De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 6 oktober pagina 5

6 oktober 1917 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

6 Oct. '17. No. 2102 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Teekentng voor de Amsterdammer" van Jo Daemen VRIJ SPROKKELEN. Zóó zorgt^men, dat 't vuurtje kan branden llllillllMIlnlIllllllllllllllllltllMIIIUtllUIIIIIIIIMIIIIIIIMMIIIIMIIIKIMIIIIIIMIIII.IIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllllllllllllllllolllllllllllllI iiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiM MIMI De invloed van het kind 't Is eenige 'weken geleden, dat ik op een Zondagmorgen het Koloniaal Museum te Haarlem bezocht. Ik vertoefde in een der benedenzalen, toen een burgergezin binnen kwam: vader, moeder, twee jongens en een klein meiske. Een der knapen, wellicht 10 jaar, trok aanstonds vader mede naar de vitrine, waar het batik-procédéin tal van stalen aanschouwelijk wordt voorgesteld. Hij begon de werkwijze duidelijk uit te leggen, toonde de tjantings en het waspotje, gaf zijn oordeel over 't ornament te kennen en wees aan, hoe elke staal nader voerde tot het eindresultaat: een fraaie batiklap, mede daar ter plaatse. Het moet een sierkunstenaar in den dop zijn, dat baasje. Vader schonk ernstige aandacht aan al wat zoo overtuigend werd verhaald. Moeder was met kleine zus af gedwaald. Het kleinere broertje luisterde, opdat hem mede geen woord zou ontgaan. Ik trad naderbij en vroeg den knaap hoe hij dit alles zoo goed wist. Wel?" was het antwoord, van onzen meester; we zijnhlgr met de heele klas naar toe geweest." Nu, meester heeft succes gehad van die tocht. De jongen had alles uitstekend be grepen en in zich opgenomen, en vader had daardoor een leerzamen ochtend. Dit nietige voorval kwam mij dezer dagen in de gedachte als een bewijs hoe in den burgerstand wordt geprofiteerd van het onderwijs op de lagere school. Het doet m^ met betrekking tot de brandende vraag stukken van den dag deze vraag neerschrijven: zou 't niet mogelijk zijn, dat aan kinde ren uit de verschillende volkslagen die daartoe den bevoegden leeftijd hebben, op de gemeentescholen de kwestie van distiibutie en rantsoeneering duidelijk werd ver klaard en uiteengezet. Wij allen die met dienstmeisjes omgaan, weten dat vele huisvrouwen uit de volks klasse, de juiste reden waarom gedistribueerd en gerantsoeneerd wordt nog n iet voldoende in zich opnamen. Zooals de heer Manassen het in de jongste gemeenteraadszitting te recht zeide, is het juiste begrip van den toestand nog niet in voldoende mate tot de burgerij doorgedrongen, dit blijkt uit allerlei overdreven gemopper. Indien de onderwijzer, met takt begaafd, het waarom geen graan, waarom geen brandstof" op school den kinderen duidelijk uiteenzet, indien bonden en vereanigingen die zich met de jeugd bezighouden, de kin deren leiden in de richting, om de geest van besparing en bezuiniging in het voikshuis te brengen, dan zal er door den invloed van het kind op de ouders tevredenheid gekweekt worden, omdat men leert begrijpen, waar men thans nog in 't duister londtast. In Haarlem laat een der kinderbonden de kleine meisjes kookzakken en de jongens papier- en af valballen voor de ouders maken. Indien de dames-leidsters der clubjes het sociale vraagstuk van distributie en rant soeneering den kinderen daarbij eenvoudig en begrijpelijk weten te verklaren, dan doen zij zeker in deze droeve tijden mooi maat schappelijk werk. ELI s. M. ROGGE Hoe staat de vrouw tegenover het vraagstuk van distributie en rantsoeneering? Uitgezonderd de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, de directeuren der stedelijke levensmiddelenbedrijven en enkele gemeentelijke autoriteiten, zijn het onge twijfeld de huisvrouwen die het meest te maken hebben met alles wat distributie en rantsoeneering betreft. Of haar invloed op die twee groote vraagstukken van den dag daaraan geëvenredigd is, ziedaar een vraag die men onmiddellijk daarnaast jmag stellen; tot op dit oogenblik kan zij voor verreweg de meeste gevallen slechts ontkennend worden beantwoord. Doch hierover straks nog een enkel woord. Het is merkwaardig na te gaan, hoe ver schillende categorieën van hutsvrouwen per soonlijk reageeren op d« maatregelen in zake distributie en rantsoeneering genomen. De kleinzielige, bekrompen vrouw, veelal zij diéslechts voorspoed heeft gekend en enkel voor eigen ik en onmiddellijke omge ving heeft geleefd, ziet in elke nieuwen maatregel die genomen wordt een bedreiging van haar persoonlijk welzijn of dat van haar gezin. Zij tracht voorraden op te stapelen en alles- bijeen te garen wat te krijgen is, menigmaal zonder zich af te vragen of alle artikelen die zij inslaat wel geschikt zijn om te bewaren; het spook van gebrek te moeten lijden grijnst haar aan alle kanten tegen en maakt haar zelfzuchtiger dan ooit. Daar dicht bij staat de eveneens kleinzielige, schoon minder zelfzuchtige, die niet opzamelt ten koste van anderen, doch niets anders weet te doen dan klagen, zich zuch tend onderwerp_t en bij wie het gevoel van slachtoffer te zijn steeds domineert. Hoort men daarentegen het meerendeel der hulsmoeders uit den kleinen burgerstand, zij die weten wat zorgen zijn en die het nimmer gemakkelijk hadden op haar levens weg dan klinkt er wel een zucht over de moeielijke tijden, doch onmiddellijk ge volgd door de overweging; 't kon nog erger zijn, als ook wij in den oorlog kwamen; mogen wij daarvoor tenminste gespaard blijven. Het best schikt zich de sociaal-voelende en-denkende vrouw. Geen voorraden slaat zij in ten koste van anderen; zij vindt dat de lasten gezamenlijk moeten worden ge dragen, zoodat zoomin mogelijk van ne zijde de druk te zwaar zou worden. Zij be schouwt het als een soort van sport om zoo zuinig mogelijk huis te houden; zij stelt al haar vindingrijkheid te werk om te woekeren met de geringe hoeveelheden waarover zij heeft te beschikken. Allerlei nieuwe methoden die kunnen strekken tot vereenvoudiging en tot bezuiniging brengt zij in toepassing, en zij stelt er een eer in om met een opge ruimd gezicht te zorgen dat haar gezin zoo goed mogelijk verzorgd wordt, al kost het haar persoonlijk ook veel meer inspanning dan in normale tijden. Aan deze laatste categorie van vrouwen zullen wij het te danken hebben, als tr uit de thans noodzakelijke distributie en rant soeneering blijvend voordeel wordt getrokken voor de toekomst! Want van haar zal een levenwekkende kracht uitgaan die nood wendig moet inwerken op steeds grooter kring. Zij zullen de moderne begrippen om trent doelmatige voeding, practische kleeding, zuinig stoken propageeren en de baanbreeksters worden voor gemeenschappelijke keu kens, coöperatieve, en zoo noodig gemeen telijke waschinrichtingen en waschhuizen enz. enz. Daartegenover staat echter iets anders. Wil het getal van deze goedwillende, der gemeenschap dienende vrouwen toenemen, dan dient de overheid zich zooveel mogelijk van hare medewerking te verzekeren, Niet steeds toch is de rantsoeneering of de distributie van levensmiddelen zóó geregeld, dat de practische huisvrouw er genoegen mee kan nemen. Verschafte men haar de noodige inlichtingen, zoodat zij overtuigd wordt dat het niet anders kan, dan zou zij zich zooveel gewilliger schikken in het on vermijdelijke. Doch ook menigmaal ziet de huisvrouw groote fouten begaan tengevolge van gebrek aan zakenkennis of aan practisch inzicht. W.aarom kan men er nog steeds niet toe bnsluiten om in de zuiver huishoudelijke kwesties die toch bij distributie en rantsoe neering schering en inslag zijn, de huis vrouwen als deskundigen te raadplegen? Een rijkscommissie van vrouwen als adviseerend lichaam bij de voedselvoorziening en een dergelijke voor het gemeentelijk distributiebedrijf, zou waarlijk geen over bodige weelde zijn. Kon men van overheids wege alsnog hiertoe besluiten, zoo zou men zich zelf het werk vergemakkelijken en het algemeen belang zou er in hooge mate mee gediend zijn. F. S. VANBALE N?K LAAR Distributie en Rantsoeneering DISTRIBUTIE. De Nederlandsche vrouwen uit arbeidersklasse en kleinen middenstand, moeten er van zeggen, dat ze noodzakelijk, dus goed is. Alleen geschiedde ze, en ge schiedt ze niet vlug en niet ruim genoeg, en zijn de prijzen dikwijls vél te hoog. RANTSOENEERINQ. Diezelfde Nederlandsche vrouwen moeten ook hier de noodzakelijk heid van begrijpen. Maar ze zien met erger nis, hoe ook hierbij herhaaldelijk veel te laat wordt ingegrepen we noemen b.v. nu weer vet en melk zoodat er eerst door de gegoeden te veel wordt opgekocht, of bij andere gelegenheden te veel werd uitgevoerd. DISTRIBUTIE EN RANTSOENEERINQ. De Nederlandsche vrouwen, als boven bedoeld, zullen goed doen met de meeste klem te blijven aandringen, dat er snel en doelmatig wordt gedistribueerd en gerantsoeneerd, opdat dezen winter de arbeidersklasse niet nog nader dan vóór dien met den honger zal kennis maken. C. POTHUIS-SMIT De Gemeentelijke Centrale-Keuken Een van de middelen in dezen crisistijd, toegepast om de huisvrouwen de noodzake lijke last, haar door de omstandigheden op gelegd, te verlichten, is het verstrekken van levensmiddelen in bereiden toestand. Hier door wordt ineens tegemoet gekomen aan de moeilijkheid om de benoodigdheden voor het hoofdmaal te verkrijgen en tegelijkertijd wordt door de groote hoeveelheden, die ineens gekookt worden, een besparing van levens middelen verkregen met een belangrijk min der gas- en brandstofverbruik. In een kleine plaats als Wormer bijv. verkreeg men op dagen, dat centraal gekookt werd 50 a 60 pCt. gasbesparing. In Amsterdam wordt op stoom gekookt. Deze stoom wordt door de Electrische Centrale geleverd, die voor haar bedrijf de allerslechtste kolen kan gebruiken, waardoor de brandstofbesparing nog belang rijker is. De Amsterdamsche huismoeder stond in den beginne nog wat huiverig tegenover de Centrale Keuken. De drang der tijden, maar ook de ondervinding, dat het geleverde eten voldoet aan alle te stellen eisenen, deed de keuken hoe langer hoe meer afnemers ver krijgen. Bij de opening in Mei bedroeg het aantal te leveren porties vier- tot vijfduizend per dag. In de warme zomerdagen liep dit cijfer iets terug door de mindere behoefte aan warm voedsel en de goedkoope zomergroenten. Nu buiten de gerantsoeneerde artikelen de z. g. vrije levensmiddelen hoe langer hoe schaarscher worden, de brandstof allerspaarzaamst wordt toegemeten, loopt het aantal porties dagelijks door de Centrale Keuken te leveren, met honderden naar boven. De laatste weken wordt van de Amster damsche Keuken bijna volle capaciteit ge vraagd, dat wil zeggen een afname, varieerend van tien tot dertienduizend porties per dag. De te verwachten grootere toeloop in den a.s. winter, deed het bestuur de noodige ketels bestellen om een capaciteit te berei ken van 27000 porties bfj eenmaal koken per dag, terwijl hier dan nog bijkomen 10000porties vandenieuw gebouwde Joodsch ritueele keuken. Bij tweemaal distribueeren (12 uur en 5 uur) is dit cijfer op te voeren tot 75.000 porties per dag. Wanneer hiermede in de behoefte niet kan worden voorzien, dan ligt reeds het materiaal aan de fabrieken gereed om een bijna even groote inrichting naast de reeds bestaande Gemeentelijke Keuken te doen verrijzen. Bij de samenstelling der menu's wordt naast voedingswaarde in de eerste plaats rekening gehouden met den smaak van het publiek door zooveel mogelijk bekende gerechten te bereiden. De boven genoemde grootere toeloop der laatste weken Schemeruur Er is in deze weken geloof ik geen tak van rantsoeneering, die meer ter sprake komt dan de rantsoeneering van onze verlichting. In Augustus ging 't nog. De avonden waren nog tamelijk lang en de scholen hadden vacantie. Toen kwam 't er 's avonds zoo niet op aan en gaf het huiswerk-maken nog geen hoofdbreken. Dat maakte dat we er nogal tamelijk wel doorheen rolden. Maar September.... October 't gaat ons hoe langer hoe meer benauwen. Het huiswerk is weer aan den gang, zelf kunnen we onze rustige avonduren ook zoo goed gebruiken, de zomertijd behoort tot het verleden, alle dingen werken mede om ons het beknibbelen op licht geducht te doen voelen. We moeten allerlei middelen beden ken om de lamp 's avonds nog maar wat non-actief te laten. Wie nog kaarsen of patentolie heeft bewaard of wat petroleum opgezameld, is huiverig om den kleinen voorraad nu reeds te gaan aanspreken, want 't kan nog zooveel erger worden. Nu het uurtje van licht opsteken zooveel mogelijk wordt verschoven, keeren we als in zooveel andere opzichten terug tot den ouden tijd. Het schemeruurtje komt weer, noodgedwongen, in de mode. Wij menschen van den nieuwen tijd hadden het veel te druk om te schemeren en de kinderen vonden het vervelend. Eigenlijk kenden ze dat uurtje alleen van hooren zeggen of als titel van Alcotts boek In het Schemeruur". Daar ligt iets aantrekkelijks in dien titel en onwillekeurig denkt men er bij aan een gezellige grootmoeder, die sprook jes vertelt en aan een open haard met brandende eikenblokken, waar de vlammen grillig doorheen spelen Nu, wat die haard betreft, die zal van den winter bij velen wel weer herleven. Maar de ver tellende grootmoeder is zoo maar niet te tooveren ! De Amsterdammer" van Nellv Rodpnheim Hoe de zorgelooze krekel met zingen den tijd besteedt, En de nijvere mier den voorraad in huis te brengen weet itmimiiiuiinmniiiiinHiiiiiii houdt ten naaste verband met het vermin derde broodrantsoen en de groote vetschaarschte. Het wordt voor de arbeiders en daarmede economisch gelijk te stellen gezin nen hoe langer hoe moeilijker den hoofd maaltijd te koopen en te bereiden. In de vijf maanden, dat de keuken te Amsterdam bestaat, hebben wij reeds meer malen moeten ondervinden, dat zelfs de prijs van 12 cents per portie voor een breede laag der bevolking nog te hoog is. Tal van gezinnen zijn niet bij machte lederen dag warm voedsel te bekostigen. Men vrage zich eens af, welk voedsel in die gezinnen werd gebruikt, voor dat de Gemeentelijke Centrale Keuken hen ten minste eenige keeren per week voor zoo'n lagen prijs kon helpen aan een voldoend warm en smakelijk maal. Na eenige maanden van practisch werk staat dit voor ons wel vast, dat hen, die in deze buitengewoon moeilijke tijden over het echt Hollandsch bezwaar, om uit de communis tische pot" te eten, willen heenstappen en' van dezen maatregel van overheidswege willen gebruik maken, een zware last van de schouders is genomen, waardoor zij in staat zijn hun gezin voor lageren prijs beter voedsel te verschaffen en tegen ondervoeding te bewaren. Naar onze overtuiging is het instituut der Centrale Keuken bezig zich een blijvende plaats in ons maatschappelijk huishouden te veroveren. Indien dit inzicht juist zal blijken, dan kan van deze instelling later gesproken worden als van een stuk cultuur. ontstaan in dezen tijd van menschenmoord. Een stuk cultuur vooral dan, wanneer de Centrale Keuken niet is een prrficuliere lief dadigheidsinstelling, maar een uiting van overheidszorg, waarmede tegelijkertijd de blijvende strijd zal worden aangebonden tegen het groote gevaar: de ondervoeding". A CONTENT Gelukkig behoeft men nu juist geen groot moeder te zijn om te kunnen vertellen en waar iemand in huis die kunst machtig is, daar zal het schemeruur nooit te lang vallen. Goed vertellen is een kunst, die sommigen van nature eigen is, maar die ieder, ook met geringen aanleg bedeeld, kan ontwik kelen door oefening. Alle kleine kinderen houden van verhaaltjes vertellen. Zij zijn goede proefkonijn!jes voor wie zich wil oefenen. Ze stellen nog geen hooge eischen en zijn niet zoo critisch aangelegd als de oudere zusjes en broertjes. Een klein ver haaltje, liefst met een grapje, dat we zelf goed kennen en dus vlot kunnen weergeven, slaat al gauw in. Langzamerhand klimmen we dan op; zoo ergens dan geldt hier: al doende leert men. Er bestaat een aardig Engelsen boekje, Stories and Story-telling", van Prof. St. John. Daarin vindt men allerlei wenken voor hen, die willen leeren vertellen. Een weerklank er van is te vinden in het niet lang geleden verschenen boekje de Kunst van Vertellen", door den heer J. Kruijt Jr. geschreven, waarin bovendien nog heel wat behartigenswaardige wenken uit eigen ondervinding worden gegeven. Spelletjes om met kinderen in het scheiii iliiiin iiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMtiiiiim meruur te doen, zijn er legio; eigenaardig alweer, dat de men zou haast zeggen eeuwenoude spelletjes als de koopman uit Parijs" en dergelijke, de meest gelief koosde blijven. Wil men er een kaars of Verkadelichtje aan wagen, dan is er nog een ouderwetsch amusement, dat nu weer opgeld kan doen: de Chineesche schim. Een geraamte van vier latten, bespannen met een lap wit katoen, opgezet tusschen een paar zware boeken, poppetjes van papier gelijmd op dunne stokjes klaar is Kees. De voorbereiding, 't teekenen en uitknippen van de figuurtjes geeft op vrije middagen aan de ouderen een prettige be zigheid. We behoeven het talent van Ko Doncker niet te bezitten om ons klein publiek te voldoen. En wie de kunst van vertellen geleerd heeft, zal geen gering aandeel leveren in het succes van het schimmenspel. A. DE GRAAF F WüPPERMANN ZOO DOE IK Raadgevingen van vrouwen aan vrouwen Deze rubriek staat open voor vrouwen uit alle standen der maatschappij. Alle medewer king wordt zeer op prijs gesteld. Verzoeke de inzendingen als hieronder te stellen. Ik stelde mijn ouderwetsche mahonie houten theestoof in dienst van de gasbe sparing, nam de koperen inzetbak er uiten gebruikte die apart. Beide bakken voorzag ik rondom",?van binnen en op den bodem van een soort omgekeerde tea-cosy, gevuld met papier snippers, passend voor den trekpot. Een carton of passend plankje werkte ik tot kus sentje op, het wordt met strikken erop vastgebonden. Ik nam fleurig frisch cretonne, het theepotnestje staat heusch aardig. De koperen bak maakte ik op de zelfde wijze in orde, ik heb dus nog een geschikt nestje om aan de koffietafel de melkkoker in te zetten, in de andere bak plaats ik dan de koffiepot zonder filter. Ik ga om zuinigheid te bevorderen mij aanwennen zelf wat meer naar de keuken te loopen en daar nota te nemen, of soms het gas onnoodig brandt. Bij 't gascomfoor leg ik een practische zelfaansteker (in alle huishoudelijke zaken te koop). Lucifers stop ik zoo poed mogelijk weg! Ik wil erop ietten dat't af .vaschwater slechts warm genoeg wordt om ermee te af wasschen. We stellen ons in huis tevreden met een eenvoudig, maar goed middagmaal. We ge bruiken liever geen soep vooraf en geen toetjes, maar we gebruiken ook geen min derwaardige ingrediënten. Voor ons lichaam kan niets te goed zijn. Slechte voeding bevordert de maagkwalen. Ik gebruik een klein tangetje om een afgebrande lucifer vast te houden en hem boven de gasiamp nog eens aan te steken. Ik gebruik reepjes van oude briefkaarten om boven de gasiamp aan te steken als ik 's avonds een lucifer mott gebruiken. Ik koop voor 5 a 10 et. lijnolie om de zolen van mijn laarzen te besmeren, daar door wordt de zool veel sterker. Het beste is 's avonds de zool in te smeren en den geheelen nacht te laten drogen, de zool naar boven gekeerd. Dit om de drie dagen herhalen. Ik verzamel wilde kastanjes, laat die drogen, schil ze en kook ze daarna tot een brijachtige massa. Deze pap is zeer geschikt als zeep om gekleurde stoffen te wasschen. * * Onzen hartelijken dank aan allen die medewerken om in deze rubriek voort te helpen. Verzoeke alle stukken voor de rubriek Voor Vrouwen" in te zenden Koninginneweg 93, Haarlem. iiiiiiimiiiiitiiiiicmimiiitiiitiiuiiii imitniimiiiiitiii TER WEE THEE ZAANDAM uerzame/f cfe JU. gekleurde fofo'sin het Qlbum

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl