Historisch Archief 1877-1940
i '
10
DE AMSTIïKÜAAAMF. K, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
8 Dec. '17. No. 2111
:: VERHUIZEN ::
MEUBELS BEWflREN
E. J. VflN SCHflICK
BOOTHSTRBOT
UTRECHT
iiminiiiiiiiiiMiiMiiiMiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiiiiiMiiiimm
wikkeld dat het onderscheid niet altijd vol
te houden en aanwijsbaar is...
Men moet, dunkt mij, aannemen dat
al komt willekeurige prijsbepaling voor
over 't geheel de duurte van verschillende
goederen haar natuurlijke oorzaak vindt in
de voor 't oogenblik onvermijdelijke moei
lijkheden der productie. Daarmee is tevens
gezegd dat de bij velen gangbare voorstelr
ling, alsof door de producenten thans groote
winsten worden gemaakt, onjuist is. Dit
moge het geval zijn geweest, aanvankelijk,
' die tijd is nu voorbij. Onze nijverheid is in
een uiterst neteligen toestand, waarvan het
einde nog niet is te voorzie», immers eerst
komen zal... niet: bij den vrede, maar
zekeren tijd na den vrede, wanneer de vroe
gere verhoudingen zich zullen hebben her
steld. Voorzoover er van herstel sprake zal
zijn, want veel zal na den oorlog onher
roepelijk anders wezen dan voorheen. Welke
verhoudingen zich wijzigen zullen en in
welke mate dat het geval zal zijn, daarover
laten zich geleerde verhandelingen en be
schouwingen houden, maar die zijn, althans
in mijn oogen, niet veel meer dan voorspel
lingen en fantasieën. Zeker schijnt mij alleen
dit, dat de toekomst onzeker is. En zeker
schijnt mij ook nog: dat veel anders zal zijn.
Voor onze nijverheid zal zich dan de
greote vraag stellen of zij kans zal zien
ook onder die gewijzigde verhoudingen zich
te ontwikkelen. Men kan zeggen: dit is een
voor 't oogenblik ijdele vraag, want
gij zegt immers zelf dat wij van aard en
omvang der te wachten wijzigingen zoo
bitter weinig afweten, Maar inderdaad is
het toch zoo ijdel niét, hierover zijn ge
dachten te laten gaan. Want men kan de
quaestie ook zóó stellen: bezit onze nijver
heid zooveel lenigheid, zooveel aanpassings
vermogen, zooveel veerkracht, dat zij waar
schijnlijk ook onder minder gunstige om
standigheden staande zal kunnen blijven?
Het ligt voor de hand voor een antwoord
op die vraag van de toekomst, rond te
zien in het heden. Thans immers, sedert
jaren reeds, en sinds jaren in stijgende mate,
verkeert onze productie in een vroeger
ongedachten en ongekenden toestand. Hoe
heeft zij zich daaronder gehouden? Daarop
valt dan toch wel eenig peil te trekken voor
den dag van morgen.
Welnu, mij komt het voor, dat onze fabri
kanten niet tekort zijn geschoten in de ver
vulling van de taak, om ook in deze moeilijke
(en steeds moeilijker) conjunctuur het beste
er van te maken wat zij konden. Wie zich
rekenschap van deze dingen geeft, die moet,
meen ik, wel tot de slotsom komen dat er
veel vindingrijkheid is aan den dag gelegd,
dat men niet bij de pakken heeft neerge
zeten, maar ernstig er naar heeft gestreefd
en ook er in is geslaagd, trots alles zooveel
mogelijk door te blijven gaan in de oude
lijn en, waar die oude lijn moest worden
afgebroken, nieuwe.lijnen te vinden, waar
langs men zich zou kunnen bewegen. De
oorlogs-ervaring heeft, dunkt me, bewezen
dat het onzen menschen niet mangelt aan
het aanpassingsvermogen, dfi lenigheid en
de veerkracht, die hun ook In de onzekere
tijden na den vrede zou uitmuntend te stade
zullen komen. Zij ook hebben in hun be
drijven de harde les der zuinigheid geleerd,
waarop ik in den aanhef wees. Een nuttige
en voor velen nopdige les. In tijden van
voorspoed, als wij hier vóór den oorlog
kenden, komt er ook in het bedrijfsleven,
pok in de techniek der ondernemingen
zooiets ' als een stemming van overdaad,
althans van voortdurende beschikbaarheid
der noodig geachte zaken. En zoo komt
men er toe, de grens tusschen hetgeen
waarlijk noodig is en wat niet, te verschui
ven in de richting van het rijkelijke. Hoe
gezegend is dan de zware tijd, waarin
plotseling zooveel dat noodig heette, niet
meer beschikbaar is en men zien moet, hoe
men met een minimum van het
waarlijkonmisbare kan rondkomen ! Ja, zoo moesten
onze industrieelen wel veel meer dan hun
aangenaam was, zuinigheid leeren! Maar
dat ze dit geleerd hebben, nog eens, ook
hun zal het heel goed te pas komen hun
in hun bedrijf gelijk ons allen elk in zijn
eigen kring ten dage der geweldige
liquidatie, wanneer de wereld zal denken
reeds te verademen, omdat de oorlog voorbij
is, maar wij eerst recht zullen zien voor
welke tekorten op allerlei gebied heel de
wereld staat!
SMISSAERT
DEN HAAG VAN UIT EEN EENDEKKER
Teekeningen van Is. van Mens
Den Haag is een knusse stad, een heel
erg knusse stad, dit constateer ik voor wie
't nog niet mocht weten. We hebben ervan
die aparte knussigheidjes, die je in geen
enkele andere Nederlandsche stad vindt.
Mooie meisjes? Nou ja, die zijn overal,
overal m'n vrienden, 't is de vraag maar,
wie ze al, en wie ze niet kan vinden." Dat
dichtte opa de Génestet reeds. Die oolykert
wist 't wel. Hm, mijn dochter beweert, dat
iimiHimiMiiiMiMiiiimmiiiiiiiiiMiiiiiii 111 i in
14e Jaargang 8 December 1917
Redacteur: K. C. DE JONGE
Van Woustraat 112', Amsterdam
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
AUTEURSOPLOSSING PROBLEEM No. 175
van den Auteur H. W. ZITAIAN, Haarlem
Stand. Zwart: 6, 8/10, 13, 15,18, 19, 22,23,26.
Stand. Wit: 25, 27, 30, 33, 34, 38, 39, 41/43, 46.
de Génestet de poëzie bedoelde, de poëzie
des levens" zegt ze met een wijs gezicht.
Ik kijk m'n dochter aan, die er waarlijk lang
niet onknap uitziet, dat kan ik ook wel
merken als ik met 'r op straat loop Nu, ik
kijk 'r aan en zeg: Kindlief, meisjes en
poëzie des levens, dat is immers 'tzelfde".
Ze lacht, en hoont: ,,Hoor pa eens, die wordt
complimenteus op z'n ouden dag". Van je
I
.'< 'V,A
familie moet je 't nu eenmaal niet hebben.
Van Haagsche knussigheidjes gesproken dan.
We hebben ónze Alberts frères. Zeker,
bioscopen zijn er door 't heele land ver
spreid, maar ónze Albert frères is allén in
den Haag. We zitten in de knusse" zaal
vant 't gebouw 's zomers, waar 't vanwege
de holle ruimte, heerlijk koel is. Willy Muilen
dikt op het goede moment met een bon mot
de dramatiek van de vertoonde film juist
genoeg aan om de traan van overgevoelige
dametjes in een lach te doen yeranderei.
Je zit er heerlijk te griezelen bij een
detectiverhaal, of te rillen over de opeenstapeling
van narigheden in een realistische serie-film.
En dan is 't zoo knusdonker in die heele
groote zaal Maar... Indien ik al't knusse
van onze goede hofstad wou opnoemen had
Ik minstens de heele groene" noodig. Iets
echter van al die knussigheid moet me nog
van 't hart.
Den Haag is de stad van knusse bureaux.
Ik bedoel de kalme ambtenaarsbureaux.
Daar is 't knusse boel l Om in je handen
te wrijven. Vreeselijk veel menschen zitten
daar aan groote schrijftafels, in
ouderwetsche huizen met groote kamers, met hooge
kasten, waarin zoo knus veel papier ligt,
dat je er wee van zou worden, als 't niet
zoo knusserig was. 't Staat zoo bezig, weet
je, zooveel papier om je heen. En al die
menschen weten d'r zaken ?óó best, daar
val je gewoon van om. En dat vind ik nu
juist zoo knus, al die ambtenaren zijn vol
komen op de hoogte van de branche waarin
ze arbeiden, zoodat je wanneer je als
simpel burger om inlichtingen komt, dadelijk
en afdoende wordt terecht geholpen.
Daar zal ik u eens een knus staallje van
verlellen. Aan een Hollandsen staatsambte
naar, werkzaam in een der oorlogvoerende
landen, wordt voedsel gestuurd, maar de
leverancier met de verzending belast, wii
geen distributiegoeden sturen, omdat daar
voor een consent noodig is. En nu belastte
ik mij om ten behoeve van mijn vriend
zoo'n consent te halen. Ik ga dus naar het
gemeentelijk distributiebureau en leg den
ambtenaar, die me daar welwillend te woord
staat, het geval uit: O, maar dan moet u
zijn aan het Ministerie van Waters'aat,
Handel en Nijverheid", is zijn vriendelijke
aanwijzing. Ik licht mijn hoed, en begeef
me derwaarts, ik doe weer mijn verhaal,
en krijg ten antwoord : O, maar dan moet
u zijn aan 't bureau Handel, Lange
Houtstraat 3Q. Ik licht weer mijn hofd
en richt mijn schreden in de aangegeven
richting. Ook daar leg ik de reden van
komst uit. O, maar dan moet u zijn
aan het bureau uitvoer, Amaliastraat 2".
Ten vierde maal ontbloot ik mijn hoofd en
ga den weg, dien men mij aanwijst. D;iar
doe ik dezelfde uiteenzetting, en het ant
woord is: O, maar dan moet v zijn op
het Ministerie van Buitenland Zaken, 2e
afdeeling". Zal ik daar dan eindelijk goed
te recht komen?" durf ik vragen. Het schijnt,
dat men hier in den Haag niet erg op
de hoogte is, hoe men een staatsambte
naar aan een consent helpt1'. De man ver
vaardigde zich niet op deze ontboezeming
te antwoorden. Daar moet u zijn, en zijn
beslissende, schoon niet zeer vriendelijke
toon gaf mij hoop. Op het ministerie van
Wit: 3832,
Zwart: 2i. .31,
39:37,
30:28,
42-37, 32-28,
31:42, 23:32,
37-31, 41:5!
26:37
30-24, 43-38,
19:jO, 32:48,
Goede oplossingen ontvangen van No. !74
en 175 van H. Brinkkemper, A'dam, K. J.
Haanappel, Rijswijk; van No. 174: M. Room,
A'dam, S. Serlui, Veldleger, A. J. Bartels,
A'dam, K. v. D. te L.
KAMPIOENSCHAP VAN AMSTERDAM
(Vervolg)
I. Hendrix (lid van van Embden")
Kampioen 1917. Tot aan de 9e ronde slond
deze jonge speler No. l en het scheen wel
dat hij dit zou blijven, maar ook de wissel
valligheden in het damspel deden zich gelden
en C. de oey bezorgde hem in de iOe
ronde een nul, waardoor zijn piaats als
No. l werd ingenomen door l. Presburg, l
Hendrix heeft velen verbaasd doen staan i
over zijn keurig positiespel. In de laatste
jaren is hij met reuzenschreden vooruit
gegaan. Hij speelt uiterst kalm en bepaalde
blunders hebben wij niet van hem gezien,
wel zwakke zetten. Zijn kennis der openingen,
midden- en eindspel is voldoende. Alleen
nog wat meer eindspel-kennis en wij kunnen
Buitenlandsche zaken klom ik met een hart
vol verwachting de groen gelakte smyrna
belooperde trap op. De tweede afdeeling
huisde 4 trappen hoog. Ik had alle phasen
van loopers al af gestapt. Naarmate ik hooger
klom, werden ze minder mooi. Ik was nu
al aan de cocos editie. Ministers en gezanten
klimmen immers toch nooit zoo hoog, ze
blijven liever veilig op den beganen grond.
Op de befaamde afdeeling aangeland, leidde
een deftige bode mij in een hooge, groote
kamer. Mijn naam werd afgeroepen, ik
voelde mij waarlijk in dit grootsche minis
terie een persoonlijkheid, ik kreeg durf,
ondanks al die mij omri.igde deftigheid,
weliswaar vier hoog van wat minder allooi.
Aan den ambtenaar, die mij beletfJ tot
zitten noodde, deed ik mijn verhaal, nu ten
vijfde male, vlug en zakelijk. Toen ik uit
gesproken had, zei hij, hél beleefd: O
maar dan moet u zijn, Kneuterdijk 7." Maar
lezer, ik had durf gekregen, en zei: Neen,
meneer, men heeft mij naar hier verwezen,
het peldt een staatsambtenaar, niet maar een
wiüekturling, die een corsentje wil hebben.
Met toestemming van dii ministerie wordt
hem voedsel gestuurd, dus ook dit minis
terie moet, dunkt me, zorgen, dat er
regeeringsartikelen gestuurd bunnen worden. Ik
ga niét naar de Kneuterdijk."
Toen lachte de ambtenaar zijn
beminnelijksten diplomaten lach. Hij begon in de
knusse papieren te zoeken, enfin lezer, het
resultaat was, dat de zaak dan toch in orde
kwam.
Maar heb ik geen gelijk, dat den Haag
een knusse stad is, en dat de ambtenaren
zoo buitengewoon goed op de hcogte zijn
van datgene, waarin zij het publiek moeten
voorlichten ?
V L. I E <ïEN I E R
Inhoud van de December Tijdschriften:
Stemmen des TijtU: Dr. H. Bavinck, Klas
sieke Opleiding, li. L. E., Mie'je van der
Dussen. Mr. C. 1. Torley Duwel, Hon
garije. J. K. Snotck Henkemans, De In
voering der Verzckeiingsweiten. Peter
van Alsinpha. Hoe zij stierf (vers). J.
Ubels, Herfst, Wij draegen een lieve
doode uit. Leestaffl.
e Gids: Herman Teirlinck en Karel v. d.
Woestrjne, De leemen torens Annie
Salomons, Moderne Eva. Joannes
Keddingius, Libellen J. van Oudshoorn, Af
scheid Karel Wasch, Liefdes Aangezicht.
J. de Jager, Vrijheid en gebondenheid.
Prof. dr. J. Vürtheim, Homerus' gulden
keten. Dr. A. H. Blauw, Biologisch on
derricht en gymnasiale hervorming. - R.
J. P. Tutein Nolthenius, Het vervolg".
Carel Scharten, Overzicht der Nederlandsche
letteren. j. de Meester, Het Tooneel.
Buitenl. Overzicht. Bibliographie.
De Vrouw en haar Huis: Jo Daemen,
Vrede op Aarde. C. Wijgmans, Een oude
Kerstverteliing. Q. J. Blees Kzn., De
Boom der Smarte. Guy, Vrede zij Ulie
den. -- Jan J. Ze'denthuirs Vier Verzen van
den herfst. Te Winkel, Chineesche
vuurwerkkast. F. W. Drijver, Evangelie
van het spinrokken. E. Heijmans-van
Beek, Tafdversiefing op Kerstmis. j. H ,
De hooikist in gebruik. Wandel- en
Avondkleeding, - - Marie Heinen, Vrouwen
arbeid hier en flders. Elck wat wils.
Muziekbijlage: Woorden van P. A. E. Ooster
hof f. -?- Muziek van Lina Penaal.
Elsevier's Giïll. Maandsfhrifi: Maria Viola,
Lizzy Anzingh. Max Eisler, Yperen.
Cornelis Vel!), Oudere Engelsche
caricaturtsten en illustrators. -- Joannes Re<ddingius,
't Oude Huis. De Herder en het Meisje.
~M, Sanders, Oud. H. Koch, Begrafenis.
Nel Caesar. Twetërlei Leven.?Kroniek.
Groot-Nederland: J. van Oudshoorn, Aan
zee. J. W. van Citttrt, Verzen. Willem
de Mërode, Geciidnen. -- Victor E. van
Vries'and, Bezini;i;:g. J. de Wit, Een
nieuwe rtfürtnatie. Mies Kievits, Zigeu
nerliedjes. ??A. E. van den Tol, Verzen.
Anielie de Man, Schipbreuk. MaiJe de
Rivanro, Verzen. F. Coenen, Het laatste
woord van het Individualisme. Literatuur
door dr. F. H FischerenMarieMetz-Koning.
Buitenlandscht-LiteratuurdoorJ. vanNylen.
Dramatisch 0»erz;cht. Als Bijlage:
Tooverij. Een fantastisch blijspel in een voorspel
en drie bedrijven door . K Chesterton.
er van verzekerd zijn dat hij een speler van
b-.-teekenis zal worden, Dat Hendrix, zonder
zijn stand te verwaarloozen, ook wel opeen
slagzetje kan spelen, zullen wij hier even
aanhalen.
l. Hendrix
Zwart (13 schïivpn)
Wit
W. I.isser
UIT HET KLADSCHRIFT V*AN JANTJE
Stand. Zwart: 3, 4, 8, O, 12 14, 16, 18, 19,
21, '23, 24.
Stand. Wit: 25, 27, H2, 33, 3739, 41, 44,
45, 17/49.
Zwart heeft gespeeld 20 24
om, wanneer wit zou vervolgen met
47 42 1.
de navolgende damzet te maken.
1. 24-29
33:24 2. 19:30
25:34 3. 23 28
32:23 4. 2! 43
49:38 5. 18:49!
Chr. Markus (lid var Jozef Blankeraar).
Voor onze lezers geen onbekende. Wij hebben
van dezen speler wtl eens enkele slagzetten
opgenomen, die bewezen dat hij zeerdiepziet.
De volgende schijfvvinst is, hoewel niet
erg diep, toch v/el vermeldingswaard.
Chr. Markus
Zwart (lüschijven)
(Wit K) schijven)
Sta'-d. Zwart: 8, 10, 12, 13, 16/19, 23, 29.
Stand. Wit: 27, 28, 30, 32, 38, 40, 43, 44,
48, 49.
Zwart speelt 1. 16-21
27:16 2. 17-22
2817 3. 12:21
16:27 4. 2932
38:29 5. 23:45
44-40 -l» 6. 45:25
met schijfwinst
Over het resultaat door dezen speler be
haalt, kunnen wij tevreden zijn.
W. Lisser (lid van van Embden").
Wij hadden van dezen speler meer verwacht.
Als een der oudere deelnemers aan dezen
wedstrijd, heeft hij voor de jongere het
onderspit moeten delven. Wat hiervan wel
de oorzaak kan zijn? Het komt ons voor
dat Lisser in den laatsten tijd te veel op
slagzetjes speelt. Is men hieraan gewoon,
dan is het niet gemskkelijk om het
positiespel te beoefenen. Toch zijn er enkele
partijen vooral de latere gespeelde
waar Lisser het slagspel loslaat. Wanneer
hij bij een volgende gelegenheid zich daar
van geheel losmaakt, dan zal hij zeker een
beter resultaat bereiken. Met de openingen,
regelmatige zoowel als onregelmatige, is hij
zeer goed vertrouwd, evenals met het
eindspel ea bovendien ziet hij diep.
(Wordt vervolgd)
H. BEIÏSSE^BRÜGGE,
PORT»ET FOTO GRAAF
ZEESTRAAT 65, naast Panorama
DEN HAAG. Tel. 1538.