De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 10 november pagina 5

10 november 1917 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

10 Nov. '17. No. 2107 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Novetnber-krabbel Teekentng voor .de Amsterdammer" van Martha Joüstra Naar de mode! De najaarsstormen en de klokrok Mijn eerste ontgoocheling omtrent de onfeilbaarheid van den menscb Acht centen kost een el Koop ze me af, 't is voor je wel Ik heb ze bruin en blauw en rood Je hebt deran tot an je dood. Uitzoeken maar, uitzoeken maar, acht centen 'n el!" Met dit hoongezang werd ik door een troepje jongens begroet, toen ik fier door zelfbewustheid, gekleed in een beeldig blauw geruit jurkje het feestlokaal Eik en Linde" binnentrad om de verjaarpartijvan het hoofd der school mede te vieren. Dat ik troisch was op mijn mooie kleedje was waarlijk wel te verklaren. Men had me toch thuis zoo bewonderd. Wat chique!... en zoo fijn!... Daar mag je zuinig op zijn, zoo 'n jurkje krijg je niet licht weer. Dergelijke uitroepen had ik van de verschillende huisgenooten gehoord, terwijl ik ronddansende op het rijtuig wachtte. Ma had meegedaan. Een klein kind, dat waarheid en leugen nog niet recht weet te onderscheiden, en van haar Heven, alleen oprechtheid verwacht, voelt zich inderdaad gevleid door een der gelijke bewondering. Het was bovendien heel begrijpelijk, dat ik me voor den gek had laten houden: het jurkje leek fijn, het was chique. Ma had er zelf aan mede ge werkt. Het was volgens de toenmalige mode geheel ingehaald en bijzondere werkjes liet ze nooit aan de huisnaaister over. Reeds acht dagen te voren had het als een kleinood, bedekt door Ma's bruidsluier om het tegen mogelijke besmetting te vrijwaren in het salon te pronk gelegen en ontelbare malen was ik daarheen geslopen om er een steel senen blik op te werpen. Ik vond het zoo prachtig! De jongens vervolgden me met het liedje waarheen ik me wendde, waarom ik zitten ging. Mijn vriendinnetjes lichtten me toen in: Drie weken geleden had een koopman een kar vol van die geruite stofjes in de ghettobuurt gevent en zijn waar door IIIIIIIIIIIMIIMI l lllllllllIIlllllllllllllllllltllMllllIIIHIIIIIIIIIIIIIllIIHI NOTENKRAKER Haast geen wind en wat er nog is, ZuidOost. Daarbij een nevelig zonnetje laag aan den mooien parelmeeren hemel. October heeft veel loof te vroeg van de boomen gerukt; de witte, lichtrose berkenstammetjes komen achter het gele gesprankel van hun bladeren al duidelijk uit. Hier en daar in de vallei stralen fel rood de kardinaalsmutsjes en de Oeldersche rozen. De duindoarns hebben alweer lang hun gele bessen ge houden ; reeds voor den vierden keer blijven de bonte kraaien weg, die anders in weinig weken alle struiken kaal vreten. Slechts hier en daar zit er een op o)en uKkijk, maar het gros van den troep is achtergebleven aan het Oostelijk front, waar voedsel genoeg is. Een andere klant van de duindoornbessen, de vroolijke spreeuw is ook in veel geringer Kegel van een Arve-den dit verheven gezang aangeprezen. Hij had er de bewoners letterlijk mede bij elkaar geschreeuwd. Daar ik nog niet in de klas zat waar co-ëducatie was ingevoerd, had ik ook niet gehoord, dat de jongens uit die buurt al dadelijk het liedje op school ten beste hadden gegeven. Nu begreep ik. Ma had de stof van het jurkje aan de kar" gekocht en had dit voor me ver zwegen uit vrees, dat er tooneelen zouden plaats hebben en dat ik het jurkje niet zou willen dragen. Ze hadden er thuis schik van gehad, dat ik onbewust van dit alles met het jurkje in de wolken was. Ze hadden zich dus vroolijk over me gemaakt, zonder dat ik me had kunnen ver dedigen en Ma had mede gedaan. Dat liet mijn zelfachting niet toe. Reeds het kind kan zonder deze niet tevreden leven. Een machtelooze woede maakte zich van me meester. Het acht centen kost een el, koop het me af en je doet wel" verhitte als een satersliedje mijn brein en zonder eenige rekening te houden met de toekomst, gooide ik, als instinctmatige vergeldingsdaad, het eerste glaasje frambozenlimonade, dat me werd aangeboden van boven tot onder over de jurk welke daardoor geheel bedorven werd. De dunne stof van mindere qualiteit Het geen schoonmaken toe. Eenigszins tot kalmte gekomen, besefde ik, toen ik het kleverige jurkje bezag, welk onheil ik had aangericht. Nu werd ik eerst recht onge lukkig. Het kind voelt zijn leed zooveel onmetelijker dan de volwassene, omdat het door zijn weinig verstandig inzicht geen wapenen daartegen heeft, als hoop op uit komst of een verkeerde daad te kunnen herstellen enz. Het ziet zijn verdriet als oneindig. Het plotselinge gevoel van diepe schaamte, dat over me gekomen was, maakte me wanhopig. Instinctmatig begreep ik, dat het geweld, dat ik tegen mijn geknakte eigenwaarde had ingezet, deze geheel had gebroken. Het conflict bleef niet uit. Ik beschouwde nu het bederven van het jurkje als een veel leelijkere daad, dan die, welke Ma begaan had en ik ging mezelf hoe langer hoe meer bezwaren. Het jurkje was toch werkelijk mooi en chique... Ma kocht zoo vaak waardelooze lapjes bij Bahlman of' Sinkel... het was eigenlijk grappig, dat ik met het jurkje zoo blij was geweest. Alleen wanneer het iHiiiiiHitHiiiiHiiiiMiiiiiimliHiiiiiiiiitmiimitmuiimmHitHmiiiiiiiii aantal present dan vroeger, de strenge late winter heeft hun gelederen merkbaar ge dund. Zoo blijven dan de herfstvruchten veel later aan de struiken. Het is goed om in den stillen Zondag morgen een beschut hoekje te zoeken in het duin en gehuld in een groenig grijzen mantel de onzichtbaar makende Tarnkappe het hcrfstgebeuren mee te leven. Bij klein* vleugjes vallen de bladeren van de boomea. Mog bloeien late thymplantjes, daar komen groene en blauwe glanzende bromvliegen nog honig halen. Een kleine paarlmoervlinder komt zich zonnen op het zand, nog een paar dagen en hij gaat in het dicht struweel van de ligusters een schuilhoek zoeken, waar hij den heelen winter zitten blijft, onbekommerd om vorst of dooi. In de lucht is velerlei drukte van vogels, want 't is goed trekweer. Telkens komen vluchten van vinken over met druk getjuuk en gedans, zooals vinken doen. Dan volgen een stuk of zes pimpelmeezen, die reppen hun vleugeltjes van belang, maar schieten niet op, dat is zoo der meezen manier. En hooger op klinkt; madelief"; daar trekken twee boomleeuwerikjes en ze zijn zoo te vreden, dat hun lokroep gaande weg overgaat in liefelijk gezang. Zoo verdwijnen ze achter de volgende heuvelreeks. En door alles heen het dof gedreun van het kanon van Yperen, maar dat is een schaduw, waar we allengs aan gewennen. Opeens een druk geschater van kool meezen. Dat be eekent altijd iets. Daar zit dan ook op een dooden eik°ntak een tamelijk groote zwart met witte vogel. Het wit ligt regel matig in spikkels over het zwart, doordat ieder veertje een witte eindvlek heeft. Alleen de vleugels zijn egaal donker en ook de staart, maar die heeft toch weer een witten acht centen kost een el, koop het me af en je doet wel" in m ij n geest zong, helde mijn verstoord evenwicht voor een oogen blik naar mijn rechtvaardiging. Ik wilde alles vertellen, wat er in me was omgegaan en de straf dragen, die me toekwam. Dit voornemen stelde me echter niet gerust, het kon me niet ontheffen van de ergste straf, het verlies van het geloof in eigen waarde, dat ik als elk normaal kind, in een rein zedelijke atmosfeer opgevoed na mijn onbeheerschte vernielingsdaad voelde. Bij mijn thuiskomst hoefde ik waarlijk niets te zeggen. Haast uit n mond riepen mijn ouders, wat is er kind, wat is er met je gebeurd? Ik biechtte volledig. Vooruit naar bed! uit mijn oogen!" strafte Mama. Papa, die zijn kinderen niet in verdriet zien kon, trok me naar zich toe en terwijl hij me om helsde riep hij boos uit! Het kind kon het niet helpen!" Er werd dien avond lang gediscussieerd. Hoewel Papa door zijn drukke werkkring in hoofdzaak aan Mama de opvoeding der kinderen overliet, wel wetende dat deze in goede handen was, trad hij bij dergelijke ernstige zieleconflicten van het kind altijd handelend op. Mama gaf toe, dat ze de zaak had moeten voorstellen, zooals ze werkelijk was en me had moeten dwingen met het jurkje van acht centen een el" vroolijk naar de partij te gaan, alleen omdat zij dat goed vond. Door het onbegrensd vertrouwen, dat ik tot nu toe in haar had gehad, zou het hoonliedje me zeker minder hard en wellicht in het geheel niet hebben getroffen. Papa vond, dat deze daad niet even streng gestraft moest worden als elke onbeheerschte gewelddaad, omdat ik in de straf, nu Mama zelf aanlei ding er toe had gegeven, bij kalme over weging altijd een onrechtvaardigheid zou zien. Mama maakte van het geruite lapje, dat ze nog over gehouden had, een eenvou diger jurkje, waarmede ik veertien dagen later op het kinderbal in het Park" moest verschijnen. En dat het kind over het meest diepe leed veel gauwer heen is dan de vol wassene bewees ik weer hierdoor, dat ik toen even vroolijk in de kamer ronddanste, terwijl ik op het rijtuig wachtte als op den bewusten avond. Ik suggereerde me nog even bij het binnentreden van de zaal het jurkje als boetekleedje te beschouwen, maar daar behoedde me al heel gauw het ewig weibliche" voor. Twee kapertjes, toen onze Oweërtjes, van dertien en twaalf jaar vroegen mijn zevenjarig zusje en mij negenjarige dadelijk voor den eers'en dans. Ze hadden sinds twee jaar een Mademoiselle" en niet wetende, dat wij, als gevolg van zeer naaste Fransche familieleden, evenzeer goed Fransch verstonden, gaven ze hunne opmerkingen elkaar echt onbeschaafd in het Fransch te kennen. J'ai une beautéschepte mijn Adolf op. Moi aussi" pochte zus' Sandertje terug. Une beauté!... une... beau... té, une... met het blauwe... ruite... acht centen... Den volgenden morgen keek ik diezelfde Ghetto jongens, mijn medescholieren, brutaal in het gezicht. E. W. ASSCHER Iets over de rhythmische gymnastiek in Engeland *) Deze methode, in Engeland ingevoerd door mr. Percy B. Ingham, directeur der Londonschool of Eurhythmics" werd inden beginne slechts privaat onderwezen. Zij raakte eerst algemeen bekend door de komst van Jacques-Daicroze zelf, toen deze in 1912 met een aantal Zwitsersche leerlingen een demonstratie kwam geven in Londen en eenige noorderlijke plaatsen. Een jaar daarna bracht hij eenige leerlingen uit Hellerau mede en in 1914 werd de Londonschool of Eurhyth mics" gesticht (Storestreet 23). Ondanks den oorlog heeft de methode zich enorm verspreid. Op vele lagere meis jesscholen maakt de rhythtniek reeds deel uit van het gewone onderwijs; anderen be schouwen het nog steeds als een extra-vak, waarvoor de leerlingen apart moeten betalen, zooals voor muziek- en danslessen. Velen in Engeland zijn nog altijd in twijfel omtrent het doel der methode; de naam rhythmische gymnastiek bracht hen op de gedachte dat net een nieuw systeem van lichaamsbeweging was en vandaar dat vooral zij, die Zweedsche gymnastiek onderwezen, het vak eenigszins gelijk beschouwden aan het hunne en zoodoende niet veel voor den (gewaanden) concurrent voelden. Ook de Board of Educatlon" (schoolbesturen) ging er eerst niet op in, evenmin als de London County Council" (gemeenteraad). Nu men de methode en terecht van de muzikale zijde beschouwt en gaat inzien, dat zij niet tot een nieuwe soort van lichaamsiimiiHtiiiintiiiiiiiiimnitftmiitmHiiiiiiii zoom. Als hij rustig, zelfs eenigszins loom en verachtelijk zijn kop draait in de richting naar die meezen, dan blijkt hij een nog al langen kegelvormigen snavel te hebben, je zoudt haast zeggen een beetje te lang voor een kraaienkop. Want het beest behoort tot de kraaienfamilie, 't is niets meer of minder dan de notenkraker, een van onze merk waardigste onregelmatige wintergasten. In de jongste aflevering van De Levende Natuur zijn er al een paar gesignaleerd in verschilende deelen van ons land, en komen nog meer berichten in en het lijkt dus wel alsof we weer eens een notenkrakerjaar zullen icbben. Ik wil er even op wijzen, dat het volgens de Vogel wet verboden is, ze te vangen of e schieten. Dat is dan ook heelemaal niet noodig, want onze musea bezitten al genoeg opgezette exemplaren. Ook zijn de dieren De Notenkraker beweging behoort, maar dat zij een op zich zelf staand vak is, een middel tot muzikale opvoeding ook van kinderen om hen de muziek ten volle te leeren begrijpen, gaan de school-autoriteiten er ook meer hun aan dacht op vestigen. Groote belangstelling en waardeering is gewekt onder hen, die onderwijs geven aan lagere scholen en velen hebben reeds op eigen initiatief rhythmische gymnastieklessen gevolgd, zelfs geprobeerd de methode op hun scholen in te voeren. Maar er deden zich al gauw groote moeilijkheden voor: ten eerste het improviseeren (bij de oefe ningen), dat meestal als een bijzondere gave beschouwd wordt, doch dat uitstekend aan geleerd kan worden. Dan waren de klassen gewoonlijk te groot: soms telden ze 50 60 leerlingen. Toch twijfelt men niet of de Dalcroze-methode" zal algemeen ingevoerd worden. Zij breidt zich snel uit; de schoolcommissie's stellen er meer belang in en moedigen de beoefening steeds aan. Bij de laatste verslagen op muziekgebied van de Board of Education"en de London County Council" was men zér geneigd het werk op de scholen te steunen; tevens om het te laten samengaan met vakstudie's op Con servatoria en Muziekscholen. Een kweekschool te Londen het Goldsmith College", heeft gedurende de laat ste 3 jaren korte cursussen over de methode gegeven aan leerlingen, die in de muziek door studeeren wilden, om hen be kwaam te maken later op hun beurt de beginselen ervan te onderwijzen. Veel goed werk is door deze leerlingen tot stand ge bracht. Ook andere kweekscholen zijn reeds bezig deze cursussen in te voeren. Zonder twijfel zal men in Engeland even als elders de methode handhaven. Wanneer we in andere tijdsomstandigheden waren, zou ze zeker nog sneller de aandacht tot zich getrokken hebben, maar ove/ 't alge meen kan men zeer tevreden zijn over het geen in Engeland reeds tot stand is gekomen. E. B. *) Dit opstel is samengesteld uit gegevens mij uit Engeland verstrekt. iiiiiiiiiiiiiiiimiiiHiitiMiiRnHnniimttiiiiHiitittmikimMtitiiummHii INGEZONDEN Moeilijke tijden Op initiatief van de Vrije Vrouwen Vereeniging kwamen Dinsdag 30 October tal van vrouwen, ook uit andere plaatsen van ons land in American Hotel te Amsterdam bijeen, om met elkaar te beraadslagen in hoeverre de vrouwen uit alle kringen, er i het hare toe zouden kunnen bijdragen, de komende moeilijke tijden het hoofd te kunnen bieden op een wijze, dat de taak der over heid niet noodeloos bemoeilijkt wordt. Men was het er algemeen over eens, dat het niet-weten, het niet-begrijpen van het waarom van tal van getroffen maatregelen een willig, althans berustend aanvaarden van wat door de autoriteiten noodzakelijk geacht wordt, in den weg staat. De bedoeling der vrouwen, uit de debatten saamgeyat, kwam hierop neer, dat er in dezen tijd, nu mondjesmaat het wachtwoord is voor hél de burgerschare, meer dan ooit streng dient te worden gewaakt voor verkwisting van welken aard ook. Dat het in het leger nog heel wat zuiniger zou kun nen toegaan, dan thans het geval is, indien de meer huishoudelijke aangelegenheden van keuken en linnenkast onder controle van vrouwen gesteld werden, behoeft waarlijk geen betoog. De vergaderden meenden, dat bij een rant soeneering, waarbij burgerij, leger en vloot dezelfde rechten kunnen doen gelden, de militairen er stellig niet op achteruit zouden gaan, indien het voor den soldaat uitge trokken rantsoen hun dan ook inderdaad ten goede kwam. Men was van meening, dat n burgers, n militairen gebaat zouden zijn, indien een vrouwencomlté, beschikkende over ofh'cieele gegevens van wat er in het land aanwezig en te wachten is, de macht kreeg met raad en daad bijstand te verleenen in de zoo Raadgevingen van vrouwen aan vrouwen Deze rubriek staat open voor vrouwen uit alle standen der maatschappij. Alle medewer king wordt zeer op prijs gesteld. Verzoeke de inzendingen als hieronder te stellen. Ik ga als het koud is en niet veel brand stoffen meer heb, lichaamsbeweging nemen. Ik ga voordat ik met mijn hoofdwerk begin, bewegingen doen met armen, beenen en romp en haal onderwijl diep adem; dan doe ik een mantel aan en blijf al naar de koude van de atmosfetr geruimen tijd heerlijk warm. Vriest het dat het kraakt, dan herhaal ik de bewegingen vaker; op het oogenblik volstaat flink bewegen elke twee uur, regel matig in- en uitademen daarbij niet te vergeten. Ik draag sokken en daarover sportkousen, zonder voeten, met een lus onder de zool bevestigd. Dit voorkomt het telkens aan breien en stoppen of mazen; men kan zich gemakkelijk sokken aanschaffen in grooteren voorraad. Door het telkens verwisselen slijt men minder. Ik weet dat zout schaars is tegenwoordig. Ik weet ook dat bij papierballen het zout van geenerlei nut is, daarom maak ik ze altijd met gewoon water zonder zout en heb hetzelfde resultaat. /Arhebeencosy gemaakt voor den theeketel en een mandje met papier en cretonne ge voerd, om den ketel in te zetten. Dit is ge makkelijker dan de ketel in een zak warm te houden. Ik bezuinig met mijn rantsoen aan voedsel liefst met het ontbijt. Ook anderen bevinden zich goed daarbij. Ik heb steeds een ketel boven het bran dende gaslicht hangen. Heb ik kokend water noodig, dan is het daarna boven een gascomfoor zeer spoedig aan de kook. Ik zet de pan met gekookte melk in een grootere pan met.JRÏud water. Het laatste wordt aldus verwarmd en dient als af waschwater. Ik dacht er aan alle schoorsteenen te laten vegen en het roet als brandstof te gebruiken. Maar mijn kennissen zeggen, dat roet beter als mest wordt gebruikt. Onzen harteltjken dank aan allen die medewerken om in deze rubriek voort te helpen. wijd vertakte distributie-aangelegenheden. Het zou onverantwoordelijk zijn de hulp der vrouwen, die zich in deze moeilijke tijden beschikbaar willen stellen, om te helpen de machine met zoo min mogelijk schokken te doen loopen, van de hand te wijzen. Daar er met grooten spoed gewerkt moet worden, wees de vergadering uit haar midden een commissie van 7 vrouwen aan, die op zich namen onverwijld aan de uitvoering van het plan haar beste krachten te wijden. Uit tal van plaatsen in ons land kwamen reeds sympathiebetuigingen in. Wie met bovenstaand plan instemt, wordt verzocht daarvan alsnog kennis te geven aan de secretaresse der commissie mevrouw J. Baerveldt?Haver, Palestrinastraat 19, Amsterdam, opdat de commissie bij de straks te ondernemen stappen duizenden Nederlandsche huisvrouwen achter zich weet. iiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiMiuMiiif ui TER WEE THEE ZAANDAM a/e JSL gekleurde foto's in het Qlbum DE WATERSNOOD I9S6 75 ets. iniiiiiimMiimmiMiimiiimi iiiiiiiiiniiiiiKTitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii zoo mak, dat ge ze tot op weinig schreden naderen kunt, zonder dat ze weg vliegen. Daardoor is het zelfs mogelijk, om in den regel vast te stellen, tot welk ras de vogel behoort, want er bestaan van dien noten kraker twee nog al duidelijk gescheiden rassen. Ik had dan ook niet de minste moeite om mijn beest te herkennen voor een Siberiër, dat zit hem in dien langen snavel. Het andere ras heeft den snavel in den regel korter dan de kop. De langsnavels broeden in Siberiëtot in Korea toe; de kortsnavels in een wijde boog van Bornholm en Scandinaviëdoor Finland, de Russche Oostzee-provincies. Polen, Oost Pruisen, de Harr, Thuringen, Karpathen, de Alpen tot in de Pyreneën. En nu is het zeer merkwaardig, dat bijna alle notenkra kers, die wij hier in den winter te zien krijgen behooren tot het langsnavelige Siberische ras terwijl slechts zeer zelden een diksnavel wordt waargenomen. Zooals de meeste kraaivogels zijn de notenkrakers alleseters maar toch hebben zij een lievelingskost en dat is het dikke zaad van den be roemden Arve-den, den boom, dien wij vooral kennen uit het Engadin-dal. Daar heb ik dan ook den diksnavet druk bezig jezien in de nooit volprezen wouden van iet groote Zwitsersche natuurmonument bij Zernez: het Val Cluoza, Val Minger in het gebied van de Ofen-pas.De arve-appeltjes waren net rijp en nu plukken die notenjrakers ze af om ze op de grond op rotsMokke» of op boomstompen uit te pluizen. De zaden zijn dik, haast zoo groot als tiazelnootjes en zeer smakelijk; ze worden dan ook onder den «aam van Zirbelnüsse veel door de menschen gegeten. De noten kraker heeft de goede gewoonte der kraaien om van zijn overvloed te sparen en be graaft zijn^nootjes netjzooals de Vlaamsche gaai met de eikels doet. Overal zagen wij dan ook opslag van jonge arven, gemakkelijk te kennen aan hun vijf talige naaldenbundels. Als je' er niet op bedacht was, zou je meenen dat daar Weymouth-dennen waren aangeplant, die hebben ook naalden in bundeltjes van vijf en die kennen wij in Nederland beter dan de Arve. Buitengewoon aardig was het, om |te zien, hoe die jonge Arven opschoten uit oude vermolmde boomstompen, die waren dus afkomstig van morspartijen bij het uithakken, maar het allermooist stonden ze toch op open plekken in en boven het woud in de groote velden van geurige pracht-anjers. Dat alles zie ik weer, nu ik dien vreemden gast in zijn spikkelkleed hier voor mij' heb. Intusschen weet deze vrind met zijn langen snavel niets van het Engadln; hij komt uit Siberië, doch ook daar groeit de Arve en wel in een ander ras, dat zich kenmerkt door slankeren groei, langere kegels en dunnere zaadhuid. Of daar nu die langere snarel van den vogel iets mee te maken heeft. Wie zal 't zeggen? JAC. P T n ij s s E Kegel van een Arve-den, uitgevreten door een Notenkraker

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl