De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 27 oktober pagina 9

27 oktober 1917 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

27 Oct. '17. No. 2105 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND T. A. VAN DER VLIES, Jood en Christen; 1915. JUSTUS TAL, Jood en Jodendom; 1916, Rotterdam, W.L. enJ.Brusse'sUitg.Mij. De hervormde predikant van der Vlies heeft het noodig geacht een studie te wijden aan de vraag, waarom de Joden toch geen Christenen worden. De heer Tal, kort ge leden gekozen tot Utrecht's ppperrabbijn, vond daarin aanleiding van zijn kant deze vraag te bespreken. Beide boekjes las ik met groot genoegen. Het Talsche boekje wint het ontegenzeggelijk van 't andere, al was het alleen maar om de eerbiedwaardige hartstochtelijkheid, waarmee het geschreven is en om de beminnenswaardige liefde tot het oude volk van Israël, waarvan het doorLuther's geboortehuis (Bakels, Luther's leven, voor Leeken vertel d) loopend blijk geeft. Het boekje van collega van der Vlies is zeker de moeite van het lezen waard, doch wie dat doet, moet nood zakelijk als aanvulling het geschrift van den rabbijn Tal lezen. Vragen worden behandeld als: Staat de Israëliet beslist vijandig tegen over den Christen?" en Hoe staat de Christen tegenover den Jood?" Gesproken wordt over: de joodsche onbekeerlijkheid, gekrenkte nationale trots, Godsdiensttrots, persoonlijke trots, wettelijkheid, het Joodsche karakter, de zending onder Israël. Wat dit laatste (de zending) betreft, uit sluitend door orthodoxen gedreven, het is weerzinwekkend, wat beide schrijvers daar van meedeelen. Snijdend van sarcasme zijn Tal's hoofdstukken: Wat zou het Christen dom den Jood brengen ?" en Waarom wor den de joden geen Christenen?" Terwijl ik dus gaarne de lectuur van belde boekjes aanbeveel, merk ik tweeërlei op: J. de heer Tal vergist zich door te meenen, dat ook moderne predikanten haken naar Israëls IHHIIIIIIIIIIHillflIIIIHIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIllllimili :: TENTOONSTELLING :: ERNST L El J D EN :: IN ONZE :: OOSTERSCKE KUNSTZAAL VAN 25 OCTOBER TOT 8 NOVEMBER DAGELIJKS GEOPEND VAN 10-5 UUR ZONDAGS GESLOTEN DE BIJENKORF iiiiiHiiiMifiiiinmiiiiiMiiimiimiiiiJiiimniiiiiiMiimi 111111111111111111 EEN FERM PLAN De Koninklijke Nederlandsche Zeil- en Roeivereeniging gaat aan de overkant van 't Y een jachthaven inrichten voor 72 kleine jachten en 64 groote. Het is een gelukkige tijding in menig opzicht. Vooreerst de aan leiding, dat de gemeente Amsterdam het tegenwoordig terrein aan den WesterdoksdQk voor handelsdoeleinden noodig heeft, een bewijs van groei onzer hoofdstad; dan de moed van de Koninklijke om deze ver plaatsing tevens tot een vergrooting te maken, want in de tegenwoordige haven kunnen slechts 45 jachten huizen; eindelijk de keuze van de plaats, aan de overkant van het Y, waardoor dit stadsdeel, een nieuwe atractie zal krijgen. Jachthaven-plannen bestonden al lang: het kostte de grootste moeite, voor onze zeilers om zich in de bestaande enge ruimte te wringen, die bovendien door bouw en inrichting weinig aantrekkelijk is. De Konink lijke, die stamt uit het jaar 1847, heeft pas In 1891 een jachthaven gekregen: voor dien waren haar leden aangewezen op de Y haven, waaruit de Zeilvereeniging het Y is ontstaan, die langen tijd haar Koninklijke iiiiniiiimiiiiiiiii J. A. HOETING HOF JUWELIER KONINGSPLEIN 11-13 DIAMANT - PAARLEN P AARLEN COLLIERS Luther's kamertje (Bakels, Luther's leven, voor Leeken verteld) bekeering". Mij persoonlijk is een vrijzinnig Jood" even lief als een modern Christen". 2. Collega van der Vlies is afkomstig van orthodoxen huize Anders zou hem de vraag, waarom de Joden geen Christenen worden, volstrekt koud hebben gelaten. Trouwens de vraag is foutief gesteld: Waarom worden zij niet Roomsch, orthodox protestantsch of modern? Dat zij niet Roomsch of orthodox protestantsch worden, ach daarover be hoeft geen boekje te worden geschreven. Dat zou voor hen niet een stap vooruit, doch een stap achteruit zijn. Dan zouden zij immers moeten gaan gelooven aan-allerlei wonderen, waarvan zij vernomen hebben, dat duizenden zoogenaamde Christenen er reeds lang niet meer aan gelooven! En waarom /ij niet modern worden ? Ronduit gezegd: waarvoor is dat noodig? Alleen voor hem is zulk een vraag van beteekenis, die in de kerk een heilinstituut" ziet, iets dat ter zaligheid noodig is. Een moderne kan in de ketk niets anders zien dan een vereeniging tot verbreiding van godsdienstige denkbeelden en tot instandhouding van ge bouwen, waarin stichtelijke toespraken wor den gehouden. Derhalve de vraag;, waarom etn Jood geen bersoefte heeft om bijvoorbeeld lid van mijn moderne gemeente te worden, is mij geheel overschillig. Ik voeg er iets anders bij: als het gebeurde, dat een Israëliet dat wenschte, zou ik hem antwoorden : Doe het alleen dan, wanneer gij u volkomen tehuis onder ons gevoelt. In de schatting van ieder onzer zijt gij volkomen dezelfde en evenveel waard, wanneer gij lid als wanneer gij geen lid zijt. De eenige vraag, waarop het inderdaad aankomt is niet: van wat geloof zijt gij, maar wel: Zijt gij een respectabel mensen. ? * * H. BAKELS, Luthers leven voor leeken verti ld. geïllustreerd, Wereldbiblio theek. Bij den 400-jarigen gedenkdag van het begin der kerkhervorming zijn een aantal Lutherbiografiën, dikke en dunne, verschenen en een aantal tijdschriftartikels. Wat deze laatsten aanbelangt, mag in het voorbijgaan de aandacht gevestigd op de Luther-aflevering van Stemmen des Tijds, waarin enkele zeer lezenswaardige stukken staan. Echter treft men daarin ook aan: een opstel van Prof. H. H. Kuyper van de Vrije Universiteit over onze nati onale reformatie. Dit op stel is een type van Calvi nistische zelfgenoegzaam heid en zelfverheerlijking en natuurlijk zijn de Doopsgezinden volgens Kuyper Junior een soort onmenschen. Van de Luther-blografiën, thans ver schenen, is Bakels' boekje het kleinste en net pikant ste. Het is geheel up to date, historisch betrouw baar en leest allerprettigst. Alleen heeft de auteur de geheelonthouders ver toornd, door het Wer nicht Hebt Wein, Weib und Gesang, Der bleibt ein Narr sein Leben lang" aan Luther toe te schrij ven. Hetgeen die geheel onthouders ontkennen, als zijnde een lichtzinnige" spreuk uit de 18e eeuw. Edoch, het is zoo'n aardig rijmpje en zoo door en door gezond van gedachte, dat het heel goed van Luther zou kunnen zijn. **» Het Lutfierboek, Zaltbommel. N. V. Uit gevers Maatij v/h. P. M. Wink, 1917. Door den Nederlandsch,en Protestanten bond is dit gedenkboek uitgegeven onder redactie van Ds. D. Drijver, die er In gaf een koit leven van Luther en een opstel over zQn huisgezin. Prof. J. Lindeboom behandelt voorloopers der hervorming (Hus, Savonarola, Pupper van Goch), prof L. Knappert een breede reeks tijdgenooten, prof. A. Brui ning Luthers theologie, en prof. H. A. van Bakel beschouwt den hervormer in verband met onzen tijd. De kerknieuws-redacteur van de N. R. Ct., ds. H. C. S. Wanting, heeft het over de muziek, ds. J. J. Meijer over de portretten en ds. A. van der Heide over de 16e eeuwsche maatschappij. In zijn geheel genomen is deze bundel, versierd met enkele uitstekend geslaagde portretten, een voor treffelijk gedenkboek, vooral omdat de prijs zoo buitengewoon laag is. Het behoeft haast niet gezegd, dat de fijne pen van Knappert ons een schoone kaleidoscoop voortooveit, dat Lindeboom zijn figuren uitbeeldt in forsche trekken en dat Brulning zijn naam van voortreffelijk docent handhaaft door enkele dogmatische kwesties voor leeken helder uiteen te zetten. Zoo ook doet het aange naam aan om een bezadigd man als van Bakel te volgen, als hij van vrijzinnig stand punt Luthers waarde afweegt. Wat door de mindere goden" wordt bijgedragen, is alsmede, behoudens n uitzondering, te prijzen. Drijvers schildering van 't huwelijksleven neemt ons voor Maarten in, Meijer toont zijn aesthetische gaven en Wanting heeft het over muziek, maar dat laatste is voor mij te geleerd als hebbende geen verstand van deze kunst. Minder ingenomen ben ik met van der Heide's opstel Het lijkt mij in den opzet van het werk een fout toe, dat men het moeilijkste deel heeft opge dragen aan een dilettant, die nog geen blad zijde over een historisch onderwerp schreef, en die als socialist natinjrl^k dubbel gevaar liep als dilettant het spebffeijster te worden, terwijl hij zelf gids behoorde te zijn. Of .... . , Luther plaquette u raar de modellen van'Georgine Schwartze (uitvoering Koninklijke Fabriek vaniC. J. Begeer te Utrecht) Amerika en de Oorlog Teekenlng voor de Amsterdammer" van George van Raemdonck Groote mannen werpen hun schaduw vooruit zijn opstel dan niet lezenswaard is? Het ligt er aan welke eischen daaraan worden gesteld. Het groote publiek zal het erg mooi vinden, maar ondergeteekende, die vele jaren lang juist diezelfde hervormingseeuw bestudeerde, en het zelf niet wagen zou dit onderwerp te behandelen, acht de geboden vrucht onrijp. Inderdaad is de 16eeeuwsche maatschappij niet te behandelen in slechts 22 bladzijden, ttnzij men aan de oppervlakte blijft. Trouwens het historisch peconomisch onderzoek van 't Hervormingstijdvak is m. i. nog te weinig gevorderd. Een voorbeeld is voldoende om te doorzien, dat de schrijver in zijn onderwerp niet al te best thuis was. Hij heeft het over de bedelarij" en zegt er van een en ander zonder te bevroeden dat het niet daarover gaat, maar over het optreden van bedelmonniken, wat iets geheel anders is. Maar natuurlijk staat er toch veel waars in dat opstel. Wanneer men deze bladzijden met eenig voorbehoud leest, in de gedachte dat wij hier met een eerste ling" te maken hebben, dan kan aan het publiek wel worden aanbevolen van het gedenkboek kennis te nemen. De tijd aan de lectuur er van besteed is welbesteed. K. Vos Ml\YL I\O\ NLD. ^QL-nRCn/fHlMOS De Nieuwe Jachthaven zuster gastvrijheid heeft verleend, totdat in Jan. 1891 een achttal jachten dakloos bleken rond te zwerven en de Koninklijke zelf een bescheiden haven heeft ingericht van ruim 32 A., die in de 26 jaar van haar bestaan zich tot een oppervlakte van ruim 72 A. heeft weten uit te dijen en nu ook veel te klein is geworden. We moeten ons verheu gen over dien groei van de zeilsport en de leiding door onze eerste vereeniging gege ven, want niet alleen zijn in die jaren de groote en dure jachten meer en meer in aantal toegenomen, ook de kleinere: denken wij sl-chts aan de A. B. C.'s, de Regenboogkiassen van den laatste tijd. Uit een algemeen oogpunt bezien, zijn die kleine vaartuigen belangrijk, omdat zij meer de sport populariseeren, voor meer en bescheidener beurzen beschikbaar zijn. De nieuwe haven is van een breeden opzet: de wateroppervlakte zal 154 A zijn, het ge heel 238, want er wordt ook voor behoorlijke sloepenloodsen, rondnoutloodsen, werkplaat sen en een flink clubgebouw met terras gezorgd. In haar circulaire aan de Amsterdamsche Burgerij ontwikkelt de vereeniging het sympathieke plan haar ruimte ook dienst baar te maken aan de bevordering van roei en zeilsport onder jongeren. Inderdaad als zij in haar loodsen gelegenheid wil geven aan jeugd- en padvinders-vereenigingen, aan zoons van leden om eenvoudige roeivaartuigen te bergen, en meer nog, indien ze een instructeur zou willen aanstellen om die jongens op ons prachtig Y de watersport te leeren, zou zij zich verdienstelijk maken en in waarheid treden buiten het begrip van een vrienden zeilclub, maar worden een hef boom van nationale kracht. Ze heeft zich trouwens altijd op een breed plan geplaatst en jaren langde balans weten te houden in het wereldtje van zeilers en roeiers, waar al net zooveel am bitie en strevery voorkomt als elders. Haar strikte onpartigheid maakte, dat ieder ten slotte er op gesteld was in de oogen van de Koninklijke te worden ge waardeerd en voor vol aange zien. De overzijde van het Y is ook een gelukkige plaaats, die nog lang niet genoeg ia trek is en misschien langs dezen weg meer populair zal worden. De Copenhagers zijn trotsch op hun Lange Linie, wij zijn het nog niet op den Ykant en toch is 't gezicht op de stad, met haar torens, op het water met het drukke beweeg van schepen en scheepjes minstens even indrukwekkend als dat in Denemarkens hoofdstad, in zekeren zin grootscher, omdat er nog meer in gevoeld wordt de koopstad in volle kracht, aan een eenig water gelegen, waar de grootste zeeschepen voor anker kunnen komen. Het treft wel toevallig, dat 1917 niet alleen het jiar van de nieuwe jachthaven zal zijn, maar op den dag, dat wellicht de eersle paal geslagen zal worden, of de eerste bagger uit de landtong tusscnen de beide ingangen van het Noord-Hollandsche kanaal zal worden gegraven 16 December j die zal zijn, waarop de Koninklijke 70 jaren ' bes'aat. \ Ze is een Amsterdamsche schepping, ont- * staan door een verschil van meening tusschen Amsterdamsche en Rotterdamsche heeren over den invloed, die hun in de Koninklijke van OUD OLLANDSGHE SCHILDERIJEN in de zalen van PULCHRI STUDIO" 's-GRAVENHAGE OCTOBER 1917 Sluiting 31 October. H. BEKSSENBRUGGE, PORTRETFOTOGRAAF ZEESTRAAT 65, naast Panorama DEN HAAG. Tel. 1538. iimiiiiimiMiiiiiiim Nederlandsche Jachtclub, in de Maasstad gevestigd, toekwam. Zooals 't wel meer gaat wilden geen van beide partijen wijken en hebben, onder leiding van den heer E. Sillem, de Amsterdammers op 16 December 1847 de Nederlandsche Zeil- en Roeivereeniging gesticht, waarvan in het volgend jaar koning Willem II het Beschermheerschap aanvaardde en die zich sedert in een onaf gebroken Koninklijke belangstelling en gestadigen groei heeft mogen verheugen. De eerste algemeene vergadering werd gehouden in Zeemanshoop, waar zij, de traditie getrouw, is bijeengekomen, tot dat ook dat gebouw voor sloopers hamer is bezweken. De traditie is bij de Koninklijke een levens factor. Zij houdt die hoog in den besten zin, maar zij weet zich ook op haar tijd aan te passen aan nieuwe denkbeelden en voor uitgang. Dat bewijst het plan, waarmee ze in haar 70ste jaar bij de Amsterdammers aankomt en waarvoor zij hun steun vraagt. Moge zij op haar jubiieumsdag de gelden bijeen hebben voorde nieuwe haven noodig, zoodat zij in waarheid dan een nieuwe aera kan beginnen. FR1SO Beste 4Vj ets. Sumatra in Kistjes a 10O stuks /4.50 Franco _ \ ^"t \ t>4 \ PerlOOO Cj \ » stuks /42.5O *^ franco door het geheele land KRUISWEG 23, Haarlem - Telef. Interc. 1506

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl