Historisch Archief 1877-1940
, 20 Oct. '17. No. 2104
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Brandje stichten*»*
(t/tf het leven), _? |*
"?Wil jullie wel eens maken, dat je weg
komt," klonk het barsche bevel van het
dienstmeisje tot een tioepje ondeugende
jongens, die bezig waren achter het hek
van Jen tuin van ons ziekenhuis een vuurtje
te stoken. Een stortvloed van scheldwoorden
en zand kreeg ze tot eenigantwoord, zoodat
ze maar wijselijk het hazen pad koos.
Van af de bank, waarop ik gezeten was,
sloeg ik dit tafreeltje gade. Nadat ik het
vlamtnelje hoog had zien oplaaien, trad ik
op ze toe, met de volgende woorden. Wat
stoken jullie daar een prachtig vuurtje.
Ja en Jan kan het altijd het mooiste, het
komt wel eens zoo hoog als een mensen"
zelde Piet, de oudste van de kleuters. Van
den omvang van het kwaad dat hij zou
kunnen veroorzaken geheel onbewust, keek
me de 9-jarige jan vol moed, vql trots, ver
trouwelijk In de oogen.
En nou ganen we altijd achter het hek
van een weiland, dat de pelitie ons niet
ziet, want die pakt ons mee, en dan bin ik
vanavond niet bij moeder en moeder kan
Joepie en Miesje niet naar bed brengen,
want moeder is ziek en vader is" hier
stroomden de tranen hem plotseling over
de wangen.
Is vader dood," vroeg ik, het arme ventje
vol deernis beschouwende. Hij mag 't niet
zeggen" zei Piet alweer, die als 10-jarige
het troepje zoo wat scheen te leiden, ik bad
begrepen, en de trouwe oogen waarmede
de kleine Jan me had aangekeken, toen ik
zijn werk prees, en het verdriet, dat hij zoo
spontaan geuit had, toen hij aan zijnen
vader herinnerd werd, deden me verlangen
wat n aders omtrent het ventje te weten te
komen, om zoo mogelijk hem te helpen.
Hrj vertelde me nu, dat zijne moeder ziek
was geworden van den schrik, toen zijn
vader door de politie was gehaald geworden...
maar vader is niet slecht, die gemeene Janus
heit alles gelogen en wanneer vader over
2 jaar thuis komt, gaat hij weer voor ons
werken, seit moeder, en dan moeten we
weer net zooveel van hem houden als vroe
ger, en dan gaat vader een wagentje maken
voor Miesje, dan kan Miesje weer uitgaan,
want Miesje heeft lamme beentjes, en nu
kan Miesje nooit uit.
En moet jij nu Miesje naar bed brengen,
en'je ziek moedertje helpen om gauw weer
beter te worden T'
Dat doen ik eiken avond, en dan mag
moeder gauw weer opstaan."
Maar weet je nu" vroeg ik, dat daar
ginds in dat houten gebouw, dat daar tegen
het hek staat, zooveel zieke moedertjes
liggen, die ook Jantjes n Miesjes en Jopies
hebben, die o zoo graag zouden willen, dat
moedert/e befer wordt, en wanneer jij nu
een brandje stookt, en dit bereikt het houten
gebouwtje, dan zouden die moedertjes niet
weg kunnen loopen, en allemaal verbranden,
en dan zouden die kindertjes"
Terwijl ik hem aldus toesprak was hij
steeds bezig met zijne voetjes het vuurtje
te dooven.
Jfl zoudt ook kunnen verbranden", ging
ik voort, en dan zou er weer niemand zijn,
die moedertje en Miesje hielp, en dat zou
je toch niet willen."
Nei, zei Piet, want meester zeit altijd,
dat Jantje zoo goed leert, en dat hij gauw
moet zorgen, om voor moeder geld te ver
dienen, en Jantje krijgt altijd, as de heeren
kommen, een extra prijs, en nou heit hij de
mooie bal aan Miesje gegeven, omdat Miesje
nooit op straat kan.
Jantje vertelde verder, dat Miesje 2>i jaar
oud was, en joopie 4 en dat hij o zooveel
van ze hield, dat de bal zoo groot was, dat
Miesje ze haast niet dragen kon, en dat hij
eiken avond eer ze naar bed ging twee
zoenen van der kreeg voor de mooie bal.
En waarom hebben ze vader nu gehaald f"
vroeg ik, alhoewel het me leed deed, dit
punt weer te moeten aanroeren.
Vader had met centen gespeeld, en nou
had die gemeene Janus gezeit: Vader had
valsch gespeeld, en daar was niks van an,
en nou moest vader 3 jaar in de gevangenis,
AFSCHEIDS-VOORSTELLING
VAN
Mevr. LOUISE v. KORLAAR-v. DAM
31 OCTOBER STADSSCHOUWBURG
Er ligt iets weemoedigs in het woord
afscheid." Men neemt afscheid,'' d.w.z.
men verbreekt zekere -banden banden,
die dan eens soepel waren als fluweelen
koordjes, die ons los en luchtig en teeder
omstrengeld hielden, maar d;m ook weer
ons knelden, zóó, dat men zich met een
schreeuw zou willen losrukkfn. Eindelijk
staat men voor de verbreking, voor het
afscheid, voor een fait accompli. Dat stemt
weemoedig!
En zoo staat dan' nu het Amsterdamsche
publiek voor het feit, dat de sympathieke
.omdat vader gelogen had bij God, en dat
was heel erg had de dominee geselt, en nou
woont oome Chris ook op de trap, en die
zeit: brood motten jullie hebben, al gane
de kinderen in lompen en als moeder beter
is, en ik nog niet groot ben, zal moeder
werken gaan, en dan gaat moeder voor
Paschen mooie pakjes voor ons maken,
heeft ze beloofd, en dan gaan ik het nooit
andoen, en als vader dan thuis mag komen,
ga ik hem met mijn mooie pakje halen."
Had dat jongetje, dat zoo fijn voelde, dan
dat grove standje van het dienstmeisje ver
diend? Moed, goedheid, ouderliefde, broeder
liefde, werkzaamheid, eergevoel, hulpvaar
digheid, wat al goede hoedanigheden waren
niet in dat havelooze Jantje aanwezig, die
helaas zooals vele Jantjes, en zooals Jantjes
vader, misschien later de gevangenis zouden
betreden, alleen en uitsluitend omdat ze
slecht geleid, tot het slechte verleid en door
nijpende armoede er toe gebracht worden
bij het spel het geluk te beproeven. Laten
we alles voor die arme, goed aanlegde
kinderen doen want juist deze zijn zoo zeker
te helpen.
Laten we die kinderen van de straat af
halen en het goede wat hun op school wordt
voorgehouden, ook na het verlaten van de
school doen voorhouden, in de zegenrijke
tehuizen voor de jeugd, in die schoone
nuttige inrichtingen,/ door Freuie Boddeart
in het leven geroepen, die de oorzaak van
het verloren gaan van die goede zieltjes
zoo juist begrepen heeft.
Laten we maar we hebben zooveel
duizenden Jantjes, die brandje stichten en
helaas maar eenige tehuizen met plaats voor
72 kinderen. Komt helpt mede om ze te
stichten, in elke volkrijke buurt. Ze moeten
overal verrijzen en laten wij bevoorrechten,
die onze kinderen zoo gelukkig kunnen be
hoeden tegen de gevaren, waaraan ze zijn
blootgesteld onze gave doen toestroomen
aan het comitédat zich uit de Vereeniging
Van Kinderen voor Kinderen" heeft gevormd
en den feestavond heeft georganiseerd op
3 November a.s. (Presidente Mej. J. Ophorst,
Stadhouderskade 151, Amsterdam.)
E. W. ASSCHER
Jfftl lllUmmiJJJIJimiIlllilJJHJIJIIIjniJlllllinMMMMUHlMlIIIIIMMnlIIIM
Babbeltjes
met teekeningen van Martha Joustra
We staan telkens opnieuw voor het feit,
dat soms overdrijf ik? voor een deel
onzen dierbaren zielsrust, en zelfs onze
naasten-liefde beheerscht! De keuze van een
nieuwen hoed.
Wie zich niet oneindig veel beminnelijker
voelt, wanneer zij van onder een schilder
achtig opgezetten chapeau dit wereldje in
kijkt, dan wanneer een versmaad kiepje'1
haar schedeltje drukt, die stüre me haar
visitekaartje. Een groot schrijver heeft
eens gezegd, dat de woede, die een dame
bevangt, wanneer ze in een theater haar
hoofddeksel moet afzetten, zeer verklaarbaar
is. Ce n'est pas son chapeau qu'elle quitte,
mais souvent: son sang-froid, sa gaité, son
tact, sa confiance en soi".
Voor het aanstaande seizoen is de ge
melde steun tot zelfvertrouwen," in ver
schillende aangename modellen en
modelletjes aanwezig. Hoofdvereischte van den
nieuwen hoed lijkt te zijn: zich meer dan
ooit aan te sluiten bij den lijn van den
hals , of den mantclkraag, n , diep in
de oogen geplaatst, een rand van schaduw
te werpen over oogen en gezicht. Dit
schaduw-randje hebben we reeds dezen
zomer zien worden.'1 Denk aan de korte
voiletjes, die niet verder dan, even beneden
de oogen daalden.
IIIIIIII1IIIIIIIIIIMIIIM1IIIIIIIIMU
tooneelspeeJster Mevrouw van Korlaar, af
scheid neemt van het Tooneel.
Mevrouw van Korlaar stamt niet van een
artisten-familie, maar reeds als klein kind
nam ze alies wat om haar heen gebeurde
in zich op en verwerkte dit tot groote fan
tastische" gebeurtenissen.
Toen zij zes jaar was, logeerde zij eens
bij haar oom, den acteur Nuggelmans in
den Haag en die nam haar op een goeden
avond mede naar de comédie!
Met schitterende oogen in het opgewon
den gezichtje volgde zij het stuk waarin
eene actrice in het water sprong, uitroepende
Vaarwel, schoone wereld!"
De kleine Louise was er zóó door ge
troffen, dat zij thuis gekomen botweg over
de canepésprong en met haar hoog kinder
stemmetje gilde: Vaarwel, schoone wereld,
vaarwel!'
Dan weer inspireerde de negerhut van
Oom Torn haar zóó, dat zij het gedeelte
waar Elise door den marque over de ijs
schotsen vervolgd werd, thuis in scène zette.
Alle stoelen, stoven, voetkussens, enz. wer
den herschapen in ijsschotsen en wilde angst
kreten uitstootend, dreef zij !die voorwerpen
door de kamers.
Haar Moeder werd vaak zóó door hare
fantasie beangstigd, dat zij eens tegen een
familitlid zei: wil je wel gelooven, ik word
heusch akelig van dat kind omdat ze altijd
maar in d'r eigen loopt te praten,1'
Toen ze tien jaar was, voorspelde Ie Gras
reeds: in dat kind zit 'n actricetje."
Op haar dertiende jaar kwam zij aan de
toenmalige Tooneelschool: het Nut van het
Algemeen.
Tjasink, die directeur was van den stads
schouwburg, bracht haar bij mevrouw Cox,
directrice van de Frederiksschool, maar die
tevens doceerde aan de Tooneelschool. De
eerste proef die Louise daar aflegde was
niet direct geslaagd" want mevrouw Cox
vond het fooi-leelijk" wat zij deed, maar
voelde toch dat er bizondere qualiteiten
aanwezig waren, dus werd zij toegelaten
als leerling.
Het gordijntje" is er nog, heeft zich echter
thans aan de hoeden gehecht, in den vorm
van geplooide, afneembare strookjes, die
los rondom het gelaat, tot beneden het
neustopje wapperen, . Of, alleen, en dit
is 't geval bij de grootgerande
Georgettemodelien, /een kastrandje" vertoonen, dat
rondom afhangt als 'n geheimzinnig
draperietje, waarachter de oogen zien en gezien
worden.
Aan hooge, toque-vormige bont-hoeden,
v et krijg t de bewuste, geplooide lange strook,
geheel .de allure" van een
schoorsteenvalletje.
Te voren is reeds verteld over de aan
staande hoedmodellen. Thans de beurt aan
de garneering. Ze is sober,?maar curieus l
De groote breton en matelot-vormen,
meest voorkomend in zwart, grijs, of beige,
vilt, of velours prijken bijv, met: eene ge
streepte lint-versierin*, die den bol omspant,
waarop een koddig, plat strikje zich ver
heft. Alsof ons hoofd een trekpotje, en
onze hoed een tea-cosy ware, die er aan
dat strikje moet worden afgewipt. Ook ont
waart ge, tegen de vooral bóóge bollen
, recht van voren een enkele strook kleine,
platte fluweelen bloemen, in de vorm van
lange gespen, die als 't ware om den bol
het lint-ceintuur bijeen houden. Bonte kralen
worden in dit geval ook veel gebruikt.
Tot zoover de dakversiering" der groote
hoeden. De kleinere vormen, met hunmatelot,
klok-, of Engelschen koetsiershoed-fatsoen,
manifesteêren mede een voorliefde voor het
ornament recht van voren. Wat denkt ge
van een portietje nagemaakte radijs, recht
in het vizier, of van een bundeltje
denneappels, of van een tros witte druiven, of
een tweetal wiekjes; welk laatste sieraad u
misschien, zooals 't een mijner kennissen
gebeurde, den uitroep Hollandschespoor!"
van een straatjongen bezorgt ? Dikwijls
wordt verder, in de lint-plooien, die den
bol omvatten, recht van voren een schuin
ingeplante veer gestoken, alsof ge zeer
dichterlijk verstrooid uw pen op een
ongewone plaats hadt weggeborgen.
Er zijn wijders, ruimgeplooide, volkomen
randlooze toques (gedrapeerde en omge
draaide vingerkommetjes, zou men zeggen),
waarop zulk een veer recht naar boven is
aangebracht. Iets waardoor 't hoofddeksel
het beeld oproept van de coiffure van een
held van Aimaidl
Er is ook minder pief, paf-poef. Er zijn
slanke, eng, om het hooïd sluitende vilten
1830-hoedjes. met diep over de oogen dalende
rechten rand, die slechts een ruim gelegd
lint behoeven, over den bijna onmerkbaren
grenslijn tusschen den toegespitsten bol en
den rand. Recht van voren, heel omhoog,
Zij kreeg toen les van den regisseur
Hamecher in plastiek en dansen en wel op
de volgende interesante, verheffende wijze.
De leerlingen moesten de armen in de zijde
zetten en om dan duidelijk aan te geven
in welke richting de danspassen gemaakt
moesten worden, zong de regisseur:
i
/.t
Eerst met je rug naar de bed - stei' toe,
dan met je rug naar het kast-je toe,
_*--* *?*~~J ~~* 1 1~"1
?*- ' -±-:s--*
dan weer je rug naar de bed-stef toe,
?*?" -t-"~ * """ *"
dan met je rug naar de gla-zen!
Men kan lichtelijk begrijpen welk een sug
gestieve kracht uitging van deze methode!!
In 1873 werd zij geëngageerd in Antwer
pen bij Victor Driessens waar zij een jaar
bleef. '
Daarna kwam zij in Rotterdam bij Albregt
en van Ollefen. Zij trad daar op als
Marcelle in de Demi-monde, Toen van 1876 tot
1881 bij Ie Gras. van Zuylen en Haspels;
zij debuteerde als Lydia in de Danicheffs
en speelde vervolgens: Suze" in vriend
Frits, met Willem van Zuylen, Desdemona"
in Othello, met Dirk en Jaap Haspels en
Catharine Beersmans, Hanna" in Vorsten
school, Lize" in AnaemievanPaassen. In de
gevangen vogel" van Marcellus Emants, in
Roofvogels" en Oranje Boven" van H. G.
Roodhuijzen.
Van 1881 tot 1890 in den kleinen schouw
burg onder directie van Willem van Zuylen,
zit dan, als een kapelletje op den hoed
van Prikkebeen, een klein toefje fluweelen
bloempjes, of een metaal-garnltuurtje.
De groote, uitstaande, breede kragen op
de moWieuze herfstmantels verlangen wel
zér, terwille van den lijn, een oordeel
kundig gekozen hoofddeksel! Boven deze
formidabele kragen-breedheid nu, staat een
der nieuwe, kleinere hoedmodellen met even
opgeslagen rand, en ruimen baret-bol, bij
uitstek smaakvol. Ook de fluweelen koks
mutsen en de driekanten steekjes, met hun
eenvoudige medaillonversiering boven het
rechteroog, harmonieeren wel met de gezag
hebbende kragen, die echler elke bijzon
dere" hoedgarneering, daarboven uit den
aard van hun magistrale kordaatheid"
verbieden.
Bij gekleede visite-toillétten, eventueel
des middags zonder mantel gedragen, bij
de nog altijd in de mode zijnde
robesmanteaux, gaat niets boven den kleinen
donkeren hoed, met de boven de bol
uitrijzende, fllattecrende versiering van op
staande, donkere, tule-plooien. Speciaal iets
voor een vrouw met een markant geteekend
gezicht, en vooral: een expressief profiel.
Ook de avond-hoed wordt niet vergeten,
hij is even practisch, als eenvoudig. Bij de
de ruime (Spaansche) omslagcape-mantels
met geborduurden schouderkraag, die men
bij voorkeur kiest, om over een gekleede
japon te dragen, wanneer men te voet naar
een feestelijkheid gaat, behoort een klein
rond turban-vormpje van effen kleurige zijde.
Werkelijk niet meer dan een kapje, of
dopje", dat diep over het haar daalt, en
gratieus is door zijn, rondom den vlakken
bol gelegd, viertal plooien. Desnoods, kan de
cavalier, op de wandeling een pluimveer in
zijn binnenzak meevoeren, die dan op de
receptie mevrouwtje's hoedje kronen kan.
De geste zal even ridderlijk zijn a!s sierlijk.
YVONNE DE TESSAN
Een mededeeling
In een der benedenzaaltjes van het Nut
van 't Algemeen, Zijlstraat te Haarlem, is
op 't oogenblik tot 28 October een kleine
tentoonstelling die een bezoek v/aard is.
Jan Kreunen exposeert er teekeningen, recla
meplaten, kaarten, verpakkingen, ontwerpen
voor bedrukte stoffen als anderszins. Zijn
ontwerpen voor kunst-naaldwerk zijn uitge
voerd door Ita Mees. Een vijftigtal hand
werken zijn op de tentoonstelling aanwezig,
die fraai van uitvoering, alle de compositie
door een juist gevoel voor kleur op haar
voordeeligst doen uitkomen.
De schikking der voorwerpen is zeer te
loven, geen geringe verdienste bij een
handweikexpositie. Het geheel werkt ondanks
de sterke kleuren rustig, zoodat elk werk
stuk tot zijn recht komt en gewaardeerd
kan worden.
Raadgevingen van vrouwen
aan vrouwen
Deze rubriek staat open voor vrouwen uit
alle standen der maatschappij. Alle medewer
king wordt zeer op prijs gesteld. Verzoeke
de inzendingen als hieronder te stellen.
Ik haal voor mijn meelbons van de
broodkaarren bloem. lederen morgen vermeng ik
n ons bloem met een half ons gruttemeel
en n en een half ons rijstmeel, waarvoor
ik regeeringsrijst t\vee maal door de koffie
molen maal. Ik maak van dit alles met toe
voeging van een weinig zout en ongeveer
vier d.L. melk beslag, waarbij ik op 't laatst
een kwart ons aangemengde gist voeg. Ik
doe het beslag in een met slaolie ingesmeerde
en met paneermeel bestrooide ponds
cacaobus, kook die een half uur au bain Marie
en zet dan alles, (de bus in 't water) nog
acht a negen uur in de hooikist. Ik krijg
zoo voor iedere meelbon, die ^ik van mijn
broodkaatt afneem een broodje van zeven ons.
Ik kook mijn karnemelkpap met gortemeel.
Ik maal daarvoor regeeringsgort drie maal
door de koffiemolen. De pap behoeft dan
maar eenige minuten te koken,
Ik gebruik onder de theemuts een
gewatteerd mandje, waarin de thee uren warm blijft.
Ik maal regeerinpsgort door de (eerst
schoongemaakte) koffiemolen, 't Zoo ver
kregen meel, met melk en iets zout aange
maakt tot een beslag iets dikker dan voor
gewone pannekoeken, levert smakelijke pan
nekoekjes.
Een kopje van dit meel op l Liter melk
met zout geeft een smakelijke pap, haast
niet te onderscheiden van de nu schaarsche
havermout. Kan hee! goed in de hooikist.
Mirwasch'de ontbijt- en dekoffieboelomin
koud water me; een beetje soda. De messen
veeg ik schoon met een papier. Melkkannen
en vette pannetjes blijven staan tot s' avonds.
?
Ik kook 's morgens niet alle melk, maar
bewaar een deel tot half n. Dit gekookt
is dan meteen warm voor koffie en chocola.
Ik heb aan de huiskamer- en keukenkachel
tusschen kachel en pijp een platte bak laten
maken met n of twee kookgaten, naar de
grootte van pannen en ketels, die ik er op
denk te zetten. Ik kon daar net nog plaat
ijzer voor krijgen, niet ieder zal even geluk
kig zijn, denk ik.
Ik wasch mijn drietal kinderen met n
ketel kokend water, en toch zijn ze schoon.
Ik zet dan in 't bad een groote waschkom,
waarin ze beurtelings kunnen zitten en staan.
Sponsen zeep spoel ik uit onder de
badkraan, zoodat het wasch water niet vuil wordt.
Voor ieder kind schoon water.
* * *
Onzen ha r f el ij k c» dank aan allen die
medewerken om in deze rubriek voort te
helpen.
IIIIUMIIIimMIIIIIIIIIIJIIIIIIIIIimlIlimillllmlIll Illllllllllll Illlll
Verzoeke alle stukken voor de
rubriek Voor Vrouwen" in te zenden
Koninginneweg: 93, Haarlem.
iiii!ifi[i!niinfni(!(m(tff[i(ftnf nniiin '.nnnunititinimttiniKnnniniinntiiiituut
TER WEE
THEE
ZAANDAM
srzamaff de JS.gekleurde fofo'J'infietQ/hum
,DE WATERSNOOD 19S6
75 ets.
later Alex Paassen en Co. Daar waren hare
voornaamste rollen:
Mathilde'' in een Gril van Musset,
Cathérine" in de getemde Feeks, Lucy
Watson" in de Wereld waarin men zien
verveelt, Mme de Ris" in Praatzieke
Vrouwen, Mme de Renat" in de Vonk
van Pailleron.
Toen verhuisde zij naar den
TivoliSchouwburg, directie: de Vos en Van
Korlaar, en speefde daar: HenrïHe" in de
familie Kegge, van Willem van Zuylen,
Lene" in onze Don Juans, Mevrouw
Elostadt" in Hedda Gabter, Mevr. Lind"
in Nora, Marg. Blom" in Fatsoen van
Marcellus Emants, Mevr. Bentheï'm" in
Lotos van M. Constant, enz. enz. Vijf jaar
later kwam zij aan het Nederlandsch Tooneel
in het emplooi van mevrouw Stoetz en
speelde daar in het begin, in een Kriezis"
en in Fantasie" van Marcellus Emants,
Tante Truus" in de Veroveraar", Mme
Permelle" in Tartuffe, Frosine" in de Vrek,
Bélise" in geleerde Vrouwen, Zipser" in
de Ster, de Rio Zaïs" in Dora van Sardou
en in tal van nieuwere Fransche blijspelen,
zooals: Historisch kasteel, Miquetteen haar
moeder, Jaloersch, de controleur van de
slaapwagens, e.a.
Haar overgroote bescheidenheid zal wel
rnède oorzaak zijn geweest, dat zij in den
lateren tijd niet diéplaats innam aan het
Nederlandsch Tooneel waarop zij volgens
haar talent en eigenlijk ook wel een beetje
als Vrouw van den Directeur" recht had.
Hoe het ook zij en welke beweegredenen
er toe hebben geleid, dat Mevrouw van
Korlaar reeds nu meent het Tooneel te
moeten verlaten wij kunnen ze niet
be- of ver-oordeelen, wij hebben ze eenvou
dig te eerbiedigen!
Als afscheidsvoorstelling is gekozen: de
Candidatuur van Bommel, waarin Mevrouw
van Korlaar optreedt als Julia van Bommel,
en voor het laatst dan zal de groote natuur
lijkheid in haar spel ons frappeeren en
boeien. Die groote natuurlijkheid en de
manier waarop zij een pittig gezegde of een
Louise v. Kotlaar?v. .Dam
pl.m. 7 jaar 10 jaar
hatelijkheidje" weet te lanceeren, behooren
tot haar beste qualiteiten. Zooals zij b.v. in
de Candidatuur van Bommel waar Julia
niets liever wil dan dat haar man de
candidatuur aanneemt, in fijn raffinement
hem voortdurend taquineert, gelijk gevend
dat hij niét accepteert, eindelijk op zijn
aangehifste vraag: en waarom dan niet?" op
dood-laconieke wijze zegt: allereerst, m'n
beste, omdat je voor kamerlid te lui bent,"
daarbij houdt alle tooneelspel op, dat zs
de vrouw uit het dagelijksch leven. En
nog meer dan naar de kunstenares gaat
mijn sympathie uit naar haar als vrouw,
als moeder!
Hoe heb ik haar bewonderd in dagen van
nameloos leed, waar zij hoog-uit ging boven
de droefheid en nog troost en steun wist
te brengen in haar omgeving!
Moge ons Publiek haar het laatste optre
den tot een onvcrgetelijken avond maken.
Wenn die Glocken der Erinnering lauten,
wird es Sonntag i m Herzen."
Welnu, dat het dan in latere jaren, wan
neer Moesje" van Korlaar terug denkt aan
den een-en-dertigsten October 1917, steeds
zal zijn :
Sonntag in ih-em fferzen!'1
HEN RIK T TE ROL i.