarbij, meer als aanhangsel, ook iets tegen de kindertuberculose. Het verschil tusschen de nieuwe (Groningsche) richting en die der N. C. V. is derhalve een verschil in beginsel, in hoedanigheid, en niet enkel in hoeveelheid. Voor hen nu, die van de juistheid van het Oroningsche principe overtuigd zijn, staat het vast, dat de N. C, V. op deze wijze nimmer eene werkelijke uitroeiing der tuberculose zal ENORM SUCCES Geprolongeerd! lande" te Parijs hebben deheerenSalverda de Grave, Pierson en van der Eist een bro chure gepubliceerd, waarvan de titel hier boven staat en die het resultaat bevat eener enquête gehouden onder Hollandsche boek handelaren en uitgevers, ten einde gegevens te verkrijgen over deze twee vragen, of er behoefte bestaat aan Fransche boeken in Holland, en zoo ja, hoe het komt dat de Duitsche boeken de Fransche verdringen. Het blijkt het eenstemmig oordeel te zijn van nagenoeg allen, die hun oordeel ten beste hebben gegeven, dat er bij ons publiek een groot verlangen bestaat naar meer Fransche boeken en tijdschriften. Men meent echter, dat de Fransche uitgevers te kort schieten ijl het tijdig bekend maken van nieuwe uitgaven, in het in ruime mate op zicht zenden van nieuwe boeken en vooral, wat betreft het zenden van catalogi, de reducties der verkoopers en de betalings voorwaarden. De bedoeling, die nu bij de publicatie van dit geschrifije voorzit, is, dat het door het Fransche comitéonder Fransche uitge vers verspreid zal worden in de verwachting, dat deze in het vervolg hun eigen voordeel en de belangen van hun land beter zullen inzien, dan tot dusverre het geval was. Ongetwijfeld kan dit boekje hiertoe er be langrijke mate bijdragen. Het bevat in de eerste plaats de resultaten van de gehouden enquête, verder eenige algemeene beschou wingen over den boekhandel en ten slotte lijsten van Hollandsche boekhandelaren, uit gevers en tijdschriften, die meer dan tot dusverre met de Fransche uitgevers in con tact verlangen te komen. Bij herdruk zal het zeer noodzakelijk zijn, de lijst der tfldschriften op blz. 35?57 nauwkeurig aan te vullen; voor een uitgave als deze is zij onbehoorlijk slordig samengesteld. kunnen bereiken. Haar lijn loopt niet dóór naar een bevredigend einde; een volgende generatie zal er ongeveer aan toe zijn als de voorafgaande en moet hetzelfde werk bijna geheel opnieuw beginnen. Het kan bestrijding heeten, maar de staat moet naar uitroeiing streven, en die wordt zóó niet benaderd. Het is helaas bekend, dat de leiders der N. C. V. van hun standpunt niet alleen geen afstand wenschen te doen, maar dat zij bovendien weinig waardeering voor deze denkbeelden blijken te hebben. Zij begrijpen of erkennen het beginselverschil niet en doen alsof het een kwestie is van wat meer of wat minder geld voor de kinderen. Tot dit enge niveau willen zij het verschil blijkbaar terugbrengen, als zij beweren wat niemand zal ontkennen dat zij toch ook wel wat voor de kinderen doen. Alsof dit de vraag is! Wat de N.C.V. in dezen doet, gebeurt dan trouwens nog zeer schoorvoetend. De bewering is, dat men, om een vrucht bare methode te verkrijgen, de gehéle kwestie en alle maatregelen heeft te beoordeelen uit het oogpunt van voorkóming en genezing der kindertuberculose" zelfs die maatregelen, die men ten opzichte van de volwassen lijders neemt. Natuurlijk kunnen andere motieven, b.v. van humanitairen aard, daarvan doen afwijken; maar daarover gaat het hier niet. Het gaat hier enkel om doel matigheid der methode van bestrijding, die tevens allengs tot uitroeiing moet voeren. Zij, die medezeggenschap hebben in het bestuur van den Staat, mogen, gezien het enorme belang, dat de Staat heeft bij een goede bestrijding, d.w.z. bij een rationeele poging tot uitroeiing der tuberculose, wel zeer goed van dit diepgaande verschil OP de hoogte zijn, en deze gewichtige zaak van alle zijden bezien. De bespreking van de tuberculose-bestrijding in de Tweede Kamer, gaf mij, overtuigd aanhanger van de Groningsche geleidelijke Oorlogsliedje Muziek en gekleurde banieren Gaan voor aan de troep, Bloemen versieren Jublende groep. Gehuil van duizenden snikken Stijgt op uit de troep, Laatste tonen van 't Krijgsgeroep. Muziek en omfloerste banieren Gaan voor aan de troep Bloemen versieren Weenende groep. GUUS MOUSSAULT Nieuwe boeken van deze week: Onder en boven de broek, Hollandsche series (A. B. en C.) briefkaarten geteekend door WILLEM HESKES. Amsterdam, Gebr. Koster. uitroeiingsmethode, reden om bovenstaande uiteenzetting te geven. J. E. F El SS BR Arts te Kloetinge (Z.) NASCHRIFT. Nadat ik het bovenstaande reeds geschreven had, kwamen mij de cijfers over de sterfte aan tuberculose in Nederland onder de oogen. Voor /0/7£tuberculose is de sterfte per 10.000 inwoners: 1907 13.08, 1908 11.96, 1909 12.33,191011.80, 1§11 11.93, 1912 11.90, 1913 10.71, 1914 10.78,191511.03, 1916 12.71. Voor de tuberculose in andere organen zijn deze cijfers: 19143.27,19153.40,1916 4.09. Voor beide rubrieken dus een STIJGING VAN HET STERFTECIJFER in de laatste jaren. Ik vraag in gemoede: zou er soms wat haperen aan de methode van bestrijding der tuberculose in Nederland? F. ftOUERT KALFFeCS AMSTERDAM

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl