De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 10 november pagina 1

10 november 1917 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

M*. 2107 Zaterdag 10 November A°1917 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRÜGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSQM Advertentiën omslag f 0.35 p. regel, binnenpag. f 0.40 p. regd ] OPEN BRIEF AAN PRESIDENT WILSON Van den Open brief van den Heer Van Aalst aan President W i l s o n in het Engelsch, Fransen, Duitsch en Hollandsen, zijn de Duitsche exemplaren geheel uitverkocht. Prijs per brief 10 cent, bij 100 exem plaren ? 7.50. Tevens verschenen de vier brieven tesamen als brochure, prijs der brochure 40 cent, bij 100 exemplaren f 30.?. Zendt dezen brief aan Uwe relatiën im den vreemde. De Uitgevers: Van Holkema & Warendorf, Amst. INHOUD: Bladz. 1: Het Kleine Vlammetje, door v. H. Toenemende Woning nood, door M. P. de Clercq. Aan de Inzenders op de Levensmiddelenprijs vraag. 2: Het Verloren-Overwinnende Duitschland, teekening van Jordaan. Het Vluchtelingenkamp te Nunspeet, door Is. Santcroos. Beschouwingen,door F. v. Eeden. Krekelzang, door J. H. Speenhoff. 3: Spreekzaal: De Algemeene Staatspartij, door P. H. Burgers. Feuilleton: Een Paradoxaal Mensch, door Dostojewsky. 5: Voor Vrouwen, door Elis. M. Rogge. Uit de Natuur, door Jac. P. Thijsse. 7: De Zaak Begeer voor de Amsterdamsche Recht bank, teekeningen van Martin Monnickendam, met tekst van Hijman Croiset. Het Stadsschoen,door A. W. Weismann. 9: Tentoonstellingen, door Plasschaert. Boekbesprekingen, door ds. K. Vos en Herman Middendorp. Muziek in de Hoofdstad, door mr. H. M. van Leeuwen. Zomeravond (vers) van W. Haanstra. De mooie Spreker, tee kening van George van Raemsdonck. Dramatische Kroniek, door Top Naeff. 10: Uit het Kladschrift van Jantje. Op den Economischen Uitkijk, door jhr. mr. H. Smissaert. Het Proces over het conversierecht der 4JpCt. obligatiën de Schelde, door J. D. Santilhano. De Carbid Lamp, door Melis Stoke, met teekeningen van Is. van Mens. 12: Een Vleugje Haagsche Wind: De Plaats, door Ari. Leekenspiegel. 13: Zorgen in het Gezin Treub?Posthuma, teeke ning van Joh. Braakensiek. De Zeven Hoofd vreugden, teekening van . A. de Haas. Schaakrubriek, red. dr. A. G. Olland. Damrubiek, red. K. C. de Jonge. Bijvoegsel: De nieuwe Rijkskanselier en het Parlement, teekening van Joh. Braakensiek. HET KLEINE VLAMMETJE Wanneer de Duitsche heerbenderi Petrograd zullen binnenstappen, zooals zij het Brussel, Belgrado", Warschau en Boekarest gedaan hebben... Wanneer zij met dreunenden tred het eeuwige Rome genaderd zijn... Wanneer de anarchie van het Russi sche Rijk hun machteloos de handen in het Oosten geheel zal vrijlaten... En wanneer het Italiaansche riet door 'den noordelijken stormwind zal zijn ge bogen en gebroken... Wanneer Hindenburg's legerscharen met al hun geweld kunnen worden samengeworpen op het benarde weste lijke front... En wanneer de geallieerde troepen machten dezen druk, die nog nergens voor is blijven staan, ten slotte evenmin weerstand bieden kunnen... Wanneer het veldgrauwe Nibelungenvolk zijn kampvuren zal doen branden langs de boorden van de Oostzee en van de Golf van Biskaye, van de Middellandsche Zee en van die van het Noorden... Wanneer in aller heeren landen hun keizerlijke bevelhebbers zich doen hul digen, en hun schildwachten op post -staan, evenals eens Caesar's cohorten, en Spanje's hoplieden, en Napoleon's grenadieren hebben gedaan... Dan zal er zoolang ook een veldgrauwe wade worden gelegd over de vrijheid van Europa en de vrijheid der volkeren. Dan zullen de natiën worden samenge voegd als ingedeelde gewesten, en op genomen worden in n vreemde groot heid. Wij allen zullen op tafel staan onder n Duitsche saus, evenals Europa reeds eenmaal met andere wereldbeheerscherssausen geserveerd geworden is. De latere geschiedboeken zullen eenen overheerschingstijd te meer ver melden, dien wij tien, of, laat ons niet karig zijn, vijfentwintig jaren geven. Is het overdreven zorg, die ons zoo in deze dagen bekruipt? De hemel geve het. Wie zal het zeggen! De mogelijkheid van dit beeld heeft ons immer voor oogen gestaan. Wordt het nu niet denkbaarder dan ooit? Het wordt nu denkbaander dan ooit, dat er ondanks alle theorie ea ondanks allen moed, machten kunnen groeien, tegen wier geestkracht en geweld niets bestand is. Voor een tijd! Want evenals als wij demogelijkheid onderstellen van eene heerschappij over de geheele linie, even onmogelijk achten wij 't, dat zulke machten op hun voetstuk kunnen blijven. Daarvoor is nu weer het geloof aan de oude krachten van Europa en aan de nationale verschillen, het geloof ookaan de vergankelijkheid van het overmatige, te groot. Nog weten de Duitschers waarschijnlijk zelve niet, waarheen hen de wereldhistorie stuwt. Dwaas is hij, die altijd om nauw keurig uitgesproken oorlogsdoeleinden" vraagt. Oorlogsdoeleinden worden niet vooraf bedacht en vastgesteld. Zij vallen in den schoot. Daar zijn zij des te ge vaarlijker om. En zoo drijft op het oogenblik het Duitsch-Oostenrijksche oorlogsdoel weer leelijk naar de macht over het grootste deel van Europa. Allerlei afdoende berichten, welke ons op het oogenblik omtrent den voedings toestand daar te lande bereiken, zijn gruwelijk. Er wordt geweldig te kort geleden. Doch wat maakt het? Dit volk ver keert nu eenmaal in den trance-toestand van de militaire macht en de blokkade kan niet te niet doen, wat het weergalooze succes der wapenen en de taaie nationale eerzucht behalen. # * * Wanneer dit alles eens voor een tijd werkelijkheid moest worden, en wij weten nu langzamerhand wel dat de werkelijkheid nog altijd veel verbazender kan zijn dan de stoutste berekeningen, dat slaat vroeger of later ook het uur voor ons. Het lust ons niet, deze gedachten nader onder woorden te brengen. Wien spelen ze dezer dagen niet door het hoofd? Dan kan de tijd komen, die voor Ne derland ook al niet geheel een onbekende tijd is, waarin 't vreemde troef wordt en de meeste ruggen voor het? onvermijdelijke buigen. Waarin de menschen zich even genoegelijk schikken in dependentie, als zij 't nu doen in mobilisatie of distributie. En waarin maar weinigen de taak voort zetten om het kleine vlammetje te on derhouden, dat eenmaal hier zoo goed als elders, de eentonige wade weer in lichte laai verteren zal. Van Nederland kan men zeggen, dat het zooveel onafhankelijkheidszin heeft, dat het daardoor alleen zich te gemak kelijker tot afhankelijkheid laat vervoeren. Het let te veel op zijn belang, om zijn belang zoo goed mogelijk te behartigen. Hiervoor is altijd een zekere mate van idealisme óók noodig. De phase, waarin wij verkeeren, is er integendeel een van bijzonder materiecle zakelijkheid. Daarom zijn wij juist ook zoo zeer bezig, aan deze materieele zakelijk heid gebonden te worden. Door middel van de economische voor ziening van levensbehoeften, wordt meer en meer met ons gespeeld, als door de katten met de muis. Telkens sterker en sterker gaan wij ons vastleggen, door de contracten naar links en de contracten naar rechts. Naar rechts vooral. Het kolencontract blijft een eindelooze bron leveren voor moeilijkheden en bezwaren, om ons steeds dribbelender aan het touwtje te houden. Voor ijzer- en staalleveringen worden exorbitante eischen van crediet gesteld. Onzen scheepsbouw en onzen rederijen durft men reeds eischen voorhouden, die, werden ze ingewilligd, na den vrede onze vaart en onze havens meer in dienst der oostelijke buren dan van ons zelve stellen zouden. Met sommige binnenlands geproduceerde levensmidde len, als de boter, zijn wij royaler tegen over den vreemde, dan tegenover ons zelf. Ons volk wordt gestijfd in een geest van stoffelijke eischen. ja, het is alsof het door die stoffelijke eischen geheel wordt beheerscht. En vol zorg knikt men elkander toe bij de vraag, wat dit volk zou doen, wanneer eenmaal de nood der tijden in die stoffelijke eischen nog meer hapering bracht. Of wanneer de regeering eens duidelijker naar de buitelandsche kanten 't standpunt innam: liever onafhankelijk in gebrek en zorg, dan met wat mondjesmaat meer, door u geringeloord". Dat ons volk evengoed bereid kan zijn, te dulden en te ontberen, wan neer het maar eenmaal begrijptdat'slands belang dit aangewezen maakt, wordt amper bevroed. Voora' van hoogerhand is het idealisme en de moed voor het heden, reeds lang op. Zóó sterk spreekt de stoffelijke geest, dat wanneer een man als Colijn, in de Stemmen des tijds" in een overigens uitnemend artikel te rade gaat, wat wij kunnen doen om onze positie hoog te houden tegenover de mogendheid, die op den meest idealistischen grondslag den oorlog is ingegaan, tegenover Ame rika, zijne oplossing deze is: dat wij kunnen dreigen, anders ook Belgiëgeen eten te verschaffen. Handels- en voedingskwestie's wik kelen ons gaandeweg geheel in. Zoo wordt geleidelijk het straatje geplaveid, dat ons naar omlaag voert. Wie weet, des te gemakkelijker waar heen, als zich de gebeurlijkheden moch ten voordoen zooals wij in den aanvang onder de oogen zagen! Het is alles behalve een vroolijke tijd. Maar toch een tijd om den draad vast omklemd te houden. De lichtzijde is, dat ondanks alles het kleine vlammetje toch steeds branden blijft. v. H. tllllKIllllllllIIIMIUllllllllllMllilllMlIliltlllllllllllHIIIIIIIIIII TOENEMENDE WONINGNOOD door M. P. DE CLERCQ Woning- Coöperator De duizende in-huur-wonenden kunnen het toenemen van den woningnood niet meer als een feit ontkennen, hoe gaarne de meesten hunner dit ook willen teneinde minder afhan kelijk te wezen van hunne verhuurders. Huurbordjes ziet men haast niet meer en het aanbod van premiebetaling voor het verschaffen van geschikte woningen, kan men bijna iederen dag in annonces lezen. Eveneens gelegenheid tot huurovername, doch met verplichten aankoop van meubelen, iets waarvan vroeger nooit sprake was. Integendeel, de uittredende huurder deed erg veel moeite tot het overdoen van gor dijnen, kleeden, enz. aan den nieuwen huurder en meestal moest die vertrekkende met een erg klein sommetje tevreden zijn. Hoe dit thans met verplichte overname worden zal, laat zich gemakkelijk begrijpen. De wettelijk opgerichte liuurcommissiën voorzien slechts t< n de$le in de bescherming van in-huur-wonenden Ten eerste is hare macht beperkt tot vastgestelde maxima en ten tweede heeft die commissie geen macht huur-opzegging tegen te gaan. Dit is dan ook werkelijk onmogelijk, want werd den nu reeds zoo aan handen en voeten gebonden eigenaren van goedkoope woningen, boven dien nog huur-opzegging verboden, dan (volgens het dikwijls gehoorde gezegde van mijne schoolgaande vriendjes) konden zij zich verduveld wel laten kisten! Bovendien is mijn vermoeden niet onge grond, dat bij helaas nog steeds te verwachten toenemenden woningnood, de bedoeling der huurcommhsiewet slechts weinig tot haar recht zal komen. De huurders zelf zullen meer en meer tot ontduiking gaan mede werken uit vrees voor opzegging. En zoodra zoowel verhuurders als huurders roet in het eten gaan gooien, zullen de huurcommissiün hun werk aan den kapstok gaan hangen, want waarom zullen zij zich druk maken met tegengaan van ontduikingen als zelfs de lijdende partij er noodgedwongen geen bezwaar in ziet? Op deze gronden acht ik het voor alle in-huur-wonenden van zeer groot belang thans eens den weg te leeren kennen waar langs in deze materie beterschap is te brengen. Want het geuite beweren: alles slaat aldoor op, dus laat voor mijn part de huur ook maar opslaan", dient een verstandig menseh toch onverstandig te noemen. Al geraakt men meer en meer in de misère, de moed moet er toch inbiijven om flink te trachten er zooveel mogelijk uit te komen. Al is natuurlijk de toenemende woning nood niet te beletten, zoo kan ieder huurder voor zichze'.f nog wel zorgen er na een gegeven tijdstip niet verder de dupe van te worden. De hoop op vrede blijft gelukkig bestaan, doch het uitzicht daarop ligt nog geheel in het duister. Opslag van huur kan echter een huurder in eigen handen krijgen, door de strijdige belangen van verhuurder en huurder te vereenigen. De eenige manier daartoe, het wonen in een eigen huis, staat echter slechts binnen het bpreik van enkelen. Ten minste door persoonlijken aankoop, zij het ook met ne men van hypotheek, want dan moet men minstens '/, der koopsom uit eigen midde len kunnen fourneeren. Er bestaat evenwel nog een andere wijze ter bereiking van evengemeld doel, dat wonder boven wonder aan tal van in-huurwonenden zelfs nog niet eens bij name be kend is. Inderdaad: wonder boven wonder, omdat het reeds sedert meer dan dertig jaren hier te Haarlem burgerrecht verkreeg en nu oor zaak is van absolute vrijwaring van honderde gezinnen tegen huur-opslag en op zegging. Dit is coöperatief-wonen. Waarom dit groote sociale en economische belang in hoofdzaak ter toepassing en de Spaarnestad beperkt bleef, is bepaald een wonder te noemen. Het nut en voordeel daarvan is volstrekt nooit onder stoelen of banken ge schoven en toch is het coöperatief-wonen elders uiterst zeldzaam nagevolgd en dan nog niet eens steeds in de zuivere lijn. Gedane zaken nemen evenwel geen keer en het heeft geen nut, moeite te wijden aan opsporen der oorzaken dezer onbegrijpe lijkheid. Vrij wat beter en doelmatiger is het er op te wijzen, dat thans in-huur-wpnenden nog wel degelijk de mogelijkheid openstaat tot het oprichten van coöperatieve woon-vereenigingen. Echter niet meer op dezelfde wijze als hier een 1500 tal perceelen zijn verrezen. -Uit geschiedde steeds door nieuwbouw en duuite, ja zelf gebrek van enkele bouwma terialen, heeft nieuwbouw van woonhuizen momenteel vrijwel stop gezet. Jammer ge noeg, want het laten bouwen van panden naar eigene keuze, heeft zeer groote aan trekkelijkheid. De oprichting eener dusdanige vereeniging kan echter ook zeer goed geschieden door aankoop van daartoe geschikte hulzen. Het rijdstip daarvoor mag zelfs nu gunstig ge noemd worden, aangezien en in de nieuws bladen buitengewoon veel huizen zoowel publiek als uitde hand te koop geboden worden. Iedereen kan begrijpen hoe deze oprich ting niet van zulk een leien dak je gaat, als b.v. die eener coöp. verbruiksvereeniging, enz. Het betreft hier eene langdurige samen werking van zeer groot belang en dat de behoorlijke opzet vooral met groote zorg en voorzichtigheid moet plaats vinden, behoeft zeker geen betoog. Zoolang er nog huizen te koop zijn, kan een in-huur-wonende daarvan profiteeren. Wacht echter niet te lartg, het vet kan wel eens heel spoedig uit den ketel zijn! Wetende hoe aangeboren benauwd wij Nederlanders zijn, om ons aan koud water te branden, beperk ik mijne raadgeving tot het doen van grondig onderzoek. Dit kan toch nooit iemand schaden. Ter juiste be oordeeling in hoeverre er in de plaats zijner inwoning uitzicht zal bestaan ter oprichting eener coöperatieve woonvereeniging, is het ongetwijfeld het doelmatigst met die op richting zoodra mogelijk te begint en. In hoofdzaak wordt daartoe vereischt het nuttig besteden van een klein deel des vrijen tijds. Voorts een geringe contributie (hier 10 cent per week voor de kleinste woningen en/1.?a ?2.50 per maand voor grooteren) geheel onder eigen beheer blij vende voor kleine onkosten van vergaderen, porti, enz. Bijgevolg het beginnen behoeft niemand af te schrikken an die de nood zakelijkheid daartoe nog niet wil zien in den toenemenden woningnood rondom zich, heeft de gevolgen dezer hardnekkigheid later aan zichzelf fe wijten! Het is moeielijker dan het schijnt, uit zulk een veelom vattend onderwerp eenige bizonderheden naar voren te brengen, waardoor de lezer er zich ten minste eenig idee van kan vormen, zonder noch te veel plaatsruimte te vorderen, noch op eens aan de aandacht te groote eischen te stellen. Toch wil ik zulks gaarne trachten, hoewel ik verplicht ben de duide lijkheid niet aan de beknoptheid op te offeren. De bedoeling van coöperatief-wonen is door goed geordende samenwerking goed gehuisvest te zijn en geleidelijk eigenaar te worden van het zelf bewoonde huis, zonder bezit van kapitaal of geld enzonder meer te betalen dan in gelijksoortige huurhuizen. Dit is de bedoeling hier sedert ruim 30 jaren voor oogen gehouden en reeds ten deele bereikt. Zonder daaraan destijds ge dacht te hebben, is er thans door de oorlogs toestanden aan toe te voegen: en door het brengen van verhuurders, zegge de vereeniging in dezelfde handen als de huurders, zegge de leden, absolute vrijwaring te verschaffen tegen huur-opslag en opzegging. De hoofdzaak, geleidelijke eigendom, kon wel coöperatief verkregen worden, maar niet individueel. Dit is zeer eenvoudig een ge volg van een geldleening onder hypothecair verband, tot de volle waarde der onroerende goederen, die niet aan particulieren, eigenbouwers of gewone bouwvereenigingen ver schaft wordt, doch wel aan coöperatieve bouw- of woonvereenigingen. Hierop kon niet genoeg de aandacht der in-huur-wonenden gevestigd worden, aan gezien dit inderdaad de spil is waar alles om draait. Als men maar eenmaal de toe zegging, zwart op wit, in handen heeft tot het verschaffen van het geheele, kapitaal, naar mate het benoodigd zal zijn, onder hypothecair verband ad 100 procent, komt al het andere best in orde. Al lijkt het ook eerst wel wat ingewikkeld, dat hindert niet. De meeste zaken schijnen immers veel moeielijker dan zij inderdaad zijn, wat ieder een in den regel erkent, naarmate men er zich meer en meer ingewerkt heeft. De opzet, goede behandeling, accurateuitvoering enz., uit alles komt gaandeweg best in orde indien er slechts zekerheid bestaat behoorlijk op tijd met de noodige dubbeltjes voor den dag te kunnen komen. Geheel buiten eigen toedoen, staan deinhuur-wonenden er nu goed voor, ter ver krijging van de toezegging tot volle hypot heek, indien zij coöp. woonvereenigingen oprichten, geheel naar het Haarlemsche voorbeeld. En zulks omdat er op bizonder gunstige resultaten in financieel opzicht gewezen mag worden. Die antecedenten met ettelijke tonnen gouds, gedurende het eerbiedwaardige tijdvak van meer dan dertig jaren, maken werkelijk alle andere aanbe veling onnoodig. Op zulke goede gronden zal het den te verwachten oprichters van coöp. woonver. elders waarlijk niet moeilijk vallen van geld gevers de benoodigde toezegging op des betreffende serieuse plannen te erlangen. In theorie is het duidelijk aan te toonen hoe die hooge hyphotheek wel co peratiefdoch niet individueel te erlangen is. Gelukkig ontslaan de absoluut gunstige resultaten mij van de moeite dezer uiteenzetting op schrift, aangezien de practische ervaring boven de theorie gaat. Ook al tengevolge der coöperatie, kan ieder zich eiken werkdag kosteloos dezer gunstige gevolgen overtuigen. De Nederl. wet op de coöp. vereenlgingen vordert jaar lijks inlevering der rekening en verant woording (balans) van elke dusdanige ver eeniging ter griffie van het betrekkelijke AAN DE INZENDERS DER ANTWOORDEN OP DE PRIJSVRAAG NAAR DE VOORZIENING IN HET GEBREK AAN VOEDINGSMIDDELEN De jury acht het noodig een .opmerking te maken aangaande den vorm der ingezon den antwoorden. Slechts bij uitzondering is een eenigszins uitgewerkt plan ingediend. Sommige inzenders hebben zich eenvoudig bepaald tot het aangeven van een denkbeeld» zonder meer. Met zulke onvolledige antwoorden kan de commissie niets beginnen. Men kan niet van haar vergen, dat zij van elk voorstel of plan de uitvoerbaarheid gaat onderzoeken. Daar toe zou reeds de tijd ontbreken, en deze dringt, zooals men weet. Daarom ziet de jury zich genoopt te ver klaren dat men niet volstaan kan met het opperen van een denkbeeld, maar dat ook gelet moet worden op de uitvoerbaarheid en de inzenders ook hebben aan te geven de hoeveelheden der grondstoffen, hun her komst en dergelijke onmisbare gegevens voor de beoordeeling van de waarde van het antwoord. Indien het eenigen inzenders aan de midmiddelen ontbreekt, om hun plannen naar behooren uit te werken, dan zit er niet anders op, dan dat zij de jury machtigen deze openbaar te maken, met of zonder den naam van den inzender. Op die wijze zouden anderen, die beter in de gelegenheid zijn om de noodige proeven te doen of een on derzoek naar de grondstoffen in te stellen, met de uitvinding kennis kunnen maken, en, natuurlijk met toestemming van den inzender, de zaak ter hand kunnen nemen De jury acht het in het belang der goede zaak wenschelijk, dat de inzenders spoedig hun verlangen kenbaar maken. Voor het geval, dat er nog personen moch ten zijn, die een of ander middel aan de hand wenschen te doen, zij er aan herinnerd, dat de prijsvraag levensmiddelen geldt en niet genotmiddelen. De tijden zijn er niet naar, dat men zich het hoofd breke over surrogaten van genotmiddelen. De Regeering, van wier medewerking de uitvoering der plannen afhangt, zal voer de bereiding van zulke minderwaardige zaken haar hulp we niet willen verleenen. Ten slotte nog dit: mocht iemand aan het uitwerken van een plan bezig zijn en geen kans zien daarmede binnen den ge stelden termijn gereed te komen, dan is de jury natuurlijk bereid, aan de prijsvraag commissie voor te stellen, verlenging van termijn toe te staan. IIIIMMMIIMIIMIMII kantongerecht. Vandaar dat te Haarlem ter genoemde griffie in de Janstraat ook die documenten der coöp. bouwvereenigingen aanwezig zijn. Genoemde wet schrijft voorts bostelooze inzage voor. Gemakkelijker, eenvoudiger en onpartij diger kunnen geen informatiën verschaft worden. Want men kan daardoor nog verder gaan tot het onderzoek in hoeverre er coöpe ratief volstrekt geen gevaar verbonden is aan het toestaan van zulke abnormaal hooge hypotheken. Ik stel het mij gaarne tot taak in dit hoogst belangrijk deel van coöpera tief wonen wat dieper in te gaan, omdat navolgers van het Haarlemsche voorbeeld al heel spoedig zullen beme.ken, hoezeer dit van uiterst gewicht tot slagen met hunne plannen is. Bij geldgevers op hypotheek zit het principe van hoogstens 75 procent der taxatie er zoo vast in, dat zij somtijds al huiverig zijn boven 60 procent te gaan. De overtuiging ingang te doen vinden, hoe 100 procent aan coöp. woonvereenigingen een primo geldbelegging is, mag vooral niet verwacht worden zonder daartoe tevens de meest koninklijke weg aan te geven tot eigen onderzoek. Gaarne wijs ik er daarom op, hoe die balansen van griffie ook gelegenheid bieden de namen te noteeren der verschillende geld gevers, met hunne bedragen, enz. Desgewenscnt, kan daardoor bij die geldgevers zelf naar de juistheid van mijn beweren geïnformeerd worden, hoe door het ver schaffen van 100 procent hypotheek aan coöp. bouwvereenigingen alhier, nog nooit schade door geldgevers werd geleden. Als aanbeveling voor iedereen dezer geld belegging kan nog dienen, dat er het grootste sociale belang de woningverbetering" door wordt bevorderd. Voor heden wil ik besluiten met aan te toonen, hoe coöperatief het geleidelijk bezit van het zelf bewoonde huis te bereiken is. De winst aan het bedrijf van huizen ver huren verbonden, komt der bedoelde ver eeniging ten goede. Die winst wordt echter niet telken jare aan de leden uitgekeerd, zooals dit met de meeste andere coöp. vereenigingen het geval is, doch dient steeds ter aflossing van hypotheek, na het eerste jaar verhoogd met de bespaarde rente der j vorige schulddelgingen. Zoodoende kunnen ' die huizen ten slotte vrij op naam overgej schreven worden.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl