De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 15 december pagina 5

15 december 1917 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

15 Dec. '17. No. 2112 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Aan de rens De militaire en fiscale autoriteiten zijn als lastige wespen voor de arme huisvrouw pal aan de grens. Die grootmachten houden in gerechtvaardigd wantrouwen de winkels ga»sch leeg, sluiten ze van tijd tot tijd voor straf, of bedeelen ze schriel en karig, zeer ten ongerieve van de smokkelende menigte .^.. maar ook ten ongerieve der brave, on verdachte huisvrouw. Daartegenover storten ze over verdachten en onverdachten een hoorn des overvloeds uit met fiatten, feleibiljetten, paspoorten, passen, decreteeren verboden strooken «n verboden zones, reglementeeren strict voor de bewoners van eiken wijk bepaalde boodschapdagen met eenige afgepaste uurtjes. Madam, hebt f e een pas?" 't is hon derden malen gehoord in winkels, op straat, op de wandeling. Het ongestoord vrij mensen zijn, behoort helaas tot den goeden ouden vredestijd. De spinde is leeg, de inhoud van de garderobe voldoet zelfs niet meer aan de dlepstgezonken eisenen van dezen schralen tijd. Hoe echter aan alles te komen in deze verboden zone, waar zelfs een stoelpoot (die kan gevuld zijn) een baby (kan uit marga rine zijn geboetseerd) ja, alles met argusoogen als contrabande wordt beschouwd! En dan, is men gekneveld, gekortwiskt, zoo wel vóór als achter het huis. Vóór de vensters, de voordeur met kippegaas getralied tegen 't waren door en over werpen, over den Va M. verwijderden sperdraad waaraan sinds jaar en dag de Duitsche posten klissen. Smachtend wordt voor de huisvrouw het verlangen naar weleer, naar die haar verboden Duitsche electrische tram, die voorbij suizelt, vol rouwzwarte vrouwen en vrouwen in decadance-armelijke kleedij, tuss«hen beklagens waardige, zwaarbepakte veldgrijzen voor 't front. De grijs-geduffelde, groengebiesde Schaffnerin, schaft de billetten voor de stad. De stad, haar stad, dat knaagt weer; de heerlijke ideale verboden stad, die de oorlog als 't hoofd van den romp d.w.z. de grensdorpen, wreedelijk scheidde. Nu de blikken landwaarts toegewend. Dat eigen land zal 't u leveren. Zonder bezwaar? Jawel!! Allen, mijnheer, mevrouw, de kin deren en dienstboden loopen rond met hun documenten, o. a. een pas met signale ment, prijkend met welgelijkend passenportret, en alleen in 't bezit o aar van mogen ze door de welwillendheid der soldaten melk halen bij den verdacht' wenenden boer, winkelier op de voor geschreven uurtjes, en als verstgedreven bespotting mogen zij, als dieven in den nacht, langs achterwegjes, de achter deur van eigen woning betreden. Uw heil en levenslot afhankelijk van de wel gezindheid van soldaten en kommiezen. Een fijn kleedje, keurig door vriendinnenhanden gewerkt. Hoe komt het tot u? Ver frommeld door soldatenhanden, die weer in een vlaag van wantrouwen op 't postkantoor haastig pakketten en brieven openrukten. Tegelijkertijd ontvingt ge 't commando om een fiat van een pakket met een cntrabandieele inhoud, chocolade en dergelijke, in te lossen. Vergeet als huisvrouw dus nooit bij uw bestelling een fiat, bij uw koffer een ver gunning te voegen. Ze morrelen hier aan alles, en wel 't meest aan uw eigenwaarde, en dat alles ter wille van die staatsgevaarlijke smokkelaars, die op hun honderdduizendste mark smokkelwinst de champagne, gehaald uit de koloniale winkels, doen schuimen in gezelschap van uw dienstmeisjes, die 't hare er toe bijdra gen. Zij immers ontwijden ook hare Zondag namiddagen, ze wijdend aan den winstgevendste aller baantjes, indien ze reeds niet de huisdienstjes ontvloden voor den hoogbeloonden arbeid in de nabij gelegen Duitsche munitiefabrieken. Zelfs is strikt verboden om 't hoog noodige uit de naaste Hoüandstad mee te brengen. Juffrouw voortaan koopt u uw japonnen maar in B. zelf", orakelt genadig een rijksambtenaar, die vrouwen met stokken beklopt; genadiglijk, omdat 't u voor ditmaal niet afgenomen wordt. Maar een simpele visite in de buurt wordt een corvée, als na 't gezellig intérieur, op den donkeren terugweg uw rijtuig piots door soldaten besprongen wordt, die ,,halt" com 'ELZENHOUT Toen het de vorige week gevroren had, stonden 's morgens vroeg van alle boomen de elzen het duidelijkst en vroolijkst in de strakke roode winterlucht. 's Zomers hebben de elzen weinig te vertellen, ten minste aan de groote massa, maar v ie ze 's winters niet opmerkt en waardeert, kijkt al heel weinig uit zijn doppen. De oude boomen, die vruchten dragen, zien er in den winter levendiger uit dan zelfs cie dennen en sparren. Weliswaar missen ze green en bladeren, maar daardoor kunnen ze des te beter vertoonen het rusteloos gewriemel van de korte zijtakjes, die nog beladen zijn met de vruchten, die dit jaar zijn gerijpt en tegelijk de katjes vertoonen, die in de komende lente gaan bloeien. Dat alles krinkelt dooreen tot een kant-achtige massa, altijd even mooi, hetzij een grijze regenwolk, een blauwe vorsthernel of het avondrood den achtergrond vormt. Het mooist zijn de elzen bij Schelfhoutweertje en dan zien wij ze het liefst langs moerassige oevers, hun voet verborgen in de bleeke pollen der rietgrassen, wnartusschen het zwarte ijs glinstert. Dat is hun natuurlijke standplaats. De jonge elzen, die nog niet bloeiden, hebben toch ook een karakteristiek voor komen, zoodat ze reeds op grooten afstand onderscheiden kunnen worden van wilgen of berken, esschen, meidoorns of wat ook. Het loont wel de moeite, de oorzaak daar van even na te gaan. De habitus, het alge meen uiterlijk van een boom, wordt in de eerste plaats bepaald door den knopstand. deeren, den inzittenden belichten, tot uit stappen dwingen, in modder en kou, en minutueus, mensch en wagen bekloppen en den kussens keeren. Een waarstruikroover-avonfuur, dat binnen 't uur driemaal herhaald, minder huivering wekkend wordt. Vervelender, een echte geduldproef, is de aankomst aan het dorpsstation. In de visitatiezaal splitst de reizigersdrom zich in twee: de vrouwen n.l. gedreven in de ruimte, achter de lage langgerekte visita tie-toonbanken, hebben geduldig te wachten op 't afwerken der mannen. Die komen n.l. 't eerst in behandeling. Welke psychische of physiologische gron den die- ongewone voorkeur in deze heeft, is onduidelijk. De soldaten met handige zakkenroilersgrepen, graaien dan in de on telbare jas, borst- en vestzakken, schudden de mouwen, en dan komt er zoo waar wel eens een Kwatta-reep uit de onschuldige manchet rollen. Naar cheviot is thans daar de groote vraag Dies hebben alle juf- en andere vrouwen zich met vele ellen daarvan om wikkeld. Maar haar stijve belemmerde bewe gingen sperren de argusoogen der Cerbe russen open en veroorzaken 't commando: Alle vrouwen naar de visiteuse, die zal die klosjes wel afwinden. Een kluchtspel schijnt 't. Helaas, ontaardt het wegens opstandigheid der geleidende mannen meermalen in een bloedig drama met schoten en kreten. Grijs en somber is de atmosfeer aan de grens. Zelfs de straattafereelen hoe drukken ze u neer: Hier, velen nauw aan 't genade schot ontvlucht, daar Russische krijgsge vangenen in hun gescheurde vale plunje, met verfkruis op den rug geteekend, als boeven, met verwilderd angstige blikken; ginds herhaalde droeve optochten van kleine gedweëen haveloozen, van volwassenen, van allerliefste sympathieke kleintjes, onschuldig de vulstjes in 't betraand snuitje gedrukt. Van «l die ongewenschte Duitschers, klein en groot, die medoogenloos als ten weerlooze kudde, door een soldaat 't grenspoortje worden doorgedreven, hun eigen hongerend vaderland weer binnen. Dat alles overpeinst de huisvrouw als ze in mineurstemming, de steile hetiing afschokt, naar 't diepe dal rondom 't dorp. Scherp, door de heuvels weerkaatst, pangden twee, de natuur ontheiligende, schoten. Onverstoord, 't al gewend, bleven twee luie houtkappers tegen de reeds geraseerde helling geleund, doorleuteten. Eenige kleine meisjes kwamen aanrennen, en fluisterden: Schmiiggler" en ze gluurden nieuwsgierig door de slruikheg van een weide, en ont waarden gedein van zwarte bovenlijven in snel haastig beweeg, en zagen verder op een gansche zwarte bende met de pungtl manoeuvreerend, en behendig een smal berg pad opklauteren. Mens-ch-iijke wezens, zwart tusschen 't ijifijne rossige loof der herfstbosschen. Twee grijze soldaten torschten een slachtoffer naar de watermolen bijzijden. Op den thuisweg meent ze gelukkig te ontkomen aan de gebruikelijke aanhouding en 't gebruikelijke vervelenae requisitoir van twee posteerende soldaten, die blijkbaar twijfelen in verdenking tusschen haar en een troepje zwarte mijnwerkers uit den middagschicht. De markt, was reeds bereikt. Daar hoort ze achter zich een onbewust en zacht gefluister juf-frouw" en ziet plots den volijverigen dienslklopper naast zich die haar was nageslopen,en haar onbeleefd en zonder omwegen naar 't S'aclhuis commandeerde. Hè? Ja naar de visiteuse. U komt van zoo'n verdachte weg!" Tegen een der gelijk argument zakte zelfs haar opkomende drift. En zij, de notabele huisvrouw, te midden van verwonderd groetende mede burgers, volgt, onder soldaten-geleide, haar lijdensweg tot in 't donkere gewelfpoortje der stadhuisgevangenis..,, waar 't komi sche vergrijp werd opgeiost. Weer thuis achter de kippegaastralies, voor 't afsluiten vaa de ontstemmende om geving, blikt ze nog eens uit de bovenramen in een aanlokkelijk romantisch, ook haar ontnomen Duitsch dal. Een geweldig zware trein, geduwd en opgetrokken door meerdere locomotieven steunt en hijgt tegen de stij gende dalspoorbaan op. Achter de hermetisch-dichtgesloien munitiewagens onder scheidt ze een optocht grijze monstervormen op p!atte wagens, vuurmonden, kanonnen! Voor 't Westen! Soldaten' Van tegenover gestelde richting glijdt heel langzaam en omzichtig ren tweede trein met ielroode kruisen tegen helwitte plakkaten aan de wagens. E* n iazarcttrein met verminkten. Bij de meeste boomen en heesters staan de knoppen in vijf rijen, maar bij den els vormen zij er slechts drie. De jonge twijgen hebben / \ Doorsnede van een t j ze vr n cbi je, vergroot e: ondoordringbare, %v, vettige. buitenlaag V van den vruchtwand; ,;<t /.? luchthoudend wtf f!'--,/ se! v:m den vruchi?,va:.il; z : zaadhuicl; /:: zaadje een vrij regelmatiger, ijroeienzookoiütiift, dat de toppen van jon ge elzen den vorm Elzetakje met de ge- nebben van driezijdisteeide knoppen op ge pyramsden. Somdrie rijen niigt' wilyen hebben ook we' hun knoppen in drie rijen, maar misken de regelmaat in den groei der zijLkkei en zoo staan dan onze driekante elsjes a's imk'ce figuren ia het landschap. KLEEDING VAN DE MAAND Teekening voor de Amsterdammer" van Helene Bastert. Japon voor avonduitgangen, van zwaar gebloemde zijde. Onderaan een stuk met lichter fond. Langs de zijnaden een reep van d: effen fondkleur, bovenaan donker, onderaan licht. O'/erjakje, met kettinkjes over de schouders, van de lichte fondkleur Ba tisten chemisette. Stil met iets ingehoudens sluit ze dan de gordijnen, vervalt in reactie, en overdreven uitbundig vult ze de kachel, vol, Schlamm *j, draait tallooze electrische lichten aan. Xeegnend de kolenmijnen om en onder haar, die stallen vol brandstof gedoogen. Zeegnend 't DuitscheElectmita'tsgescbafft, dat haargrens dorp zoo onbeknibbeld en royaal in lichtschijn hult. *) Schlamm of kolenslik is residu dergewasschen kolen, een dikke glanzend zwarte vochtige koekmassa. Uil/. Veertien dagen Centrale Keuken We hebben van de Centrale Keuken ge geten, veertien dagen lang. V/e hadden er zooveel kwaad van gehoord wie heeft dat trouwens niet? hfct eten was vies, en zanderig, en bedorven enz. enz,, en toen zeiden we: We gaan er ook eens van eten, dan kunnen we zelf oordeelen hoe het is. En dan willen we 't heelemaal meemaken, 't zelf gaan halen ook. Een beetje verbazing bij sommige ken nissen. Dat men in dezen duren tijd van het goedkoope ejen profiteert, nu ja... maar zoo openlijk, dat iedereen ziet dat je 't halen gaal! Ik zou het zoo naar vinden om daar als dame in de rij te staan/' zei er een. O, dat averechtsche begrip dame, wie ver lost er ons van ? Deze oorlog misschien ? Nu dan, dame of riet, maar ik heb in de rij gestaan met mijn pannetje, eens hijna drie kwartier lang. En ik heb het me niet beklaagd. De eerste keer was een teleurstelling. Ik had het me bijna romantisch voorgesteld. Om daar in de rij te staan een heel lange rij! van geduldige, gelaten menschen, zwijgend wachtend op hun voedsel: het zou zoo iets zijn van e«:t! sensatie van oor logstijd, met chte oorlogshuivcr er in. Niets van dat alles, 't Eenig lugubere is de donkerte van het lokaal, een groote gymnastiekzaal met ootlogs-verürhting van twee anaemische gloeikousjes. Een aantal reusachtige eetketeis, een heel propere juf frouw met witte nüits en witte mouwen, die opschep!;, en een andere, die de bons in ontvangs-t neemt, Ken van de wachtende vrouwen wijst naar Mar en zegt: Zep, da's nou zeker Wittop K^tiins?" l'.n verder een geer'-gehumeurd p-!h!uk cu meestal Diu- dmknrUigheid komt ook al uit in de knop ztif tri cat moet ook wel, want die k?:op bevat een bthladerden tak met de bladeren in drie rijen, iilk blad heeft aan zijn voet twee steunbiaacjes. die later zullen afvallen en de buitenste steunblaadjos vor mer nu d. L P. buitenram:! vandeknop. Eigenlijke kriopschubben, zonals we Cic o a. vinden bij kasiai je en ahoin worden dus hij den els niet n'-U't-etrolf-rr hj heeft naakte" knoppen, maar dat deert hem al evenmin ais natte (-oei^r1. Het n::x;i3t zijn die knop pen te zier/ aan cle cc" jirige twijgen, die op pas gi-hakie ytoven i.n gegroeid. Zulke twijget! nebben een tiiitengawaoi: sterken groei er. ir.akft! in t'at eerste jtar ook al weer zt; i.ikken, züoanr het M'stee m der vertakking bijzonder dulüclijk kan worden waanre.-iernc:). Ook bclii.inei: de knoppen moei'.e te hebbin, f.,r.i in het najaar hun groei :;top te zette;', en z;;o gsbeurt het dikwijls genoeg, da! v» e Ue :-'aanu.Tp!ooide bladeren voor het volgend jaar reeds uit de beschuttende steunhlsadjcs raar buiten zieu kijken. Ook valt het in 't oog, dat sommige van die twijgen gedurende hun groei draaiingen om hun lengtc-as hebhen volbracht, waardoor cc knoppen soms in twen in piaats van in drie rijen komen ie liggen. Al die buitensporigheden van het jonge hout zijn zeer interessant en openen htt oog voor de veluriei mogelijkheden, die er in het plantenleven beslaan. Je raakt tr niet uitgekeken aan allerlei vormen en kieurtjes; de schors van strcogeel tot donker bruin, de knoppen van lichtbruin tot diep pruimenblauw, de aardige lidteekens van de afgevallen bladeren en het druk gespikkcl van al de ademhalingsopeningen, die kwistig over de schors zijn verspreid. Deze openingen ??meien mrt de j.iven on sieren zeer bijzonder d t schor'3 der takken i.'ii stammen van ^es jaar of ouder. Maar laat ons uit het jonge hakhout rog ever, ?ünigkc>. rus rui,ir de oudere tijen. weinig talrijk. Tweemaal slechts heb ik gewacht in een lange, lange rij. Zoowat vijftig menschen voor mij, en al heel gauw ook achter mij. Een agent zet ons netjes twee aan twee. Aantreden l" commandeert een grappige. Urn de vijf minuten twee passen voorwaarts met tevreden uitroepen van Ah, zoo, we naderen toch!" Om mij heen allerlei discussies. Tegenwoordig is 't ete best. Vroeger niet, zie je, die bruine boonen met uien en rijst, die kanne ze houwe van mijn, maar nou is 't best, en nog goekoop, je kan 't er zelf nie voor doen.' Instemming van vele kanten. ,,'tZou mijn niet kenne schele of 't wat duurder was, as 't maar lekkerder was," zegt een chique." Minachtend zwijgen rondom., Nou jao, maor die erretsoep laos, da was doinwaoter," moppert een ontevreden man, Bij val van de andere mannen. Maar de vrouwen voelen zich deskundigen en trekken partij voor de keuken. D'r binne geen errete en as 't er geen erretje binne dan kèje geen soep koke, da kenne we zelf ook nie." Groep mannen waagt zich niet aan een antwoord. Intusschen dampt de erwtensoep nog in een ver verschiet, fs me dat wachte," mop pert er een, nu een vrouw; as je 't voor niks krijg, dan hèje 't nog te duur!" Ver scheidene stemmen: Nou mens, we wachte allemaal, je ben niet verplicht om hier te kommel" Ik tuur de rij langs: werklui, kin deren, met pannen, emmers, lampetkannen, een meneer" die gekheid maakt met een jolig dienstmeisje naast hem, vrouwen, met op den enen arm een kind en aan de andere hand een tweede kind en een pan... ik krijg plotseling groot respect voor het goed humeur der wachtende huismoeders. Er moeten er toch bij zijn, die een langen werkdag achter zich hebben. Ze wete toch precies hoeveel kaarten ze geve, kenne ze dan op drukke dagen niet wat meer hulp hebbe!" zucht er een. Ja, kenne ze dat niet ? Nu ben ik dan toch eindelijk in het be loofde land. ,,Hoeveel scheppen," informeert de witte juffrouw, en ik keer met mijn buit huiswaarts. Maar dat heeft ook alweer zijn bezwaren! De pan in kranten, 't geheel in een zak, en voorzichtig dragen. De tram, die er net aankomt, maar laten gaan, daar kan je nu niet achteraan hollen. Of, als je hem toch krijgt, de waarlijk niet alledsagsche tov.r de farce verrichten, van je in evenwicht te hoivier., met Ue ene hand aan de k;?, en in de anderen hand een volle soeppp.ii. En als een goedhartige meneer voor je opstaat, dan hél voorzichtig gaan zitten, o l' liever: je loodrecht laten zakken in de opening tusschen twee menschmuren aan weerskanten, met de pan op schooi er; dan tot de conclusie komen, dat j o i>>h hebt gemorst, en dn! de zak vochtig begint te worden en dat iiet ver dacht naar selderie begint te ruiken en dan de rij lanes r.aar alle gezichten speuren enderken'- Zouden jullie beenjpen, wat ik hier in heb .'' Maar thuis .«ii-kuvüt-ii word js beicond, want je eciüilaU'ert ;elkeü; weer, dat het eten best is. li icil v;;n , iiiaiaeit tvi stekend klaar gemaaid, (e y>u wel eens aan die keuken" willen vragen om hun recepten. En a!:i je dan hoort praten over de ellende onder ons vjik, en ondervoeding van arbei ders, dan vraag je jezelf af: als dat nu werkelijk .oo erg was, zouden ze niet alle dagen in grooter getale op zulk goed en zulk goedkoop voedsel aankomen? Is de Centrale Keuken een ideaal? Voor deze abnormale tijden: bijna zoover iets op deze aarde ideaal kan zijn. Ook voor de toekomst, ais alies weer gewoon zal zijn? Ik vrees, dat men rnij heel ouderwetsch zal vinden, maar ik hoop niet heel mijn hart van nitf. Oe Centrale Keuken is in sommige opzichten practisch, zij is een uit komst voor buitenshuis werkende, of bin nenshuis heel hard slovende vrouwen. Alaar gaat niet het laatste restje huiselijkheid in die reusachtige eetketeis te (oor? Is er iets genoeglijkers voor de huisvrouw dan het met veel zorg toebereiden, van het dagelijksch maal? Van het omtooveren met heel wei nig kosten: van restjes in smakelijke scho teltjes? In het bedenken van ditjes en datjes voor een zwakke of lustelooze maag? Een goede huisvrouw kookt, zooals haar eisen gezin dat noodig heeft. De huisvrouw tegen over de Centrale Keuken -- dat is handwerk tegenover massa-productie. M A B L Tusschen de zwarte schubben der proppen vinden we de kleine oranjevruchtjcs, ook alweer min of meer driehoekig. We kunnen ze er gemakkelijk uitschudden en inderdaad is het nu de tijd, dat de vrucht: j es beginnen uit te vallen. Soms ; ziet de grond ? ' er oranje van, \ maar dat helpt i niet veel. Doch ''' als de elzen ' langs den wa'? ' ?' terkant jnoei! en, dan is het * ? anders. De wai s- terkant is de \ ]/ lichtzijde, voor: / al wanneer de \ elzen nog jong zijn en uauweI ? lijks uitsteken . i ,' ' boven de hooge ' i / oeverkruiden. '' / Zoo komt het i ,/ dan, dat de. tak ken het verst ''. / over het water i' uitgroeien, ,' soms nieters \ ver, zoodat je er onder, nietje De driezijdige pvramide bootje, een alvan een elzetop Ier heerlijkste schuil-enspiedplaats kunt vinden. De vrucht jes die zich aan zulke lakken ontwikkelen, vallen in het water en blijven nu langen tijd ronddrijven op de fuchtholten in hun wand. Het hoüe vv'ir.teiwater brengt ze op de oevers j en over Ivt vela, daa; kunnen de zaadjes j >n het vocijaar ontkiemen, Ik heb we! eens i de klacht hooien uiten, dat in ons land de ! eb zoo weinig in 't wüd het zaad opschiet Raadgevingen van vrouwen aan vrouwen Deze rubriek staaf open voor vrouwen uit alle standen der maatschappij. Alle medewer king wordt zeer op prijs gesteld. Verzoeke de inzendingen, als hieronder te stellen. Ik zoek al wat nog eenigszins bruikbaar is, des morgens uit de kolenasch. Ik maak van al dat kleine nog brandbare gruis diverse pakjes, door het in couranten te wikkelen, en leg deze in de kachel wanneer ze goed doorbrandt. Deze pakjes houden zeer tegen en geven gloeiende hitte. Wat er bij mij naar den aschman gaat, is dan ook inderdaad asch". Wanneer ieder cat deed, zou men eens zien hoeveel minder kolen men gebruikte. Ik zet altijd thee van frisch wa.ter vlug aan den kook gebracht, tegenwoordig ge bruik ik daarvoor de bekende fluitketel. Deze zet ik als hij in rust is vol water om het roesten te voorkomen. Ik stook 2-3 maal per week de keuken kachel, bewaar daarvoor aUe afval, voor komend in de huishouding, wikkel die stevig als proppen in couranten papier, waarbij per dag van circa 's morgens 11 uur tot 's avonds half 7 niet meer wordt bij gestookt dan 5 et. cokes. Ik kook zoo'n dag alle groenten af voor de dagen dat gas wordt gebruikt. Van groente en aardappel water wordt soep bereid, door toevoeging van in verhouding vocht l liter regeeringsgert of rijst of meel 0.05 jusresten, speknat, of maggi's tablet, worden gefruit met wat kruiderij en uitjes. Na een kwartier samen Voorgekookt te hebben wordt de pan gewikkeld in couranten en een wollen strijkdeken, de soep broeit smakelijk gaar door eigen warmte, Die soep vervangt de rniddagthee. Warm bij 't ontbijt is ze zeer aan te bevelen voor schoolgaande kinderen. Ik laat het hout in kachel of haard niet geheel verbranden, doch verkolen, neem het er voorzichtig uit, stop het in een doofpot of oude pan met deksel het is dan den volgenden dag heerlijk om spoedig de kachel te doen doorbranden. Ik maak nachtlichtjes van slaolie, met een drijvertje met pitje er op, zij brandt prachtig en veel zuiniger dan patentolie, en is bovendien Vj gulden goedkooper. Ik heb teacosies tijdelijk buiten gebruik gesteld. Met de theenood moet men zuinig zijn en daar de thee op een lichtje harder trekt, kan men met minder thee toe. Ik kook de klokhuizen en schillen van appels en peren (na ze gewasschen te heb ben) met weinig water op, eenige dagen achtereen, telkens als het fornuis gestookt wordt. Dan zeef ik het en laat het moes weer lang koken. Ten slotte voeg ik een weinig suiker toe. Ik heb er dan een lekkere gelei van (onder de schil zit de meeste suiker der vruchten). Onzen hartelijken dank aan allen die medewerken om deze rubriek voort te helpen. 1111111H11111 n l f H 11111111! 11 i l' i 11111 i f 11 M 11) M l H l r 11111111H l i l i 11111111 «l 1111 75 cis maar dat valt nog al mee. Het komt er maar op aan, dat de natuur met rust gelaten wordt. Nu worden echter bij ons slooten en vaarten voortdurend gereinigd, oevers afgestoken en verbeterd, bagger neergestort langs de slootkanten. Het gras wordt ge maaid of afgegraasü, het riet en het ruigt gesneden. Geen wonder, dat de langzaam groeiende kiemplacfjss van de elzen dan op velerlei manier in de verdrukking komen. Maar 2oodra de grond met rust gelaten wordt, zooals wij met een groot deel van het Nnardermeer doen, dan komt er dadelijk op de geschikte plaatsen opslag van allerlei hout, ook van elzen en die hebben daar nu in de laatste tien jaren heel wat terrein gewonnen. Daar wordt nu ook de bijl niet aan gelegd. Het is anders viij wel regel, dat het eizenhout om de zes, zeven jaar gekapt wordt, maar die elzen in het Meer mogen vrij opgroeien tot echte boomen: ze kunnen tot vijfendertig meter hoog wor den. Zoo staat het in de boeken en als ik dat lees, constateer ik met eenige verdrietelijkbeid, dat ik nog nooit een volwassen els gezien heb. Hoogstwaarschijnlijk is er in heel Nederland geen een te vinden en het zou mij plezier doen, het te beleven dat die in het Meer het alvast maar tot vijfen twintig meter brachten. Dan ziet zoo'n els er natuurlijk heei anders uit dan het jonge en verkapte goedje, dat we nu onder dien naam vereeren. Het moet dan een boom worden met een dikken ronden stam, be kleed met een zwarten schüverigen schors. Om zijn. voet en aan den stam zelf komen veel waterloten, misschien wel in verband met de ademhsiing van de wortels. Naar boven toe ontwikkelen zich zware haaks afstaande zijtakken, zoodat de kroon breed scherm vorm ig wordt en dat moet er weer anders uitzien dan alle mogelijke andere boomen. Ik ben e.T waarlijk benieuwd naar. JAC. P. THIJSSE

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl