De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 19 januari pagina 10

19 januari 1918 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

tl» *' 10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 19 Jan. '18. No. 2117 TJIT HET :KXj.A.TSOIi:RZ:FT CT-A-HSTT-JE ^* IIIIHIIIIIIIIIIIIHIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllll DE VERKIEZINGEN voor het Vrouwenparlement als beleefd door het Commissielid Melis Stoke Oef! Welk een week ligt achter ons! Gij allen, mannelijke lezers, die de be slommeringen eener verkiezing kent, en ook gij, vrouwen van verfijnde fantaisie, die ze zult leeren kennen, gij allen weet hoe de week was die achter ons ligt. Want zoo goed bij verkiezingen als bij eten komen de menschelijke hartstochten zoo zuiver als fel tot uiting. Zie hier, met opzet, de profane vergelijking. Hier immers, gold het hongerenden! Hongerende vrouwen waren er, vrouwen die jaren, eeuwenlang gehongerd hadden naar stemrecht, die nu in drommen kwamen opzetten, om de waardigsten onder hen op te heffen tot de vijfendertig zetels van h e Vrouwenparlement. x' En, zoo goed als bongerenden, die dan eindelijk het lang begeerd voedsel gereed zien, en onder hun bereik, zoo goed als dezulken min-smakelQke geluiden doen hooren, bij 't haastig genieten . . . zoo waren er dissonanten verneembaar in deze scharen van opdringende stemsteren. _ "zeven dagen lang drongen zij, Tf detwistend en juichend, en hunne mannelijke col ega's verdringend, de onder hun gewicht berstende en brokkelende treden op, die lelden tot 't hechtegand waar 't stembureau, ultg#vers QffrnrVan Wirmnterf gevestigd is. Zeven dagen lang bedwongen, met moeite, politieagenten en marechaussee de massa der ter Keizersgracht optrekkende vrouwen. Zif-DÖHaerniBll vlued Tn, cHêflFgïngtirëaor en tic tïappra -htrrg«"trDTifceWc, Tot aaffhet stembureau. IIIIIIIIIAIIIIMHIIIIIIIIIItMIIIIIIIIIIIIIIIIIiniHIIIIMIIIIIIIIIHIIIIIIIIMIlllllll SKlHLL0ÖNte KETELMUZIEK OP OUDEJAARS AVOND Een folkloristisch document met Illustraties van Is. van Mens. Meer en meer wordt het in de Amsterdamsche volksbuurten gewoonte op oudejaars-avond, zoo tegen het klokje van 12 uur, met veel lawaai op waschketels, waschtijlen, waschborden, deksels van pannen, stoffers en blikken,1: het oude jaar weg te jagen. Stelden de voorouders der volles-buurt bewoners zich te vreden met eenige revolverof geweerschoten te lossen om het oude jaar te verjagen en wat dan tevens dienst moest doen als saluut-schoten voor de nieuw aan gekomene, thans moet het veel lawaaieriger gebeuren. Sporadisch hoort men nu nog een revolverof geweerschot, overheerschend is het ketelmuziek en door het oorverdoovend spektakel heen hoort men mannen, vrouwen en kinderen schreeuwen, gillen en krijschen en sinds de mobilisatie wordt aan een en ander nog een min of meer militair karakter gegeven. Op de eene binnenplaats hoort men door het lawaai heen een hoornblazer de taptoe blazen, ergens anders wordt het gewichtige moment van 12 uur tegemoet geloopen door een trommelslager, terwijl weer ergens ander» men hoornblazer en tambour hoort samen werken. Het parool van al de deelnemers is niet anders dan zooveel mogelijk disharmonie van geluiden te verwekken om het scheidende oude jaar te verdringen, te verjagen, om de iiiiiiiiiiiimiiiiiiiiHiiiiiuiiMiiiniimiiiiiiMimmiiMiiMimMMimiiMiiii/ H. BERSSENBRUGQE, PORTRETFOTOGHAAF ZEESTRAAT 65, dm! Piiurima DEN HAAG. ?- Tel. 1538. Daar zetelde, ernstig, de stemcommissie, mannen en vrouwen, met zwarte kleederen en plichtige witte gezichten. Zij beduidden de stemsters, hoe men het witte gaatje vóór de te kiezene zwart maakt... en menige glim lach van innig en hautain medelijden was er, om de simpelheid dier bewerking, waarvan de man zich, zoovele jaren lang, angstvalliglijk het eenig en uitsluitend recht had voor behouden. Met waarlijk bewonderenswaar dige zekerheid grepen de stemsters in taschjes en réticulekens naar draagbaar schrijfgereedschap, om dan, in een oogwen k, de witte stip te doen verdwijnen. Ach, hoe simpel was dit alles, vergeleken met de ingewikkelde berekeningen van huishoud-, slagers- en groenboer-boeken! Zoo vernam men telkenmale smalende kreten als: Ik draai er mijn hand niet voor om!" O-zallg als zij er komt." Het valt toch tegen, hè? Niets plechtig!" Zij dachten allen terug aan de tea's en optochten en gast malen en ook aan de ver gaderingen hunner bonden en besturen en raden, zij herinnerden zich de felle kreten en uitbundige bfjvalsbetuigingen... en nu deze verkiezing, waarbij met machinalen regelmaat de zwarte stippen tikten als regendroppelen in een sneeuwveld... Zij gingen weg, en hoopten zich weer op voor de huisdeur, langs de smalle gracht. Eenige ondernemende vrouwen verkochten daar thee met koeken, en verhuurden vouw stoeltjes. Men besprak er de kansen, en het was een gejuich en geredetwist zonder einde, en eene bonte mengeling van kleurige ge waden en cocardes en linten. Besturen van kiesvereenigingen reden af en aan in versierde rijtuigen om stemfee *) te vervoeren, sandwichwomen torsten vaan dels en transparanten met zinvolle en lok kende opschriften, beven veelal dubbele namen, reporters liepen nerveus af en aan... snoeperijen, toiletartikelen en kostbaar lijfgoed werden met kwistige hand uitgedeeld aan karakterlooze stemgerechtigen... en aan de overzijde van de gracht, stond, somber en onbewegelijk, een groep mannen dit alles aan te zien. Men zeide dat zij echtgenooten waren * * * De reporters drongen door tot het stem bureau ... en onder hen ook anderen. Zoo was daar Wijnkoop, nog immer in Telegraphlsch contact met zijn Bolsjewiki, die de stemming jegens deze Russische partij controleerde. Hij noteerde brokstukken van zinnen, die hij opving, op goed geluk, zoodat zijn bloc-note onder meer vermeldde: Mevrouw de H.: als er vrede komt ga ik naar Karlsbad." Mejuffvrouw S. K.: op het vredescongres draag ik mijn rose..." Mevrouw U. P.: ja hè, diePosthuma! als wij een Kerensky hadden.,," Hij drong zich door de menigte, en schreed fier langs mevrouw H..., eene Czaristische dame, heen Twee gezette dames vroegen, waarom de stembussen verzegeld waren, en een oud juffertje stiet, zij was bijziende, een inktpot om. Een jonge blonde stemster, die hardop zekere candidate voor een schat verklaarde," werd uit het stembureau verwijderd, even als een lange vrouw in zwarte kleeren, die fluisterend rondging met een schandaaltje betreffende het huiselijk leven van een vij andin. Het moet gezegd, dat bij de meeste der aanwezige stemsters deze maatregel niet dan goedkeuren wekte, 't geen zich uitte in opmerkingen als: Lekker net goed zoo'n valscherd propaganda buiten 't sternkomst van het veel belovende nieuwe te vergemakkelijken. Vooral in de volksklasse, waar een dor en kleurloes leven wordt geleid, waar de zorgen zich eiken dag opstapelen, waar het verleden bijna altijd niet anders dan misères bracht, daar werdt het altijd als een ver lichting gevoeld als een zeker tijdperk wordt afgesloten. Daar leeft steeds de hosp op den dag van morgen, op het toekomstige. Vandaar dat met uitbundffcheden het oude wordt uitgeleid en het nieuwe binnengehaald. Sinds de laatste 10 of 12 jaren neemt deze manier van oud en nieuw" vieren hoe langer hoe meer toe en het mag haast als een algemeen volks-gebruik genoemd worden. Vroeg of laat zullen de napluizers, de navorschers in volksgewoonten zeden en gebruiken gaan zoeken naar de oorzaak of het ontstaan vanldit gebruik. Daarom is het misschien goed nu reeds het ontstaan van dit gebruik weer te ge ven. Het is ongeveer 12 of 14 jaar geleden. In de Borgerstraat, tusschen ten Kate- en Nicolaas Beetsstraat woonde een schoen maker met zijn vrouw en eenige groote zoons. De zoons bespeelde allen een muziekinstrument en waten leden van een fanfarekorps. Dat jzou zeer waarschijnlijk nooit zoo'n!vermaardheid heb ben gekregen als de zoons niet op de goede gedachte waren geko men eens op een mooie zomersche Zondagmid dag een uitermate po pulair concert te geven in den tuin van vader. De bewoners van die buurt, wier tuintjes en waranda's op de binnen plaats uitkwamen waar de schoenmaker zijn tuintje had, vormden een dankbaar auditorium. Na elk muziek num mer volgde een geest driftig handgeklap vanaf de waranda's. Aangemoedigd door het succes van den eer sten avond besloot het bureau! Van de mannelijke stemgerechtigden is, als immer bij verkiezingen, slechts te melden, dat ze niet opkwamen. * .-* ? Driemalen per dag bracht een bode van i, 't postkantoor zware liassen gesloten stem biljetten. Deze werden door de commissie geopend, en in de bussen gestort. Honderden dames, die telefonisch wilden stemmen, moesten afgewezen worden, en 't4cwam elk oogenbllk voor dat dagmeisjes en schoonmaaksters werden weggestuurd, ondanks hun verzekering: as datte mevrouw graag zou wille, dat er voor haar gekose wier op'juffrouw die-en-die." Den vierden dag was er een opstootje. Vier keukenmeiden kwamen zich beklagen over het feit, dat ze in een verkeerde kies kring waren. Hunne vriendinnen waren in een anderen kieskring, en zij zagge niet in as werom die 'n steek meer ware as hun." Toen de secretaris van 't stembureau hen de zaak wilde uitleggen, hieven zij met schelle stemmen de Internationale aan. Onder de kreten: weg mit et kappetaal! / Weg mit de ekenomiese bond!" lieten zfj/ iich verwrjderen., > Het kwam veel voor, dat stemsters zich ontevreden betuigden met hun kieskring. Deze had een vriendin in een andere kring, gene wenschte niet met dat spook van een mevrouw X in n kring te zitten. De volijverige secretaris werd niet moede het stelsel uiteen te zetten... tien dagen lang. Terwijl ik dit schrijf is het Dinsdagavondmen heeft de bussen geopend, en is aan het tellen. Een onafzienbare menigte verdringt zich langs de beide zijden van den gracht, en op een reusachtig transparant verschijnen telkens de voorloopige resultaten,' De uitgevers zijn uit hun kantoor gevlucht; de geheele ruimte is vol belangstellenden. Enkele candidaten bladeren nerveus in oude jaargangen van Qroene'n" die op tafel liggen; anderen onderhouden zich over nut tige en aangename onderwerpen. Men draagt Thee, Broom en Hofman rond. Een meisje, wier moeder zevenzestig stemmen kreeg, zit zenuwachtig te klappertanden op een canapé. En het gerucht der menigte klinkt over van buiten, als donkere golfslag op het strand. Op eens een vreugdegeschreeuw. Wij snellen naar de ramen. Er is een juffrouw in 't water gedrongen. Haar schel noodgegüklinkt over alles heen. Nou, stem hét ze!" roept een straatjongen. Een automobiel schuift door de wijkende menigte; een bestuur stijgt uit, in sortier. Gejuich en gefluit. Dan weer gedrang en geschreeuw. Een bewustelooze vrouw wordt binnengedragen; haar bleek gelaat is vol krabben; in haar hand houdt zij een onbe schermde hoedenaald geklemd. Het publiek begint op te dringen. Mevrouw Drucker ver schijnt voor een venster; het wordt stil. Maar juist op dat oogenblik doet de politie, als immer iets te laat, of iets te vroeg een charge. Verschillende lichamen ploffen in 't water... Dan dringt de secretaris naar voren, hij houdt de notitieboekje in de hand ; met de andere wijst hij naar de trans parant, waarop, met groote letters zichtbaar wordt: Uilslag der Verkiezingen... ? (Zie daartoe voorin dit nummer) *) spelling van den zetter. kleine groepje musici het concert eenige Zondagavonden te herhalen. De bewoners uit de buurt rekenden er op 't laatst al eiken Zondagavond op. Op de waranda's werd onder het genot van het populaire con cert een kopje thee gedronken en zoo hier en daar dronken de mannen een glas bier. Op sommige waranda's was druk geroesemoes en gepraat, maar als er muziek gemaakt werd was 't meestal doodstil. Werd de stilte een enkele maal door een schrei end kind of onvetbiedelijic jon g" verbroken dan hoorde men deze of gene echte muziekliefhebber" met een vervaarlijk gesis aanmanen tot stilte. Die gezellige en voor het muziekkorps steeds dankbaarder wordende avonden want het waranda-publiek betuigde hoe langer hoe luidruchtiger zijn erkentelijkheid duurden tot diep in den nazomer, totdat het voor publiek en musici te koud werd voor een tuinconcert. Elke volgende Zondag was het ongewoon stil, koud, echt ongezellig. Vermoedelijk werd er in het gezin van de schoenmaker in de Borgerstraat, ter gelegenheid van oud en nieuw" een vroolijk familiefeestje gevierd; tenminste, buiten iedere verwachting werden plotseling op de binnenplaats tusschen ten Kate- en Nicolaas Beetsstraat op oudejaars-avond, tegen 12 uur, de bekende klanken van de kopere instrumenten gehoord. Eenige op het tijdstip toepasselijke nummers, met een Heilige Nacht" tot besluit werden ten gehoore gebracht. Getroffen door de vriendelijke attentie van ons" muziek-korps, dat zoo laat in den avond en op zoo'n gevoelig moment de buurt verraste, mede door de vroolijke stemming waarin toen vele van de oud en nieuw"-vierders verkeerden en door de volslagen duisternis waardoor elk zich op zijn waranda alleen voelde, toonde het waranda-publiek zich dankbaarder als ooit te voren. Werd op de gewone zomeravond-concerten volstaan met een net en rustig applaus, nu, nu het publiek niet zoo talrijk was als zomers-avonds gaf het handgeklap geen voldoening en zecht men naar middelen, die luider klonken, die, evenals het koper, ! dieper doordrongen tot in de uiterste hoeken | van de binnenplaats. En zoo kwam men er l dien eersten ondejaars-avond toe wasch> borden, ketels en tijlen, deksels en pannen, stoffers en blikken, en alles wat op zoo'n waranda te was te gebruiken... niet om er het oude jaar mee te verjagen, maar om de musici dank te betuigen. De daaropvolgende zomer werden de Zondagavond-concerten herhaald, de e. v. oudejaars-avond werd niet overgeslagen. Dat is eenige jaren achtereen zoo gegaan, het publiek werd steeds, vooral op de oudejaars-avonden luidruchtiger, geestdriftiger of dankbaarder, zooals je 't maar noemen wilt, totdat plotseling de muzikanten zich niet meer lieten hooren. Of het fanfare korps ontbonden is, of dat misschien, wat natuurlijk jammer zou zijn, de goede ver standhouding tusschen de schoenmaker en zijn zoons verstoord is geworden, is onbe kend gebleven. Wat de oorzaak ook was, de muzikanten bleven weg tot spijt van het publiek. Vooral op oudejaarsavond veeldendebuurtbewoners de afwezigheid van de vroolijke en opvroolij kende muzikanten als een groot gemis en als het dan weer 12 uur zou worden, werden evengoed de waschborden, -tijlen en -ketels en wat dies meer zij bespeeld op dezelfde rumoerige wijze als voorgaande jaren. Dat ketelmuziek op oudejaars-avond heeft zich overgeplaatst naar andere volksbuurten, zoodat op heden haast overal het nieuwe jaar met deze instrumentatie wordt Ingehaald, Zoo is ten slotte het ketelmuziek, oor spronkelijk bedoeld als applaus, ate dank betuigingaan een groepje muzikanten, geheel van karakter veranderd en beoefend men die kunst in de volle overtuiging dat het een verjagen beduid van het oude- en een huldiging van het nieuwe jaar. Hoeveel van dit ketelmuziekmakers zcratfen de oorsprong kennen? Amsterdam, J. C. N.B. De redactie laat in 't midden, of de schoenmaker en zijne buurtbewoners niet wellicht reeds voorgangers in primitieve, heidensche tijden hadden.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl