De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1917 22 december pagina 13

22 december 1917 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

22Dec. '17. -No. 2113 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND MINISTER RAMBONNET EN HET STELLEN DER PORTEFEUILLE-KWESTIE Teekeniag voor Jt Amsterdammer* van. MINISTERIE VA w FIWANCIËN 4»|2 /o VRIJWILLIGE LEENING VAN DEN STAAT DER NEDERLANDEN GROOT ? 500.000.000,?. In stukken van f 1000.?, f500.?en f 100. KOERS VAN UITGIFTE 100 pCt. De inschrijvingen kunnen geschieden op 2 ©xi 3 jrAJ&T van des voormiddags 9 tot des namiddags I uur, en op van des voormiddags 9 tot des namiddags 4 uur bij het Agentschap van het Ministerie van Financiën te Amsterdam, op alle Betaalmeesterskantoren (be halve dat te Amsterdam) en op de kantoren van de ontvangers der directe belastingen in gemeenten waar geen Betaalmeesterskantoor gevestigd is. Stortingstermijnen: 7 Februari, 7 Maart, 8 April en 7 Mei 1918. De 5 pCt. SCHULDBEKENTENISSEN 1914 ten laste van den Staat worden tegen den koers van lOO'/z pCt. in storting op de bovenstaande leening aangenomen, mits het bedrag dier Schuldbekentenissen in het inschrijvings biljet is opgegeven. Zonder die opgave worden zij tegen den koers van 100 pCt. afgelost of in storting aangenomen. Voor verdere bijzonderheden raadplege men het Prospectus, dat op de bovengenoemde Kantoren en op alle Postkantoren (Hu.p- en Bijkantoren inbegrepen) te verkrijgen is. DE MINbTER VAN FINANCIËN, TB E U B. (iiiitiimMiiuiiumtiMtimimiuumtmiiitiiiuuuuiuitmiittmuuiuiiimm Ze motte me niet dat zeggen, of ik ?èg ze den dienst op. Dan bènne ze direct koest" iiiiiiiiiiiiiÉiiiiiiiiiiiijiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin DE VIERDE GAST Schets, door F. DE SINCLAIR Dat was zoo hun gewoonte, al sedeit jaren, om St. Sylvester te vieren bij Durco. En ze zaten er weer, precies als op die andere oudejaarsavonden, om den haai d in de roode zaal; in dien haard lag een groot blok eikenhout, omhuld door lekkende vlam men en ze keken er allen naar, terwijl ze zacht spraken, rustig de een, na den ander, als oude dagelfjksche vrienden, wier leven gelijkelijk emotieloos voorbij gaat, zonder groote zorgen en zonder groote vreugden. Ze waren altijd met hun vieren geweest, Durco, de oudste en gelijk gezegd hun gast heer, de ernstigste van bun vieren, Marius, de stilste, en de man tot wien de anderen bet liefst het woord richtten, wijl hij zoo uitnemend de kunst van luisteren verstond; Gesner, de levendigste, de man, die de anderen ontzagen; omdat hij zoo verrassend korselig kon zijn, en Juiius, de magerste zonder een psychische karakteristiek. Dezen avond, bij uitzondering, verwacht ik een vierde gast", had Durco gezegd, even nadat de anderen hadden plaats genomen om den haard en verwonderd gekeken had den naar den vijfden nog leegen zetel. Weldra was ook die vierde gast gekomen. Meneer Mento", had de gastheer voorge steld. Ze waren opgestaan, hadden de koele krachtige handdruk van den vreemdeling gevoeld en nu zaten ze weer. Durco sprak, plichtmatig, over het weer en M-nto antwoordde. Zijn stem klonk wat zwaar in dezen kring; en de anderen kek4h even verwonderd op bij dat geluid. Het was of Mento daar iets voor voelde. Heeren," sprak hij: ik heb, ondanks de hartelijke verzekering van Durco, dat ik welkom ben toch een beetje het gevoel of ik een indringer ben in uw kring. Volstrekt niet," antwoordde Gesner, het is juist wel goed voor ons allen, als een nieuw element eens iets wijzigt in den sleur van onze bij eenkomsten." Marius knikte met instemming en prevel de met een wel willenden glimlach: Les arais de mes amis..." Nu, ik stel het zeer op prijs," sprak Mento, ik htb de laatste jaren zooveel gezworven in Amerika en Acië, bijna altijd was ik reizende, dat ik het werkelijk als een voor recht beschouw nu eens een avond in een Hollandsche kring, bij een Hollandsche vriend te mogen doorbrengen. En dan nog wel de Oudejaarsavond, de avond bij uitnemend heid,' sprak Durco. .N u, antwoordde Mento, daar heb ik eerlijk gezegd niet over gedacht. Maar je hebt geljjk, de traditie maakt van den taatsten dag van het jaar altijd Iets bijzonders, wie er een zekere wijding aan geven hè? En vooral staat hij ook in tiet teelten der huiselijke gezelligheid. En juist dat >laatste, dat heb ik al zooveele jaren ontbeert." Er viel even een stilte op die woorden. O! het nu alleen de traditie is, die aan dien avond een bizondere wijding geeft " miiiiiiiiHiiiiimiiiiiiiiiiiiMMiiiiiiimiiiiiiiNijMimiiifiiiiuiiiiiii iiiiiiiiiiiiiini* sprak de gastheer dan twijfelend, terwijl zijn e nitige ou»en in het vuur keken. Tj-t..." spak Juiius met een vagen glim lach < n Muius tiok even zijn wenkbrauwen nWat zou h t anders om?" vroeg Mento, die ten kring vluchtig had rondgezien. Wei", antwoordde Durco, voor mij is een jaar geen bloot, begrip en evenmin een cijfer, het is tets essentiëels. Ik voel het jaar als iets persoonlijks, iets individueels. Vanavond verin kt het oude jaar; het sterft niet, het gaat heen, even als zijn voorgangers." .Waar naar toe?" vroeg Mento met een glimlach. De ander haaide *ijn schouders op. Dat weet ik niet. Het is er een uit de oneindige keten der jaargeiallen, die langs ons glijden. Hand in hard gaan die gestal ten. Gelukkig hij, die de heengaande na staart met weemoed en de komend: be groet met vreugde. Doch dat moment, waarin de weemoed en de vreugde strijden om den voorrang, dat moment omvangt zijn wijding uit iets van hoog-re orde dan de traditie." Mariui knikte vol instemming. Zoo vo«"l ik het ook", sprak G?sner. Ik kan me trouwens ni:t voorstellen, dat iemand ooit zou ontkomen aan .de... ik zuu haast zeggen aan de beklemming, de ontroering dier laatste ooge bukken van het j-iar, dat ons gaat verlaten. Het is of we dan voor 't laatst de hand drukken van een vriend, die voor altijd heengaat. luist", sprak Juiius. Zou het in den grond toch heusch wel iets anders zijn dan.., laten we zeggen een poe ische autosuggestie? vroeg Mento. Kijk, heeren misschien, als ik, zooals u vieren, ook dien avond steeds had gevierd met een .stil'e, bijna dwaze beluistering van den tijd, misschien zou ik dan ook iets kunnen begrijpen van die beklemming der laatste seconden van het oude jiar, maar ik verzeker u, wanneer je zooals ik zonder scheurkalender van December tot Februari gedwaald hebt in de binnenlanden van Brazilië, ik verzeker u dat daar de avond van dm 31en December er een is als alle andere." Pjrdon..., sprak Durco, Je voorbeeld be wijst niets. Wie toevallig of opzettelijk niet let op den overgang, die, weldra de laatste seconden niet ontroeren, dat neem ik aan. Maar ik heb het zelf zoo juist gezegd. Je moet den tijd beluisteren, met ernst, met aandacht en als je dat doet, dan weet ik zeker, dat zij even goed als wij met klop pend hart zult hooren de zvare voetstappen van het oude jaar, dat gaat en-de licnte schreden van nieuwe, dat komt." Mento schudde het hoofd. M'o G id, waar is bii jullie de Hollandsche nuchterheid gebleven?" Nu glimlachte Durco. S raks amice* mag je die vraag herhalen als we aan het souper de stille gang van de wijzers van die klok daar zullen volgen'. en de minuten,.. en eindelijk de seconden zullen tellen... Ja..." sprak Marinus, die de herinnering nu dwong tot spreken." Ja, verleden jaar Durco... herinner je je... dat moment... dat groote moment. . dat nader kwam... Dat we voelden en hoorden naderden..." riep Gesner zoodat we... begon Juliu«, Spontaan .. als n man zwijgend op rezen van onze stoelen..." vertelde Marinus. Tuen klonken daar wegstervend de voet stappen van het oude j <ar... sprak Durco, naar het westen wijzend. En de vlugge lichte schreden van het nieuwe kwamen van ginds..." merkte Gesner aan met de vineer naar het oosten, Mento schudde het hoofd en glimlachte. Ik zal ze nooit hooren die voetstappen" sprak hij. Dat weet je wel, verzekerde de gastheer, komaan ik ken je, zoo ongevo> Ifg ben je niet, als je je voordoet. Al speel je nu der Geist der stets vemeint," dezen avond ais je wilt. werkelijk wilt, hoor je de voetstap pen der twee jaargestalten even goed a's wij vieren, Ik wil wedden omtienflesschen champagne." Aangenomen Zet ze meteen maar gereed", antwoordde Mento lachend: Ik zal ernstig zijn, ik zal mijn best doen en ik geef mijn eerewoord dat geen oneerbiedight id mijnerzijds de plechtigheid van het moment zal ontwijden." Het is nu tien uur', sprak Durco, wat later de bedienden zullen dadelijk hier komen om de tafel voor het souper gereed te nu ken, willen we naar de bibliotheek gaan ?" Ze stonden op en volgden hun gastheer met de gUzerr in de hand en Juiius droeg twee flesschen. Oük in de bibliotheek was de haard aan gestoken ; op de schoorsteen brandden lustres met kaarsen; de glans der vlammen werd gedempt door donkergroene kopjes; dat gaf een rustig halfduister; een scheme ring die tot peinzen lokte en tot aandachtig luisteren, zoo het oas gaf. Pardon, ik liet mijn sigaar daarginds liggen", sprak Mento, en hij stond op en verliet het vertrek. Een scepticus, die vriend van je",/sprak Gesner tot Uurco. / Hij meent het niet volkomen er is wat pose bij", antwooid-le deze. Hij zal straks wel anders spreken", zei Manus Ais hij zijn champagne kwijt is", lachte Juiius. Toen zwegen ze en keken peinzend in het vuur tot Mento terugkeerde met de weer gevonden sigaar. Ze vingen aan te praten over de onder werpen van den dag met kalme belangstel ling luisterend, zonder geneigdheid tot felle tegeni-praak bij verschil van meening Ze rookten alle sigaren en de blauwe wolkj s verdreven naar de schouw en joe gen djar snel omhoog de schoors'een in; in de glazen was het robijnrood der oude bourgogne. Zoo verstreek den tijd. Durco scheldt. Het is te donker hier om op mijn horloge te zien", sprak hij en dan tot den bediende die nader trad: Je vergeet toch niet ons te waarschuwen James; om kwart voor twaalf, denk er aai l" Het zal dadelijk elf uur slaan", ant woordde de bediende, ik zal U stipt op tijd komen roepen". Dan ging hij. Een nieuw gezicht", sprak Gesner. Durco knikte. De oude Tnomas is ter ziele. Het spijt me. Hij was onmisbaar op St. Sylvester " Een requisiet, dat stemming gaf", lachte Mento. ZIJM lach werd niet beantwoord. Ze raakten allen zwijgend gedurende vele seconden. Toen sprak Mento, terwijl hij zich eens tot den gastheer wendde. Je noemde me straks schertsend Der Getst der stets vernemt". Ik laat in het midden of ik die Mephistophelische eigen schap eenigsziiis bezit, maar eens in mijn leven heb ik toch gestaan voor een raadsel, zoo wonderlijk, zoo absoluut onoplosbaar dat ik inderdaad geneigd was te gelooven aan het bovennatuurlijke en zelfs nu, als ik maar terugdenk.... Mento /weeg en keek in 't vuur, zijn blik verdroomde. Je maakt ons nieuwsgierig... sprak Durco. 't Was in Brazilië", begon Mento, zonder eenige inleiding in een oerwoud. Het was nacht. Ik weet niet of een der heeren ooit in de tiopen gereisd heeft, niets is moeilijker dan aan menschen, die er zelf nimmer waren, een indruk te geven van een tropische nacht in de Braziliaansche bosschen. Het is er sttl, eigenaardig stil; een stilte, die je hoort... die je beklemt... en waarin je telkens eigenaardig ontroerd wordt door wonderlijke geluiden... je ligt voor je tent eer je te rusten gaat, boven je tracht je vergeefs de sterren te zien door het blader dak, je peinst en je luistert... het is won derlijk zoo dikwijls als je daar altijd maar luistert... dan ineens klinkt er een rauwe kreet, een snqdei de gil... dan volgt weer de stilte; een oo&enblik later... uit een andere richting een krankzinnige lach... stilte. Daar moet je overheen, je verstand zegt je, dat het dieren zijn, apen en spotvogels en je verstand moet a ie laffe ver moedens de baas worden maar dat kost soms moeite. Dan heb je er de geur, de zware vochtige teur naar verwelkte rozen, de geur der plantaardige verrotting die als een klan.me damp op de bodem staat, daarin lig je en haal j; adem, zoo'n gansche nacht... dan heb je de lichten van het oerwoud, de vuurvliegen, de glimwormen, het phosphoriseerende hout en ei-wonderlijke zwam,die de Braziliatn de dame met de witte sluier noemt". Stel u voor heeren, eens sloeg ik te een 't vallen van den avond mijn bivak op op een Ope-> plek in 't bosch. Ik had vier dragers bij me. Een oude Braziliaan, Pedro heette hij, roept me, wijst me op eenige witte dingen, die ik in den schemer voor vogeleie'enaanzag Ik wil ze opnemen, maar verschrikt houdt hij mijn arm tegen. Hij beduidt me zwijgend, dat ik kijken moet. Toen, ineens, bijna gelijktijdig spatien die witte dingen uit elkaar en voor mijnoogen verrijzen even zoovele paddestotlen met zonderling gevormde groene hoeden op witte steelen. Die steelen groeien, ik zie ze groeien... en ik hoor ze groeien, ze knet teren ... ineens deins ik terug voor een ve'pestende stank van rottend aas. Pedro glimlacht; we kunnen het niet houden op die plek, gaan terug naar de tent. Het is intusschen donker geworden. Eensklaps legt Pedro een hand op mfja schouder: Virsta... zegt h<j In zgn dialect m.a. w.: kijk! Dan zie ik, d« zwammen geven licht, eei violet licht stralen ze uit en zfj staan daar midden in als kletae elfen met sluier* en in dat violette licht lokken ze zwermen donkere kevers, wier bruin en roode schilden je ziet glanzen in het feeërieke schijnsel, j-vat is het wondere sprookje van het oerwoud." Mento zweeg even. Interessant" sprak Durco. Maar deed dit u overhellen tot het geloof aan het bovennatuurlijke? vroeg Gesner. Volstrekt niet," antwoordde Memo. Vaar ik weidde er wat over uit om te trachten u een denkbeeld te geven van de wonderlijke natuurverschijnsels, waarmee je geest daar eerst vertrouwd moet raken. Nee," vervolgde hij op levendiger toon, dat alles is zeker langs gewone biologische en botanische wegen te verklaren. Doch het feit, dat op mij zoo'n indruk maakte con stateerde ik in zoo'n zelfde omgeving, onder nagenoeg dezelfde omstandigheden. Htj zweeg even, dan, na een korte huive ring, vertelde hij op veel zachteren toon, terwijl ^eijn oogen in net vuur staarden: i Het was in den nanacht Ik lag In mijn tent en sliep rustig, toen Pedro me wekte: Sta op hier... vlug... maar zacht..- de anderen slapen." Wat is er Pedro?" vraag ik. Hij rilde, schudde het hoofd, wenkte, dat ik hem volgen zou. Ik voelde naar mijn gordel, waarin mijn browning zat en sloop ac.iter hem de tent uit Het was volmaakt donker buiten rn zoo warm en vochtig dat je de indruk kreeg of j- ging door een fluweel zwarte stille mist. Pedro had mijn hand genomen, hij leidde me, zijn hand was klam en telkens beefde hij. Ik vroeg me al af, wat de oude man toch kon gezien hebben in die absolute duisternis en begon te gelooven, dat hij gedroomd had en nu nog slaapwandelde. Ineens stond hij stil. Kijk... daar... daar..." fluisterde hij Ik keek. En toen heeren, zag ik, op geen vijf nieter afstand in een heel flauw donker paars licht het hoofd van een man... tnsschen de boomen... in een open pk k... tegen de lucht aan... het bewoog, het wrong, of bet gekneld of gewurgd wtrd en niet los kon komen... ik zag de oogen open gaan en sluiten... het was zoo hoog, dat het lichaam niet kon rusten op de grond, maar ik zag geen lichaam... ik zag niets dan dat hoofd. Ineens was het weg, maar toen, geen drie seconden erna, zag n we het achter ons... nog dichter bij nu... ontstellend dicht... de oogen gingen open en ik zag... ik zag, dat die oogen ons ook zagen ... toen gingen de lippen vaneen ... en op 't zelfde oogenbllk...." James trad binnen. Mijnheer, ik kom u mededeelen, dat het kwart voor twaaf is...'' sprak hfj. Een stilte volgde op die woorden.. Juist nu..." zei Durco op het allerspannendste moment van je verhaal?'t Is goed James." De knecht vertrok. Ik vertel slraks wel verder..." lachte Mento opstaande. Het vuur is uitgegaan", zei Gesner met een huivering. Dm volgden ze den knecht, die de deur der roode zaal voor hen open wierp. De avonddisch was feestelijk aangericht in kristallen koelvaten, waarait gouden halzen staken, glinsterde het ijs: de tafel droeg een weelde aan glanzend zilver en glinsterend kristal en van de kaarsenkroon daalden guirlandes van donker groene hulst met roode kersen. De champagne parelde weldra in de wijde glazen en Durco sprak een welkom uit. Meneeren dit is de inleiding van ons maal. Het oude jaar maakt zich gereed ons te verlaten, het nieuwe is in aantocht met snelde schreden. Beluisteren wij de stappen van den tijd. Nog drie minuten. Uw heil!" Ze dronken en zwegen en keken naar de groote staande klok. De kleine wijzer had welhaast zijn taak volbracht, de groote schoof langzaam nader. Door de glazen deurtjes van de kast, ging ru*tig met harde tik de groote koperen schijf der slinger heen en weer. Er was geen ander geluid, dan dit in de kamer. Stil... fluisterde Durco, het oogenblik nadert... ik voel het komen...." Hoor... nu... die zware stappen... bij iedere seconde tik... daarginds..." sprak Gesner zacht met luisterende oogen. Het oude jaar... nu gaat het..." fluis terde Marius. Ssst...." De stilde suis-de. Ze zagen elkaar aan en hun oogen zeiden dat ze het hoorden.... Ineens begon de oude klok te dreunen, ze bogen het hoofd en zwegen en luisterden of in dien klank der slagen een stem was die hardop bad. Nog even. Dan richtten ze zich op. Welnu ?" vroeg Durco, terwijl hij klonk met al zijn gasten en zijn oogen zagen Mento vragend aan. Wees eerlijk. Zeg wat je hebt gevoeld in deze laatste oogenblik ken. Meneeren,"antwoordde de aangesprokene zich tot allen richtend, elk zal oprecht zijn, maar vergun me tot u allen een vraag te richten. Heeft u met volle overtuiging en met volkomen beheersching uwer zintuigen de voetstappen gehoord van het oude en de lichte schreden van het nieuwe jaar, of kunt u althans met de hand op het hart plechtig verzekeren, dat u onloochenbaar gevoeld heeft, dat er zooeven een moment was van hoogere wijding dan alleen de traditie kan geven ?" ,,Zonder eenigen twijfel I" sprak Durco. Zonder eenigen twijfel!" spraken ook Marius en Juiius en Gesner. Dan meneeren", sprak Mento met een spotterden glimlach, verzoek ik u op uw horloges te kijken." Op onze horloges?" Mijn God l" riek Durco, ik heb het a uur!,' Ik ook!" sprak Oesner ontzet. Volkomen juist,', jprak Mento, die zijn eerste oester nam. Het is n uur. ik heb den knecht omgekocht en de klok verzet. De conclusie is aan de heeren l' + 4- 4

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl