Historisch Archief 1877-1940
8 Dec. '17- No. 211)
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
R06LOF CITRO6N,
KflLUCRSTR.1 t>/£l. Dfl/V\.
PflflRLEN,BRtlLHNTEN,HORLOGES,
GOUD enZiLven.
UITSLUIT6ND 1eKW/fLIT6IT
TENTOONSTELLING
; GOUDSTIKKER IN ARTI
EEN REMBRANDT EN EEN HOBBEMA
De methode van de Amsterdamsche kunst
handelaar» firma Goudstikker om in verschil
lende plaatsen van ons land ren keuze uit
de in haar bezit zijnde schilderijen te toonen,
is voor het kunstminnend publiek alleraan
genaamst, want op die wijze krijgt het, even
als op de veilingskijkdagen bij Fred. Muller
enz., allerlei dingen te zien, die lut anders
niet onder de oogen zou krijgen.
Maar, terwijl zulke kijkdaven hoogstens
3 dagen duren, is hetgeen de firma Goud
stikker tentoon stelt, eenire weken lang in
zijn geheel te zien, ook omdat het inmiddels
verkochte eerst na afloop van zulk een expo
sitie pleegt te worden geleverd.
Sinds wij in den Haag de tentoonstelling
hadden in Pulchri's zalen, hetft de ver
zameling menige verandering ondergaan.
Veel is er verkocht en slechts enkele der
VAN
UIT DE
Collectie GOUDSTIKKER
in de Kunsttalen van
Arti et Amicitiae
hoek RU-SPUI-AMSTERDAM
van 2 tot en met 26 Dec. 1917
Opening Zondag 2 Dec. ten 2 uur
MEDI
WEK
Over Geneeskundige Planten
door Dr. D. H. WESTER
O, mk'kle is the powrrfiil (traeo, Ih.it lies
in lierbó, plant?, stones and th^ir trupijmilities.
^hakespeure?Home- .
De artsenij gewassen mogen zich in de
laatste jaren in een opbloeiende belar
gstelling van therapeuten zoowel als van het groote
publiek verheugen. Ji, we kunnen gerust
zeggen, dat er een internationale beweging
gaande is, om deze verdienstelijke genees
middelen in eere te herstellen. In den
huidigen wereldkrijg openbaart zich daarnaast
een streven in dezelfde richting, gegrond op
nationale belangen.
We hebben die twee stroomingen scherp
uit elkaar te houden. Ze vloeien wel samen
in r.e bedding, maar de eene is van zui
verder gehalte dan de andere. De eerste
wordt gevoed door nieuwe wetenschappelijke
inzichten, de tweede door de wensch zich
onafhankelijk van het buitenland te maken
Over beide enkele woorden.
Geneeskruiden. Wekt die klank niet ge
dachten op aan een kennis, gehuld in een
sluier van mysterie? Zien we niet bij het
spellen van dezen naam oude gestalten voor
ons oprijzen, bezig de geneeskrachtige planten
in te zamelen die weide en woud, heide en
moeras der lijdende menschheid in hun
gullen overvloed aanbieden; oude kruiden
zoekers zooals deze of gene van u er mis
schien wel eens een aan het werk heeft
gezien bij Noordwijk, in den Achterhoek of
in Limburg. Vertegenwoordigers van een
beroep, dat bezig is uit te sterven.
En gij hebt u natuurlijk afgevraagd, hoe
weten die eenvoudige menschen toch welke
planten ze moeten plukken, wanneer zij ze
moeten inzamelen, hoe zij ze moeten drogen
en bewaren? Het antwoord: die kennis
hebben ze van ouderen, die hun van jongs
af in het vak grootbrachten.
We hebben echter de vraag hiermee slechts
een menschengeslacht verschoven. Hoe
komen ouders en voorouders aan hunne
wetenschap? We moeten zeggen we weten
het niet, we weten het niet.
Reeds den eersten mensch moet het
ingeook in den Haag tentoongestelde werken,
zijn hier wederom te zien. Op dit contingent
komen wij dus heden niet terug. Dit is te
minder noodig, omdat van de ettelijke nieuwe
schilderijen, die er sedert bij zijn gekomen,
eenige zóó belangrijk zijn, dat zij op zich
zelf reeds de moeite van een bezoek zou den
loonen.
Ik bedoel den Rembrandt en den Hobbema.
Tegenover nieuw ontdekte" Rembrandts
sta ik altijd nogal Sceptisch. Er gaat reeds
genoeg onder zijn naam, dat niet van hem
is en daar behoeft men niet nog meer aan
toe te voegen. In dit geval heeft dit scepti
cisme evenwel niet lang geduurd, want de
schilderij vertoont zóó/ele voor Rembrandt
karakteristieke eigenschappen, dat ik er geen
anderen meester in zien kan *).
Trouwens, Rembrandt heeft in zijn jeugd
veel meer gemaakt dan de ons heden rog
bekende schilderijen en studies en zoo ligt
in het opduiken van een kapitaal werk van
vóór '33 a '34 a priori niets onwaarschijnlijks.
Er is een tijd geweest, waarin Rembrandt
zich zeer intensief bezig hield,met de be
studeering van grijsaards met folianten.
Hij maakte daarvan dan een geldwisselaar,
een apostel, een Sint Jeroen. Ook Lievens,
die toen met hem samenwerkte, en weldra
Rembrandts leerling Gerrlt Dou, verdiepten
zich in dergelijke studies. De laatste wist
echter niet de breedheid, eerstgenoemde
niet dat lichtdoorstraalde te verkrijgen, dat
spoedig na Rembranüt's eerste, in 1627
ondernomen pogingen, aan die
grijsaardcomposities eigen is. Reeds in 1630 (grijsaard
met keten en kruis, Cassel) begint deze
eigenschap sterk naar voren te treden, om
in 1631 een hoogtepunt te bereiken in den
wonderen Schoonschrijver" der Ermitage.
In die jaren moet de apostel Paulus" zijn
ontslaan, die de topic van deze tentoon
stelling is. Paulus heeft zijn zwaard vóór
zich op taftl gelegd en zit, nadenkend over
hetgeen hij schrijven zal, met de pen in de
hand achter een stapel bueken. Hij is in
paars gekleed en draagt een bruinen mantel
over den schouder, ten boeiende gelaats
uitdrukking, omdat het half mijmerend
denken zoo meesterlijk is weergegeven. Een
zeerindruk wekkende composisie.hetstudieuse
werk van een door ingespannen arbeid
vooruitstrevenden jongen man, waarvan het alle
sympatleke eigenschappen vertoont.
De handteekening op dit 94 X 78 cM.
metende paneel staat voluit links.
De Hobbema is niet mindereen verrassing
dan de Apostel. Hoe zelden komt het voor,
dat er een opduikt en dan nog wel een,
aan wiens ecntheid zoo heek maal niet te
twijfelen valt. Het is een voorstelling van
denzelfden watermolen als die, waarvan
ons Rijksmuseum twee afbeeldingen bezit,
dezelfde watermolen ook, waarvan schilde
rijen voorkomen te Brussel en Londen
(Wallace Collection) en teekeningcn in
Teylers Museum en het Britsen Museum. Hier
is de molen niet van dichtbij gezien, maar
met de geheele omgeving afgebeeld. De
naaste omgeving getft algeheel dezelfde
situatie als op de Amsterdamsche stukken:
e. a. dezelfde boompjes er vlak bij.
Hobbema liet de stoffeering" nogal eens
door een ander schilderen. In dit geval
echter zijn de figuurtjes van zijneigen hand.
Het is een schilden), waarvan een mooie
stemming uitgaat. Links onderaan is het
voluit gemerkt.
Van de overige werken willen wij,
kort
*) Het meest herinnert het aan de belde
apostelstukken van plm. 1630 a 32, in Weei ei
en in de collectie Harjes. De op 't eerste ge
zicht afwijkend schijnende handvormen vindt
men op verscheidene echte Rembrandts van
de terste Amsterdamsche periode terug. Ik
meen mij te herinneren, dat op dit punt
ook overeenstemming is te vinden in Rem
brandts vroege portret van zijn broeder
Adriaen in blauwen kiel, eveneens achter
folianten gezeten. Indertijd was dat stuk
te zien in den kunsthandel Preyer in den
Haag.
geven zijn geweest wonden te heelen, lijden
te verzachten. De geneesmiddelen daarvoor
moest hij aan de natuur ontleenen. Het is
wel zeker, dat men daarbij niet maar op
goed geluk is gaan zoeken. Bovenal zal een
oerinstinct de keuze vergemakkelijkt hebben,
een instinct, dat b.v. koeien en schapen de
giftige kruiden doet mijden; een instinct,
dat primitieve volkeren ook nu nog gewaar
deerde natuurkrachten doet ontdekken. Ver
der heeft men zich bij de keuze van zijn
plantaardige geneesmiddelen laten l-iden
door kleur en vorm. Deze z.g.n. signatuur
leer geeft een aannemelijke verklaring van
het feit, dat men b.v. sterk behaarde planten
tegen naar-lekten gebruikte, roude bloemen
tegen bloedziekten, en tegen oogziekten,
bladeren met vlekken, die sart een oog deden
denken. Deze leer berust op het geloof, dat
de planten door een bizonder leeken sig
num hun geneeskracht zouden kenbaar
maken.
In andere gevallen werd de keuze bepaald
door de overtuiging, dat de planten eigen
schappen bezitten, die ze op den mensch
kunnen overdragen. Dit is de z.g.n,
transmigraiielccr. Een voorbeeld ter verduidelijking.
De Javaan is overtuigd, dat het ver.nogen
van het bekende kruidje-roer-me-niet om de
blaadjes tegen elkaar te klappen, te gaan
slapen", op menschen kan worden overge
bracht. Om die reden le^t de Iniandsche een
takje van deze plant onder het hoofdkussen
van een kii d, dat de slaap niet kan vat en.
Maar er zijn zonder twijfel ook andere
factoren dan genoemde, die tot ontdekking
van waardevolle geneesmiddelen voedden.
Zoo heeft men b.v. een tij l lang alle bittere
planten koortswerende eigenschappen toege
schreven en de een na de ander in gebruik
genomen; men leerde door empirie het kaf
van het koren scheiden.
Op welke wijze nu echter ook de gene
zende krachten, die eeuwig door zich in de
natuur ontwikkelen, aan het licht zijn ge
bracht, hel jeit da' er een reeks van w
}ardevolle geneeskruiden bestaat hunnen we in
elk geval d inkbaar aanvaarden.
Nog steeds worden tot onze voortreffe
lijkste geneesmiddelen gerekend: het wee
nbe^orderend moederkoon, pirgantia ;ds
wonderolie, rhabarberwortel, vuilhoomb.-ist,
cascarabast en senrabladen, narcotica ais
doodtmiid-, bUzenkrui - en doornappelblad,
een wormmi idtl als wormkniid, een koor
smiddel als kina, antisyphillitica aJs santeiolie
en kawa-kawa hars, hartmiddeien a's vinger
hoedskruid en strophantuszaad, enz.
Ja, iemand als Agnelli, aarzelt niet te
verheidshalve, slechts enkele aanstippen:
Valkeniers in landschap, door G. Berckheyde
een Pomona, karakteristiek werk van Bol,
in den trant van Rembrandt; een meisje
met papegaai door G. Dou (wel eens door
mij betwijfeld, doch bij nader beschouwing
echt gebleken); een mansportret op naam
van de Kryser, doch dat een Jan de Bray
zou kunnen wezen (No. 33), een heel mooi
brandje in den. winter, door Aert van der
Neer, afkomstig uit de bekende collectie
Kappel te Berlijn; een mansportret door
N. Maes, dat groote gelijkenis vertoont met
de De Witten; een mooi boeren-interieurtja
van A. v. Ostade (47) uit de verzameling
Maurice Kann; een zeer mooi strandgezicht
van S. de Vlieger; een curieus schilderij
met kippen, door Jan Steen, enz. Een
tentoonstelling derhalve, die wel de moeite
van een bezoek loont.
Den Haag, W. MARTIN
imiHirtiMiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiHMiiiiiiimtiiHiMiifiiiiiir mijiinminiii
Oratoriumverecniging Willem Kis
Deze vere^nig'ng heeft eene goede daad
verricht en heeft daarvoor eene groote dank
baarheid van de ztjde van het publiek als
de kroon op haar werk in ontvangst mogen
nemen. De man, die de fundeering bouwde
tot het gebouw, dat men het moderne
orkestleven in ons vaderland zou kunnen
notmen, is door genoemde Vereeniging en
meer speciaal haren directeur Anton Tkrie,
naar de omgeving teruggeroepen, waar hij
eenmaal zfjn grootste triomfen mocht vieren.
Hij is binnen die omgeving gehuldigd door
een enthousiast publuk en in 't bijzonder
nog toegesproken door den voorz tter der
vereenigIng, den heer Du M<jsch, in van
warme waardeering getuigende bewoor
dingen.
Op dezen avond heeft ook de jongere
generatie van het toonkunstminnemi en
rnuziekbtoef.riend Nederland zich een oor
deel kunren vormen over den kunstenaar
Willem Kes, wiens naam tot dezen dag
slechts bij overlevering bekend geweest kan
zijn. Slechts bij overlevering; wart nooit
hebben wij den man, aan wien het Concert
gebouw in de eerste plaats en voorts het
geheele hedendaagsche concertleven in ons
land zulke enorme verplichtingen heef1, in
eenige uitvoering door of vanwege het
Concertgebouw gegeven, zijne plaats op den
hoogen direciiestotl zien ir.nemep. Als on
dank 's wereld's loon is, dan hebben we
daarvoor ook hier een bewijs te meer.
De jongeren kenden hem dus niet meer
en bij ons ouderen watert door die lap ge
spanne tijds de herinneringen voor een
groot deel vervaagd. Wij hadden de herin
nering aan eenen man, die als reformator,
door de tijdsomstandigheden gedwongen,
hoofdzakelijk paedagogiech te werk moest
gaan. Het publiek zoowel als de musici
moesten ten deelt als diücip.'it-n v.in eenen
nieuwen geest doordrongen worden. Dus
moest er dien eersten tijd wel hoofdzakelijk
disciplinair worden opgetreden. Eerst later
kon de tijd komen, dat den executeerenden
kunstenaars binnen de grenzen van de macht
eenerleidende hand gelegenheid werd gelaten
eigen inzicht, eigen individualiteit mede te
doen spreken. H^t zou ons te ver voeren
eene beschouwing hieraan te verbinden, in
hoeverre Willem Mergelbrrg deze emanci
patie van het aan zijne geroutineerde handen
toevertrouwd complex heeft doorgevoerd,
maar wij voor ons meenen, dat eene sterkere
doorvoering van dit principe nog altijd niet
alleen mogelijk maar ook wenschelijk blijft.
Voor het weik, dat destijds te doen viel,
was Kes intusschen de aangewezen man.
klaren, dat die wirksamsten Arzncimit cl
dem Pflanzcnreiche angehören". Daarin schuilt
een kern van waarheid. Dat is een groote
lof voor deze natuurlijke artsenijen.
Dringt zich dan niet de vraag van zelf op
aan ieder die nadenkt: m;iar hoe is het dan
toch mogdijk, d<»t min c! ;,f natuurproducten
zoo heeft verwaarloosd 'f Daarvoor zijn
velerlei redenen. Elders schreef ik: A's men
nagaat hoe de duizenden genee.skruilen"
aan hun eerenaam gekomen zijn, behoef t het
met te verwonderen, d>f ir vele onderlijn,
die de ge; tv: kracht niet bezitten, welke het
volk hun toese retf. Verre van dil als reden
tot een meer aluemei.nt' veroordeling te
gebruiken, had de wetenschap do sciioone
taak op zich nioe'en r: «T;; e t;, cm uit den
troebelen stroom van overlevering er1 empirie
het goud te slibben en te zuiveren," ')
Men heeft vtoeger kruiden ingezameld op
alltrlei plaatsen en die af/o.iö^/lijke pariijijes
liepen in bui ne therapeutische
werkz;amheid zeer uit -en. Methoden om die te
bepalen bezat men riet, Zoo paste men ook
wel eens onwerkzame kruiden toe en menig
geneeshei r heeft hij ht; uitblijven van de
verwachte resultaten h-t kruid tout court"
als onbru.kbaar veroorde; id. Ook toevallige
of opzelt: lijkc vervnlscrnng-n brachten cie
pharmncoio^en dikwijls ",» dwaalsporen bij
de waardebepaling aan het ziekbed, l'i het
kort wil ik even de geschiedenis van een
plant schetsen, die een eigenaardig licht
werpt op de wijze van hestudetriae tri de
waardeering van gene skruideri. De'
saiccrwtirtel, het onderaardsche gedeelte v.in
Symphvtum ojficinalc, de plant met do sier
lijke p <arsche of witie bloemen, die hier op
't oogenblik langs de sloo! kanten en -^egen
overal in b'.iiei staat, peniet van oudsher de
roep, dat hij het samengroeien van wir-r: TI
kan bevor leren. Dodonacus, de dozci ;.i i^en
te Leiden herdachte i'ekerde, weet i-r dan
ook vet l goeds van te vertellen. Or-de; mei-r
haal? hij het volgende, in onze oogen cUvaze
bewijs aan voor de erkende werkzaamheid :
wanneer men stukjes vleesch met s-tukken
van cU'ii wortel kookt, gaan ze aan elkaar
k!eve*\ Het behoift wel geen betoog, dat
icsislU'.at pUviminv.t als cxperimenteele
bc vestig n. ;;" V.TS i|. j sa m en gr oeier.de w ei k i n g
mag woiden aangevoerd. Toen mt:n UMI
ook het f'Jtitii:1. e dier u- li-noering inzag heeft
men... on d<' on U: -w.'Sihei'.l f -n tiifu-.ve
KUNSTIDYLLE
Teekening voor de Amsterdammer" van George van Raemdonck
Door de kunstgeleerden, die het Duitsche leger vergezellen,
wordt weliswaar al het mogelijke gedaan om te redden
wat te redden valt, maar dit kan slechts in beperkte
mate geschieden ten gevolge van de wij je waarop door
den vijand het land ver achter het gevechtsfront wordt
verwoest. (Wol ff)
Een oprecht en zuiver gevoelend kunstenaar
was hij, vijand van het genie PuH-virtuoos,
toch ook weer eene natuur, die zich steeds
wist te beheerschen, die nooit ter wille van
de groote lijn van het uit te voeren werk,
eenig technisch cléiail over 't hoofd zou
zien. Zoo hebben we hem ook thans weder
leeren kennen. Hij is geen persoon, die
door een alles meeslepend .'-lan eene zaal
als met electriciteit vermag te vullen, maar
wel een, die ons uit de voor hem liggende
partitie ten volle de schoonheden der groote
meesters kan openbaren en die schoonheden
ook op technische wijze in het juiste licht
weet te plaatsen.
Het volledig orkest heeft met groote lief de
en toewijding onder zijnen ouden meester
gtwerkt; het reageerde meestal zeei sterk
op htt expressief gebaar van den leider.
Dat diens intenties niet altijd direct aan
sloegen is vermoedelijk te verklaren uit het
feit, dat met slechts enkele repetities het
moeilijk is, zoo terstond overal het juiste
contact te verkrijgen.
Dat Kes eveneens een uitmuntend koor
leider is, hebben we thans mede kunnen
i'iiis is <ie smet1: ?« ??'!;? l
wor, Jhct !i;.g. il. ; 'i'iui.', jv;-tf d;i:; o;j,. liu-i-r
en mee1 r ,-uin bi.-ie'-K; :MS verio-en. Mogelijk
echter dat de wetenschap hel v\ect in
eer-,zal brengen.
Voor eenigen tijd toch heeft Macalister
experimenteel vastgesteld dat een sterk
afuekstl van den wortel de epilheelvorming
op wonien inderdaad gunstig beïnvloed.
Onderzoek naar het werkzame bestandeel
voerde hem tot het resultaat, dat het simplex
alantoine bevat, een stof die de heelende
werking toekomt. Ziedaar de oude wijsheid
op nieuwe basis gegrondvest. Menig genees
kruid heeft in de waardeering der menschheid
een soortgelijke ontwikkelingsgang
cioorloopeu.
We raken daarmee aan de kern van invloe
den, die voor den ontwikkeliiigsgang der
getieesmiddelentheraptiie een buitengewone
beteekenis gehad hebben: het chemisch
onderzoek. Nadat reeds het alchemistisch
en iatrueheniisch onderzoek der 17e eeuw
een steeds meer wetenschappelijk karakter
had aangenomen begon met de ontdek
king van morphine als bestanddeel van
opium door den apotheker Sertürner in
1805 de zegeltocht der plantensclieikunde.
Plantenstof i?a plantenstof werd ontaekt en
or-Jerzocht, ook wat zijn therapeutisch
effect betrof. Zoo leerde men werkzame
bestuiiddeelcn" kennen en s'elde die spoedig
in de piaats der stamplanten, omdat deze
gcconcenteerde geneesmiddelen nauwkeurig
te duserren waren. Boven hebben we uit»
eengezet ciat de kruiden zelf soms
onbetrou w baar waren ; er bestond dus eenir,'e reden
voor deze voorkeur. Nog later leerden de
groote chemische fabrieken enkele dezer
K if.-n kunstmatig te bereiden, ze weiden
steeds verder gezuiverd en de fabrieken
hadden er fi -ancieel belang bij de natuurlijke
geneesmiddelen door synthetische, chemische
p ociükten te vervangen. Dit ailes heefi tot
een jaar lij ksct-o toevoer van honderden nieuwe
geneesmiddelen geleid, meerendeels
geiuHifïg eendagsvliegen, waar die helaas
vele waarde volle kruiden in stoffige, vergeten
hoei-jts gedrongen hebben.
M.tar ziet Nu is er kentering merkbaar.
De scheikunde heeft ons ondertusschen ook
geleerd het gehalte aan werkzame
bestandeelen in een plant te bepalen en de genees
krachtige weiking gaat daarmee min of meer
parallei; en in gevallen waar de chemie tot
nu toe niets hetft kunnen bereiken, vond
men in de physiologie een niet genoeg te
waardeeren hulpwetenschap. We! kunnen
noc.1; rheiüie, noch physiulogie hier ooit
ht;t laatste woord spieken, en blijven er
bovendien talrijke waardevollegeneeskruiden
over, wie? weiking op 't oogenblik alleen
klinisch vast te stellen is. In elk geval echter
bemerken. Met buitengewoon fijn gevoel
voor de dynamische schakeeringen heeft hij
het koo geleid in Rrahms' Na ?ie" (niet
een zijner sterkste scheppingen) en het slot
der Negende", waarin eene prachtige
cliwerd bereikt. Hier ontvouwde onze gast
eene groote warmte van uitdrukking, die
aan de sobere, maar van treffende plastiek
getuigende uitvoering niet weinig ten j*oede
kwam.
Met het solokwartet was men ditmaal
niet gelukkig. Van een eenigszins gemeen
overleg" was bij de dames Stronck-Kappel
en Tilly Koenen en de heeren Tijssen en
Jan Sol, welke laatste Hendrik van Oort
wegens ongesteldheid verving, weinig te
bemerken Vooral de coloraturen, die de
extase van het Strelto moeten voorbereiden,
hadden door gebrek aan homogeniteit te
lijden.
Ten slotte roepen wij Willem Kes een
welgemeend tot weerziens" toe. Wanneer
men in zekeren kring begrijpen zal, wat men
hem verschuldigd is, dan rekenen wij, dat
aan ons verlangen binnen af zien ba ren tijd
worde voldaan. ? VAN LEEUWEN
hebben ze ons chemisch en physiologisch
gestandaardiseerde geneesmiddelen geschon
ken, die de geneesheer in staat stellen de
kruiden bijna even nauwkeurig te doseeren
als de zuivere scheikundige bestanddcelen.
Om redenen, waarvan de uiteet zetting mij
hier te ver zou voeren, moet dikwijls aan
de kruiden de voorkeur worden gegeven boven
de zuivere chemische bestanddeelen. We kun
nen onze plantaardige geneesmiddelen op
hunne betrouwbaarheid onderzoeken, onze
kenni- aangaande vervalschingen is hoogont
wikkeld ; we behoeven de plant dus niet meer
met zekere angst toe te passen. Nieuwe
wegen zijn dus voor de oude ge-neeskruiden
gebaand om weer tot vroeger aanzien te
geraken. Dat zij ook vele nieuwe genees
middelen in onze artsenijschat mogen in
voeren. Alom is men bezig, ijverig wordt
onderzocht en reeds zijn resultaten te boe
ken. Ik wijs slechts op de vervai ping van
de kostb re en uitstervende Ameiikaarsche
hydrastiswortelstok docr onze iniandsche
rcigersbek (Erodium Cicutarium), ten deele
vrucht van een wetenschappelijk onderzoek
door van Dongen in het
pharmacologisch laboratorium te Utrecht verricht.
Terloops wil ik tenslotte een misverstand
uit den weg ruimen, dat bij vele leeken
bestaat, ais zouden geneeskruiden in hun
geheel gebruikt worden. Integendeel, dat is
uitzoi dtrinp. Meestal hebben rie i'eilzame
bestanddeelen zich in btpaa'de
plantenorganen opgehoopt. Oin ons tot enkele in
iandsche medicinale plar.tcn te bepalen:
we gebruiken van het vingerhoedskruid
(Digitalis purpurea) de bladen, van de linde
(Tilia-soorten: de bloem, van de heemst
(Althaea ojjïcinalist de wortel, van de
mannetjtsvtren (Aspidi:m ////.v ma*) de
wortelstok, van de vuilboom (Rtiamnus
/rangula)' de bast, van de venkel
(Foenicalus vulgare) de vruchten, van het vlas
i.Li"um usitatissimum) het zaad, enz.
Wij hebben hier gesproken over de inter
nationale, de wetenschappelijke, de ^uivere
stroom, die de geneeskruiden den lijdenden
mentenen toevoert. Een volgende keer enkele
woorden over het aandeel dat nationale in
vloeden op deze beweging hebben.
') l'eiüg lot aauieiigeblflde geneesmid
delen, Avondpost-drukkeilj, l'Jlo.