Historisch Archief 1877-1940
10 Nov. '17. No. 2107
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Novetnber-krabbel
Teekentng voor .de Amsterdammer" van Martha Joüstra
Naar de mode!
De najaarsstormen en de klokrok
Mijn eerste ontgoocheling omtrent de
onfeilbaarheid van den menscb
Acht centen kost een el
Koop ze me af, 't is voor je wel
Ik heb ze bruin en blauw en rood
Je hebt deran tot an je dood.
Uitzoeken maar, uitzoeken maar, acht
centen 'n el!"
Met dit hoongezang werd ik door een
troepje jongens begroet, toen ik fier door
zelfbewustheid, gekleed in een beeldig blauw
geruit jurkje het feestlokaal Eik en Linde"
binnentrad om de verjaarpartijvan het hoofd
der school mede te vieren. Dat ik troisch
was op mijn mooie kleedje was waarlijk
wel te verklaren. Men had me toch thuis
zoo bewonderd. Wat chique!... en zoo
fijn!... Daar mag je zuinig op zijn, zoo
'n jurkje krijg je niet licht weer. Dergelijke
uitroepen had ik van de verschillende
huisgenooten gehoord, terwijl ik ronddansende
op het rijtuig wachtte. Ma had meegedaan.
Een klein kind, dat waarheid en leugen nog
niet recht weet te onderscheiden, en van
haar Heven, alleen oprechtheid verwacht,
voelt zich inderdaad gevleid door een der
gelijke bewondering. Het was bovendien
heel begrijpelijk, dat ik me voor den gek
had laten houden: het jurkje leek fijn, het
was chique. Ma had er zelf aan mede ge
werkt. Het was volgens de toenmalige mode
geheel ingehaald en bijzondere werkjes liet
ze nooit aan de huisnaaister over. Reeds
acht dagen te voren had het als een kleinood,
bedekt door Ma's bruidsluier om het tegen
mogelijke besmetting te vrijwaren in het
salon te pronk gelegen en ontelbare malen
was ik daarheen geslopen om er een steel
senen blik op te werpen. Ik vond het zoo
prachtig! De jongens vervolgden me met
het liedje waarheen ik me wendde, waarom
ik zitten ging. Mijn vriendinnetjes lichtten
me toen in: Drie weken geleden had een
koopman een kar vol van die geruite stofjes
in de ghettobuurt gevent en zijn waar door
IIIIIIIIIIIMIIMI l
lllllllllIIlllllllllllllllllltllMllllIIIHIIIIIIIIIIIIIllIIHI
NOTENKRAKER
Haast geen wind en wat er nog is,
ZuidOost. Daarbij een nevelig zonnetje laag aan
den mooien parelmeeren hemel. October
heeft veel loof te vroeg van de boomen
gerukt; de witte, lichtrose berkenstammetjes
komen achter het gele gesprankel van hun
bladeren al duidelijk uit. Hier en daar in
de vallei stralen fel rood de kardinaalsmutsjes
en de Oeldersche rozen. De duindoarns
hebben alweer lang hun gele bessen ge
houden ; reeds voor den vierden keer blijven
de bonte kraaien weg, die anders in weinig
weken alle struiken kaal vreten. Slechts hier
en daar zit er een op o)en uKkijk, maar het
gros van den troep is achtergebleven aan
het Oostelijk front, waar voedsel genoeg is.
Een andere klant van de duindoornbessen,
de vroolijke spreeuw is ook in veel geringer
Kegel van een Arve-den
dit verheven gezang aangeprezen. Hij had
er de bewoners letterlijk mede bij elkaar
geschreeuwd. Daar ik nog niet in de klas
zat waar co-ëducatie was ingevoerd, had
ik ook niet gehoord, dat de jongens uit
die buurt al dadelijk het liedje op school
ten beste hadden gegeven. Nu begreep
ik. Ma had de stof van het jurkje aan
de kar" gekocht en had dit voor me ver
zwegen uit vrees, dat er tooneelen zouden
plaats hebben en dat ik het jurkje niet
zou willen dragen. Ze hadden er thuis
schik van gehad, dat ik onbewust van
dit alles met het jurkje in de wolken
was. Ze hadden zich dus vroolijk over me
gemaakt, zonder dat ik me had kunnen ver
dedigen en Ma had mede gedaan. Dat liet
mijn zelfachting niet toe. Reeds het kind
kan zonder deze niet tevreden leven. Een
machtelooze woede maakte zich van me
meester. Het acht centen kost een el, koop
het me af en je doet wel" verhitte als een
satersliedje mijn brein en zonder eenige
rekening te houden met de toekomst, gooide
ik, als instinctmatige vergeldingsdaad, het
eerste glaasje frambozenlimonade, dat me
werd aangeboden van boven tot onder over
de jurk welke daardoor geheel bedorven
werd. De dunne stof van mindere qualiteit
Het geen schoonmaken toe. Eenigszins tot
kalmte gekomen, besefde ik, toen ik het
kleverige jurkje bezag, welk onheil ik had
aangericht. Nu werd ik eerst recht onge
lukkig. Het kind voelt zijn leed zooveel
onmetelijker dan de volwassene, omdat het
door zijn weinig verstandig inzicht geen
wapenen daartegen heeft, als hoop op uit
komst of een verkeerde daad te kunnen
herstellen enz. Het ziet zijn verdriet als
oneindig. Het plotselinge gevoel van diepe
schaamte, dat over me gekomen was, maakte
me wanhopig.
Instinctmatig begreep ik, dat het geweld,
dat ik tegen mijn geknakte eigenwaarde
had ingezet, deze geheel had gebroken. Het
conflict bleef niet uit. Ik beschouwde nu
het bederven van het jurkje als een veel
leelijkere daad, dan die, welke Ma begaan
had en ik ging mezelf hoe langer hoe meer
bezwaren. Het jurkje was toch werkelijk
mooi en chique... Ma kocht zoo vaak
waardelooze lapjes bij Bahlman of' Sinkel... het
was eigenlijk grappig, dat ik met het jurkje
zoo blij was geweest. Alleen wanneer het
iHiiiiiHitHiiiiHiiiiMiiiiiimliHiiiiiiiiitmiimitmuiimmHitHmiiiiiiiii
aantal present dan vroeger, de strenge late
winter heeft hun gelederen merkbaar ge
dund. Zoo blijven dan de herfstvruchten
veel later aan de struiken.
Het is goed om in den stillen Zondag
morgen een beschut hoekje te zoeken in
het duin en gehuld in een groenig grijzen
mantel de onzichtbaar makende
Tarnkappe het hcrfstgebeuren mee te leven.
Bij klein* vleugjes vallen de bladeren van
de boomea. Mog bloeien late thymplantjes,
daar komen groene en blauwe glanzende
bromvliegen nog honig halen. Een kleine
paarlmoervlinder komt zich zonnen op het
zand, nog een paar dagen en hij gaat in
het dicht struweel van de ligusters een
schuilhoek zoeken, waar hij den heelen
winter zitten blijft, onbekommerd om vorst
of dooi.
In de lucht is velerlei drukte van vogels,
want 't is goed trekweer. Telkens komen
vluchten van vinken over met druk getjuuk
en gedans, zooals vinken doen. Dan volgen
een stuk of zes pimpelmeezen, die reppen
hun vleugeltjes van belang, maar schieten
niet op, dat is zoo der meezen manier. En
hooger op klinkt; madelief"; daar trekken
twee boomleeuwerikjes en ze zijn zoo te
vreden, dat hun lokroep gaande weg overgaat
in liefelijk gezang. Zoo verdwijnen ze achter
de volgende heuvelreeks. En door alles heen
het dof gedreun van het kanon van Yperen,
maar dat is een schaduw, waar we allengs
aan gewennen.
Opeens een druk geschater van kool meezen.
Dat be eekent altijd iets. Daar zit dan ook
op een dooden eik°ntak een tamelijk groote
zwart met witte vogel. Het wit ligt regel
matig in spikkels over het zwart, doordat
ieder veertje een witte eindvlek heeft. Alleen
de vleugels zijn egaal donker en ook de
staart, maar die heeft toch weer een witten
acht centen kost een el, koop het me
af en je doet wel" in m ij n geest zong, helde
mijn verstoord evenwicht voor een oogen
blik naar mijn rechtvaardiging. Ik wilde
alles vertellen, wat er in me was omgegaan
en de straf dragen, die me toekwam. Dit
voornemen stelde me echter niet gerust,
het kon me niet ontheffen van de ergste
straf, het verlies van het geloof in eigen
waarde, dat ik als elk normaal kind, in
een rein zedelijke atmosfeer opgevoed na
mijn onbeheerschte vernielingsdaad voelde.
Bij mijn thuiskomst hoefde ik waarlijk niets
te zeggen. Haast uit n mond riepen mijn
ouders, wat is er kind, wat is er met je
gebeurd? Ik biechtte volledig. Vooruit naar
bed! uit mijn oogen!" strafte Mama. Papa,
die zijn kinderen niet in verdriet zien kon,
trok me naar zich toe en terwijl hij me om
helsde riep hij boos uit! Het kind kon het
niet helpen!" Er werd dien avond lang
gediscussieerd.
Hoewel Papa door zijn drukke werkkring
in hoofdzaak aan Mama de opvoeding der
kinderen overliet, wel wetende dat deze in
goede handen was, trad hij bij dergelijke
ernstige zieleconflicten van het kind altijd
handelend op. Mama gaf toe, dat ze de zaak
had moeten voorstellen, zooals ze werkelijk
was en me had moeten dwingen met het
jurkje van acht centen een el" vroolijk naar
de partij te gaan, alleen omdat zij dat goed
vond. Door het onbegrensd vertrouwen, dat ik
tot nu toe in haar had gehad, zou het
hoonliedje me zeker minder hard en wellicht in
het geheel niet hebben getroffen. Papa vond,
dat deze daad niet even streng gestraft moest
worden als elke onbeheerschte gewelddaad,
omdat ik in de straf, nu Mama zelf aanlei
ding er toe had gegeven, bij kalme over
weging altijd een onrechtvaardigheid zou
zien. Mama maakte van het geruite lapje,
dat ze nog over gehouden had, een eenvou
diger jurkje, waarmede ik veertien dagen
later op het kinderbal in het Park" moest
verschijnen. En dat het kind over het meest
diepe leed veel gauwer heen is dan de vol
wassene bewees ik weer hierdoor, dat ik
toen even vroolijk in de kamer ronddanste,
terwijl ik op het rijtuig wachtte als op den
bewusten avond. Ik suggereerde me nog
even bij het binnentreden van de zaal het
jurkje als boetekleedje te beschouwen, maar
daar behoedde me al heel gauw het ewig
weibliche" voor. Twee kapertjes, toen onze
Oweërtjes, van dertien en twaalf jaar vroegen
mijn zevenjarig zusje en mij negenjarige
dadelijk voor den eers'en dans. Ze hadden
sinds twee jaar een Mademoiselle" en niet
wetende, dat wij, als gevolg van zeer naaste
Fransche familieleden, evenzeer goed Fransch
verstonden, gaven ze hunne opmerkingen
elkaar echt onbeschaafd in het Fransch te
kennen.
J'ai une beautéschepte mijn Adolf op.
Moi aussi" pochte zus' Sandertje terug.
Une beauté!... une... beau... té, une...
met het blauwe... ruite... acht centen...
Den volgenden morgen keek ik diezelfde
Ghetto jongens, mijn medescholieren, brutaal
in het gezicht.
E. W. ASSCHER
Iets over de rhythmische gymnastiek
in Engeland *)
Deze methode, in Engeland ingevoerd
door mr. Percy B. Ingham, directeur der
Londonschool of Eurhythmics" werd inden
beginne slechts privaat onderwezen. Zij
raakte eerst algemeen bekend door de komst
van Jacques-Daicroze zelf, toen deze in 1912
met een aantal Zwitsersche leerlingen een
demonstratie kwam geven in Londen en eenige
noorderlijke plaatsen. Een jaar daarna bracht
hij eenige leerlingen uit Hellerau mede en
in 1914 werd de Londonschool of Eurhyth
mics" gesticht (Storestreet 23).
Ondanks den oorlog heeft de methode
zich enorm verspreid. Op vele lagere meis
jesscholen maakt de rhythtniek reeds deel
uit van het gewone onderwijs; anderen be
schouwen het nog steeds als een extra-vak,
waarvoor de leerlingen apart moeten betalen,
zooals voor muziek- en danslessen.
Velen in Engeland zijn nog altijd in twijfel
omtrent het doel der methode; de naam
rhythmische gymnastiek bracht hen op de
gedachte dat net een nieuw systeem van
lichaamsbeweging was en vandaar dat vooral
zij, die Zweedsche gymnastiek onderwezen,
het vak eenigszins gelijk beschouwden aan
het hunne en zoodoende niet veel voor den
(gewaanden) concurrent voelden. Ook de
Board of Educatlon" (schoolbesturen) ging
er eerst niet op in, evenmin als de London
County Council" (gemeenteraad).
Nu men de methode en terecht van de
muzikale zijde beschouwt en gaat inzien,
dat zij niet tot een nieuwe soort van
lichaamsiimiiHtiiiintiiiiiiiiimnitftmiitmHiiiiiiii
zoom. Als hij rustig, zelfs eenigszins loom
en verachtelijk zijn kop draait in de richting
naar die meezen, dan blijkt hij een nog al
langen kegelvormigen snavel te hebben, je
zoudt haast zeggen een beetje te lang voor
een kraaienkop. Want het beest behoort tot
de kraaienfamilie, 't is niets meer of minder
dan de notenkraker, een van onze merk
waardigste onregelmatige wintergasten. In
de jongste aflevering van De Levende Natuur
zijn er al een paar gesignaleerd in
verschilende deelen van ons land, en komen nog
meer berichten in en het lijkt dus wel alsof
we weer eens een notenkrakerjaar zullen
icbben.
Ik wil er even op wijzen, dat het volgens
de Vogel wet verboden is, ze te vangen of
e schieten. Dat is dan ook heelemaal niet
noodig, want onze musea bezitten al genoeg
opgezette exemplaren. Ook zijn de dieren
De Notenkraker
beweging behoort, maar dat zij een op zich
zelf staand vak is, een middel tot muzikale
opvoeding ook van kinderen om hen de
muziek ten volle te leeren begrijpen, gaan
de school-autoriteiten er ook meer hun aan
dacht op vestigen.
Groote belangstelling en waardeering is
gewekt onder hen, die onderwijs geven aan
lagere scholen en velen hebben reeds op
eigen initiatief rhythmische gymnastieklessen
gevolgd, zelfs geprobeerd de methode op
hun scholen in te voeren. Maar er deden
zich al gauw groote moeilijkheden voor:
ten eerste het improviseeren (bij de oefe
ningen), dat meestal als een bijzondere gave
beschouwd wordt, doch dat uitstekend aan
geleerd kan worden. Dan waren de klassen
gewoonlijk te groot: soms telden ze 50 60
leerlingen. Toch twijfelt men niet of de
Dalcroze-methode" zal algemeen ingevoerd
worden. Zij breidt zich snel uit; de
schoolcommissie's stellen er meer belang in en
moedigen de beoefening steeds aan. Bij de
laatste verslagen op muziekgebied van de
Board of Education"en de London County
Council" was men zér geneigd het werk
op de scholen te steunen; tevens om het te
laten samengaan met vakstudie's op Con
servatoria en Muziekscholen.
Een kweekschool te Londen het
Goldsmith College", heeft gedurende de laat
ste 3 jaren korte cursussen over de
methode gegeven aan leerlingen, die in de
muziek door studeeren wilden, om hen be
kwaam te maken later op hun beurt de
beginselen ervan te onderwijzen. Veel goed
werk is door deze leerlingen tot stand ge
bracht. Ook andere kweekscholen zijn reeds
bezig deze cursussen in te voeren.
Zonder twijfel zal men in Engeland even
als elders de methode handhaven. Wanneer
we in andere tijdsomstandigheden waren,
zou ze zeker nog sneller de aandacht tot
zich getrokken hebben, maar ove/ 't alge
meen kan men zeer tevreden zijn over het
geen in Engeland reeds tot stand is gekomen.
E. B.
*) Dit opstel is samengesteld uit gegevens
mij uit Engeland verstrekt.
iiiiiiiiiiiiiiiimiiiHiitiMiiRnHnniimttiiiiHiitittmikimMtitiiummHii
INGEZONDEN
Moeilijke tijden
Op initiatief van de Vrije Vrouwen
Vereeniging kwamen Dinsdag 30 October tal
van vrouwen, ook uit andere plaatsen van
ons land in American Hotel te Amsterdam
bijeen, om met elkaar te beraadslagen in
hoeverre de vrouwen uit alle kringen, er i
het hare toe zouden kunnen bijdragen, de
komende moeilijke tijden het hoofd te kunnen
bieden op een wijze, dat de taak der over
heid niet noodeloos bemoeilijkt wordt.
Men was het er algemeen over eens, dat
het niet-weten, het niet-begrijpen van het
waarom van tal van getroffen maatregelen
een willig, althans berustend aanvaarden
van wat door de autoriteiten noodzakelijk
geacht wordt, in den weg staat.
De bedoeling der vrouwen, uit de debatten
saamgeyat, kwam hierop neer, dat er in
dezen tijd, nu mondjesmaat het wachtwoord
is voor hél de burgerschare, meer dan
ooit streng dient te worden gewaakt voor
verkwisting van welken aard ook. Dat het
in het leger nog heel wat zuiniger zou kun
nen toegaan, dan thans het geval is, indien
de meer huishoudelijke aangelegenheden van
keuken en linnenkast onder controle van
vrouwen gesteld werden, behoeft waarlijk
geen betoog.
De vergaderden meenden, dat bij een rant
soeneering, waarbij burgerij, leger en vloot
dezelfde rechten kunnen doen gelden, de
militairen er stellig niet op achteruit zouden
gaan, indien het voor den soldaat uitge
trokken rantsoen hun dan ook inderdaad
ten goede kwam.
Men was van meening, dat n burgers,
n militairen gebaat zouden zijn, indien een
vrouwencomlté, beschikkende over ofh'cieele
gegevens van wat er in het land aanwezig
en te wachten is, de macht kreeg met raad
en daad bijstand te verleenen in de zoo
Raadgevingen van vrouwen
aan vrouwen
Deze rubriek staat open voor vrouwen uit
alle standen der maatschappij. Alle medewer
king wordt zeer op prijs gesteld. Verzoeke
de inzendingen als hieronder te stellen.
Ik ga als het koud is en niet veel brand
stoffen meer heb, lichaamsbeweging nemen.
Ik ga voordat ik met mijn hoofdwerk begin,
bewegingen doen met armen, beenen en
romp en haal onderwijl diep adem; dan doe
ik een mantel aan en blijf al naar de koude
van de atmosfetr geruimen tijd heerlijk
warm. Vriest het dat het kraakt, dan herhaal
ik de bewegingen vaker; op het oogenblik
volstaat flink bewegen elke twee uur, regel
matig in- en uitademen daarbij niet te
vergeten.
Ik draag sokken en daarover sportkousen,
zonder voeten, met een lus onder de zool
bevestigd. Dit voorkomt het telkens aan
breien en stoppen of mazen; men kan zich
gemakkelijk sokken aanschaffen in grooteren
voorraad. Door het telkens verwisselen slijt
men minder.
Ik weet dat zout schaars is tegenwoordig.
Ik weet ook dat bij papierballen het zout
van geenerlei nut is, daarom maak ik ze
altijd met gewoon water zonder zout en heb
hetzelfde resultaat.
/Arhebeencosy gemaakt voor den theeketel
en een mandje met papier en cretonne ge
voerd, om den ketel in te zetten. Dit is ge
makkelijker dan de ketel in een zak warm
te houden.
Ik bezuinig met mijn rantsoen aan voedsel
liefst met het ontbijt. Ook anderen bevinden
zich goed daarbij.
Ik heb steeds een ketel boven het bran
dende gaslicht hangen. Heb ik kokend water
noodig, dan is het daarna boven een
gascomfoor zeer spoedig aan de kook.
Ik zet de pan met gekookte melk in een
grootere pan met.JRÏud water. Het laatste
wordt aldus verwarmd en dient als af
waschwater.
Ik dacht er aan alle schoorsteenen te
laten vegen en het roet als brandstof te
gebruiken. Maar mijn kennissen zeggen,
dat roet beter als mest wordt gebruikt.
Onzen harteltjken dank aan allen die
medewerken om in deze rubriek voort te
helpen.
wijd vertakte distributie-aangelegenheden.
Het zou onverantwoordelijk zijn de hulp
der vrouwen, die zich in deze moeilijke
tijden beschikbaar willen stellen, om te helpen
de machine met zoo min mogelijk schokken
te doen loopen, van de hand te wijzen.
Daar er met grooten spoed gewerkt moet
worden, wees de vergadering uit haar midden
een commissie van 7 vrouwen aan, die op
zich namen onverwijld aan de uitvoering van
het plan haar beste krachten te wijden.
Uit tal van plaatsen in ons land kwamen
reeds sympathiebetuigingen in. Wie met
bovenstaand plan instemt, wordt verzocht
daarvan alsnog kennis te geven aan de
secretaresse der commissie mevrouw J.
Baerveldt?Haver, Palestrinastraat 19,
Amsterdam, opdat de commissie bij de straks
te ondernemen stappen duizenden
Nederlandsche huisvrouwen achter zich weet.
iiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiMiuMiiif ui
TER WEE
THEE
ZAANDAM
a/e JSL gekleurde foto's in het Qlbum
DE WATERSNOOD I9S6
75 ets.
iniiiiiimMiimmiMiimiiimi iiiiiiiiiniiiiiKTitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
zoo mak, dat ge ze tot op weinig schreden
naderen kunt, zonder dat ze weg vliegen.
Daardoor is het zelfs mogelijk, om in den
regel vast te stellen, tot welk ras de vogel
behoort, want er bestaan van dien noten
kraker twee nog al duidelijk gescheiden
rassen. Ik had dan ook niet de minste
moeite om mijn beest te herkennen voor
een Siberiër, dat zit hem in dien langen
snavel. Het andere ras heeft den snavel in
den regel korter dan de kop.
De langsnavels broeden in Siberiëtot in
Korea toe; de kortsnavels in een wijde boog
van Bornholm en Scandinaviëdoor Finland,
de Russche Oostzee-provincies. Polen, Oost
Pruisen, de Harr, Thuringen, Karpathen, de
Alpen tot in de Pyreneën. En nu is het
zeer merkwaardig, dat bijna alle notenkra
kers, die wij hier in den winter te zien
krijgen behooren tot het langsnavelige
Siberische ras terwijl slechts zeer zelden
een diksnavel wordt waargenomen. Zooals
de meeste kraaivogels zijn de notenkrakers
alleseters maar toch hebben zij een
lievelingskost en dat is het dikke zaad van den be
roemden Arve-den, den boom, dien wij
vooral kennen uit het Engadin-dal. Daar
heb ik dan ook den diksnavet druk bezig
jezien in de nooit volprezen wouden van
iet groote Zwitsersche natuurmonument
bij Zernez: het Val Cluoza, Val Minger in
het gebied van de Ofen-pas.De arve-appeltjes
waren net rijp en nu plukken die
notenjrakers ze af om ze op de grond op
rotsMokke» of op boomstompen uit te pluizen.
De zaden zijn dik, haast zoo groot als
tiazelnootjes en zeer smakelijk; ze worden
dan ook onder den «aam van Zirbelnüsse
veel door de menschen gegeten. De noten
kraker heeft de goede gewoonte der kraaien
om van zijn overvloed te sparen en be
graaft zijn^nootjes netjzooals de Vlaamsche
gaai met de eikels doet. Overal zagen wij
dan ook opslag van jonge arven, gemakkelijk
te kennen aan hun vijf talige naaldenbundels.
Als je' er niet op bedacht was, zou je
meenen dat daar Weymouth-dennen waren
aangeplant, die hebben ook naalden in
bundeltjes van vijf en die kennen wij in
Nederland beter dan de Arve. Buitengewoon
aardig was het, om |te zien, hoe die jonge
Arven opschoten uit oude vermolmde
boomstompen, die waren dus afkomstig van
morspartijen bij het uithakken, maar het
allermooist stonden ze toch op open plekken
in en boven het woud in de groote velden
van geurige pracht-anjers. Dat alles zie ik
weer, nu ik dien vreemden gast in zijn
spikkelkleed hier voor mij' heb. Intusschen
weet deze vrind met zijn langen snavel
niets van het Engadln; hij komt uit Siberië,
doch ook daar groeit de Arve en wel in
een ander ras, dat zich kenmerkt door
slankeren groei, langere kegels en dunnere
zaadhuid. Of daar nu die langere snarel
van den vogel iets mee te maken heeft.
Wie zal 't zeggen?
JAC. P T n ij s s E
Kegel van een Arve-den, uitgevreten
door een Notenkraker