Historisch Archief 1877-1940
f.
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
imiHUIK VORDER»
mrininiitiiDngnbiiniiiliiir
UAND AM AiC & ZNEK
I: Umninshifgm! 70
ROTTERDAM: Kod-Blaak
mm: KiiwPleiiS
UTRECHT: Wittnnywimtfiai 3B
mmm: Eebyurt 1B
HEEREN MODE-ARTIKELEN
? HKKBKNSTBAAT U, ORONO«»K ?
TKLKTOON lOtt
?mhftpISSII
Verschaft U het pianospel als
werkelijke kunst. 10 j. garantie.
NIEUWSTE VINDINGEN
Vraagt catalogus G.
KC.F.1MS
DER HiAG
BREDA '
yiHSTBICHT
B.Y.D.HEIDE
'8-QraTALwep. Tel. 1150
ARTISTIEKE
MEUBILEEUHe
SPECIALE ONTWERPEN
Verschenen:
Dagboek van een
Amsterdammer
DOOR
BARBAROSSA
PRIJS fO.95.
VAN HOLKEMA & WARENDORF,
Amsterdam.
Roomboter kost f 11.75 per pond
Sardellenboter kost fl 1.00 per pond
Bij Roomboter vraagt Uw kind toespijs
Sardellenboter gebruikt Uw kind als
boter en toespijs tegelijk
Maakt zelf Uwe conclusie!
Conservenfabriek HOLLANDIA BERGEN OP ZOOM
trm
S
Ges. F. i L BE RIODEI
Muntplein Amsterdam
Enorme Collectie Poppenwagens
N. V. Maas- en Waterweg
Haatschappfl tot berordeiing van de vestiging va»
Industrieën te SCHIEDAM EN OMSTREKEN
Lange Haven 3 Tel. 93 Schiedam
Verleent haar bemiddeling b| den Aan- en Verkoop van Panden en
Industrieterreinen en hef verschaffen van
BL_
?^?^^^^1^
EENIGE SPECIALITEIT
3^ n
ft KRIMPVRIJ
m
K
B?J
5^
GEZONDHEIDS
W ONDERGOEDEREN {:
Nederlandsch Fabrikaat
HET
&A
m TRICOTHUIS
18 REG.BREESTRAAT.35
BSl
e<a
TEL. 5O66 N.
IIIIItMlIIIIIilllHIllllllltlllllllIIMIIIIIIIIIIUIIIIIIIiiilltllllllliilllliiitiiMilllliHiiiiiiMllltllll
Stenografle
Eiënts
Balt
Zelfond. 0O Ct. In d. Boekh. en na postw. bg
RIËNTS BALT, Den Haag, bij wien ook mond. en schr. ond.
Ik verdien thans 95 K ld. ptr maand, en mij werd nog
verhooging in 't voomitz. gesteld." (w. g.) Mej. E. V. te R.
MCTZ &CO
eemce veRTeceMwooRDiceRS VAM LIBC
^ '~ ?
' ' .
?
KUNtt?N DOOR
{UITBRCIDING
HUMMCR
UI KORTCn TUD VCRVAARDIGCrt
MCUBCLMAKCRS
LeiDSCHeSTRAAT AMSTGRDAM
'OXYDOL'
(CHLORAS KALICUS TANDPASTA)
45 cent p. Tube.
liiinl. Ven, STUK ft ti.
Ckfflischc Fabriek ,,'s-Hage"
'?-QRAVENHAOE.
il KT
VOOR
HEERENKLEEDING
H.J.LOOR,ütrecht
VERHUIZINGEN ONDER GARANTIE
BERGPLAATS VOOR INBOEDELS
Amsterdam, Frans van Mierisstraat 90. Telefoon Zuid 822
Racahout E. P.
per flacon
f 1.50 en f 0.80
wordt meer en
meer gevraagd.
i'UMMiiiiiiiiu i iiiiiiiiiiiiiimiiiiiiitiimiii IIIIIIIIHIIIIIIIHIIII ir IIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIMIIIIIII ui immiiiiiiiii
KINDERRECHTB ANKEN
Kinderrechters en kinderzittingen
noodzakelijk
door jonkvr. mr. J. A. VAN VERSCHUER
Het vraagstuk van de berechting der
mis'daëlge jeugd is er een, dat in de laatste
jaren de warme belangstelling geniet zoowel
van hen, die zich in het algemeen met de
bescherming der misdadige en verwaarloosde
jeugd inlaten als ook van de juristen.
Van dit laatste getuigt
hetfeit.datdeNederlaadsche Juristenvereeniging in hare in den
afgeloopen zomer gehouden vergadering het
onderwerp kinderrechtbanken" aan de orde
stelde. En merkwaardig is het. hoe op deze
vergadering eenstemmig de wenschelijkheld
werd uitgesproken van de instelling van
kinderrechtbanken, juister misschien van de
aanstelling van kinderrechters.
? Algemeen wordt dus door hen, die met
onze rechtspraak van nabij bekend zijn. eene
niet onbelangrijke herziening gewenscht van
de wijze van berechting der misdadige jeugd.
Gaan wij, alvorens iets te zeggen over den
aard dezer door zoo velen noodzakelij k geachte
herziening, in het kort na, welke* bezwaren
der thans gevolgde methode aan het ver
langen naar hervorming ten grondslag liggen.
Wanneer w? ons afvragen, f aan de spe
ciale bepalingen, die in de in 1905 >ngevoerde
kinderwetten ten aanzien van jeugdige be
klaagden zijn gemaakt, waardoor wij, en niet
ten onrechte,aan buitenlandsche wetgevingen
ten voorbeeld hebben gestrekt, geen vol
doenden waarborg bieden v >or eene be
hoorlijke kinderberechting, dan kan ons
antwoord met alle waardeering voor de
bedoelde wetten niet anders dan ontkennend
luiden. En wel hierom: omdat we weliswaar
in onze kinderwetten vinden zeer bijzondere
maatregelen van straf en opvoeding, die met
het op volwassenen toepasselijke strafrecht
weinig of niets gemeen hebben, maar de
tegelijkertijd in ons strafprocesrecht aange
brachte wijzigingen hiermee geenszins ge
lijken tred houden. M. a. w. omdat wel de
rechter bij zijne uitspraak rekening heeft te
houden met het feit, dat hij staat tegenover
een kind, dus tegenover een* zeer bijzonder
soort van misdadiger, zoo hier van misdadiger
al kan worden gesproken, waar de geheele
behandeling der zaak vóór die uitspraak
vrijwel hetzelfde karakter is blijven dragen,
of het een kind betreft of eenen volwassene.
Zeker, er zijn voor de kinderwetten ook in
het strafproces wijzigingen aangebracht,
waarvan wij als de meest belangrijke deze
noemen: uitsluiting van de openbaarheid
der terechtzitting en het voorschrift aan den
rechter, om reeds tijdens het vooronderzoek
omtrent omstandigheden en karakter van
den verdachte inlichtingen in te winnen,
doch zonder het nut van deze en andere
bepalingen te willen ontkennen, kan toch
niet anders gezegd worden dan dat het hier
slechts geldt eenige zij hetdanookbelangrijke
uitzonderingen op den voor alle verdachten
geldenden regel, dat echter het geheele be
ginsel van het tegen kinderen ge voerde proces
hetzelfde is gebleven. Van de paedagogische
beginselen, waarvan de wetgever zoo klaar
blijkelijk is uitgegaan waar het gold de
vaststelling van de op kinderen toe te passen
straffen en opvoedingsmaatregelen, is hier
om zoo te ze gen geen sprake Wat toch
wil men onpaedagogischer dan een proces,
waarbij tnssc'nen het plegen van het feit en
de behandeling ervan ter terechtzitting, om
van de uitspraak van het vonnis nog niet
illiliiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiliiuiiiiiiiiituiiiiiiiiiiiiiMiiNtmuiiiiuiiiiiiiiuiuiutiiiiMiumiiunMit^
eens te spreken, vele weken verloopen?
En wat draagt er meer toe bij den jeugdigen
beklaagde zichzelf niet te doen zijn dan
eene plechtige, zij het dan ook gelukkig niet
openbare zitting in eei^e deftige rechtszaal,
waar hij verschijnt in tegenwoordigheid van
drie rechters, den Officier van Justitie en
den verdediger?
Is het wonder, dat eenc vereeniging als
Pro Juventutc, door den Officier van Justitie
om advies gevraagd, alles m het werk stelt,
om het tot eene vervolging met al den
aankleye van dien niet te laten komen ?
En is het niet eene scherpe aanklacht
tegen ons geheelen systeem van berechting,
dat van vervolging zoo dikwijls wordt af
gezien, niet omdat men voor den jeugdigen
overtreder een rechterlijk ingrijpen onnoodig
of ongewenscht acht, maar omdat men van
zijne verschijning ter terechtzettlng geen
heil, doch veeleer dit tegendeel verwacht
en omdat mea, laat ons het niet verbloemen,
in de geheele wijze, waarop het proces ge
voerd wordt, geen voldoenden waarborg ziet
voor eene waarlijk oordeelkundige, in het
belang van het kind zijnde eindbeslissing?
Of is wellicht dit wantrouwen ongegrond ?
Ik geloof het niet. Ik geloof inderdaad, met
alle waardeering voor het in onze straf
rechterlijke kinderwetten neergelegde stelsel,
dat dit geheele stelsel eene mislukking zal
blijken te zijn, wanneer men er niet in
slaagt het geheele proces erbij te doen aan
passen en de behandeling dezer zeer speciale
categorie van rechtszaken toe te vertrouwen
aan ter zake bevoegde rechters.
Het zij verre van mij ook maar eenlgszins
afbreuk te willen doen aan onze rechterlijke
macht, maar ik meen niet genoeg den nadruk
te kunnen leggen op de zeer bijzondere
taak, die den rechter bij de berechting van
jeugdige delinquenten is opgelegd en aan
de zeer bijzondere eisenen die hem dus
hierbij moeten worden gesteld. Men vergete
toch niet de buitengewoon groote mate van
vrijheid, die den rechter hier wordt gelaten
bij het nemen zijner beslissing. Het gepleegde
feit treedt hier eenigszins op den achter
grond; met het belang van het kind bovenal
heeft de rechter rekening te houden. Om
dit belang te dienen staat hem de schier
onbeperkte keuze open tusschen: teruggave
van den beklaagde aan zijne ouders, zonder
meer, ter beschikkingstelling van de regeering
tot aan de meerderjarigheid, tuchtschool
plaatsing, boete en berisping. Het ligt voor
de hand, dat, om hier de juiste keuze te
doen, op geheel bijzondere wijze te werk
moet worden gegaan.
De moeilijkheid der te nemen beslissing
ligt hier in de meeste gevallen niet zoozeer
in het construeeren van het bewijs, evenmin
in de bepaling der strafmaat, doch veeleer
in het onderzoek naar de diepere, aan het
delict ten grondslag liggei de oo zaken. Ia
veel sterker mate nog dan dit bij de be
rechting van volwassenen het geval is, is
hier de taak des rtch'ers eene sociale.
In den geheelen gang van het proces, bij
de keuze der hierin betrokken rechters houde
men hiermede rekening Van twetën n
of men make slechts een gradueel verschil
tusschen vol wasser.en en jeugdige misdadi
gers en regele dan het proces ten aanzien
der laatsten op dezelfde wijze als dat tegen
de eerstgenoemden, behoudens eenige nood
zakelijke wijzigingen; óf men erkenne het
principieel verschil tusschen beiden, maar
voere dan ook dit verschil bij de geheele
behandeling der zaak consequent door.
Ons Wetboek van Strafrecht heeft voor het
principieele verschil partij gekozen. De wet
gever is thans nog iets verder en aanvaarde
de volle consequentleën van zijn systeem.
Hrj bedenke, dat het verkeerd is de eigen
aardige taak der kinderberechting als terloops
op te dragen aan dezelfde rechters, die ook
over volwassenen misdadigers moeten recht
spreken en dit laatste veelal als verreweg
het gewichtigste deel hunner werkzaamheid
zullen beschouwen, dat de terechtzittingen,
zooals wij ze thans ook voor kinderen nog
kennen, waarbij een eenigszins vertrouwelijk
gesprek tusschen rechter en beklaagde vrijwel
is uitgesloten en de geheele omgeving in
zekeren zin verwarrend op het kind moet
werken, niet het middel zijn noch om den
rechter dieper te doen doordringen in de
persoonlijkheid van het kind noch om op
het kind indruk ten goede te maken.
Wat we noodig hebben zijn rechters, die
zich speciaal toeleggen op de berechting
van jeugdige misdadigers, rechters, die be
halve de onmisbare juridische kennis ook
voldoende paedagogisch inzicht bezitten, om
de beteekenis te beseffen van de vele maat
regelen, waartusschen zij hunne keuze hebben
te doen. Maar wat we bovendien noodig
hebben, dat zijn terechtzittingen, waarvan
het karakter totaal afwijkt van de
tegenwoordigen en waar de geheele verhouding
van den rechter tot en zijne houding tegen
over den beklaagde eene andere is dan die
van den gewonen rechter tegenover den
gewonen misdadiger, m. a. w. wat we noodig
hebben, dat zijn kinderrechters en
kinderzi t ngen.
lic spreek hier opzettelijk van
kinderrechters, niet van klndet-rechtbankea, omdat
ik duidelijk wensen te doen uitkomen, dat
naar mijne vaste overtuiging deze speciale
rechtspraak aan den alleenrechtsprekenden
rechter moet worden opgedragen. De be
handeling moet eene eenvoudige zijn; de
geheele procedure, met behoud van de noodige
gestrengheid, moet dragen een vaderlijk
karakter, de rechter moet zoowel in letter
lijken als in figuur.ijken zin niet te ver van
het kind af staan. Om dit te bereiken, is
het vóór alle dingen noodig, dat het kind
niet mrer voor eenen schare van drie rech
ters verschijnt. Evengoed als de uitsluiting
der openbaarheid is naar ik meen afschaffing
der collegiale rechtspraak een stellig
vereischte eener goede kinderberechting. En
ik geloof we), dat men het op dit punt
vrijwel eens is.
Minder eenstemmigheid evenwel bestaat
er over de vraag, hoe deze speciale rechters
te recruteeren.
Zal b.v. de keuze gedaan moeten worden
uit de rechters der arrondissementsrecht
banken voor den tijd van eenige jaren met
de mogelijkheid van herbenoeming ra verloop
van dien tijd, op de wijze waarop dit in
B<-le'ëis geregeld? Of wel zal de kinder
rechter voor het leven moeten worden be
noemd en zal men bij deze keuze ook buiten
de rechterlijke macht mogen overgaan, zooals
dit in sommige staten van Noord-Amerika
het geval is?
fc- Op de bovenbedoelde vergadering der
Jiiristenvereeniging werd deze vraag door de
overgroote meerderheid der aanwezigen in
eerstgenoemden zin beantwoord. Het zou mg
te vér voeren hier thans uitvoerig bij het vóór
en tegen dezer beide systemen stil te staan.
Slechts dit weinige: eene kinderrechtbank
met een voor het leven benoemden rechter,
benoemd hierom, omdat zijne persoonlijkheid
en ervaring hem voor dit speciale werk ge
schikt doen zijn, is naar mijn oordeel het
ideaal.
Daartegenover staan echter in de practijk
deze bezwaren, dat het misschien moeilijk
zal zijn de juristen te vinden, die voor
deze taak roeping gevoelen, en dat niet
overal voor dezen specialen rechter vol
doende werk zal wezen. Deze bezwaren nu
worden ondervangen, wanneer de kinder
rechter lid eener gewone rechtbank blijft.
Bovendien zal deze laatste oplossing, waar
het een zoo geheel nieuw Instituut betreft,
bij onzen wetgever meer kans van slagen
hebben dan de nog meer ingrijpende her
vorming der Belgische wet.
Het spreekt wel vanzelf, dat men bij de
aanstelling van kinderrechters en bij eene
betere inrichting der terechtzittingen niet
zal mogen blijven staan, doch dat het geheele
proces een zeer speciaal karakter zal moeten
dragen.
Een der eerste vereischte is hierbij wei
dit: dat zoowel voor- als eindonderzoek
in handen worde gelegd van den kinder
rechter als zijnde de bij uitstek hiertoe
competente persoon. Niet minder nood
zakelijk is eene snelle berechting, opdat
niet door het lange tijdsverloop tusschen
het plegen van het delict en de terecht
zitting de op den delinquent te maken
indruk vervage. Noemen wij ten slotte de
voorwaardelijke veroordeeling onder toe
zicht, die, zooals ons uit vele der nieuwe
buitenlandsche kinderwetten blijkt, een inte
greerend deel van de rechtspraak des kinder
rechters uitmaakt.
Plaatsruimte belet mij hier nog nader op
de taak der kinderrechters ia te gaan.
Mijne bedoeling was ook trouwens slechts
hier nog eens nadrukkelijk te wijzen op de
noodzakelijkheid van ingrijpende wijzigingen
in onze strafrechtprocedure ten aanzien van
jeugdige personen, ter voorkoming hiervan,
dat de goede werking der in zoo menig
opzicht voortreffelijke maatregelen van straf
en opvoeding ten aanzien der misdadige
jeugd worde belemmerd door daarmee niet
gelijken tred houdende strafprocessueele
bepalingen.