Historisch Archief 1877-1940
29, Dec. ''17. No. 2114
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
MEUBILEERING-MAATSCHAPPIJ
HOLLAND"
N. Z. VOORBURGWAL 274
AMSTERDAM TEL. 5974 N.
BU HET INRICHTEN UWER WONINO HEBT
8IJ 3 PUNTEN IN HET OOG TE HOUDEN t
DUURZAAMHEID
HARMONIE EN
GEMATIGDEN PRIJS
DAT WIJ IN ONZE INRICHTINBEN DEZE
EIGENSCHAPPEN VEREENIGEN, BEWIJZEN DE
TALLOOZE TEVREDENHEIDSBETUIBINBEN,
WELKE WIJ VOOR U TER INZABE HOUDEN.
STAJRK'
'OXYDOL'
(CHLORAS KALICUS TANDPASTA)
45 cent p. Tube.
laaoil. Yeno, Ml ft Ei.
Chemische Fabriek ,,'s-Bage"
'i-QRAVENHAQE.
Fr.SfflEMUS
ZO LEfflSCHESTRAAT 22
AMSTERDAM.
TELEFMM N. MI2.
HE/ÏDEM
H1AB HAAT.
PHiLIPPS Kunstspel
Piano of
Vleugel
l
Verschaft U het pianospel als
werkelijke kunst. 10 j. garantie.
NIEUWSTE VINDINGEN
Vraagt catalogus G.
KF.ÏDBÏS
I DEN HAAG
BREDA
MAASTRICHT
Roomboter kost \\ 1.75 per pond
Sardellenboter kost fll.00 per pond
Bij Roomboter vraagt Uw kind toespijs
Sardellenboter gebruikt Uw kind als
boter en toespijs tegelijk
Maakt zelf Uwe conclusie !
Conservenfabriek HOLLANOIA BERGEN OP ZOOM
EENIGE SPECIALITEIT m
Bsr
B#
0*
ar
m:
Bf
B*
W*« ^H BW ??? ^iv » ? MMF v v «?? ? ^iv -^v _ t
B^ ^1
ONDERGOEDEREN £g
NederJanrJschFabrikaat ^5
m *-i t
KRIMPVRIJE |8
GEZONDHEIDS- S
TRICOTHUIS
REG.BREESTRAAT.35
TEL.5O66 N.
l
XXXXXXXXXXXIXIXXXXXXXXXXX
VERHUIZINGEN ONDER GARANTIE
BERGPLAATS VOOR INBOEDELS
Amsterdam, Frans van Mierisstraat 90. Telefoon Zuid 822
MUMT
PLEIN
N. V. Maas- en Waterweg
Maatschappij tot bevordering van de vestiging van
Industrieën te SCHIEDAM EN OMSTREKEN
Lange Haven 3 Tel. 23 Schiedam
Verleent haar bemiddeling b| den Aan- en Verkoop van Panden en
Industrieterreinen en het verschaffen van Bedr|fskapitaaJ.
Tot het bouwen van Villa's en Landhuizen zijn prachtige heuvel
achtige BOSCHTERREINEN te koop in HET OOSTERPARK te
Lage prijzen, mooie wegen, gas,
electr. licht, water.
H. V. laatfj. tot inl«iL Tan Het Otsttrpark
Dir. J. J. STOKMANS & OTTO SCHÜLZ
Tel. Int. 38 <fi 48
DE BILT
HET BESTE FINANCIEEL NIEUWSBLAD
NIEUWE
E
e
o
**?
<o
.S£
V
a
KLEINE
KAPITAUST l
Ak:Keizersgrachi 215 - Iel. 6925 en 6241 N.? Telegr.-aiires: NEOiliBA
llllllllllinmmiHIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIMIMIIIIIM llMIIIHMIIMIIIIIIIIIIIIIMHIIIIIIIIIIIIIIMIItimiilllllt IIIHIIlllMMIIIlllllIlinillllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIimiHIIIIIMMIIIIinillllllllHlim IIIIIIMII l Illlllllllllll IMIHIIMI t MUMIIIIMI
Racahout E.P.
per flacon
f 1.50 en f 0.80
wordt meer en
meer gevraagd.
iiiHimumiiiitiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiMHii
«ei » »Wi iiiwi.wiH«iaiiiiiii!ii«iBiiiuKHi;i».iiiiiiiMi!i!>aüUl
DE GOUDEN KROON
DOOR
H. VAN RAALTE-S1MONS
Eeuwen geleden stierf plotseling de vorst
van een groot rijk in het verre Oosten, en
volgens oud gebruik volgde nog dienzelfden
dag zijn zoon hem op.
De jonge prins erfde bij zijn troonsbe
stijging een gouden kroon, die van geslacht
tot geslacht was overgegaan en die de
wonderkracht bezat, dat ze hem, die haar
droeg met diepe wijsheid sierde.
En zooveel invloed had het dragen van
die kroon, dat men alleen al door haar op
te zetten, de mot: jkste vragen, de meest
ingewikkelde problemen gemakkelijk kon
oplossen.
De jonge vorst, te vroeg aan de regeering
gekomen, en daardoor niet voldoende voor
bereid voor zijn zware taak, maakte een ruim
gebruik van zijn onschatbaar voorrecht, en
bij elke samenzitting met zijn ministers, als
er gewichtige dingen voor volk en land be
sproken moesten worden, droeg hij de gouden
kroon, die hem zonder eenige moeite of in
spanning altijd het beste inzicht in alles gaf.
Dus ging het goed. Wijze wetten werden
uitgevaardigd, het land bloeide en het volk
roemde den jongen koninp, die blijk gaf
van zoo groote kundigheden ondanks zijn
teere jeugd.
Totdat op zekeren dag, toen voor een
gewichtige bespreking alle ministers bij den
koning in de raadzaal ontboden waren, de
H. BERSSENBRUGGE,
PORTRETFOTOGRAAF
ZEESTRAAT 65, aaast tmmt
DEN HAAG. - Tel. 1538.
vorst tot zijn groote ontsteltenis bemerkte,
dat de eeuwen-oude kroon, die hij zich juist
opzetten wilde, precies in het midden ge
broken was.
Hij probeerde de beide stukken op zijn
hoofd te bevestigen, maar de eene of andere
heift viel er af, en mismoedig wachtte hij
op de komst van zijn ministers, om hun het
vreeselijke nieuws mede te deelen.
Er moet," besloot de koning, nu maar
zonder mij beraadslaagd worden, maar ik
draag u allen op, om ieder in een ander
deel van mijn rijk, naar een geschikten
goudsmid te zoeken, die mij zoo spoedig
mogeiijk mijn onmisbare kroon kan her
stellen.
En zoo togen dadelijk na de vergadering
de ministers naar elf verschillende onrden
van het groote rijk, met het gevolg, dat nog
dienzelfden nacht, de eerste goudsmid, een
beroemd kunstenaar in het vak, bij den
koning kon aangediend worden.
De goudsmid onderzocht de breuk in de
kroon en zweeg.
Welnu?" vroeg de vorst ongeduldig.
Bevend van hoofd tot voeten, antwoordde
de kunstenaar:
Deze kroon kan ik niet maken, Sire!"
Verbaasd en toornig keek de koning
hem aan.
Hoe," zeide hij, gij, beroemd tot in alle
uithoeken van mijn groot koninkrijk, gij
zoudt uwen vorst hiermede niet kunnen
helpen!"
Helaas Sire" stotterde de arme man het
goud waarvan dit kunstwerk eeuwen ge
leden gesmeed is bestaat niet meer, en om
dat dit edele metaal alleen met Iets
gelijkwaardigs hersteld kan worden, kan ik u dus
niet van dienst zijn. Ik verzeker u eerbiedig
en bescheiden, dat het niet mijn vaardig
heid is, die hier te kort schiet. Ik zou mijn
leven willen off eren als ik daarmee uw kroon
kon maken, maar geloof mij, ik kan het niet!"
Uw leven verlang ik niet," dat is mij
op dit oogenblik niets waard, toornde
de koning. Qa uit mijn oogen, maar weet
dat uw roem als kunstenaar van af het oogen
blik gedaald is voor goed, want door heel
mijn rijk zal uw onmacht bekend gemaakt
worden."
Weemoedig buigend verliet de goudsmit
den koning, troost zoekend voor zijn ver
nedering, in de zekerheid, dat geen enkel
ander kunstenaar de vors* zou kunnen
helpen.
Hierna werd de tweede goudsmid bij den
koning toegelaten. Ook deze bekeek aan
dachtig de kroon, en moest toen tot zijn
schande bekennen, dat ook hij niet bij
machte was, die te herstellen.
En zoo achtereenvolgens nog negen van
de kundigste goudsmeden bij den koning
gebracht, maar allen moesten in andere be
woordingen en met verschillende uitvluch
ten hetzelfde herhalen: De kroon was niet
meer te maken.
Inmiddels bemoeide de koning zich niet
met de regeering. Va U overtuigd dat hij er
niet toe in staat was, liet hij alles aan zijn
ministers over, en regeerde alleen nog maar
in naam.
Hij gaf zich nu uitsluitend aan zijn vroe
gere liefhebberijen en leidde een leventje
van louter genot en weelde, dat hem maar
enkele oogenblikken vrij liet om over zijn
regeering na te denken.
Maar in die zeldzame oogenblikken van
ernst, voorzag hij toch met angst, dat zijn
nu nog zoo bloeiend rijk achteruit zou gaan,
omdat de grootste drijfkracht, de konink
lijke wijsheid door het breken der kroon
voor goed verloren was. Zoo verliep een
geruime tijd, en de koning oververzadigd
van louter genot, weid stiller en lusteloozer
dan ooit, en voelde zich eigenlijk diep on
gelukkig.
Totdat op zekeren dag een der ministers
hem juichend kwam mededeelen dat hij nu
iemand gevonden had, een zonderlingen
ouden kunstenaar, die hem te kennen had
gegeven, dat hij den koning zou kunnen
helpen, hoe hopeloos gebroken de kroon ook
mocht zijn!
Maar de vorst, door de vele vergeefsche
audiëntes ontmoedigd, hechtte er weinig
geloof aan, en omdat hij voorzag, dat ook
deze samenkomst nutteloos zou zijn, weigerde
hij den ouden man te ontvangen.
Laten we toch nog een poging wagen,
Sire," vleide de oudste minister. Zooals
de zaken nu loopen kunnen ze niet voort
gaan, 's Landsbelang eischt dat de koning
de teugels van de regeering weer in handen
neemt, want ten slotte zou het volk het
geheim van de kroon gaan vermoeden!"
Deze toespeling gaf den doorslag, en de
vorst verleende hoewel hij er geen gunstige
verwachting van koesterde tenslotte toe
stemming om dezen laatsten, twaalfden
kunstenaar bij zich te laten komen.
In een der groote zalen van het koninklijk
paleis, waar de vorst moe en lusteloos, door
zijn raadslieden omringd, op een divan lag
uitgestrekt, werd nu een ouden kleinen man
binnengeleid met lang zilver-glanzend wit
haar, dat als soepele zijde op zijn schouders
neerviel.
Hij droeg een smetteloos ruim vallend
wit kleed en zijn voeten staken in wittemuilen.
Zijn ivoor-bleeke oude hoofd was in ver
houding tot de rest van zijn lichaam heel
groot en die fluweelig-donkere oogen gaven
er een zeldzaam jeugdige uitdrukking aan.
Na de gewone plichtplegingen verzocht
deze zonderlinge oude man den vorst om
de kroon te mogen zien, en toen hij de
kostbare stukken, die op een marmeren
tafel aan 's konings hoofdeinde lagen, be
keken had, zei hij:
Sire, ik zou graag met U alleen blijven,
want wat ik U te zeggen heb, is uitsluitend
voor uw GO re n bestemd."
Zoo laat ons alleen," gebood de vorst
zijn mlnlstera, en toen die allen de zaal
verlaten hadden, zei hij: Welnu, spreek
oude man, deze kroon, een erfstuk van mijn
voorvaderen is mij van onschatbare waarde.
indien gij er in slaagt de beide deelen te
hereenigen, kunt ge verlangen wat gij wilt.
Elke prijs zij u bij voorbaat toegestaan!"
Met zijn groote verstandige oogen keek
de oude man den koning doordringend aan
toen zei hij langzaam:
Ik verlang geen loon Sire, en ik verdien
het ook niet, want ik kan dit hoofdsiersel
niet maken.
Deze kroon, het uiterlijke teeken uwer
waardigheid heeft uitgediend, en al zou ik
de beide stukken bij elkaar kunnen voegen,
gij zoudt er geen nut meer van hebben,
want hun magische kracht is verbroken!
Maar ik, die het geheim ken van uw
wónderkroon, ik zeg u, dat gij ze niet meer noodig
hebt. De wijsheid die eens van dit oude
doode metaal uitging Is niet meer voor u,
wien de goden met verstand en goeden wil
gezegend hebben.
Gij, die de nooden en verlangens van uw
volk kent, of zoo gij ze niet kent, ga dan
uit om ze te leeren verstaan. Gij hebt geen
geheimzinnige machten noodig om dat volk
te regeeren. Werk, mijn jonge vorst, werk
totdat gij den arbeid lief krijgt, bestudeer
de wetten van uw land totdat gij de goede
van de slechte onderscheiden kunt, raad
pleeg dan uw hart en uw hoofd, en uw
regeering zal roemrijker en gezegender zijn
dan van een uwer voorvaderen!
Een kind alleen is met ijdelen roem te
vreden, een domoor verkondigt ingeblazen
wijsheid, een verstandige veracht ze. Sluit
dan deze beide stukken zorgvuldig weg, en
als eenmaal uw tijd gekomen is (maar die
is nog verre!) dan zult ge zien, dat wat wij,
uw onderdanige dienaren, niet hebben kun
nen bewerkstelligen, door u zelf tot stand
is gebracht!"
Stil had de vorst toegehoord.
En 't was hem, alsof de kleine oude man
onder het spreken grooter was geworden,
of er van zijn zilverwitte haren mystiek
mane-licht uitvloeide door heel de zaal, of
de muziek van zijn machte stem tot breede
accoorden was uitgedijd. En dit alles deed
hem zoo wonderwel aan dat hij onbewege
lijk bleef liggen kijken en luisteren, en geen
woorden kon vinden om te zeggen wat er
in hem omging.
Nog nooit had Iemand zoo boud tot hem
gesproken, nog nooit had hij zulke taal
aangehoord!
Dat zelfs een machtig vorst moet werken
om iets te verkrijgen, dat gemakkelijk ver
kregen bezit geen waarde heeft, dat ijdele
roem geen denkend mensch bevredigen
kan!...
Hoe was dit alles nieuw en vreemd en
raadselachtig voor hem! En hij vergat dat
deze oude witte kleine man een taal had
gebruikt, die nog geen enkele onderdaan
ooit vroeger had durven bezigen en die hij
ook van niemand geduld zou hebben.
Als gij vroeger waart gekomen, oude
man," begon de vorst na lang zwijgen en
nadat het geluid weggetrild en het licht
vervloeid was, zou ik u wellicht niet be
grepen hebben, want wel is het vreemde
taal, die gij tot mij gesproken hebt. Maar
nu begrijp ik wat gij van mij verwacht...
en ik zal mijn best doen V'
.Er is nog niets verloren, Sire, alles komt
op zijn tijd. Ook zullen wij elkaar nog een
maal weerzien, maar tot op dat oogenblik
moet gij uw kroon trachten te vergeten en
werken, werken, werken..."
Met zijn sprekende vreemd-jeugdige oogen
keek hij nog eenmaal den vorst doordringend
aan, en knikte tevreden, alsof hij nu gelezen
had, wat er achter diens blanke voorhoofd
omging. Toen verliet de oude kleine man
zijn koning.
En deze stond vastberaden op, sloot de
gebroken kroon in een ivoren kist, waarna
hij zich den sleutel om den hals hing...
en ging aan het werk.
Jaren verliepen.
De koning werkte harder dan wie ook in
zijn groot rijk, en in de weinige oogen
blikken van rust en verpoozing, die hij zich
gunde, herdacht hij in stille dankbaarheid
den zonderlingen, ouden man, die hem op
het goede oogenblik, den eenig juistenweg
gewezen had.
Maar langzamerhand, verdrongen door
andere indrukken, begon diens beeld in de
herdenking van den vorst te verbleeken.
Alleen de gouden sleutel herinnerde hem
nog wel eens aan het vreemde bezoek.
Toch had hij die sleutel nog nooit gebruikt,
want hij voelde verlangen noch behoefte
om het ivoren kistje te openen en aldus de
gouden kroon terug te zien.
Totdat op zekeren dag de oude goudsmid
zich onverwachts bij den koning liet aan
dienen. Deze, nu een rijp man, met door
zware studie verworven kundigheden, door
teleurstellingen gestaaiden wil en door veel
verdriet verkregen levenswijsheid, ontving
met vreugde zijn ouden raadsman.
Nog kleiner was de oude geworden, nog
grooter leek nu zijn ivoor bleeke hoofd op
den gebogen romp, en nog jeudiger en
vuriger straalden zijn donkere oogen.
En wat verlangt gij nu, mijn vriend,"
vroeg de koning welwillend, terwijl hij een
stapel boeken en kaarten op zij schoof, om
een plaatsje aan zijn tafel vrij te maken
voor den ouden man.
Ik zou, voor mijn dood, dien ik zeer nabij
weet, nog zoo gaarne eenmaal met Uwe
Majesteit samen de gouden kroon aan
schouwen, die gij veel jaren geleden als een
nutteloos sieraad hebt weggesleten!''
Uw wensch zal vervuld worden, vriend,"
sprak de vorst en hij haalde den gouden
sleutel te voorschijn, dien hij al die jaren
om den hals gedragen had.
Weer werd het plotseling zilver-licht in
des konings ernstige werkkamer. Uit alle
hoeken vloeide daar weer de oude mystieke
maneglans, en de zachte stem van den
kleinen gebogen kunstenaar zette zich als
vroeger uit tot golvende accoorden, die de
heele ruimte rilden met hun bronzen klank.
Toen ontsloot de koning voor de eerste
maal het ivoren kistje met den gouden sleu
tel, dien hij jaren lang om den hals ge
dragen had, en zie...
Schitterender en schooner dan ooit lag
daar het oude sieraad voor hem.
De breuk was geheeld. Onzichtbaar waren
de beide deelen hereenigd.
En in zijn stille verukking over dit won
der, hoorde noch zag de vorst dat de oude
man geluidloos verdwenen was, de muziek
langzamerhand verstomde en het licht ge
doofd.
Hij stond alleen.
En hij nam de kostbare gouden
wónderkroon in zijn beide handen om er zich nog
eenmaal mee te tooien.
En toen bemerkte hij... dat ze hem niet
meer paste.
HOLLAND'S
BESTE
CENTS
SIGAAB