De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 5 januari pagina 2

5 januari 1918 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 5 Jan. '18. No. 2115 HET AANSTAAND OFFENSIEF IN HET WESTEN Teekenlng voor De Amsterdammer" van Jordaan Advtenne que pourra Buitenlandsch Overzicht Brest Litovsk. Het Nieuwe Afrika Geen annexaties, geen scha deloosstellingen zoo vatten velen het antwoord samen, dat de onderhandelaars der centrale mogendheden te Brest Litovsk hebben gegeven op de vredesvoorstellen der Rus sische gedelegeerden. Indien deze formule de be doeling der centralen juist aanduidt, dan mag men aller eerst een belangrijk verschil constateeren met de vredesformule, die Bethmann Hollweg in Augustus 1915 ver kondigde. Toen sprak hij niet van het herstel van den status quo ante, maar van de vernieu wing van Europa. Wanneer Europa ooit tot rust zal komen, moet het vernieuwd worden. Dit kan alleen geschieden,wan neer de positie van Duitschland zoo sterk wordt, dat het onaantastbaar is." Dat het Europa van na dezen oorlog een ander zal zijn dan het Europa van vóór 1914, is reeds een gemeenplaats ge worden. Maar wie dit zeggen, denken daarbij gewoonlijk niet aan veranderingen in de politieke kaart. Bethmann Hjllweg deed dat wel; hij verzweeg alleen nog, welke waarborgen" Duitschland noodig achtte om zijne positie zoo sterk te maken, dat het aan elke coalitie het hoofd zou kunnen bieden. Van een vernieuwing" van Europa, zooals Bethmann Hollweg die bedoelde, schijnende centrale mogendheden nu te hebben afgezien. Althans vol gens hen, die het voorloopig resultaat der onderhandelin gen te Brest-Litovsk samen vatten als: een aanbod aan de geallieerden tot herstel van den status quo ante. Maar is dit juist ? Het antwoord van de cen tralen op de Russische vredes voorstellen komt in hoofdzaak hierop neer: geweldadigetoeeigening van gebied, dat tijdens den oorlog bezet is, ligt niet in de bedoeling der verbonden regeeringen; evenmin willen zij eenig volk, dat tijdens dezen oorlog zijne politieke zelfstandigheid verloren heeft, daarvan berooven ; de positie V HET EERSTE TIJDVAK DER AMSTERD. GEMEENTETRAM door J. H. NEISZEN. Oud-directeur der Gemeente tram te Amsterdam. De heer Neiszen, die na een ruim 18lr jarigen arbeid als Direc teur bij de Amsterdamsche Gemeentetram,deze instelling heeft verlaten, wasfjo welwillend Benige zijner H^rinnerln£;<:n hieronder neerite schrijven. De schrijver van dit artikel. Het kost eenigc moeite zich wedsr in te denken in de opvattingen, welke bestonden, smtrent tramwegexploitatie en gemeente diensten op l Juni 1899, toen ik bovenge noemde betrekking aanvaardde, ter voorbe reiding van de tramexploitatie, welke op l Januari 1900 zou beginnen door de over neming van de bezittingen en het bedrijf der Amsterdamsche Omnibus-Mij. Gemeente exploitatie van bedrijven deelde niet in de algemeene gunst en haar voor een trambedrijf toe te passen was hier te lande nog eene nieuwigheid. Ik herinner mij, vóór mijn vertrek naar Amsterdam gezegd te hebben, te voorzien, dat van dit bedrijf verwacht zouden worden: lage tarieven; nieuwe, niet rendabele lijnen; uitstekende arbeidsvoorwaarden voor het personeel en toch flinke winsten. Ik begreep dan ook, dat het werkzaam zijn met vol doening hier alleen kon verwacht worden, op grond van het feit, dat in eene stad als deze blijkens tal van vocii-beflien eei. aan hooge technische, economische on sociale eisenen voïdoende f-jnicspioltaiic financieel mogelijk moest zijn. Uit den aard clcr z».ak werd dadelijk op het invoeren van mechanische trekkracht gereken d; d och vooriooplg moest het paarden«drijf, zonder stoornis, te middernacht van lec. 1899 in handen van d t- IIICM we Directie 'san. De oplossing van dit vraags h eenige maanden bedenkelijk gen. klaarbaar was, was hevig verontwaardigd over de naasting van de onderneming, eene daad, die hij tot kort vóór het daartoe ge nomen Raadsbesluit (Oct. '98) ondenkbaar was blijven achten,?had verzekerd, dat op genoemd tijdstip voor de ruim 700 paarden geen kilo haver of hooi te vinden zou zijn. Daar de verhoudingen later verbeterd zijn en de geregelde gang van zaken geen oogenblik is verstoord, weid ik over dit punt niet verder uit. Van den aanvang af is een algemeen tramwegplan voor de geheele stad als uit gangspunt genomen, waarbij een groot deel van het vroegere net als onderdeel behouden bleef. Het genoemde plan ging uit van het nut van diametrale, dus lange lijnen, van 2 zijden het centrum aandoende, en van het ver binden van alle buitenwijken met het hart der stad, waarbij de havencomplexen werden geraakt. Het is door de ervaring doelmatig gebleken. Niet vergeten mag hierbij worden, dat om tot de spoedige uitvoering te geraken bij het in exploitatie te brengen tramwegnet, die voor dit bedrijf, met een grooten schuldenlast wegens de overneming, bijna een levenskwestie was, van den nood een deugd moest worden gemaakt. De ontwerper begon natuurlijk met idea listische grondslagen, zooals dat in eene stad als deze geene enkelsporige t ra «r.'." r... u, althans i" ?*? radiale stratrci-, mogen voor komen, waarbij des noods te scheppen parallelwegen de ne spoorrichting moeten opnemen; voorts dat voor eene stad met meer dan % tnillioen zielen lange uitloopers van het eigen net tot in de buitengemeenten noodig zijn. Al ras moest, ten einde tot daden te komen, heel wat water in den wijn worden gedaan. Wat de buitenlijnen betreft, was trouwens de eerste lijn naar Zandvoort waar mede men te doen kreeg, reeds in ge vorderden staat van voorbereiding en ge lukkig kon nog intijds gezorgd worden, dat de gemeentetrambelangen hierbij naar rede lijkheid behartigd kosden worden; zij het ook, dat het aan ongegronde opmerkingen over tegenwerking van de particuliere onder neming niet heeft ontbroken. Gelukkig is in Amsterdam het standpunt overwonnen, dat het Gemeentebestuur niet moet mede werken tot het verhoogen van de bewoon baarheid van de omliggende gemeenten, als leidende dit maar tot forensen-teelt"; integendeel krijgen verschillende gemeente bedrijven meer en meer afnemers in die gemeenten tot zelfs op verren afstand. Het is dan ook te verwachten, dat voor de ontworpen electrische tramverbinding met de Zaanstreek, die voor Amsterdam van ontwijfelbaar belang is, de hoofdstad eene behoorlijke medewerking zal verleenen. Behalve door enkelsporigen tramaanleg in eenige drukke, radiale straten en sommige omstandigheden, zooals volgen van het wt-it-ig raadrauit» vs< kruisingen over dsa v.jet^anjr?r.s Kaiverstraat, Rcjj'Uicrsbre: sua.a;. '?.-. U<-t Amsterdamsche tramnet zich ?.*,overgang van een elders niet vco:; groot aantal beweegbare brugg»"' kostbaren aanleg di menige ex fit:; zwaren medebrengen. Voegt rür "?> Hip >"n -Jen viioi de i-w-.'.c schen tramaanleg hier is betwijfeld. Alleen met een zeker optimisme kon men hier verder komen. De tramgewoonte van de stadsbevolking zelve ), ook ook over korte afstanden bleek Immers voldoende doorgedrongen te zijn om eengroot verkeer te verwachten, ook al was het tramnet lang niet het ideale. De uitkomst heeft vrij spoedig die ver wachting verwezenlijkt en men vraagt zich af, hoe het bij belangrijke stadsuitbreiding zal moeten gaan met het centrumverkeer. Eindpunten voor nieuwe lijnen zijn in het centrum bijna niet te vinden; groote straatverbreedingen of doorbraken, die bij het doorvoeren van zulke lijnen of het vermeer deren van het aantal lijnen in bestaande straten noodig zouden zijn, zijn op de meeste plaatsen wegens de groote kosten en wegens de vrees voor schennis van het stedschoon, evenmin als vorming van ver keerswegen door grachtdemping meer te verwachten. Het komt mij dan ook niet onmogelijk voor, dat men mettertijd, bij sterk toegenomen cityvorming zal moeten afzien van het doen doordringen van lijnen uit de buitenwijken binnen den gordel, door lijn 10 gevormd, en langs dien gordel eind punten zal moeten mogelijk maken na het vormen van pleinen. Voor zgn. stadsbanen onder of hoog boven het straatvlak zullen hier inafzienbaren tijd nop, "gcz._ <sS.y.?:,\-,cn behoeven "jemaakt te worden en het geregeld verbreeaen van "In radiale hoofdverkeerswegen in evenredig heid met het steeds stijgend centrumverkeer is een onoplosbaar vraagstuk. Het stemt mij daarom tot vreugde, dat ik althans van n radialen hoofdver keersweg, de Vijzelstraat, als verbinding met de toekomstige mooie stad in het Zuiden den aanvang van de zoo vaak door mij verdedigde verbreeding heb mogen bij wonen. Wat het rollend materieel betreft, werden types van tiamwagens gekozen in afme tingen, welke bleken voor de plaatselijke behoeften te passen. Men stond destijds daarbij voor gissingen, bij gemis van een voudig voor overneming vatbare modellen. Omtrent wagenafmetingen liepen de gevoe lens uiteen en wat het behagelijk uiterlijk betreft mocht m. i., naar Nederlandsche op vattingen geen genoegen genomen worden met wat het buitenland te aanschouwen gaf. Moest derhalve besloten worden tot zekere, in aanleg en onderhoud kosten veroorza kende netheid, die laatdunkenden weelde" zouden kunnen noemen, dan was rekening te houden met het gevaar, dat de in aan tocht zijnde Nederlandsche electrische tram netten van particuliere Maatschappijen op eenvoudiger" leest zouden worden geschoeid en het nieuwe Gemeentetrambedrfjf als ver kwistend voor de vierschaar geroepen. Ge lukkig bleek later, dat in hoofdtrekken het Amsterdamsche wagentype hier te lande veel navolging vond en dat de Nederiandsche r.nH cc!: -ve^r door het tramwagentype :; A nis; o'-.w " '???'??? der nationale groepen, die geen zelfstandig heid als Staat bezitten, moet niet bij een internationaal verdrag, maar in eiken Staat afzonderlijk langs constitutioneelen weg worden geregeld. Beteekent dit nu b.v. ten opzichte van België, dat het als staat zal worden hersteld in den toestand, waarin het vóór den oorlog verkeerde ? Daaromtrent heeft men nog niet de minste zekerheid. Geweldadige toeelgening" van Belgiëligt niet in de bedoeling der ver bonden regeeringen." Over het woord ge welddadig" behoeft men niet ta struikelen; het kan een terugslag zijn op art. l van het voorstel der Russische delegatie, waarin men leest gewelddadige vsreeniging van ge bieden" enz. zal niet worden toegestaan. Maar, aangenomen dat Duitscbland verklaart, geen deel van Bdgiëte zullen annexeeren, zal het dan ook geen waarborgen" elschen: slechting van de Maas-linie b.v. ? Zal het geen andere voorwaarden stellen, die inbreuk maken op de politieke zelfstandigheid van België? Wij hebben vernomen, dat het niet in de bedoeling ligt, eenig volk, dat tijdens dezen oorlog zijne politieke zelfstandigheid verloren heeft, dus ook het Belgische, daarvan te berooven. De formuleering is niet geluk kig; ho« kan men ook een volk berooven van iets, dat het niet meer heeft ? Maar de bedoeling zal wel zijn: alle volken, die in het bedoelde geval verkeeren, krijgen hunne politieke zelfstandigheid terug. Zal die zelf standigheid echter volledig" zijn ? Het spreekt van zelf, zal iemand zeggen, dat dergelijke vragen kunnen worden gesteld; een voorloopige vredes-formule kan geen bizonderheden regelen. Toegegeven; mits men uit de voorioopige formule dan ook niet te spoedig concludeere, dat de status quo ante zal worden hersteld. Ook de loop der onderhandelingen over de ontruiming van het bezette gebied in Rusland wettigt den twijfel, of Duitschland volledig afstand wil doen van de politieke winst, die het uit die bezetting heef t gemaakt. Rusland had geeischt ontruiming van Polen, Lithauen, Koerland en de andere bezette gebieden van Rusland, eerst na die ont ruiming, doch binnen een korten termijn, zal de bevolking er over beslissen, of zij een zelfstandigen staat vormen dan wel zich met een of ander rijk wil vereenigen. Daarop antwoordde Duitschland: voor Polen, Lithauen, Koerland en deelen van Esthland en Lijfland staat de zaak een beetje anders; die hebben zich reeds losgemaakt van het Russische staatsverband; daarom neemt in de genoemde gebieden de ontruimings kwestie een anderen vorm aan"; een bizondere commissie zal het tijdstip bepalen van de volgens Russische opvatting mogelfike bekrachtigiug der reeds aanwezige verkla ringen nopens de afscheiding door een volksvotum op breederen grondslag, zonder militairen druk". Aan overmaat van duide lijkheid lijdt deze formuleering niet; maar het lijkt er toch veel op, of de Duitschers de toestanden willen doen voortduren, die tijdens de bezetting, dus onder militairen druk, zijn geworden. iiiimmiiMiiiiiiiiMiiinii Brief van een Engelschen Krijgsgevangene uit Holland Geliefde ouders en familie Wevejustcome throughfrom Germany" We zitten hier nu op te knappen'^ In Scheveningen bij the sea". In Vanlow" kregen we 'n brood/e, A cup of coffee", 'n sigaar, A smile of thirty" jonge meisjes En Tommy Atkins was weer klaar. The Dutchmen" zijn geschikte luitjes Ze lachen ons goedmoedig toe, Ze zingen mee van Tipperary" And they speak English as we do". Their matton chops" en spiegeleitjes Zijn net wat voor 'n Englishman", Ik voel me hier als bij mijn vrinden ... Of ik in good old England" ben. We zijn hier vrij van Peakellhowben" En als men er eens eentje ziet Dan is die van een jolly Bobby" Who winks at «s" en anders niet. Geen Sowercrowd" en KFelt-awaybells" Geen cnackwoorst"engeen?Thap-a-lean" We leven vrij en ongehinderd Hier in het land van Willemien. We kijken lachend naar de meisjes En zeggen: Good-and-dack-yuff-row", They answer with their twinkling" oogjes Je staat me aan Ig-how-of-yow". We maken early in the morning" A splendid walk along the strand", *) Dan turen we maar naar 't Westen Daar ligt ons dearest native land", J. H. S P E E N H O F F *) Voor den critischen lezer: Strand strand = beach. iiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiriiiiiitiiiiiiiiiiriiiiiiiiiitf iiiiiiiiiiitiinii H. VAN DOOREN & Cie. DEN HAAG - AMSTERDAM - UTRECHT DAMES-HOEDEN en BONTWERKEN MIMIIIirttlltllllllillllllllllllHllllllllllllllltllllllllllllllMlllllirillMMIUIIIII Intusschen - hoeveel de centralen ook zullen trachten te beknibbelen op de alge meene formule: geen annexatie, hun antbedrijf bereikt en die zich afspoelen m de na behoorlijke afschrij vinger, in r armale tijden, aan de stadskas als w.ast uitgekeerde bedragen worden hier aiieen geïllustreerd door bijgaande graphiek, welke de reusachtige verkeersstijging sedert ' 890 in beeld brengt. Tot die stijging heefi na tuurlijk het tarief belangrijk bijgedragen, dat geleidelijk vereenvoudigd en zeer ver laagd is. (De verhoogingen ter dekking van productiekosten, in den jongsten, zeer abnormalen tijd mogen hierbij buiten beschouwing worden gelaten). Mijne overtuiging, d it hier het lage eenheidstarief van 5 et. destijds bestaanbaar zou blijken bij een gezondcri financieelen toestand, heeft zich gelukkig iiewaarheid gelukkig!omdat ik meen, dat gestreefd moet worden naar het bereiken met het bedrijf van het grootste nut voor de grootste me nigte, zoowel in den vorm van bevordering van verbeterde woningtoestanden, als in tal van andere opzichten, en dat d aarbij het ter zijde streven van andere gei neentebe. '?"? - ?? ~:- ? : " -itkeering en aan de ^ i . ; ; . n, niet or. den voor,-t v*.-- .;e -iep. meet ' af Tnbtelijk jenover ? ;ch trameen trambezitten i ?* (' 'tamM-'i7.^s , ;;??. slimheid an s iomo het ge-er.dhi iri , in Paulus us ai e ui nog, men moet de gave bezitten om - 1 * wonderen te verrichten bij - ^ " den afloop van een voetr -? _ -, ? bal-wedstrijd." Zeker ligt hierin een kern van waarheid. Critiek in woord, schrift en druk is niet uitgebleven, meermalen, vooral jaren geleden, van eene soort, die thans vreemd aandoet. Het instappen, uitsluitend aan de rechter wagen zijde, werd wel eens vinnig als malle fratsen" aangeduid; een gezien inge zetene zeide eens dat natuurlijk de irienschen nimmer zoo zot zouden zijn op een hoopje bij een tram halte te gaan staan wach ten"; het afgeven (bij de A. O. M. niet gebruikelijk) van contramerken voor een door den passagier in be taling gegeven kaarf je werd het summum van bureau cratische plagerij genoemd, waartegen een dagblad eene heftige campagne opende, alsof eene kwitan tie in eene handelstad iets vr?e.*r!ï35 is. De beoordeelingen -waren wel zeer uiteenloopend. Terwijl de Directeur door een dagblad werd genoemd de man van vrede en verzoening" en hij door een ander dagblad vermanend werd gewezen op het slot van Lafontaine's fabel; mais que dorénavant on me loue, ou me blame, qu'on dise quelque chose, ou qu'on ne dise rien; je veux faire de moi-même: il Ie fit et fit bien; terwijl hij voorts in tal van brie ven vaak zeer vleiende lofuitingen mocht lezen; ontbrakhet hem niet aan lectuur (vooral briefkaarten) met aanvallen bedrei gingen en verweuschingen die hem de bekende imprécation de Caraille" in de herinnering brachten. De eindindruk van dit alles blijft voor mij, dat ik er, ook door terzijdestelling van bureau cratie toe heb kunnen bijdragen, dat het eerste Nederlandsche geraeentetrambedriji tevens, wat personeelsterkte betreft, het grootste Ned. gemeentebedrijf, wat het wel in toenemende mate zal blijven thans een zoodanig vertrouwen geniet in regeeringskringen en bij de ingezetenen, dat men de overneming uit particuliere handen niet betreurt. De afscheidswoorden, in de openbare Gemeenteraadszitting bij de behandeling van mijne ontslagaanvraag gesproken, welke dien indruk bevestigen, zijn een reden iot bij zondere voldoening. N.B. huldig) zomer verse! en ar ,: , - ,. , ,. -ir.v-. - -oro. . ???>-, / D' : > ? ? , -i :t. : ' '>( ? ;-' :>''> '(' -, >;,_' ? ;'. ' ? ' '-'i' ?'' ?! (?-;?? , ''lU ' "'"l '-<<* * ei -.'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl