De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 20 oktober pagina 4

20 oktober 1917 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

, 20 Oct. '17. No. 2104 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Brandje stichten*»* (t/tf het leven), _? |* "?Wil jullie wel eens maken, dat je weg komt," klonk het barsche bevel van het dienstmeisje tot een tioepje ondeugende jongens, die bezig waren achter het hek van Jen tuin van ons ziekenhuis een vuurtje te stoken. Een stortvloed van scheldwoorden en zand kreeg ze tot eenigantwoord, zoodat ze maar wijselijk het hazen pad koos. Van af de bank, waarop ik gezeten was, sloeg ik dit tafreeltje gade. Nadat ik het vlamtnelje hoog had zien oplaaien, trad ik op ze toe, met de volgende woorden. Wat stoken jullie daar een prachtig vuurtje. Ja en Jan kan het altijd het mooiste, het komt wel eens zoo hoog als een mensen" zelde Piet, de oudste van de kleuters. Van den omvang van het kwaad dat hij zou kunnen veroorzaken geheel onbewust, keek me de 9-jarige jan vol moed, vql trots, ver trouwelijk In de oogen. En nou ganen we altijd achter het hek van een weiland, dat de pelitie ons niet ziet, want die pakt ons mee, en dan bin ik vanavond niet bij moeder en moeder kan Joepie en Miesje niet naar bed brengen, want moeder is ziek en vader is" hier stroomden de tranen hem plotseling over de wangen. Is vader dood," vroeg ik, het arme ventje vol deernis beschouwende. Hij mag 't niet zeggen" zei Piet alweer, die als 10-jarige het troepje zoo wat scheen te leiden, ik bad begrepen, en de trouwe oogen waarmede de kleine Jan me had aangekeken, toen ik zijn werk prees, en het verdriet, dat hij zoo spontaan geuit had, toen hij aan zijnen vader herinnerd werd, deden me verlangen wat n aders omtrent het ventje te weten te komen, om zoo mogelijk hem te helpen. Hrj vertelde me nu, dat zijne moeder ziek was geworden van den schrik, toen zijn vader door de politie was gehaald geworden... maar vader is niet slecht, die gemeene Janus heit alles gelogen en wanneer vader over 2 jaar thuis komt, gaat hij weer voor ons werken, seit moeder, en dan moeten we weer net zooveel van hem houden als vroe ger, en dan gaat vader een wagentje maken voor Miesje, dan kan Miesje weer uitgaan, want Miesje heeft lamme beentjes, en nu kan Miesje nooit uit. En moet jij nu Miesje naar bed brengen, en'je ziek moedertje helpen om gauw weer beter te worden T' Dat doen ik eiken avond, en dan mag moeder gauw weer opstaan." Maar weet je nu" vroeg ik, dat daar ginds in dat houten gebouw, dat daar tegen het hek staat, zooveel zieke moedertjes liggen, die ook Jantjes n Miesjes en Jopies hebben, die o zoo graag zouden willen, dat moedert/e befer wordt, en wanneer jij nu een brandje stookt, en dit bereikt het houten gebouwtje, dan zouden die moedertjes niet weg kunnen loopen, en allemaal verbranden, en dan zouden die kindertjes" Terwijl ik hem aldus toesprak was hij steeds bezig met zijne voetjes het vuurtje te dooven. Jfl zoudt ook kunnen verbranden", ging ik voort, en dan zou er weer niemand zijn, die moedertje en Miesje hielp, en dat zou je toch niet willen." Nei, zei Piet, want meester zeit altijd, dat Jantje zoo goed leert, en dat hij gauw moet zorgen, om voor moeder geld te ver dienen, en Jantje krijgt altijd, as de heeren kommen, een extra prijs, en nou heit hij de mooie bal aan Miesje gegeven, omdat Miesje nooit op straat kan. Jantje vertelde verder, dat Miesje 2>i jaar oud was, en joopie 4 en dat hij o zooveel van ze hield, dat de bal zoo groot was, dat Miesje ze haast niet dragen kon, en dat hij eiken avond eer ze naar bed ging twee zoenen van der kreeg voor de mooie bal. En waarom hebben ze vader nu gehaald f" vroeg ik, alhoewel het me leed deed, dit punt weer te moeten aanroeren. Vader had met centen gespeeld, en nou had die gemeene Janus gezeit: Vader had valsch gespeeld, en daar was niks van an, en nou moest vader 3 jaar in de gevangenis, AFSCHEIDS-VOORSTELLING VAN Mevr. LOUISE v. KORLAAR-v. DAM 31 OCTOBER STADSSCHOUWBURG Er ligt iets weemoedigs in het woord afscheid." Men neemt afscheid,'' d.w.z. men verbreekt zekere -banden banden, die dan eens soepel waren als fluweelen koordjes, die ons los en luchtig en teeder omstrengeld hielden, maar d;m ook weer ons knelden, zóó, dat men zich met een schreeuw zou willen losrukkfn. Eindelijk staat men voor de verbreking, voor het afscheid, voor een fait accompli. Dat stemt weemoedig! En zoo staat dan' nu het Amsterdamsche publiek voor het feit, dat de sympathieke .omdat vader gelogen had bij God, en dat was heel erg had de dominee geselt, en nou woont oome Chris ook op de trap, en die zeit: brood motten jullie hebben, al gane de kinderen in lompen en als moeder beter is, en ik nog niet groot ben, zal moeder werken gaan, en dan gaat moeder voor Paschen mooie pakjes voor ons maken, heeft ze beloofd, en dan gaan ik het nooit andoen, en als vader dan thuis mag komen, ga ik hem met mijn mooie pakje halen." Had dat jongetje, dat zoo fijn voelde, dan dat grove standje van het dienstmeisje ver diend? Moed, goedheid, ouderliefde, broeder liefde, werkzaamheid, eergevoel, hulpvaar digheid, wat al goede hoedanigheden waren niet in dat havelooze Jantje aanwezig, die helaas zooals vele Jantjes, en zooals Jantjes vader, misschien later de gevangenis zouden betreden, alleen en uitsluitend omdat ze slecht geleid, tot het slechte verleid en door nijpende armoede er toe gebracht worden bij het spel het geluk te beproeven. Laten we alles voor die arme, goed aanlegde kinderen doen want juist deze zijn zoo zeker te helpen. Laten we die kinderen van de straat af halen en het goede wat hun op school wordt voorgehouden, ook na het verlaten van de school doen voorhouden, in de zegenrijke tehuizen voor de jeugd, in die schoone nuttige inrichtingen,/ door Freuie Boddeart in het leven geroepen, die de oorzaak van het verloren gaan van die goede zieltjes zoo juist begrepen heeft. Laten we maar we hebben zooveel duizenden Jantjes, die brandje stichten en helaas maar eenige tehuizen met plaats voor 72 kinderen. Komt helpt mede om ze te stichten, in elke volkrijke buurt. Ze moeten overal verrijzen en laten wij bevoorrechten, die onze kinderen zoo gelukkig kunnen be hoeden tegen de gevaren, waaraan ze zijn blootgesteld onze gave doen toestroomen aan het comitédat zich uit de Vereeniging Van Kinderen voor Kinderen" heeft gevormd en den feestavond heeft georganiseerd op 3 November a.s. (Presidente Mej. J. Ophorst, Stadhouderskade 151, Amsterdam.) E. W. ASSCHER Jfftl lllUmmiJJJIJimiIlllilJJHJIJIIIjniJlllllinMMMMUHlMlIIIIIMMnlIIIM Babbeltjes met teekeningen van Martha Joustra We staan telkens opnieuw voor het feit, dat soms overdrijf ik? voor een deel onzen dierbaren zielsrust, en zelfs onze naasten-liefde beheerscht! De keuze van een nieuwen hoed. Wie zich niet oneindig veel beminnelijker voelt, wanneer zij van onder een schilder achtig opgezetten chapeau dit wereldje in kijkt, dan wanneer een versmaad kiepje'1 haar schedeltje drukt, die stüre me haar visitekaartje. Een groot schrijver heeft eens gezegd, dat de woede, die een dame bevangt, wanneer ze in een theater haar hoofddeksel moet afzetten, zeer verklaarbaar is. Ce n'est pas son chapeau qu'elle quitte, mais souvent: son sang-froid, sa gaité, son tact, sa confiance en soi". Voor het aanstaande seizoen is de ge melde steun tot zelfvertrouwen," in ver schillende aangename modellen en modelletjes aanwezig. Hoofdvereischte van den nieuwen hoed lijkt te zijn: zich meer dan ooit aan te sluiten bij den lijn van den hals , of den mantclkraag, n , diep in de oogen geplaatst, een rand van schaduw te werpen over oogen en gezicht. Dit schaduw-randje hebben we reeds dezen zomer zien worden.'1 Denk aan de korte voiletjes, die niet verder dan, even beneden de oogen daalden. IIIIIIII1IIIIIIIIIIMIIIM1IIIIIIIIMU tooneelspeeJster Mevrouw van Korlaar, af scheid neemt van het Tooneel. Mevrouw van Korlaar stamt niet van een artisten-familie, maar reeds als klein kind nam ze alies wat om haar heen gebeurde in zich op en verwerkte dit tot groote fan tastische" gebeurtenissen. Toen zij zes jaar was, logeerde zij eens bij haar oom, den acteur Nuggelmans in den Haag en die nam haar op een goeden avond mede naar de comédie! Met schitterende oogen in het opgewon den gezichtje volgde zij het stuk waarin eene actrice in het water sprong, uitroepende Vaarwel, schoone wereld!" De kleine Louise was er zóó door ge troffen, dat zij thuis gekomen botweg over de canepésprong en met haar hoog kinder stemmetje gilde: Vaarwel, schoone wereld, vaarwel!' Dan weer inspireerde de negerhut van Oom Torn haar zóó, dat zij het gedeelte waar Elise door den marque over de ijs schotsen vervolgd werd, thuis in scène zette. Alle stoelen, stoven, voetkussens, enz. wer den herschapen in ijsschotsen en wilde angst kreten uitstootend, dreef zij !die voorwerpen door de kamers. Haar Moeder werd vaak zóó door hare fantasie beangstigd, dat zij eens tegen een familitlid zei: wil je wel gelooven, ik word heusch akelig van dat kind omdat ze altijd maar in d'r eigen loopt te praten,1' Toen ze tien jaar was, voorspelde Ie Gras reeds: in dat kind zit 'n actricetje." Op haar dertiende jaar kwam zij aan de toenmalige Tooneelschool: het Nut van het Algemeen. Tjasink, die directeur was van den stads schouwburg, bracht haar bij mevrouw Cox, directrice van de Frederiksschool, maar die tevens doceerde aan de Tooneelschool. De eerste proef die Louise daar aflegde was niet direct geslaagd" want mevrouw Cox vond het fooi-leelijk" wat zij deed, maar voelde toch dat er bizondere qualiteiten aanwezig waren, dus werd zij toegelaten als leerling. Het gordijntje" is er nog, heeft zich echter thans aan de hoeden gehecht, in den vorm van geplooide, afneembare strookjes, die los rondom het gelaat, tot beneden het neustopje wapperen, . Of, alleen, en dit is 't geval bij de grootgerande Georgettemodelien, /een kastrandje" vertoonen, dat rondom afhangt als 'n geheimzinnig draperietje, waarachter de oogen zien en gezien worden. Aan hooge, toque-vormige bont-hoeden, v et krijg t de bewuste, geplooide lange strook, geheel .de allure" van een schoorsteenvalletje. Te voren is reeds verteld over de aan staande hoedmodellen. Thans de beurt aan de garneering. Ze is sober,?maar curieus l De groote breton en matelot-vormen, meest voorkomend in zwart, grijs, of beige, vilt, of velours prijken bijv, met: eene ge streepte lint-versierin*, die den bol omspant, waarop een koddig, plat strikje zich ver heft. Alsof ons hoofd een trekpotje, en onze hoed een tea-cosy ware, die er aan dat strikje moet worden afgewipt. Ook ont waart ge, tegen de vooral bóóge bollen , recht van voren een enkele strook kleine, platte fluweelen bloemen, in de vorm van lange gespen, die als 't ware om den bol het lint-ceintuur bijeen houden. Bonte kralen worden in dit geval ook veel gebruikt. Tot zoover de dakversiering" der groote hoeden. De kleinere vormen, met hunmatelot, klok-, of Engelschen koetsiershoed-fatsoen, manifesteêren mede een voorliefde voor het ornament recht van voren. Wat denkt ge van een portietje nagemaakte radijs, recht in het vizier, of van een bundeltje denneappels, of van een tros witte druiven, of een tweetal wiekjes; welk laatste sieraad u misschien, zooals 't een mijner kennissen gebeurde, den uitroep Hollandschespoor!" van een straatjongen bezorgt ? Dikwijls wordt verder, in de lint-plooien, die den bol omvatten, recht van voren een schuin ingeplante veer gestoken, alsof ge zeer dichterlijk verstrooid uw pen op een ongewone plaats hadt weggeborgen. Er zijn wijders, ruimgeplooide, volkomen randlooze toques (gedrapeerde en omge draaide vingerkommetjes, zou men zeggen), waarop zulk een veer recht naar boven is aangebracht. Iets waardoor 't hoofddeksel het beeld oproept van de coiffure van een held van Aimaidl Er is ook minder pief, paf-poef. Er zijn slanke, eng, om het hooïd sluitende vilten 1830-hoedjes. met diep over de oogen dalende rechten rand, die slechts een ruim gelegd lint behoeven, over den bijna onmerkbaren grenslijn tusschen den toegespitsten bol en den rand. Recht van voren, heel omhoog, Zij kreeg toen les van den regisseur Hamecher in plastiek en dansen en wel op de volgende interesante, verheffende wijze. De leerlingen moesten de armen in de zijde zetten en om dan duidelijk aan te geven in welke richting de danspassen gemaakt moesten worden, zong de regisseur: i /.t Eerst met je rug naar de bed - stei' toe, dan met je rug naar het kast-je toe, _*--* *?*~~J ~~* 1 1~"1 ?*- ' -±-:s--* dan weer je rug naar de bed-stef toe, ?*?" -t-"~ * """ *" dan met je rug naar de gla-zen! Men kan lichtelijk begrijpen welk een sug gestieve kracht uitging van deze methode!! In 1873 werd zij geëngageerd in Antwer pen bij Victor Driessens waar zij een jaar bleef. ' Daarna kwam zij in Rotterdam bij Albregt en van Ollefen. Zij trad daar op als Marcelle in de Demi-monde, Toen van 1876 tot 1881 bij Ie Gras. van Zuylen en Haspels; zij debuteerde als Lydia in de Danicheffs en speelde vervolgens: Suze" in vriend Frits, met Willem van Zuylen, Desdemona" in Othello, met Dirk en Jaap Haspels en Catharine Beersmans, Hanna" in Vorsten school, Lize" in AnaemievanPaassen. In de gevangen vogel" van Marcellus Emants, in Roofvogels" en Oranje Boven" van H. G. Roodhuijzen. Van 1881 tot 1890 in den kleinen schouw burg onder directie van Willem van Zuylen, zit dan, als een kapelletje op den hoed van Prikkebeen, een klein toefje fluweelen bloempjes, of een metaal-garnltuurtje. De groote, uitstaande, breede kragen op de moWieuze herfstmantels verlangen wel zér, terwille van den lijn, een oordeel kundig gekozen hoofddeksel! Boven deze formidabele kragen-breedheid nu, staat een der nieuwe, kleinere hoedmodellen met even opgeslagen rand, en ruimen baret-bol, bij uitstek smaakvol. Ook de fluweelen koks mutsen en de driekanten steekjes, met hun eenvoudige medaillonversiering boven het rechteroog, harmonieeren wel met de gezag hebbende kragen, die echler elke bijzon dere" hoedgarneering, daarboven uit den aard van hun magistrale kordaatheid" verbieden. Bij gekleede visite-toillétten, eventueel des middags zonder mantel gedragen, bij de nog altijd in de mode zijnde robesmanteaux, gaat niets boven den kleinen donkeren hoed, met de boven de bol uitrijzende, fllattecrende versiering van op staande, donkere, tule-plooien. Speciaal iets voor een vrouw met een markant geteekend gezicht, en vooral: een expressief profiel. Ook de avond-hoed wordt niet vergeten, hij is even practisch, als eenvoudig. Bij de de ruime (Spaansche) omslagcape-mantels met geborduurden schouderkraag, die men bij voorkeur kiest, om over een gekleede japon te dragen, wanneer men te voet naar een feestelijkheid gaat, behoort een klein rond turban-vormpje van effen kleurige zijde. Werkelijk niet meer dan een kapje, of dopje", dat diep over het haar daalt, en gratieus is door zijn, rondom den vlakken bol gelegd, viertal plooien. Desnoods, kan de cavalier, op de wandeling een pluimveer in zijn binnenzak meevoeren, die dan op de receptie mevrouwtje's hoedje kronen kan. De geste zal even ridderlijk zijn a!s sierlijk. YVONNE DE TESSAN Een mededeeling In een der benedenzaaltjes van het Nut van 't Algemeen, Zijlstraat te Haarlem, is op 't oogenblik tot 28 October een kleine tentoonstelling die een bezoek v/aard is. Jan Kreunen exposeert er teekeningen, recla meplaten, kaarten, verpakkingen, ontwerpen voor bedrukte stoffen als anderszins. Zijn ontwerpen voor kunst-naaldwerk zijn uitge voerd door Ita Mees. Een vijftigtal hand werken zijn op de tentoonstelling aanwezig, die fraai van uitvoering, alle de compositie door een juist gevoel voor kleur op haar voordeeligst doen uitkomen. De schikking der voorwerpen is zeer te loven, geen geringe verdienste bij een handweikexpositie. Het geheel werkt ondanks de sterke kleuren rustig, zoodat elk werk stuk tot zijn recht komt en gewaardeerd kan worden. Raadgevingen van vrouwen aan vrouwen Deze rubriek staat open voor vrouwen uit alle standen der maatschappij. Alle medewer king wordt zeer op prijs gesteld. Verzoeke de inzendingen als hieronder te stellen. Ik haal voor mijn meelbons van de broodkaarren bloem. lederen morgen vermeng ik n ons bloem met een half ons gruttemeel en n en een half ons rijstmeel, waarvoor ik regeeringsrijst t\vee maal door de koffie molen maal. Ik maak van dit alles met toe voeging van een weinig zout en ongeveer vier d.L. melk beslag, waarbij ik op 't laatst een kwart ons aangemengde gist voeg. Ik doe het beslag in een met slaolie ingesmeerde en met paneermeel bestrooide ponds cacaobus, kook die een half uur au bain Marie en zet dan alles, (de bus in 't water) nog acht a negen uur in de hooikist. Ik krijg zoo voor iedere meelbon, die ^ik van mijn broodkaatt afneem een broodje van zeven ons. Ik kook mijn karnemelkpap met gortemeel. Ik maal daarvoor regeeringsgort drie maal door de koffiemolen. De pap behoeft dan maar eenige minuten te koken, Ik gebruik onder de theemuts een gewatteerd mandje, waarin de thee uren warm blijft. Ik maal regeerinpsgort door de (eerst schoongemaakte) koffiemolen, 't Zoo ver kregen meel, met melk en iets zout aange maakt tot een beslag iets dikker dan voor gewone pannekoeken, levert smakelijke pan nekoekjes. Een kopje van dit meel op l Liter melk met zout geeft een smakelijke pap, haast niet te onderscheiden van de nu schaarsche havermout. Kan hee! goed in de hooikist. Mirwasch'de ontbijt- en dekoffieboelomin koud water me; een beetje soda. De messen veeg ik schoon met een papier. Melkkannen en vette pannetjes blijven staan tot s' avonds. ? Ik kook 's morgens niet alle melk, maar bewaar een deel tot half n. Dit gekookt is dan meteen warm voor koffie en chocola. Ik heb aan de huiskamer- en keukenkachel tusschen kachel en pijp een platte bak laten maken met n of twee kookgaten, naar de grootte van pannen en ketels, die ik er op denk te zetten. Ik kon daar net nog plaat ijzer voor krijgen, niet ieder zal even geluk kig zijn, denk ik. Ik wasch mijn drietal kinderen met n ketel kokend water, en toch zijn ze schoon. Ik zet dan in 't bad een groote waschkom, waarin ze beurtelings kunnen zitten en staan. Sponsen zeep spoel ik uit onder de badkraan, zoodat het wasch water niet vuil wordt. Voor ieder kind schoon water. * * * Onzen ha r f el ij k c» dank aan allen die medewerken om in deze rubriek voort te helpen. IIIIUMIIIimMIIIIIIIIIIJIIIIIIIIIimlIlimillllmlIll Illllllllllll Illlll Verzoeke alle stukken voor de rubriek Voor Vrouwen" in te zenden Koninginneweg: 93, Haarlem. iiii!ifi[i!niinfni(!(m(tff[i(ftnf nniiin '.nnnunititinimttiniKnnniniinntiiiituut TER WEE THEE ZAANDAM srzamaff de JS.gekleurde fofo'J'infietQ/hum ,DE WATERSNOOD 19S6 75 ets. later Alex Paassen en Co. Daar waren hare voornaamste rollen: Mathilde'' in een Gril van Musset, Cathérine" in de getemde Feeks, Lucy Watson" in de Wereld waarin men zien verveelt, Mme de Ris" in Praatzieke Vrouwen, Mme de Renat" in de Vonk van Pailleron. Toen verhuisde zij naar den TivoliSchouwburg, directie: de Vos en Van Korlaar, en speefde daar: HenrïHe" in de familie Kegge, van Willem van Zuylen, Lene" in onze Don Juans, Mevrouw Elostadt" in Hedda Gabter, Mevr. Lind" in Nora, Marg. Blom" in Fatsoen van Marcellus Emants, Mevr. Bentheï'm" in Lotos van M. Constant, enz. enz. Vijf jaar later kwam zij aan het Nederlandsch Tooneel in het emplooi van mevrouw Stoetz en speelde daar in het begin, in een Kriezis" en in Fantasie" van Marcellus Emants, Tante Truus" in de Veroveraar", Mme Permelle" in Tartuffe, Frosine" in de Vrek, Bélise" in geleerde Vrouwen, Zipser" in de Ster, de Rio Zaïs" in Dora van Sardou en in tal van nieuwere Fransche blijspelen, zooals: Historisch kasteel, Miquetteen haar moeder, Jaloersch, de controleur van de slaapwagens, e.a. Haar overgroote bescheidenheid zal wel rnède oorzaak zijn geweest, dat zij in den lateren tijd niet diéplaats innam aan het Nederlandsch Tooneel waarop zij volgens haar talent en eigenlijk ook wel een beetje als Vrouw van den Directeur" recht had. Hoe het ook zij en welke beweegredenen er toe hebben geleid, dat Mevrouw van Korlaar reeds nu meent het Tooneel te moeten verlaten wij kunnen ze niet be- of ver-oordeelen, wij hebben ze eenvou dig te eerbiedigen! Als afscheidsvoorstelling is gekozen: de Candidatuur van Bommel, waarin Mevrouw van Korlaar optreedt als Julia van Bommel, en voor het laatst dan zal de groote natuur lijkheid in haar spel ons frappeeren en boeien. Die groote natuurlijkheid en de manier waarop zij een pittig gezegde of een Louise v. Kotlaar?v. .Dam pl.m. 7 jaar 10 jaar hatelijkheidje" weet te lanceeren, behooren tot haar beste qualiteiten. Zooals zij b.v. in de Candidatuur van Bommel waar Julia niets liever wil dan dat haar man de candidatuur aanneemt, in fijn raffinement hem voortdurend taquineert, gelijk gevend dat hij niét accepteert, eindelijk op zijn aangehifste vraag: en waarom dan niet?" op dood-laconieke wijze zegt: allereerst, m'n beste, omdat je voor kamerlid te lui bent," daarbij houdt alle tooneelspel op, dat zs de vrouw uit het dagelijksch leven. En nog meer dan naar de kunstenares gaat mijn sympathie uit naar haar als vrouw, als moeder! Hoe heb ik haar bewonderd in dagen van nameloos leed, waar zij hoog-uit ging boven de droefheid en nog troost en steun wist te brengen in haar omgeving! Moge ons Publiek haar het laatste optre den tot een onvcrgetelijken avond maken. Wenn die Glocken der Erinnering lauten, wird es Sonntag i m Herzen." Welnu, dat het dan in latere jaren, wan neer Moesje" van Korlaar terug denkt aan den een-en-dertigsten October 1917, steeds zal zijn : Sonntag in ih-em fferzen!'1 HEN RIK T TE ROL i.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl