De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 3 november pagina 2

3 november 1917 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 3 Nov. '17. No. 2105 DE ONWEERSTAANBARE Teekening voor De Amsterdammer" van Jordaan -Niet boos meer?!" fftllllimillllmlMIlmilHIIIIIIMIHHIIIIlllllmtllllMIIIMIIIItlllllHIIIIIMIIlllllmiMIMlUJIlimllmiHIIMMII verre veel. De gewezen minister Nitti hij is intusschen weer minister geworden zei onlangs in de Kamer, dat een minderheid van de Italianen heeft doorgedreven, dat Itali aan den oorlog zou deelnemen, en.dat het tijdens den oorlog aan die minderheid niet gelukt was zich in een meerderheid om- te zetten. Maar iets anders is het, een oorlog te beginnen ter wille van veroveringen, iets anders dien oorlog voort te zetten om het gevaar van een vreemde invasie af te weren. En zoo blijve de mogelijkheid open, dat de inval der Centralen bij het Italiaansche volk juist het tegendeel zal wekken van wat ermee beoogd werd. 31 Oct. 1917. G. W. KERNKAMP iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitmiiiMiiiiiiiiiMiiiiiiiii Het Steenzout in Nederland door Dr. P. TESCH m. i. Leider der Rijksopsporing van Delfstoffen. Het zout behoort tot de minerale grond stoffen, voor welker verkrijging Nederland tot heden nog geheel aangewezen is op aan voer van buitenslands. In de laatste jaren flIlllllllllllllllllllltlllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIHIMIItlllllllllllllllllll t WOLFGANG BREITHAUPT is in 1892 gebo ren. Hij bezocht met grooten tegenzin het gymnasium en kwam op 17-jarigei leeftijd bij de pers. Onder leiding van zijn vader, toentertijd secretaris van de nationaal-liberale partij, kreeg hij een ruimen blik op het politieke leven en de politieke pers in Duitsch land. Zijn radicale denkbeelden brachten hem weldra in conflict met de daar heerschende begrippen. Hij legde zich toe op paed agogische studiëen en stichtte op zijn 28e jaar, nadat hij in het huwelijk was getreden een Kinder tehuis. Zijn goede zorgen werden vooral door de arme kinderen met groote dank baarheid beloond. De oorlog maakte hem de instandhouding van zijn tehuis onmogelijk. Hij trachtte een internationale samenwerking van jongeren tot stand te brengen en stichtte in 1915 met twee kameraden de Central-Arbeitsstattej'ür fugendbewegung. Dit werk ondervond ech ter zooals voor de hand ligt groote tegenwerking van de militaire autoriteiten. De Nederlaag van Duitschland Een van de meest gebruike lijke phrases van de Duitsche oorlogs - rederijkers bestond uit de bewering, dat iedere oorlog voorde herleving van het volk een goede aderlating was. Nog korten tijd geleden heb ben schrijvers uit groot-industrleele kringen de heilzame uit werking van het staalbad van De schrijver van dit artikel dezen Wereld" oorlogbezongen, iets wat hun bezigheid en hunne verdiensten in aanmerking genomen, gemakkelijk te begrijpen is. vóór 1914 bedroeg de aanvoer van zout in ronde cijfers : 40000 ton ruw steenzout uit Duitschland en 20000 ton dito uit Engeland, dus totaal 60000 tpn steenzout (mijn- of klipzout) voor de zoutziederijen; 25000 tot 60000 ton zeezout uit Portugal en het Middellandsche Zeegebied, voor namelijk ten behoeve van de groote visscherij. Dit product wordt verkregen door indamping van zeewater door de zonnewarmte; de veranderlijkheid van dit aanvoercQfer houdt verband met de wisselende uitkomsten van het visscherijbedrijf. In tijden van hooge scheepsvrachten werd uit Duitschland ook wel, ter vervanging van zeezout, eenig gemalen ruw steenzout be trokken voor het zouten van huiden en andere technische doeleinden. Toen bij het uitbreken van den oorlog de scheepsvracht tot het drie- en viervoudige van het vroegere bedrag steeg, werd de aanvoer van zeezout geheel uitgeschakeld en maakte Duitschland van de gelegenheid gebruik om dit te vervangen door gemalen ruw steenzout, waarvan in 1916 voor de visscherij circa 65000 ton werd ingevoerd; bovendien werd van daar nog een hoeveeliMmiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiMMiimniitMiiiimmiim De werkelijkheid ziet er echter in alle opzichten aanzienlijk anders uit. De ader lating van dezen oorlog heeft de hoofdslag ader van het volkslichaam getroffen, en de regeering staat radeloos en machteloos tegenover het feit, de algemeene verbloeding van het volk niet tegen te kunnen houden. De jongste binnenlandsche politieke crises zijn krampachtige trekkingen van het in doodstrijd liggende politieke Duitschland en de tijd is niet ver meer, dat men den middel-europeeschen torso ten grave dragen zal. Ik heb steeds de meening voorgestaan, dat deze oorlog nooit op militair maar op politiek gebied beslist zal worden. Deze politieke beslissing is reeds gevallen en wel ten nadeele van Duitschland. Maximilian Harden had gelijk toen hij in Augustus 1914 over de Duitschers in zijn poesie-album de woorden schreef. Dieser Krieg ist bereits vor dem ersten Schwertstich verloren." De wereldkoalitie, die tegen Duitschland oorlog voert, vindt toch werkelijk haar oor sprong niet in een of andere diplomatieke kunstgreep. Haar solidariteit berust op de geestelijke saamhoorigheid, die weer haar stabiliteit in de vrije politieke overtuiging van het individu vindt. De wereldkoalitie vertegenwoordigt in deze oorlog het poli tieke kosmopolitisme, terwijl Duitschland voor den wereldoorlog geen ander geestelijk motief weet te vinden, dan de beschamend na'i've bekentenis, dat het strijdt om zijn bestaan. Met deze politieke ondergrond moest Duitschland, niettegenstaande alle strategische successen, den oorlog verliezen. Wel leek het bij het begin van den oorlog, alsof zich een politiek kristallisatie proces voltrok en de woorden van den keizer: Ich kenne keine Parteien mehr, ich kenne nur noch Deutsche" scheen voor het volk de openbaring van zijn onafhankelijke persoon lijkheid te beteekenen. Toen deze blijde boodschap nief vervuld werd, veranderde de activiteit, die' bij het uitbreken van den oorlog een ieder tot het offeren van al zijn krachten bracht, in de oude knorrige pas siviteit. Onverschillig hoorde men later de v/oor den, die door den Rijkskanselier gesproken werden: Freie Bahn jedem Tiichtigen". Zij, zoowel als de woorden van den keizer zijn op het oogenbiik niet meer waard dan het een of andere gevleugelde woord uit een leerrijke citaten-verzameling. Het gevoel, pulitiek bedrogen te zijn, heeft het volk meer en meer overmand. Het schitterende vuurwerk van de intellectueele oorlogvoering, waarvan de gereedmaking held van circa 15000 ton afvalzout (ver kregen bij de kalieindustrie) ingevoerd. In het zelfde jaar verviel ook de aanvoer van het Engelsche klipzout nagenoeg geheel, ook al wegens de hooge scheepsvrachten; de hoeveelheid van uit Duitschland betrokken ruw steenzout voor de ziederijen steeg dientengevolge tot 65000 ton en zou nog grooter geweest zijn, indien de Duitsche Regeering de uitvoerverloven niet den 18 October 1916 had ingetrokken. De in 1916 verbruikte hoeveelheid ruw zout kan op rond 150000 ton geschat worden; deze toename der behoefte vindt haar ver klaring in den geweldigen uitvoer van ge zouten artikelen: visch, vleesch, groenten, zuivelproducten, mosselen, huiden, enz. Gedurende het loopende jaar was de aan voer uit Duitschland zeer beperkt en bedroeg (tot en met September) 55000 ton ruw steenzout voor de ziederijen en 35000 ton gemalen ruw steenzout voor de conser veering van voedingsmiddelen enz. Boven dien werd zoowel uit Engeland als uit Duitschland nog een zeer kleine hoeveelheid geraffineerd zout ingevoerd voor het zouten van voor uitvoer bestemde artikelen. Ten gevolge van dezen beperkten invoer bestaat op het .oogenblik een tekort aan zout. De tegenwoordige afhankelijkheid van Duitschland ten opzichte van onze zoutvoorzlening behoeft in de toekomst niet te blijven bestaan, omdat we in eigen bodem ontginbare steenzoutlagen van groote dikte bezitten, die onuitputtelijke voorraden be vatten. De vindplaatsen daarvan liggen in de gemeenten Winterswijk (Gelderland) en Haaksbergen (Overijsel). De ontdekking dezer lagen door den Rijksopsporingsdienst is nog van jongen datum. In 1902 toonde de Duitsche geoloog Gottfried Muller aan, dat in deze streken grondlagen van den ouderdom der Triasformatie tot aan de oppervlakte reiken, waardoor de vooruitzichten op het aantreffen van zout- en steenkoollagen pp bereikbare diepte plotseling aanmerkelijk gunstiger werden. Benige ondernemende personen trachtten hiervan reeds dadelijk partij te trekken door naar leenzout te exploreeren, dat hier in den boven de steenkoolformatie liggenden Zechstein" kon vermoed worden; bij Eibergen werd door hen in 1903 een 750 M. diepe boring uitgevoerd. Hoewel aanvankelijk reeds geadviseerd was nabij Winterswijk te boren, achtten de onder nemers dit punt te afgelegen en gaven de voorkeur aan Eibergen, in de toen heerschende meening, -dat de gesteentelagen hier vrijwel ongestoord en horizontaal zouden liggen. Dit laatste nu is geenszins het geval en de boring had daarom niet het gehoopte resultaat; men is echter tot zér dicht bij het zout gekomen, dat vermoedelijk slechts weinig dieper bereikt zou zijn. Nadat spoedig daarna de exploratiewet van 24 Juli 1903 van kracht was geworden, waardoor verdere opsporingen van particu liere zijde waren verboden, werd in 1906 het onderzoek dezer streken door den ingestelden Rijksopsporingsdienst ter hand ge nomen. Door middel van ondiepe boringen en door studie van hetgeen aan de opper vlakte zichtbaar was konden de plaatsen aangewezen worden, waar met goede kans op welslagen Boringen tot groote diepte moesten wordtu gemaakt. Om een denk beeld te geven van de wijze van voorkomen der hierdoor ontdekte delfstoffen, vermeld ik eenige boorresultaten in beknopten vorm : DIEPBORING WINTERSWIJK I, bij de hoeve Planrengaarde ten Zuidoosten van Win terswijk. Van O tot 69 M. Quartair en Tertiair. Van 69 tot 380 M. Triasformatie (onderste Bontzandsteen"). Van 380 tot 457 M. Zechsteinformatie: lagen van leemmergel, anhydrieten dolomiet. Van 457 tot 500 M. Zechsteinformatie: lagen van minder zuiver steenzout, afwisse lend met anhydrietlagen. Van 500 tot 595 M. Zechsteinformatie: iiiimiiiiimuiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiMmiimiiiimiiiiiiiiiiiiiii iimimtiiiini het geheele buitenland verschrikte, oefent geen bekoring meer uit en in stilte heeft men medelijden met deze politieke gecastreerden. Daarbij komt nog, dat een van de hoeksteenen van het Duitsche Rijk, zoo noemde Bismarck de monarchistische ge dachte, buitengewone schade geleden heeft. Zonder Hincienburg zou het monarchis tische krediet nog dieper gfdaald zijn en de Hofienzollern-wissel heeft aan diens popu lariteit slechts zijn voorloopige prolongatie te danken. Het was noodig, dat Hindenburg peet was voor den rijkskanselier Michaelis, om, gezien de minachting van het parlement, het volmaakte gebrek aan invloed van de regeering en het verzwakte prestige van den kroon bij het volk, een besluit door te drijven, dat langer van kracht bleef dan den avond va» den eersten dag. Wanneer niet alle voorteekenen bedriegen, dan zijn toch de dagen van den zesden Duitschen kanselier geteld en zelfs Oe autoriteit van een Hindenburg zal aan het politieke interregnum, dat wij op het oogenblik reeds in uitschland hebben geen richting kunnen geven. Het politiek bederf heeft zoover om zich heen ge grepen,dat geea kanselier den eenigsten weg, die uit de politieke chaos zou voeren, de weg van de demokratiseering van het heele staatswezen, kan betreden zonder over de intriges van de conservatieve tooneelknechts te vallen. Toch zullen, niettegenstaande de honderdjarige traditie van het automatische staatsmechanisme, waarvan het fiasco door niemand meer kau worden ontkend, de grondi slagen van een organisch politieke ontwik keling van het volk geschapen worden. Men behoeft, om een voorbeeld van het haperen van deze staatsmachine te geven, slechts op het gebied van de volksvoeding een blik te werpen. Steunde het Duitsche staatswezen op een onverdeelde politieke idee en was het Duitsche volk door politieke scholing tot aktiviteit en verantwoordelijk heidsgevoel opgevoed, dan zou niettegenstaanae de afsluiting van .het vaste land en het ongehoorde verbruik van gewichtige levensmiddelen voor de manitieproductiede algemeene voeding buiten gevaar gehouden zijn.Ophetoogenbükruineertficnter het weder ontwaakte middeleen wscheparticularisme het eigen volk. De dorpsschouttn, burgemeesters, landheeren, regeeritigspiesideriten en minis ters van de afzonderlijke bondsstaten ver tegenwoordigen niet de door hut; gevolgde politiek vari uitvoerverboden iici ::aiij(e ont waakte kl^in-Duitsche panieulariscne en de grondregel: wij strijden voor ons behoud1', zoodat iiet iiiet verwonderlijk is, dal bij zulk strijden het egoïstische belang boven dat zuiver steenzout met enkele snoeren en banken van kaliezouten. Van 596 tot 695 M. Overschuivingsspleet, opgevuld met breccieus materiaal. Van 695 tot 947 M. Zechsteinformatie: zuiver steenzout met enkele snoeren en banken van kaliezouten. Van 947 tot -1020 M. Zechsteinformatie: anhydriet en dolomiet, basisconglomeraat. Van 1020 tot 1134 M. Productieve steenkoolformatie met lagen van gaskolen. Zooals uit dit boorprofiel voldoende blijkt, zijn de grondlagen op dit punt sterk ge stoord; een beter denkbeeld van den algemeenen bouw der Wintersw^ksche terreinen geeft het volgende profiel. DIEPBORING WINTERSWIJK II, in de buurt schap Ratum ten Oosten van Winterswijk. Van O tot 21 M. Quartair en Tertiair. Van 21 tot 84 M. juraformatle (?Lias"). Van 84 tot 89 M. Triasformatie (?Rhat"). Van 89 tot 125 M. Triasformatie ( Muschelkalk"). Van 125 tot 811 M. Triasformatie (?Bont zandsteen"). Van 811 tot 845 M. Zeehsteinformatie: lagen van leemmergel, anhydriet en dolomiet. Van 845 tot 890 M. Zechsteinformatie: lagen van minder zuiver steenzout, afwis selend met anhydrietlagen. Van 890 tot 1045 M. Zechsteinformatie: zuiver steenzout met enkele snoeren en banken van kaliezouten. Van 1045 tot 1145 M. Zechsteinformatie: anhydriet, basis-conglomeraat. Van 1145 tot 1380 M. Productieve steenkooiformatie met lagen van gaskolen. De bij Winterswijk ontdekte steenzoutlagen behooren dus tot den Zechstein", een onderdeel der Permische formatie of Dyas. Verder noordelijk, in het Zuidoosten van Overijsel, werd een jongere steenzoutiaag ontdekt, blijkens het nu volgend boorprofiel: DIEPBORING BUÜRSE, bij de school in het dorp Buürse, gemeente Haaksbergen. Van O tot 63 M. Quartair en Tertiair. Van 63 tot 258 M. Triasformatie (?bovenste Bontzandsteen"): roode leemmergels. Van 358 tot 270 M. dito: anhydriet. Van 270 tot 275 M. dito: anhydriet met steenzoutlagen. Van 275 tot 295 M. dito: zuiver steen zout, plaatselijk wat roodachtig gekleurd. Van 295 tot 300 M. dito: anhydriet met steenzoutlagen. Van 300 tot 580 M. Triasformatie (?midden Bontzandsteen"): roode zandsteenen. (De verdere vermelding van dit profiel is thans overbodig). Er zijn derhalve twee gebieden, die voor de toekomstige zoutwinning van belang zijn: het gebied om Winterswijk en het gebied om Buürse, waarvan de voorzetting in de richting van Hengelo aangetoond is. De grootte van het Winterswijksche ge bied kan op rond 7000 H.A. geschat worden. De bovenkant van het Zechsteinzout kan hier geacht worden te liggen op e«n diepte van circa 700 M. in het zuidelijk deel tot circa 1000 M. in het noordelijk deel; voor den bovenkant der steenkoolformatie kan men de getallen 1000 M. tot 1300 M. aan nemen. De in dit terrein aanwezige hoe veelheid steenzout kan ep 22 milliard ton aangenomen worden. Hierbij is uitsluitend het Zechsteinzout in rekening gebracht;het Triaszout is vermoedelijk in het noordelijk deel van het hier besproken gebied eveneens aanwezig, doch nog niet met zekerheid aan getoond. Een toekomstige ontginning van het Zechsteinzout kan tevens leeren, of de hoeveelheid der ingesloten snoeren en banken van kalie- en magnesia-zouten ergens wel licht groot genoeg wordt om nog afzonderlijk te kunnen worden ontgonnen, hetgeen thans nog twijfelachtig is. Het terrein van Winterswijk biedt, door het boven elkander voorkomen van zout en steenkool, een goede gelegenheid om beide delfstoffen gelijktijdig door n stel mijn schachten te ontginnen. Als de schachten de zoutzone bereikt hebben, kan men daarin van een abstrakte algemeenheid gaat. De algemeene ernstige ondervoeding van het geheele volk, waarvan de duidelijke symp tomen de ongekende toename van de zuige lingensterfte, de grooter wordende onge schiktheid voor den dienst en de hooge sterfte-cijfers van de oudere menschen zijn, zal de economische werkkracht van het volk nog generaties lang belemmeren en slechts politieke idioten kunnen niet inzien, dat deze schade tegen geen enkel voordeel van den oorlog kan opwegen. Men verwachtte, niet tegenstaande dit alles, niet, dat het Duitsche volk revolutionnair zou worden. Het is be lachelijk, dat de heer Scheidemann thans, nadat hij zijn zomernachtsdroom van 1914 uitgedroomd heeft, in de rijksdag revolutionnaire krialbonbons ontstak. Hij weet zelf het beste hoe prachtig de Duitsche sociaaldernocratie de geest der revolutie in hart en ziel heeft georganiseerd. Hij is, als alle leiders, die door de massa-fictie van de 20e eeuw overwonnen zijn, het meest trotsch op de militaire discipline, die hunne kiezersmenigte beheerscht, hen van ieder denken en iedere verantwoordelijkheid ontslaat en het den leiders zoo aangenaam gemakkelijk maakt, een reusachtige beweging in het doelfooze niets te doen verloopen. Duitschland verliest dezen oorlog, omdat aan zijn staatsinrichting geen politieke idee ten grondslag ligt, die zijn politiek organisme ontwikkelt en tot weerstand bekwaam maken kan. Het gebrek aan politieke leiding was het belangrijkste kenmerk van de dinerpolitiek van Keizer Wilhelm II. De aandeelen in de Bagdagspoorweg en het militaire pres tige aan de Bosporus, waaraan wij onze karikaturale Oostersche politiek te danken hebben, zijn in het geheel geen politieke fundamenten en ieder politicus weet, dat niettegenstaande de acute militaire verbon den, er geen basis is, die in staat is het waanbeeld van een Middel-Europa te dragen. leder politicus weet, dat onze geheele ZuidOostelijke politiek van dag tot dag onhoud baarder wordt. Daarom was het van' den nieuwen Staatssecretaris van Buitenlandsche Zaken, Von Kühlmann, noch zeer fijn gevoelig, noch handig, Frederik de Groote te citeeren, om de juistheid van de tegenwoor dige Duitsche Balkanpolitiek te bevestigen. Le heer Von Kühlmann weet zeker nog beter dan ik, dat Frederik de Groote met de Turken een verbond tegen Oosten rijk sloot, toen hij het oorlogsconflict met het huis Habsburg aan zag komen. Frederik de Groote zou nooit een politiek, die Oostenrijk en Turkije verbond, onder steund hebben. Hij wist, wat onze diploDE KOUDE DICHTER Met zijn voeten in de hooikist, En aan elke hand een sok, Op zijn peinzend hoofd de theemuts, Om zijn hals een baajen rok Zit de lieve, bleeke dichter, Voor zijn onbeschreven vel, Uren is hij nu reeds bezig, Aan een vers getiteld: Hel!" Duister is 't in zijn kamer, Slechts een enkel droevig licht. Bij een nachtptt van Verkade, Tobt hij over zijn gedicht. En terwijl hij angstig blazend, Voor 'n cent warm water drinkt, Doopt de man zijn pen voorzichtig, In de koude, zwarte inkt. Naast hem ligt de thermometer, Nijdig kijkt hij naar het kwik, Krimpen zal je!" sist hij grijnzend, Krimpen, net zoo goed als ik!" Langzaam sluiten zijne oogen, Dan een rauwe, nare gil, En de pen valt uit zijn handen, Daarna is het angstig stil. Zijn onthutste huisgenooten, Staan verpletterd om hem heen, Zusje wrijft zijn bleeke koonen, Broertje knijpt hem in zijn been. Dokter wordt er bij geroepen, Moeder vraagt: Wat zou 't zijn?" Is 't soms apendicitis?" Of verborgen zielepijn?" Dokter maakt een klein receptje, Stervend is de dichter niet. Op het blaadje staat geschreven : Vijfmaal daags wat anthraciet." J. H. SPEENHOFF wituiiiiiiiiiiitiiiiiitiiiiiiiiMiiiiiiiiMimiiitiiiiiiiiiiiiiiMiiimuiiiiiimiii H. VAN DOOREN & Cie. DEN HAAG - AMSTERDAM - UTRECHT BAMES HQEBEN en BONTWERKEN itiiiHHimiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiii tunnels en galerijen aanleggen en het ruwe zout naar boven voeren; op die wijze wordt het groote kapitaal, dat hier voor den aanleg der steenkoolmijn noodig is, spoediger rendabel en kan inmiddels met de verdere schachtdelving tot in de steenkoolformatie worden voortgegaan. De oppervlakte'van het gebied van Buürse, voor zoover het door boringen voldoende verkend is en waar de aanwezigheid van het Trias-zout' dus als aangetoond mag gelden, kan op circa 5500 H.A. geschat worden, met een beschikbaren voorraad van 2 milliard ton steenzout in de Trias-for matie. In dit terrein ligt de bovenkant van dit zout op een diepte van 270 a 330 M. onder de oppervlakte. Voor de winning van het zout in de minder dikke, toch tevens veel minder diep liggende laag onder Buürse schijnt de ont ginning door middel van uitlooging aange wezen. Men maakt daartoe boorgaten tot diep in 'de steenzoutiaag, die van af de oppervlakte tot aan het zout met ijzeren buizen .bekleed worden, vult ze met water en pompt na eenigen tijd de verkregen verzadigde zoutoplossing op, die dan verder matieke stumpers niet weten, dat zoolang er een imperialistisch Oostenrijk-Hongarije en daarmede een Oostenrijksche expansie politiek bestaat, de Balkan, en voornamelijk Turkije, in de tegenovergestelde interessen sfeer van Oostenrijk ligg< n moest. Het geheele verbond mist iedere politieke causa liteit, en de toenemende oneenigheden tusschen Oostenrijk en Duitschland vinden hunne oorsprong in de politieke heteroge niteit van het verbond, die slechts op het oogenblik door de militaire homogeniteit wordt samengebonden. Op den duur laat de politiek zich echter niet door militaire strategie beheerschen, maar zij verlangt naar een organische opbouw. In Oostenrijk is deze drang naar een nieuwe innerlijke organisatie voor de toe komst veel sterker dan in Duitschland en hij die ooren heeft om te hooren, heeft wel begrepen, hoezeer de amnestie van Keizer Karel en de wahlrechtsbotschaft van Keizer Wilhelm H in toon wezenlijk verschilden. De Donaumonarchie, die door Bismarck's diplomatie, wiens ideaal de triple entente van de middel-europeesche Azialische reactie was, aan de zijde van Pruisen ge bracht werd, voelt niets meer voor die symboliek uit deprimatreBismarckiaansche Aera. De Oostenrijksche politici ondervinden wel, dat bij de tegenwoordige mikrokosmos van de internationale politiek niet meer de verheerlijking van de gedachte Blut und Eisen" past. Zij weten voor alles, dat deze gedachte verpletterend verslagen is. Als de geest echter verslagen is, hoe kan dan het lichaam nog scheppen. In Duitschland gaapt een politiek luchtledig,datde militaire kolosses ten val brengen zal. Scheidemann zal te laat inzien, dat het er niet op aan kwam parlementaire proeven te nemen, maar wel daarop het nieuwe Duitsch land een politieke scheppende idee te geven. Zij, die deze nieuwe Idee zullen scheppen, verzekeren de toekomst en zij zullen Duitsch land eindelijk van zijn traditie bevrijden, die voor het land zelf de stijging tot menschelijkheid en voor de wereld den vrede on mogelijk heeft gemaakt.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl