Historisch Archief 1877-1940
8 Sept. '17. No. 2098
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
005TEKBEEK
MEUBILLtRIhOEN
Fr.SMEMUS
20 LEIDSCHESTRAAT 22
AMSTERDAM.
TELEFOON N. 8812.
HEMDEN
HAAE MAAT.
VISCHCONSERVENFABRIEK
Bergen op Zoom. Tel. 278.
Vraagt Uwen winkelier onze
prima Noorsche gekruide
ANCHOVIS in onze origineele
vaatjes van
fl. 1.6O
fl. 2.50
>- fl. 3.50
enz.
Wij staan uitsluitend in
voor de Noorsche Anchovi*
in ONZE verpakking.
MEUBILEERING-MAATSCHAPPIJ
HOLLAND"
N. Z. VOORBURGWAL 274
AMSTERDAM TEL. 5974 N.
~^-~~iiiMiiiim-~-^
-~BIJ HET INRICHTEN UWER WONING HEBT
BIJ 3 PUNTEN IN HET OOQ TE HOUDEN,
DUURZAAMHEID
HARMONIE
GEMATIGDEN PRIJS
DAT WIJ IN ONZE INRICHTINGEN DEZE
EIGENSCHAPPEN VEREENI8EN, BEWIJZEN DE
TALLOOZE TEVREDENHEIDSBETUIQINQEN,
WELKE WIJ VOOR U TER INZAQE HOUDEN.
BLINDGEBORENEN
doofstommen, idioten, en
ONGENEZEN GEBLEVEN
patiënten van Chr. Scientists, geneest
door UITBREIDING hunner
praktijk H. G. T H l E M E,
Den Haag, Denneweg 25a
Tot het bouwen van Villa's en Landhuizen zijn prachtige heuvel
achtige BOSCHTERREINEN te koop in HET OOSTERPARK te
DE BILT
Lage prijzen, mooie wegen, gas,
electr. licht, water.
J, STOmNS & OTTO SCHÜLZ
Tel. Int. 38 & 48
Zoolang geen Eduard Verkade wat
frischheid in de Eerste Kamer komt brengen,
zoolang zullen het steeds dezelfde figuren
van het tableau de la troupe zijn, die evenals
bij het Nederlandsch Tooneel, de belang
rijkste rollen vervullen. Mr. v.Nieiop de
slimmerd, Kappeyne de guitige, Colijn en Cremer
de miljoenairs en business-men, en de
Vos v. Steenwijk... de niais, om slechts
eenige hoofd-personen te vermelden.
Toch was de rolverdeelingbij de opvoering
van de Export-Centrale, succes-stuk door
Treub en Posthuma, eenigszins anders.
Zoo heerschte er onder Mr. Kappeyne's
speech, die ditmaal mirabile dictu
aanmerkelijk alle grapjes op zij zette, een
k^Ai^ ;?,.-*"
kj S"1^*'"'ilfHL'i
DE MOBILISATIE
EN
DE TOEKOMST VAN ONS LEGER
II
Beroeps- en Verlofskadef
De schrijver behandelt in dit artikel
de instelling van reserve"-officieren
onder den drang der omstandigheden,
de zeer krachtige uitbreiding van het
reservekader gedurende de niobilisatie
en ten slofte de betere samenwerking
van beroeps- en verlofskader, die door
de omstandigheden van de laatste jaren
is teweeggebracht.
De geleidelijke uitbreiding van ons leger
in de laatste halve eeuw, .van 50.000 man
In 1860 tot 200.000 man in 1913, heeft steeds
met meer klem de vraag op den voorgrond
gesteld, hoe men dat'leger moest
encadreeren.
Het vrijwilligersleger was reeds nagenoeg
geheel vervangen' door een militieleger, toen
tiet nog altijd noodzakelijk werd geacht, dat
zij, die in het leger met rang of graad bekleed
waren, van den dienst hun beroep maakten.
Het is vooral de steeds grooter wordende
tegenstelling tusschen het leger, dat op een
bepaald oogenblik onder de wapenen was
en het leger, dat in geval van nood gemo
biliseerd zou worden, die er toe geleid heeft
ook gewone burgers, na een minder
grondige opleiding dan werd genoten door
degenen, die er hun beroep van maakten,
in het leger met gezag te bekleeden. Terwijl
het militieleger van een eeuw en een halve
eeuw geleden bestond uit 5 lichtingen,
zooserieuse stemming. Wellicht dat de tribune,
die naar ik vermoed vooral ter zijner eere
zoo goed bezet was, hierdoor ietwat teleur
gesteld werd; zijn collega's bleken echter
met gespannen aandacht z'n scherpzinnig
betoog te volgen. Dat deze afgevaardigde
van Noord-Holland z'n vrijen tijd" weer
op de noodige amusante wijze doorbracht,
uitrustende van z'n tijdelijk ernstig optreden,
was zijn goed recht en hij had terstond ook
weer de lachers op z'n hand de heeren
lachen gauw toen hij deze (z'n hand)
voor den luchtsproeier" stak, ten einde
van het edel vocht, dat de atmosfeer moest
opfrisschen uit de eerste hand te kunnen
genieten.
De atmosfeer der debatten behoefde overi
gens geen kunstmatige verversching: ze
bleef ruimschoots opwekkend en noodde bv.
den heer v. Nierop menigmaal tot zijn ge
bruikelijke Interrupties. Mr. v. Nierop heeft
recht op den eerenaam van interruptator",
niet cunctator, want hij aarzelt nooit lang
met het er tusschen doorgooien van een of
andere handige opmerking. Het is zijn tweede
natuur geworden, zoo zelfs, dat toen z'n
dat het in geval van mobilisatie vervijf
voudigd werd, daar hebben tijdig getroffen
maatregelen teweeggebracht, dat het
mobilisatiebesluit van den3tenjuli 191416 lichtin
gen onder de wapenen bijeenriep. Het is duide
lijk, dat het vredesleger, dat uit niet veel
meer dan n lichting bestaat, niet vol
doende kader voor zooveel lichtingen kan
leveren. En indien het al mogelijk was
geweest zooveel kader te vormen en te
bezoldigen, men zou met al die heeren in
in vredestijd geen weg geweten hebben.
Zoo heeft niet de liefde voor het beginsel,
maar de drang der omstandigheden, ge
leid tot het vormen van verlofskader. Men
heeft aanvankelijk getracht reservekader
te verkrijgen, door officieren en onder
officieren vervroegd ontslag uit den dienst
te verleenen, onder de voorwaarde, dat zij
zich nog voor den tijd van oorlogsgevaar
ter beschikking zouden stellen. Het bleek
op den duur niet mogelijk op die wijze in
de behoefte te voorzien. In de zestiger jaren
begon men uit de militieplichtigen onder
officieren te vormen en zelfs heeft reeds toen
een enkele militieplichtige den rang van
militieofficier bereikt. Eerst door de instelling
van het Reservekader, bij de infan
terie en vestingartillerie in 1893 en enkele
jaren later ook bij de cavalerie en bereden
artillerie, waaraan voor altijd den naam van
van Dam van Isselt is verbonden,
heeft men op ruimen schaal de mogelijkheid
geopend verlofsofficieren te vormen. Men
spreekt gewoonlijk van verlofsofficieren,
wanneer men al die officieren aan wil duiden,
die, hetzij zonder eenige verplichting als
reserveofficier, hetzij na ingelijfd te zijn bij
de militie, onder den naam van militieofficier,
in gewone omstandigheden doorgaans met
verlof zijn, maar In geval van mobilisatie
ter beschikking komen. Het zijn dus allen
afgezien van het beroepskader, dat zich
na ontslag uit den dienst nog bij de reserve
verbonden heeft dilettanten.
Het reservekader heeft niet aan de ver
wachtingen beantwoord. Het lijdt geen twijfel
of dit Is voornamelijk te danken aan de tegen
werking of, als men dat liever wil, het ge
brek aan medewerking, die het instituut
aanvankelijk van de zijde van het beroeps
N. V. Maas- en Waterweg
Maatschappij tot bevordering van de vestiging van
Industrieën te SCHIEDAM EN OMSTREKEN
Lange Haven 9 Tel. 29 Schiedam
Verleent haar bemiddeling bij den Aan- en Verkoop van Panden en
Industrieterreinen en het verschaffen van Bedrijfskapitaal. *
School voor Maatschappelijk Werk
Pieter de Hoochstraat 78, Amsterdam.
Aanvang van den nieuwen cursus
Dinsdag 18 September.
Voor toehoorders programma op aanvrage te verkrijgen.
MIIMlIIIIIIIIIHIIIMIIIIIinlIlllllllnlIlHIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIMIIHIIIIIIMIIIIIIIIIIIIllllnlIHIIIIIIMIIMII IHIIIII
'OXYDOL'
(CHLORAS KALICUS TANDPASTA)
45 cent p. Tube.
Haai!. VBDD. STiBK & Co.
Chemische Fabriek ,,'s-Hage"
's-GRAVENHAQE.
DE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
kost slechts f 1.9O per kwartaal
De
Financieel Nieuwsblad
Singel 348, A'dam
- TELEFOON K. 6925
bevat steeds actueele arti
kelen, betrouwbare cor
respondentie, nltlotlnjgen
van premleleeningen,
productie», koeralljst enz.
Abonnement slechts |so| ets.
per kwartaal.
Vraagt gratis Proefnummers
collega Kappeyne bij de replieken op deze
eigenschap zinspeelde, er direkt een inter
ruptie van den grijzen finantier volgde.
En zoo levendig als het nu toeging bij
de behandeling van het ontwerp
ExportCentrale, zoo duf en muf waren de beraad
slagingen over het ontwerp Limburg c.s.
Het schijnt dat onze oudjes maling hebben
aan de klassieken, althans niets er voor
voelen een geleerd, hooggestemd debat over
deze, ook louter praktische aangelegenheid
te houden.
Mr. Limburg daarentegen trachtte nog wat
litterair te doen, iets wat eigenlijk niet in
goede aarde viel. Zijn mooie" toast sloeg
niet In, wat trouwens moeilijk te verwachten
was in een vergadering, waar zulke
onciceroniaansche heeren zitten als de Burge
meester van Delft. In zeker stuk, eenmaal
door dezen dignitaris als onzedelijk ge
brandmerkt, komt een jongmensch voor, dat
op sommige oogenblikken ietwat moeilijk
uit zijn woorden kan komen. Zou Mr. v. d.
Berg misschien uit afkeer tegen deze na
bootsing" van zijn voordrachttalent de op
voering eigenlijk verboden hebben?
Overigens kwam de man op gevaarlijk
terrein, toen hij de idee van een Professoraat
in... de danskunst propageerde. Foei, foei,
welk een paganistische gedachten. O
tempora, o mores!
Intusschen pleit het allesbehalve voor het
klassieke onderwijs, dat ons de gelegenheid
verschaft kennis te maken met de grootste
redenaars en de fraaiste oraties van Grieken
en Romeinen, dat het een kampioen vond
in een spreker als Delft's burgemeester.
Mr. Limburg zei zoo iets van i vaincre
sans përil, on triomphe sans gloire", welnu
dan heeft hij een roemlooze zege behaald,
want de eenige opposant was si parva
licet componere magnis niet bepaald een
reus gelijk Antaeus, welken
Hercules-Limburg moest verslaan.
Ik word thans al te klassiek, daarom
silentium! C A M E R A R i u S.
CORRESPONDENTIE.
J. M. G. te Utrecht. Dr. Edward
Stilgebaüer vertoeft op het oogenblik te Weggis
in Zwitserland. Vandaar dat zijn artikel
vermoedelijk via den Franschen en
Engelschen censor de Hollandsche pers heeft be
reikt. Hij is medewerker aan de Freie
Zeitung", waaromtrent in dit nummer van
de Amsterdammer" onder Boekbesprekin
gen" eenige mededeelingen worden gedaan.
kader heeft ondervonden. Tien jaar na de
oprichting had het nog geen 100 reserve
officieren geleverd.
In 1902 kwam de Land weerwet het gebrek
aan kader belangrijk vergrooten. Krachtens
die wet bleven de militieplichtigen, die hun
militieplicht vervuld hadden, nog gedurende
7 jaren onder den naam van Landweer voorde
landsverdediging beschikbaar. Het kader van
deze troepen besiond oorsprokelijk slechts
uit de enkele landweerplichtigen, die het tot
militieofficier gebracht hadden; beroepskader
was voor deze nieuwe formatie niet voor
handen. Men nam toen tot een in de oogen
van de mannen van het vak krassen maat
regel zijn toevlucht. De vrijwillige onder
officieren, die aan de eischen voor sergeant
majoor-instructeur voldaan hadden en over
voldoende algemeene ontwikkeling en be
schaving beschikten, konden worden be
noemd tot reserveofficier met bestemming
voor de Landweer. Men dorst dezen stap
wagen, omdat men meende, dat deze
landweerofficieren toch slechts gedurende enkele
weken per jaar onder de wapenen zouden
I
l
|[L O S G E|LfAiT,E|N
Teekening voor De Amsterdammer" van Jordaan
i-.u:; n>i7
De uitbreiding van het verlofskader in de
mobilisatie.
Stil toch, kleintje, 't is niet tegen jou bedoeld !"
zijn superieuren en ranggenooten, maar ook
door zijn ondergeschikten niet voor vol aan
gezien. In den tegenwoordigen tijd over
treffen op tal van plaatsen de reserve-offi
cieren niet alleen in aantal verre hun collega's
van het beroepskader, maar ze beschikken
ook langzamerhand over een ondervinding
in groot verband, die ze zelfs in ervaring
op militair gebied de meerderen maakt van
de jongere generaties, die gedurende de
mobilisatie van de Akademie zijn gekomen.
Terwijl vóór de mobilisatie als vaste
regel gold, dat verlofs-officieren slechts be
hoefden te worden opgeleid, om in staat te
zijn gezag te voeren over een behoorlijk
afgerichten troep, daar heeft men tijdens de mo
bilisatie op tal van plaatsen de africhting van
recruten aan reserveofficieren toevertrouwd.
Ook wordt hier en daar de opleiding tot
onderofficier en zelfs een enkele maal en
niet zonder succes de officiers-opleiding
aan verlofsofficieren opgedragen. Het is
merkwaardig, dat deze vervaging van de
grenzen zelfs in de onderscheidingsteekenen
van de uniform tot uiting komt. Bij de
grijsgroene uniform is het onderscheid geheel
vervallen en men treft ook bij de zwarte
uniform in de praktijk de trouwens weinig
opvallende kenmerken van het reservekader
niet meer aan.
Deze verbroedering kan niet andm dan
tot vreugde stemmen, Ongetwijfeld zal in
het algemeen de beroepsofficier zijn collega
der reserve wel altijd in militaire kennis
overtreffen; daarentegen zal waarschijnlijk
in het algemeen de reserveofficier, die in
nauwer contact staat met de burgermaat
schappij, in begrip van den geest en de be
langen van zijn ondergeschikten zijn kame
raden van de Akademie de loef afsteken.
Dit alles geldt natuurlijk slechts in het alge
meen en voor de massa en niet voor ieder
individu afzonderlijk. Door een goede samen
werking van beide categorieën officieren
moeten n militaire bekwaamheid n begrip
van het maatschappelijk leven tot hun recht
komen. Men kan verwachten,, dat de samen
werking gedurende de mobilisatie den grond
slag voor het behoud van dezen goeden
geest in de toekomst zal hebben gelegd.
FLAVIUS
komen en omdat men anders geen kans zag
in den eersten tijd de Landweer van kader
te voorzien. Na een tiental jaren heeft men
echter deze bron van kader afgesloten. De
opleiding van militieplichtigen tot militie
officier is in deze jaren ook met niet veel
succes beproefd. Het resultaat van de ge
leidelijke uitbreiding van onze weermacht,
waarmee de kaderopleiding geen gelijken
tred kon houden, was, dat er enkele jaren
voor de mobilisatie een tekort bestond van
12CO officieren en 2500 onderofficieren.
De mobilisatie stelde het legerbestuur
plotseling voor de verplichting in dit gebrek
aan kader te voorzien. Het Is bekend, hoe
na eenige maanden de vorming van verlofs
officieren met vrij groote kracht is aangepakt.
Men stelde de meer ontwikkelden, zoodra zij
aan vrij geringe militaire eischen voldeden
aan tot sergeant en leidde deze onderof
ficieren in spoedcursussen op tot officier.
Op die wijze zou in betrekkelijk korten tijd
in de leemte zijn voorzien. Maar de drang
om onze weermacht te versterken, aan
vankelijk zich uitend in dezen voorzichtig
gestelden vorm, dat men alleen nieuwe
troepen op zou roepen om de ouderen
af te lossen, heeft het kadervraag
stuk, niettegenstaande de opleiding krachtig
werd bevorderd, steeds brandend gelaten.
Gedurende de mobilisatie moest niet alleen
het tekort worden aangevuld, maar moest
bovendien mét het leger het aantal officieren
worden verdubbeld. Zoo komt het, dat niet
tegenstaande het aantal verlofsofficieren in
de laatste jaren meer dan verzesvoudigd is,
zoodat zij een jaar geleden reeds de be
roepsofficieren in aantal overtroffen, nog
steeds van kadergebtek kan worden ge
sproken. Het eenigste doeltreffende middel,
om het kadervraagstuk op den duur op te
lossen, bestaat in kaderplicht. Hieraan zal
ik een afzonderlijk artikel besteden.
De mobilisatie heeft in de onderlinge
verhouding van beroeps- en verlofs-kader
een belangrijke verandering ten goede te
weeg gebracht. De reserve-officier, die 10
of 20 jaar geleden onder de wapenen kwam,
gevoelde zich eenzaam als leek te midden
van deskundigen. Hij werd niet alleen door