De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 15 september pagina 12

15 september 1917 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 15 Sept. '17. No. 2099 :: VERHUIZEN :: MEUBELS BEWflREN E. J. VflN 5CHRICK BOOTHSTRAflT UTRECHT IIIIIIIMIIIIIIIM1IMII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIHIIIIMIIIIIII Illllllllllllll del" dorst het niet op te nemen tegen de N. H. M. De nijverheid had zich ingericht op de vraag van dat lichaam; zij leverde slechts de meest gewone soorten, ontwik kelde zich dus hoogst eenzijdig, alleen in de breedte, niet in de diepte. Want de fijnere, moeilijker te maken, maar ook meer winst opleverende qualiteiten kende men niet; men kon ze niet maken; wist ook niet wat de Javaan daarvan begeerde. Diéproductie Het men over aan den beter ingerichten en beter In gelichten concurrent in Zwitserland... Eenzijdig, uiterlijk groot, inwendig zwak was onze Twentsche nijverheid in die jaren. Er waren daar echter fabrikanten, die dat begrepen. Zij trokken er op uit, naar Zwit serland, om daar te leeren wat men In Neder land niet kende en kon: den smaak van den Oost-Indischen afnemer, zijn behoeften, de vervaardiging van de betere soorten... Met die kennis gewapend, begon men toen in Twer.te nieuwe banen te volgen. Inmiddels had de N. H. M. zich meer en meer losgemaakt van den Javaanschen manufacturen-handel en dus van Twente; naast haar, straks boven haar dook de particuliere handel op. De fabrikant is niet langer alleen de producent, die zijn waren hier aan n afnemer verkoopt en daarmee ervan af is; zelf zoekt hij de markt, wordt koopman en industrieel. Twee feiten stuwen nu de Twentsche nijverheid voort op den weg van vooruit gang: de Amerikaansche burgeroorlog, die een katoencrisis meebrengt, waarvan onge hoorde prijsverhooging der voorradige goe deren het gevolg is. En: de brand van Enschede, een ongezochte, maar prachtige gelegenheid om de oude fabrieken en oude machines door nieuwe te vervangen. Nog golden op Java de differentieele rechten ten bate der nationale nijverheid. In Twente had men zoo daarop leeren steunen, dat de verlaging, straks de afschaffing als een dreigende ramp werd beschouwd. Zonder schokken heeft het wegvallen (te plotseling allicht) ook niet plaats gehad, maar tegen over de zeer enkele zwakke ondernemingen, die het zonder deze bescherming niet stel len konden, stonden de sterke (de overgroote meerderheid), die zich aanpasten aan den nieuwen toestand en na dien zich krachtiger nog dan voorheen ontwikkelden. Ziedaar de groote «momenten" in de ontwikkelings-geschiedenis der Twentsche katoennijverheid. Wij zweven daar slechts in vogelvlucht overheen, waardoor wel zeer veel belangwekkende bijzonderheden ons ontgaan, maar waardoor toch ook de groote lijnen, waarlangs die geschiedenis gegaan is, te sterker ons treffen. Deze nijver heid is, als andere, afhankelijk geweest van de verschillende stelsels, die ten opzichte van haar bevordering achtereenvolgens werden toegepast. Nu, n ding springt wel heel duidelijk uit het relaas van haar lots wisselingen naar voren: tot het veroveren van een stevige plaats op de wereldmarkt, tot het concurreeren met de grootste ge lijksoortige buitenlandsche industrieën is zij eerst in staat geweest, toen zij niet meer opzettelijk werd bevorderd, gesteud of be schermd, maar de gunstige gelegenheden vond om van te proh'teeren en voorts op haar eigen kracht was aangewezen. Post, non propter", zegt men als het eene ver schijnsel wel op het andere volgt, doch niet een gevolg daarvan is. Zou men dit hier ook moeten zeggen ? Of is er een onloochen baar oorzakelijk verband aanwezig en staat de zaak zoo: dat de groote ontwikkeling dezer industrie samenhangt met, voortvloeit uit het stelsel, dat den steun wegnam, maar gunstige voorwaarden voor expansie schiepl Bij mij is daaraan geen twijfel. Tot die gunstige voorwaarden moet men ook rekenen den vrijdom van garens. Dit punt is te belangrijk om niet even daarbij stil te staan. De indeeling van ons invoer rechten-tarief in grondstoffen", half-" en geheel bewerkte fabrikaten" is gebrekkig; wat de een als grondstof beschouwt, noemt de ander half-fabrikaat of fabrikaat. Zoo b.v. garens, die voor de spinnerij, welke ze ver vaardigt, zijn : fabrikaat. Wil men zeggen : de spin-garens zijn als zoodanig niet dadelijk bruikbaar, dan kan men ze half-fabrikaat noemen. Maar de wever beschouwt ze als grondstoffen. In het stelsel onzer tariefwet zouden ze als half-fabrikaten moeten belast zijn met een recht van 2 a 3 pCt. der waarde bij invoer (wat ook voor sommige garens het geval is). Maar de spin-garens die onze katoenweverijen behoeven, komen vrij van rechten binnen. En dit is, uit een oogpunt van internationale mededinging, voor de weverijen een heel belangrijk voordeel. Hoewel er niet zoo weiuig weverijen zijn, waaraan spinnerijen zijn verbonden, en die dus haar eigen garen vervaardigen, wordt Intieme Kunst Centraal Theater De affiches nooden ons in dezen Septembermaand minder dan tevoren tot griezel- en huildrama's. Daarvan is de wereld buiten den schouw burg al te vol. De geest on[zer non-compattanten nijgt '?? dientengevolge eerder tot het knus te-hoop dringen bij z.g. Intieme kunst. In het Centraal Theater geniet men Intieme kunst; niet zooals vroeger, toen op dezen zelfden plek gronds een caféconcert gelegenheid bood tot intimiteit en kunst tevens, maar op een geheel andere wijze. Ik zal trachten, er een denkbeeld van te geven. Ge waart als ik, gaandeweg tot vervoering geraakt bij het lezen der krantenberichten, die, elkander om de drie a vier maanden in TJIT lEÏET Illlll 1IIIIIMI jaarlijks ten onzent voor millioenen aan spingarens ingevoerd. Werd nu in Nederland deze grondstof belast, moesten dus de pro ductie-kosten der manufacturen daarmede verhoogd worden, dan zou het voor Twente kwaad concurreeren zijn tegen de Engelsche wevers, die hun garens zelven maken of van nabij betrekken. Maar er valt nog iets wetenswaardigs over de spin-garens te vertellen. De spinnerij in Duitschiand en in Frankrijk wordt beschermd; de spinnerijen in beide landen lijden, onder de werking van dat stelsel, nu en dan aan congestie", d.w.z. aan overproductie; zij hebben dan meer gemaakt dan ze op hun eigen, beschermde markt kunnen afzetten en gooien" dat te-veel dan pp de Nederlandsche markt tegen lage prijzen. Wat bij voorkomende gelegenheden een aangenaam feit is voor onze katoenwevers l Maar... hoe staat het met onze spinnerijen ? Want er zijn (en geen kleine) ondernemingen, die uitsluitend spinnen, alleen garens maken, niet weven. Men zou vragen : hoe zijn die ten onzent bestaanbaar ? Beschermd wordt hun product niet: wij zagen dat het vreemde garen hier vrij inkomt. Er worden groote massa's door onze weverijen regelmatig van elders betrokken. Van tijd tot tijd komt de Fransche of Duitsche overproductie deprijzen drukken. Wie kan onder zulke verhoudingen leven ? Er komt nog dit bij: garen is een zeer speciaal artikel, dat gedifferentieerd" is in allerlei qualiteiten en nummers. Enge land is groot genoeg om aan allerlei vragen te kunnen voldoen; ons bedrijf moet zich wel to> de meest courante" nummers be perken. Maar hoe staat het dan wel met onze spinnerijen? Antwoord: redelijk wel! Zóó wel, dat ze niet alleen kans zien om te leven en te blijven leven, maar zoowaar ook nog om zich uit te breiden en zelfs hun product uit te voeren ! Is dit niet een verrassend feit ? Wie het verklaren wil, zal de verklaring daarvan, mij dunkt, hierin moeten zoeken, dat onze nijverheid in haar geheel, dus ook de spin nerij in Nederland, werkt onder voorwaar den, die haar in staat stellen de productie kosten laag te houden, lager dan aan de industrie, elders mogelijk is. En daardoor, door dien gunstigen factor van overwegende beteekenis, kan zij allerlei andere ongunstige factoren overwinnen, Ziedaar dan weer de les derervaring, waarnaar wij zoekende waren. S M l S S A E R T Oude Kleurdrukken Er bestaan drie methodes om gekleurde kopergravures of etsen af te drukken: nl. door het over elkaar drukken van onderscheidene kleurplaten, door het afdrukken van een plaat, ingeïnkt met verschillende verven en kleurschakeeringen, waardoor alle kleuren tegelijk gedrukt worden en door het afdruk ken van n plaat, waarvan afgedrukt wor den de verschillende kleuren in een bepaalde opeenvolging naast elkaar. De pogingen de dagbladen opvolgend, telkens melding maakten van eene verbouwing, waardoor het Centraal Theater alweer aan intimiteit gewonnen had. Gaandeweg had men de rangen ineen doen vloeien, de fauteuils dichter opeen gezet, de gangen en promenoirs duisterder ge maakt, en de vensters met zwaarder gor dijnen gesloten. Met de zomermaanden steeg de tempe ratuur, en men maakte de ersatz-whisky's sterker; garderobe's werden uitgebreid, om zooveel mogelijk overtollige kleedingstukken te kunnen bevatten, en het personeel richtte men af tot een eenigszins intiemen, kameraadschappelijker toon tegenover de bezoekers. Intusschen slaagde men er niet in, hen zoover te krijgen, dat ze zich met de koel bloedigheid van eenen Ruys of Pisuisse grapjes veroorloofden over kale heeren schedels en O. W.-ers. Ten slotte kwam het gezelschap van v. d. Lugt Melsert den schouwburg bespelen met de beste voornemens, om spoedig een hecht contract tusschen publiek en planken tot stand te brengen, niet alleen voor de kas, maar ook in de zaal zelf. Dit zeer idealistisch gezelschap za! wel langzamerhand tot de ontstellende ontdek king gekomen zijn, dat het op zijn minst om in deze iets te bereiken werden in de Nederlanden gedaan door Pieter Lastman en Hercules Seghers; de eerste die tot een eenigszins behoorlijk resultaat kwam, was Johannes Teyler te Nijmegen omstreeks 1680, die volgens de derde hierboven ge noemde methode werkte, evenals zijn leer ling Berkenboom. Voor uitvinder van den eigenlijken kleurenkoperdruk moet gehouden worden Jakob Christoph Ie Blon, die in 1719 te Londen gedrukte schilderijen" te koop stelde. Hij was in 1667 te Frankfort a.M. geboren, leerde schilderen en graveeren in Zürich, kwam in 1696 op een schildersatelier in Rome, en vestigde zich in 1702 te Amsterdam als miniatuurschilder, waar hij zich om streeks 1710 ging bezig houden tnet kleuren koperdruk. Hij was toen 43 jaar en op het denkbeeld gekomen, dat alle kleuren en kleur schakeeringen saam te stellen waren uit de drie primaire kleuren geel, blauw en rood. In Amsterdam echter had hij geen finan cieel succes en verhuisde daarom naar Londen. Daar wist hij kapitaal te vinden en stichtte hij in 1721 the picture offic". Maar ook hier mislukte de onderneming en ten slotte kon zelfs een faillissement niet uitblijven. Toen schreef hij een boekje, waarin hij de beginselen van zijn stelsel uiteen zette om daarmede nieuw kapitaal te kunnen vinden. Ook dat mislukte. Hij ging naar Parijs, stierf daar in 1741, arm, maar aldoor nog proeven nemende in de genoemde richting. Dat boekje Coloritto, or the harmony of colouring in painting, reduced in mechanica! practhe, under easy precepts and infallbile rules, een uiterst zeldzaam din getje, is nu onlangs door de goede zorgen van dr. N. G. van Huffel te Utrecht opnieuw uitgegeven, die daar aan heeft toegevoegd een aantal technische verklaringen en een crüische beschouwing van wat een merk waardige vondst hem leerde. Van 1736 tot 1741 verschenen bij Haak te Leiden en bij Graal en e Leth te Am sterdam zes anatomische verhandelingen van Albinus en Ruysch, delineata, & coloribus distincta typis impressa a Joanne Ladmiral," d.w.z. met kleurendrukken naar en door Jan Ladmiral. Ook dit zijn kleurdrukken volgens het systeem Le Blon. Het was van een er van dat dr. Van Huffel afdrukken in zwart der oorspronkelijke kleurplaten vond en dergelijken afdrukken van een verder niet bekende zevende anatomtische afbeelding,die blijkbaar bestemd geweest is bij de serie van zes stuks gevoegd te worden. Als unieke en daardoor waardevolle documenten te dezer zake, zijn deze diepdrukken, verkleind, door auiülypie op kunstdruk weergegeven en afgedrukt met moderne normaal verf, wat voor het historisch-wetenschappelijke karakter dezer reproducties niet gelukkig geweest is. Enkele kleuraanwijzingen voor den druk ker aan de plaatpers werden nog bij het dossier aangetroffen, wat natuurlijk van bijzondere gewicht bleek te zijn om zich iiiiiiiiiiinimi iiiiiMiiitHuiniMiiMimimiMMluiiiiiiiigiliniiïiiiiiiiiiiim genomen onvoorzichtig is, een geheele stad tot intiem verkeer uit te noodigen. Het moet gezegd, dat het publiek niet te klagen heeft over eene losse en joviale be handeling van generzijds der planken. Maar tevens dient opgemerkt te worden, dat het publiek als eenige uiting collectief gelach en handgeklap geeft. En het is deze bedenkelijke tegenstelling in geestigheid van uitdrukkingsvermogen, die ons de vergelijking opdringt tusschen een losgrappigen loonslaaf en een loggen, veelhoofJigen meester, die op uitsluitend physieke, en dan nogon-aestnetisch rumoerige wijze op al die kwikslagen reageert. * * * Ge treedt den schouwburg binnen. Nadat de meneer in de kas u het biljet toegeschoven heeft, en het wisselgeld toege worpen met de intieme nonchalanche, waar mede ge een goede vriend een klein voorschot restitueert, wendt ge u om. Aanstonds staart ge in de glimlachende gelaten der heeren Max van Gelder en Frans Seijnette; ge bedwingt uw lust, ze bij den voornaam aan te spreken, en intiem op de schouders en armen te slaan. Een bediende brengt u naar de stalles, intiemste der rangen, en geeft u den vertrouwelijken raad van: hoed afzetten, zoo ge maagd, vrouw of weduwe -?en jas een goed inzicht te vormen in de werkwijs. In weerwil der uiteenzettingen van dr.v.Huffel is het mij vrijwel duidelijk geworden, dat de zaak niet volkomen bruikbaar was. De bereiding der inkt, het mengen der tinten, dat aan den werkman moest worden over gelaten en het register maken, zoo buiten gemeen bezwaarlijk met geschept lompen papier, dat genat moest worden, het waren alle zoovele factoren, die de snelheid in het gereedmaken van de oplaag belemmerden en wat denkelijk nog van meer belang was, stellig wel het grootste deel van een druk deden mislukken, 't zij om slecht kleur hou den, 't zij om slecht registeren. Inderdaad is dan ook te zien op sommige plaatsen van de Ladmiral-drukken, die voor me liggen, dat ze met het penseel zijn bijgewerkt. Is dat meer geschied, wat ik niet weet, maar vermoed, dan zou daarmede het bewijs geleverd zün, waarom het systeem-Le BlonLadmiral financieel wel een mislukking moest zijn, wat natuurlijk niets bewijst tegen het wetenschappelijk principe, dat eerst in de laatste 25 jaar tot volle ont wikkeling is gekomen door de autotypische drie- en vierkleurendruk, waar de splitsing in primaire kleuren automatisch geschiedt door kleurfilters, terwijl door de-Blon, die splitsing op goed geluk moest geschieden. Dat hij daaruit een groote virtuositeit heeft bereikt, bewijst ook deze herdruk ten dui, delijste. J. W. ENSCHED VRAÖENRUBRIËK voor Algemeene Wetenswaardigheden Men gelieve de vragen voor deze rubriek in te zenden aan het Redactiebureau, met op den omslag het motto Leekenspiegel", en onder opgave van naam en adres (die als vertrouwelijk zullen worden beschouwd.) S. S. L. te 's-G. Hoe luidde de beroemde toespraak van president Abraham Lincoln op het slagveld van Uettysburg? (onvertaald). Den 23en November 1863 hield Lincoln op dat slagveld de volgende rede: Fourscore and ten years ago our fathers brought forth upon this continent a new nation, conceived in liberty, and dedicated to the proposition that all men are created equal. Now we are engaged in a great ei vil war, testing whether that nation or any nation so conceived and so dedicated can long endure. We are met on a great battlefield opbergen zoo ge een man zijt. In het gedempte licht kijkt ge om u heen, licht aarzelend, of ge u niet behoeft voor te stellen aan de vele intiemi om u heen. Reeds mengt de rook van uw sigaar zich inniglijk met die van uwe buurlieden. Dan rijst het scherm, en, terwijl de zwaar lijvigheid van den heer Anton Roemer zicht baar wordt, wendt ge uw blik naar een loge rechts, waar Annie van Ees zit, met een allerliefst zwart hoedje op. . . . En, terwijl de heer Roemer een toe spraak begint te houden, bedenkt ge, dat deze intimiteit slechts droeve schijn is... en dat er niemand is, om u aan Annie van Ees voor te stellen. Terwijl op het tooneel het geestig vuur werk ontbrandt, stoot het veelhoofdig mon ster Publiek grommende en schaterende kreten van bevrediging uit. De intimiteit stijgt, men stoot elkander aan, en waagt zelfs het meisje rechts achter zich toe te lachen. Het fonkelend vernuft van Speenhoff Barbarossa en Broedelet, depsycho-dramatische geweldigheid van den historicus van Rossem verblinden ons in het wezen der actrices en tooneelspelers. Wij blijven passief intiem, en zuigen stomweg op eindjes sigaar. Het Amsterdamsch publiek laat de humor of that war. We have come to dedicate a portion of that field as a final restingplace for those who here gave their lives that that nation might live. It is altogether fitting and proper that we should do this. But in a larger sense we cannot dedicate, we can not consecrate, we cannot hallow this ground. The brave men, living and dead, who struggled here, have consecrated it far above our power to add or detract. The world will little note nor long remember what we say here, but it can never forget what they did here. It is for us, the living, rather to be dedicated here to theunfinished work which they who fought here have thus far so nobly advanced. It is rather for us to be here dedicated to the great task remaining before us, that from these honoured dead we take increased devotlon to that cause for which they gave the last full measure of devotion; that we here highly resolve that these dead shall not have died invain; that this nation, under God, shall have a new birth of freedom; and that government of the people, by the people and for the people, shall not perish from the earth." Verzen van een Afrikaner BLINDE ROOKER l' u l' Z u r i ? u t'e n t j n u l l e O blinde rooker, sie mij aan, Ik kan jou blijdskap nie verstaan. Het jij nou waarlik waar plesier Van al die rook, en al die bier V Jou oge fonkel van geluk Bij elke slokkie wat jij sluk. Gelukkig mens, ik sien jou aan En kan jou blijdskap nie verstaan. Van waar die heldere vreugdestraal Wat uit jou oge nederdaal Op al die vriende om jou heen ? O blinde rooker, ik wil ween Van blij ontroering! Jou genot Versag meteen mij eige lot. Armoedig mens, ik sien jou aan En kan jou blijdschap nie verstaan. A. D. K K E T «l ? over zich komen, zooals een trage meneer, die aan het kraantje van de warme douche gedraaid heeft. Het resultaat van eenige guldens is ge weldig, want alle lichamen schokken van den lach. En op het tooneel gaat men voort, de hooge accoorden te bespelen van 't collectief gemoed. Intieme kunst," zegt de heer Verbeek in den loop van den avond, is kunst, die wij hier allen tesamen maken." Indien ik dapper en eerlijk geweest ware, zou ik op dat oogenblik opgestaan zijn, om mijne excuses te maken over mijn gering aandeel in het welslagen van dezen avond. Want ik heb alleen gerookt en gelachen. Alleen de heer Ruys, die eenige oogenblikken mede in de zaal zat, demonstreerde, hoezeer men door inscripties de waarde van een zondeloos blijspel kan opvoeren tot intieme kunst. En wanneer ik terugkom in het EendrachtTheater, zou ik twee wenschen vervuld willen zien. Nietwaar, men mag in intiemen kring wel wenschen dat: Ruys weer in het publiek zit, en wij, joviaal, als intimus, voorstelt' aan Annie van Geo. MELIS STOK F

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl