Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
12 Jan. '18. No. 2116
DE VREDES-ENGEL VAN BREST-LITOWSK
Ttekening voor De Amsterdammer" van Jordaan
DÉMASQUÉ"
IIIIIIIIIHHIIIHItlllllMlllllllllMltfllfUIIHItllflIIIIMIMt lllllflIMIIIIIIIIIIIIIIIHHIMIIIIIIIIIIIIIIMMMIIII
zijn uiterlijk: op den binnenkant van den
band en op de schutbladen staan facsimile's
van allerlei invitatiekaarten, die Qerard in
zijne quallteit van gezant heeft gekregen.
Voor deze smakeloosheid mag men niet den
uitgever alleen aansprakelijk stellen; Gerard
moet hem de origineelen hebben verschaft.
Maar het boek is beter dan deze hinder
lijke reclame doet verwachten, Onthullin
gen" staan er niet in; enkele merkwaardige
bladzijden het telegram van den Keizer
aan President Wllson b.v. hebben
Reutertelegrammen al vroeger bekend gemaakt.
Als ik mij niet vergis, geschiedde dat ook
met de vredesvoorwaarden, die
BethmannHollweg in Januari 1917 (dus na het aanbod
van de centralen om vredesonderhandelingen
te beginnen) aan Gerard noemde; maar zij
mogen wel in herinnering worden gebracht.
Zij luiden, voor zoover zij op Duitschland
.betrekking hadden; Duitschland moet de
Maas-linie en nog andere forten in Belgi
bezetten, het moet meester zijn van de
Belgische havens en spoorwegen; Belgi
mag geen leger op de been houden; ei
moeten Ouitsche bezettingstroepen in Belgi
blijven; Duitschland moet een rectificatie"
krijgen van zijne Pransche grens en een j
zeer belangrijke rectificatie" van zijne
Russische grens.
Intusschen dit is oud nieuws, en er
staan in Gcrard's boek nog allerlei dingen,
die Reuter niet bekend heeft gemaakt en
die toch de moeite van het navertellen waard
zijn. Ik hoop ei nog wel eens over te schrijven
in een .stille week"; als de oorlog niet
opschiet en de vredesonderhandelingen hok
ken, als Lloyd George of geen zijner collega's
een redevoering houdt, als er geen nieuwe
revolutie in Rusland is uitgebroken en geen
nieuwe gedeelten van Rusland zich zelf
standig hebben verklaard; kortom, als de
dood in den pot is en ik in de brouwerij
van dit bultenlandsch overzicht alleen eenig
leven kan brengen door aan mijne lezers
weer te vertellen, bij welke gelegenheid
een groothertog van Mecklenburg-Schwerin
aan den Amerikaanschen gezant uitdruk
kelijk verzekerde, dat de Duitschers geen
zier geven om verdragen.
9 Jan. 1918 G. W. KERNKAMP
i iifiiiiiiiiiimmiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiii
tiiiiiiiiimiimiim
iiiiitiitiiiiiiiiiiitmiiiiiiiiiiiiitiiiliiiiiiiiiiHiiiiiiii!
VERTROUWEN IN DE WAARHEID
Het schijnt alsof de verwarde toestand in
Rusland een bnltengewoone scherpzinnigheid
eischt om doorgrond te worden.
Toch is de zaak veel eenvoudiger dan de
meesten denken.
De schijnbare confusie kan alleen worden
doorzien door het aanneemen van groote
eenvoudige richtlijnen.
Wie in groote algemeene v/aarheeden blijft
* vertrouwen heeft de minste kans zich te
vergissen.
Het meerendeel van onze Hollandsche
publicisten vergist zich schroomelijk, en
ook de beurs en de zaken-waereld tast in
den blinde.
Waarom? Omdat ze niet wijsgeerig en
idealistisch kunnen denken.
Op 't oogenblik zijn ze optimist, zoowel
de beurs als de couranten. Ze denken: nu
zal de vreede wel koomen, als nu eerst de
Entente óók maar wat wil toegeven.
Of er bij dat toegeeven groote geestelijke
waarden in gevaar koomen, dat raakt ze
niet. Eerst maar vreede, dan komt later
alles wel terecht.
Zoo spreekt en denkt het soort pacifisten
als Handelsblad, N. Rotterdammer, Vader
land, Nieuws van den Dag. Zij zijn optimist,
en verwensenen de koppigheid van Engeland,
Frankrijk en Amerika. Ze houden geen
reekeriing met ideëele waarden,
Het blad dat dit wel doet, de Telegraaf,
heet daarom Entente-gezlnd, ja l verkocht
aan Engeland.
Maar dat blad, en ook de pers van de
Entente vergist zich vermoedelijk geheel In
de beoordeeling van de Russische toestanden
en de Duitsch-Russische onderhandelingen.
Terecht houden zQ vol dat de Entente
moet strijden voor een ideëel doel, hetwelk zij
niet mag opgeeven ter wille van een
vreedes' gezindheid die niet vraagt naar recht of
onrecht.
De ichrijyer van dit artikel
CURA£AO
door Mr. B. de GAAY FORTMAN
Oud-lid van het Hof van Justitie
te Cura?ao
Eigenaardig kan
het somwijlen
samentreffen. Toen
De A mster dammer
voor enkele weken
in een artikel Niet
tornen" wees op
het belang van
Curagao voor Ne
derland als steun
punt van
draadloozetelegrafische
verbinding met
onze Oost, brach
ten terzelfder tijd
de Curagaosche
bladen het verras
send bericht, dat het station voor draadlooze
telegrafie op Daniël (op het hoofdelland),
gebouwd als proefstation, om te zien of van
daaruit directe verbinding met Europa en
iiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiimiHliMMiinii imiiiiiiiiiiiiiiiii i i
Maar de Entente gelooft niet in de op
rechtheid en de kracht van de partij van
Lenln en Trotzky. Zij zien er in verraders
en woordbreekers, vijandig aan hun groote
zaak, omgekocht door Duitsch geld of
omgepraat door Duitsche sluuwheid.
Ik heb dat nooit willen aanneemen, al
was de moogelijkheid aanvankelijk niet
uitgeslooten.
Mij trof onmlddelijk dit feit, dat deeze
mannen beeter dan Kerensky begrerpen het
verste en meest ideëele oorlogsdoel, en dat
ze grooter vertrouwen hadden op de kracht
van hun ideeën en op de macht der oprechte
waarheid.
Het scheen bijna naïef en kinderlijk, met
zulke hooggestemde en ver-reikende idealen
te willen gaan onderhandelen met de Duitsche
militaire autokratie.
Maar was het niet inderdaad een groot
vertrouwen op de waarheid en op de goede
gezindheid der meeste menschen, Duitschers
of anti-duitschers?
Hier was niet het domme separatieve
klassebegrip der sociaal-democraten, die
meenen dat alles van n kant, n klasse
moet koomen, volgens de mooi-uitgerekende
marxistische theorie.
Hier was het inzicht dat alle menschen
in hun hart socialistisch aangelegd zijn en
socialistische neigingen hebben.
Rechtaf gaan Lenin en Trotsky naar de
collektiveering van grond- en geldbezit,
zij doen eenvoudig wat de leiders van de
fransche revolutie verzuimden, en waartoe
het Napoleon aan wijsgeerig inzicht ontbrak.
De honderd jaren van socialistisch zoeken
en beproeven zullen niet te vergeefs zijn
geweest. Wij weeten waar de schoen wringt
of wij 't al ruiterlijk erkennen of niet.
Collektief bezit van grond- en productie
middelen, ook het geld, het kapitaal, onder
gemeenschappelijk beheer.
Dat is hetgeen lucht en licht zal ver
schaffen, dat zal de armen brood en de
dus ook met Holland zou verkregen kunnen
worden, in alle opzichten aan de verwach
tingen voldoet.
Maar het kan ook ongelukkiger samen
vallen. Gewoonlijk zoo om de twee jaren be
pleit de een of andere Nederander de
wenschelijkheid om ons koloniaal eilandenbczit in de
West van de hand te doen. Het is een blok
aan het been, jaarlijks moet Nederland enige
tonnen gou ds bijpassen, kortom... wat heb
ben we er aan ? Zoo langzamerhand heeft
men zich er aan gewend, deze wenschen
en een enkel gerucht, dat op verwezenlij
king ervan scheen te wijzen, op de juiste
waaide d.i. geen waarde te schatten.
Ditmaal lijkt het iets ernstigers. Van Amerika
uit wordt thans een en andermaal de
wenschelijkheid bepleit, om onze geheele West,
Curagao en Suriname, te koopen. Er zou
zelfs al een bod gedaan zijn. Gelukkig heb
ben wij hiervan de officiëele tegenspraak,
maar toch... groote en kleine geleerden
blijven er mee bszig, schrijven er over, ter
wijl men er niet aan denken moest. En het
ongelukkige samentreffen, dat ik bedoel is dit,
dat thans ook van uit de West zelf zoo'n stem
opgaat. Ik wil aan die stem, op een onzer
Bovenwindsche eilanden gehoord, niet meer
beteekenis hechten, dan zij verdient, vooral
niet bevorderen, dat zij verder klinkt dan
de locale pers, die haar opgevangen heeft,
en daarom zij slechts dit typische er uit
naar voren gebracht. De man, die verkoop
van onze Bovenwindsche eilanden der kolo
nie Curagao aan de Vereenigde Staten van
Noord-Amerika bepleit, schetst den
voedselnood op St. Martin (N. G.) na negen maan
den droogte, en vreest bij verdere uitbrei
ding van den wereldkrijg voor zijne
landgenooten eenen toestand als die der Leidenaars
gedurende het beleg in den tachtigjarigen
oorlog. Om dan hartstochtelijk uit te roepen:
Oh! had we but a Wllliam of Orange to
look to for succour in the straight s that
beset u s." Voelen wij ons niet geneigd over
dezen scribent zeer zacht te oordeelen?
Wanneer men te Willemstad de verga
derzaal van den Kolonialen Raad binnen
komt, ziet men aanstonds het koninklijk
wapen in geweldige afmetingen tegen den
witten muur aangebracht. En de
Curagaoenaar, die u rondleidt, vertelt u daarvan
de volgende anecdote, die mogelijk histo
risch is. Toen voor jaren de kwestie van
het verkoopen der kolonie weer eens op
kwam, en ter plaatse zoo ernstig werd op
gevat, dat zij zelfs in den Kolonialen Raad
ter sprake kwam, moet de voorzitter van
dit lichaam in gloeiende verontwaardiging
heen gewezen hebben hebben naar het onder
schrift van het koninklijk wapen, en gezegd
hebben: Mijne heeren, als dat waar is, als
men ons van de hand wil doen, dan stel ik
voor dit Je maintiendrai" te veranderen in
Je lacherai".
De stemming in de kolonie is, naar ik
meen te hebben mogen beluisteren, niet om
eene andere voogdij boven die van Neder
land te verkiezen. Wie het oor heeft mogen
te luisteren leggen, als de leidende personen
zich uitspraken, met.name als de voorloopige
vaststelling der koloniale begrooting aan de
orde was, heeft dit streven ongetwijfeld ge
constateerd, om de financiëele lasten voor
het moederland zooveel mogelijk te beper
ken. Ik weet wel, dat daarbij mede voorzit
de wensch, om financieel vrij te worden
van de inmenging der wetgevende macht
in Nederland, maar wie zal niet begrijpen,
dat men daarginds meent, het best te weten,
wat de kolonie behoeft?
Die Curagaosche begrooting daarop
beroepen zich gaarne zij, die voor het ver
koopen der kolonie wel iets voelen. De
nationale trots, die zich er tegen verzet om
dit Nederlandsch bezit van straks drie eeuwen
te verkwanselen, doet ook bij hen nog
wel opgeld, als 't gaat, om wat geweest
is, om de Kaap en Ceylon, maar als het
op de duiten aankomt, moet aan zoo
fijngevoelige argumentatie het zwijgen op
gelegd.
Laat ik van dit practische bezwaar, voor
wie het overwegend is, iets mogen zeggen.
Het moederland moet inderdaad steeds meer
bijpassen. O/er 1916 zal dit bij een
eindgeknechten vrijheid geeven. En het is zoo
als de Chineesche wijze zeide, men kan
geen volk bestuuren zonder hun den buik
te vullen.
Napoleon's succes was daaraan te dan
ken, dat hij oovervloed in Frankrijk deed
stroomen. Zoo wilde ook de Duitsche mili
taire autokratie het aanleggen. Maar Napo
leon's methode was onhoudbaar om dat hij
de kern van het onrecht niet aantaste. En
Bismarck deed dit eevenmin.
Beiden verplaatsten de last naar 't bui
tenland, dat op moest brengen wat het
eigen land aan weelde behoefde. De oude
imperialistische methode.
Maar die werkt op den duur vernietigend,
zoowel in eigen land als in het onderwor
pen land.
Niet voordat de geheele menschheid deel
neemt aan het groote, rechtvaardige verkeer
van productie en distributie, met
inachtneeming en eerbiediging van de vrijheid
van individuen en volken niet eer zal
er lust en vreede koomen, het eevenwigt
hersteld en bloedige botsingen vermeeden
worden.
Daarom juichte mijn hart bij iedere maat
reegel die daar in Rusland genoomen werd,
in de rechte richting. Het collectief maken
van het grondbezit, het beslag leggen op
de geldmiddelen en goud-voorraden, dat
zijn geen daden van wilde anarchie. Dat
zijn zeegenrijke ingreepen in het
gemeenschapsleeven, wanneer ze met beleid en
krachtdadige consequentie worden uit
gevoerd.
Of daarbij Hollandsche schuld-eischers in
't gedrang koomen,wat heeft dat te beduiden?
Is het al niet een wonder van goedmoe
digheid dat die russische coupons maar
steeds betaald worden door een land waar
zooveel gebrek wordt geleeden?
Er Is hier zooveel goed onrechtvaardig
naar binnen gesleept, wat wonder dat we
iets van dien buit weer moeten loslaten
cijfer der begrooting van nog geen ander
half milUoen ruim vijf ton zijn. Evenwel
? 200.000.?komen daarvan ten dienste van
de havenverbetering, eene uitermate produc
tieve, tijdelijke uitgave, naar men verwach
ten mag. Het is ook wel eens anders ge
weest. In den bloeitijd der phoshaat-mijnen
en der goud-industrie op Aruba leverde de
begrooting een voordeelig saldo.
En er zijn weer factoren, die op gunstiger
tijden, op eene gouden eeuw wil men zelfs,
wijzen.
Nieuwe culturen zijn epgezet: van de
sisal-cultuur schijnt ook de regeering goede
hoop te hebben; op St. Eustatius is de
katoenteelt krachtiger aangevat; vlak voor
het uitbreken van den oorlog is de
phosphaat-ontginning, waarmee jarenlang op
onverantwoordelijke wijze was gesold, her
vat ; lieden, die warm voelen voor de kolonie,
hebben er een struisvogelpark neergezet;
en vooral de havenverbetering en de ves
tiging der Curagaosche
petroleummaatschappij voeden de hoop, dat Nederland
bezig is hier een Ie venskracht tg-gebied"
te ontwikkelen.
Wie maar weinig van Curagao weten,
spreken van de prachtige haven van Willem
stad. De St. Anna-baai de buis van den
trechter, waarvan het Schottegat de kop
is, biedt aan hare kaden gunstige ligging
met veilige losplaatsen, en het Schottegat
zelf kan tallooze schepen bergen. Daar zijn
ook de kolenwerven der firma Maduro, die
met de Curagaosche Handelsmaatschappij
in den tijd voor den oorlog Curagao een
aantrekkelijk kolenstation maakte, en de
terreinen der Curagaosche
Petroleum-Maatschappij. Niet weinige geregelde lijnen, be
halve de Koninklijke West-Indische
maildienst en de Koninklijke Nederlandsche
Stoomboot Maatschappij Amerlkaansche,
Engelsche, Duitsche en Spaansche, lieten
hunne schepen Curagao aandoen. En men
verwachtte hiervan eene uitbreiding na de
opening van het Panama-kanaal toen de
oorlog uitbrak, en voorloopig die verwachting
niet verwezenlijkt werd.
Maar als deze oorlog eenmaal tot het
verleden behoort, wijzen ook de Neder
landsche belangen aan gene zijde van het
Panama-kanaal op het behoud van Curagao.
Over de verbinding met de Oost, in dezen
tijd door onze oorlogsschepen langs dien
weg gezocht, spreek ik nu niet. Men heeft
becijferd hoeveel dichter daardoor de West
kust van Amerika bij West-Europa is ge
bracht. Het behoeft geen betoog, dat Neder
land er enorm bij gebaat is, als het op zijnen
weg het station Curagao tot zijne beschikking
heeft, waar het zelf de baas is.
Tot de Nederlandsche belangen bij uit
nemendheid in de kolonie rekende ik reeds
de Curag^osche Petroleum Maatschappij,
dochter der Bataafsche", die ook hare be
langen heeft in Mexico en Venezuela, voor
welke laatste Curagao mede voor Neder
land van beteekenis is.
Ter bescherming der Nederlandsche be
langen in Mexico waren in 1914 Hr. Ms.
Kortenaer en Heemskerk te Tampico. Wil
lemstad was hun station gelijk het langen
tijd is geweest voor Hr. Ms. scheepsmacht
in de Caraïbische zee, die in den regel
slechts ui» een schip bestond en ter be
scherming zoo van de kolonie Curagao als
van Suriname dienst deed. In 1913 heeft
de Regeering het zeer betreurde, doch mis
schien door de omstandigheden geboden,
besluit genomen, het station Curagao op te
heffen, en onze koloniën in Ameritca alleen
periodiek te doen bezoeken door uit Neder
land uit te zenden bodems. Het is eigen
aardig, dat zeer kort, nadat dit besluit ge
nomen was, de bescherming der Nederland
sche belangen in Midden-Amerika, zoo juist
vermeld, het noodig maakte, een oorlogs
schip daarheen te zenden, waarbij de groote
beteekenis van Curagao voor Nederland
duidelijk aan het licht trad.
Het allerduidelijkst wel, toen de Korte
naer en de Heemskerk (de laatste ter af
lossing van de eerste uitgezonden) te Havanna
samentroffen, juist bij het uitbreken van den
Europeeschen oorlog in Augustus 1914.
Geheel onzeker als het toen was, welke
gevolgen dit voor Nederland zou hebben,
kregen beide schepen order, naar Curagao
terug te keeren.
Bood Curagao op deze wijze aan de oor
logsbodems van het moederland eene veilige
haven, hunne aanwezigheid ter plaatse bleek
tevens voor de kolonie van uitnemend be
lang. Daar toch zijn krachtens de
neutraliteitsproclamaties vreemde oorlogsschepen
toegelaten voor hoogstens 24 uren en met
het doel om den voorraad levensmiddelen
IIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIItllllllllUlllllllllllllltlllMMIflIllllltllllllllHIMIHtlJI
De financiers stellen nu het publiek gerust,
door de verzeekering dat geen staat het
kan stellen zonder crediet en zonder van
't buitenland geleend kapitaal.
Ik zou daar niet zoo gerust op zijn. Of
liever, ik ben er vrij zeeker van dat een
goed geregeerd land, met waarlijk recht
vaardige heerschers zichzelf wel kan redden
zonder jaarlijks veele millioenen te offeren
aan rente, tot arbetdlooze winst voor
buitenlandsche schuld-eischers,
Meer en meer begin ik te gelooven dat
mannen als Lenin en Trotzky niet alleen
ter goeder trouw zijn, maar ook genoeg
staatsmanswijsheid en menschelijk gevoel
bezitten om hun grootsch programma door
te zetten.
Kerensky was zonder twijfel een eerlijk
en begaafd man, maar hij deed half werk,
hij geloofde aan de noodzaak van een
Napoleon, en beproefde die rol te spelen,
daarbij gesteund doer de sympathie van de
Entente, die toch bestaat uit kapitalistische
landen, waar de oude, onrechtvaardige
methoden nog worden gerespecteerd en
gehandhaafd.
De Zeep
Op, verblijde Krekelzanger,
Neem een helder vel papier;
Schrijf een zoete-zachte-zeep-zang
Stem uw actueele lier.
Denk aan Vondels bruüoftsrijmen
Duinen-, palmen-, ellenlang.
Kom, de wasscherij bezongen
In een kloeke Krekelzang.
Liever gaaft ge heel uw wezen
Dichten, dichter, is uw wensch.
Liever schiept ge harte-vaerzen,
Maar helaas, die leest geen mensch.
Liever ook, zat ge te droomen
Met uw pinken in uw haar,
Maar dan had de Oude Groene
Elke week uw zang niet klaar.
Liever koost ge zwanen-zinnen
Vol van kwispeldurigheid.
Mijd die en bega uw zangen
In de taal van uwen tijd.
Zet uw goedgezinde lezers
Familiare rijmpjes voor;
Schrijf wat over distributie
Over, Soda, Zeep en Chloor.
Wijs ze op gebrek aan stijfsel,
Troost ze bij hun slappe wasch.
Daarmee zijn uw tijdgenooten
Zondagsochlends in hun sas.
Leer de fraaie heeren teven
Zonder stijve, gladde kraag.
Maak ze blij met een verschooning
nmaal in de veertiendaag'.
Help nu medemenschen wenschen,
Blijde krekelrijmelaar,
Dat ze zich weer wasschen kunnen
In dit wonderbarend jaar.
J. H. SPEENHOFF
IIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIHIIIIMIII1IHIII1IIIIIIIII1
H. VAN DOOREN & Cie.
OEN HAAG - AMSTERDAM - UTRECHT
DAMES-HOEDEN en BONTWERKEN
mitMIMMIIIIIMIIIIIlmlIMIMIIIHMIIIMIIIIIImMIMIIItllllllllllllllllllUIIHI
of brandstof aan te vullen. Zoo vroeg in
den ochtend van 12 Augustus 1917 de krui
ser Karlsruhe toegang tot de haven van
Willemstad. De gebrekkige telegrafische
verbinding langs den Franschen kabel (het
vijf dagen te voren ontvangen bericht van
den Dultschen inval in Limburg was nooit
tegengesproken) liet ruimte voor de meest
sombere vermoedens. Was de komst der
Karlsrahe met vrede ? Toen voelden wij op
Curagao ons veilig met de Kortenaer en de
Heemskerk, gevechtsklaar, in het Schottegaten
met de infanterie in hare stellingen aan
weerszijden van den mond der St. Anna-baai.
enige uren later werd opnieuw de komst
van een oorlogsschip van uit het Oosten
naar de stad geseind, en een oogenblik
meende men, dat het de Fransche vlag
voerde. Zou Curagao beleven gaan, wat voor
44 jaar te Havana plaats vond met de Meteor
en de Bouvet? Het bleek een misverstand;
de Peruaansche torpedojager Teniente
Rodriguez stoomde de haven binnen.
Dien dag en daarna was Curagao gereed,
de neutraliteit van het moederland met de
wapens te verdedigen. Men was er trotsch
op, Nederlandsch gebied te zijn.
Zij Nederland trotsch op zijne kolonie
Curagao!
Maar het verbaast mij niet als Lloyd
George, die een eerlijk man is met een
socialistisch voelend hart, gaat begrijpen,
dat de nieuwe bewindsmannen in Rusland,
in hun stoutmoedige hervormings-plannen,
meer zullen doen om het volk te bevreedigen
dan Kerensky.
En ook hun vertrouwen op het rechtvaar
digheidsgevoel der Duitschers acht ik mooi
en nobel. Zij beseffen dat ook in Duitschland
de oovergroote meenigte neigt tot sociale
rechtvaardigheid en afkeer! g is van de
droomen van imperialistische macht en
weelde, die hun door den onwijsgeerigen
maar sluuwen Bismarck zijn voorgespiegeld,
en hun in de teegenwoordige verwarring en
ellende hebben gelokt.
Ik kan mij vergissen, maar door hun ver
trouwen op de waarheid, op de kracht van
eerlijkheid en goede trouw, schijnen mij
werkelijk mannen als Lenin en Trotzky de
gevaarlijkste teegenstanders van het
Pruissendom en de sterkste bevorderaars van den
duurzamen vreede.
FREDERIK VAN EEDBN
ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM
A
B
W
A
B
M
A
B
M
A
B
ABMABM.ABM.ABMABM.ABM.ABM.ABr-LABMABMABM.AB M
B
M
A
5
B
M
A
A de,
MEERE.N-ARTI KELEN,
UITRUSTINGEN.