De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 19 januari pagina 3

19 januari 1918 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

* 9 Jarf. '18. DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND VOIDEU nrta nuguMii BB betond don l .m DHHznJ ZBNEI AISTEIUMillHioiBnliuniral 70 ARIHEM: Nieuws Plein 6 UTRECHT: Wittnrouwenstraal 30 LEEUWARDEN : Eebuurl 10 OE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland kost slechts f 2 25 per kwartaal 'OXTDOX.' (CHLORAS KALICUS TANDPASTA) 45 cent p. Tube. hul Vmi, STUIK i ti Chemische Fabriek ,,'s-Hage" 's-ORAVENHAOE. l HEEREN MODE-ARTIKELEN i H - HEE&EN STRAAT 12, GRONINGEN - = = TELEFOON 1083 = N. V. Maas- en Waterweg Maatschsppt Industrieën te tot berordering van de vestiging van 3DAM EN OMSTREKEN bange Haven 3 Tel. 93 Schiedam Verleent haar bemiddeling b| den Aan- en Verkoop van Panden en Industrieterreinen en het verschaffen van Bedr|fskapitaal. B.V.D HEIDE '8-QraTel.weg. Tel. 1150 ARTISTIEKE MEUBILEERIHG SPECIALE ONTWEBPEN LIBERTY l C PERZISCHE TAPIJTEN METZ&CO LEIDSCHESTRAAT AMSTERDAM ALLERLEI ZIEKTEN BLINDGEBORENEN, DOOFSTOMMEN en IDIOTEN H. G. THIEME, Chrislian Science Expert Den Haag - Oenneweg 25a verzoekt briefwisseling. Spreekuur 10-12 HET ADRES VOOR HEERENKLEEDING H.J.LOOR, Utrecht tro-t Eiënts Balt Zelfond. BO Ct. In d. Boekh. en na postw. bij RIËNTS BALT, Den Haag, bij wlen ook mond. en schr. ond. Na verw. van Uw Dlpl. werd mijn sal. met 5 gld. per maand verhoogd." (w. g.) Mej. A. te R. V PERFLACON ?1.50 - 0.80 -'////* EEN «P ^ VOORTREFFELIJK VOEDINGSMIDDEL: HETZIJ OP DE BOTERHAM; HETZIJ AF EN TOE EEN LEPELTJE: HETZIJ ALS PAP. MiuiiMiMiiimiiiMiiiiiimimii SPREEKZAAL Mond en Hart" Een artikel van Mr. W. H. de Beaufort, over dit onderwerp, bereikte ons te laat, om nog in dit nummer plaats te vinden. Een Briefwisseling Amice, Zoo juist uw hoofdartikel van deze week in de oude Groene gelezen hebbend, gevoel ik behoefte u daarmede mijne instemming te betuigen. Wat is er idioter dan het slappe gefemel dergenen, die aan een gelouterd Duitschland gelooven? Maar het ongeluk is dat het voortkomt uit de vrees, de behoefte om het den Duit schers naar den zin te maken. Men kan geen beter bewijs vinden voor de reeds voltrokkene .penetratie" der Duitschers hier te lande. Want het is de overgewaaide liknaar-boven politiek in optima forma. Fiere taal onzer Regeering heeft geen zin en blfift playing to the gallery" zoolang men door daden geen blijk van die fierheid geeft. Wanneer wordt er daarvan blijk gegegeven door het verdwijnen van Posthuma? Laast ge reeds the Assault" van Wile, den Amerikaanschen journalist? Dat bevat zeer interessante hoofdstukken over den Duitschen geest en deszelfs capaciteit voor .loutering". Ook Gerard's boek, door Kernkamp aangehaald, ofschoon luidruchtig ge schreven, is door zijne zakelijkheid van belang. Hij zegt .beware of Kühlman". Geloof mij, uw theorie van Kühlman's blauwtje bfj beide partijen zal niet uitkomen. Hij denkt aan zuivering of democratiseering der BREST?BREDA 1667?1917 In technisch en strategisch opzicht zoowel als in de economische begeleidingsverschijn selen, wijkt de tegenwoordige oorlog geheel af van alles, wat tot dusverre regel is ge weest. Niet aldus In de verschillende politieke kwesties, die in elk stadium van den oorlog op hun beurt naar voren treden. Daar is alles schon dagewesen en dringen zich de analogieën met onweerstaanbare kracht aan ons op. ... ... Zoo kunnen we ons bijvoorbeeld voorbe reiden op langdurige en netelige onderhan delingen over de keuze van de plaats, waar liet vredescongres zal gehouden worden. Een voorproefje daarvan hebben we nu al reeds bij het geharrewar over de voortzetting van de reeds begonnen negotiatie tusschen Duitschland en Rusland. Duitschland en Rusland onderhandelen nu te Brest-Litowsk. Duitschland, dat heele stukken van Rusland militair bezet heeft, voelt zich de overwinnaar en ofschoon het In de tot dusver gepubliceerde voorloopige onderhandelingen niet met zooveel woorden formuleert, dat het als overwinnaar zijn voorwaarden dicteert, dat geveel wordt toch teel duidelijk uitgesproken door den Rijkskanselier. De Russen wilden de onderhande lingen voortzetten te Stockholm, omdat zij op deze neutrale plaats contact hadden kunlllllllllllllllllillllMHtlllllllllltlllllllllll Duitschers evenmin als een vos aan het planetenstelsel. Het is nu eenmaal in Duitschland niet .gekleed" om iets anders te doen, dan met de Durchhaltern medewerkend de rest van de wereld een loer te draaien. Een oude Dultscher, zoon van een oud Silezisch geslacht sedert jaren In Amerika op remlttance levend voor vroegere familiezonden, zeide mij in 1916, openhartig wegens oude vriendschap (ik bemin hem daarom nog steeds) Natiirlich geht Holland dran, die Schweiz und Danemarken können nicht langer unabhangig bleiben, daraus solist du dir aber nichts machen; die Hollander würden mit etwas mehr Disciplin viel schneller vorangehen. Das würden wir euch schon beibringen," Hij was in 1911 in Sileziëen Ost Elbien geweest en wist wat men daar in zijn oude familie dacht en voelde. Ik lachte hem uit en wij dronken een cocktail on the way home, als bewijs dat er geen ill feeling was. J. H. O. B. Amice, Je «Mond en hart" zette me aan 't schrijven. Want je geeft m. i. zeer juist weer hoe thans de toestand in Qermany |is, maar bent m. i. niet neutraal met op te houden waar je zulks doet. Waarom is die toestand zoo geworden en welke zijn de kansen op ver betering? Die toestand of stemming werd zoo o. a. door de moeilijke ligging tusschen Frankrijk en Rusland. De legerversterking van Rus land in de laatste jaren had toch zeker als oorzaak niet alleen de wensch om de BallllllllMIIUIlltllllllnlllllllMIIMII nen houden met de geallieerden. Dat ziet men in Duitschland ook wel in en om de zelfde reden weigert het natuurlijk om daar in te treden. Het staat niet aan de Russen, meent men daar, om te kunnen vaststellen, waar de onderhandelingen voortgezet zullen worden. Duitschlands prestige eischt, dat het dik verzoek der Russen niet inwilligt. Zijn nTachtspositiej' zooals von Hertling het uitdrukt, kan het die weelde veroorloven. Als vanzelf komt bij deze strubbelingen de herinnering bij ons op aan een dergelijk geval in onze eigen geschiedenis^ n.l. op 't eind van de tweede Engelsche oorlog. Karel II eischte toen, dat de Staten hun gezanten naar Londen zouden zenden. Dat hadden zij onder Cromwell ook wel gedaan en hij oordeelde zich zelf van minstens even goeden huize als de Protector. De Staten wilden daarop niet besluiten zonder hun bondgenooten, Frankrijk en Denemarken, er in te kennen. Lodewijk XIV oordeelde het echter in strijd met de waardigheid van Frankrijk om zijn gezanten naar Londen te zenden en wenschte een neutrale plaats. Karel II had eigenlijk zijn eer al te zeer in de weegschaal geworpen om nog met gratie terug te kunnen. Toch had Engeland den vrede te zeer noodig, dan dat het de onderhande lingen om deze questie kon laten afspringen. Indien er dus een modus kon gevonden worden, waarbij aan Engelands eer voldaan werd, kon hij de plaats der onderhande kanslaven te helpen, maar oek de lust tot verovering van O. Duitschland. En ook door het militaire succes in den oorlog. Put yourself in their place. In Aug 1914 bij Engeland's meedoen innerlijk over tuigd dat hun zaak verloren was, blijken de mofjes hun krachten onderschat te hebben en toonen ze zich opgewassen tegen allen tezamen ondanks uithongeringspolitiek. Als jij zoo was, stak je ook je neus in de lucht, en zei: ben ik een vent of niet, en jullie zult met mij meer rekening houden dan vroeger en om je daartoe te dwingen zal ik mezelf sterker maken, wat mQn onderdanen ruimschoots verdiend hebben. En nu de toekomst. Gelooft ge na den vrede in een veldwinnende democratie, dan zal die ook in Duitschland sterker worden en kan uit dien hcofde een vermindering der veroveringszucht verwacht worden. Ge looft ge dp°rin echter niet, meent ge dus dat Engeland, Frankrijk, Italië, de Ver. Sta ten (Cuba, Portorico Haiti, Domigo, Panama, Nicaragua, Honduras, St. Thomas) hun impe rialistische politiek zullen voorzetten, waarom zou dan D. zijn veroveringslust moeten opgeven ? Hij kreeg toch de laatste jaren al veel minder dan de anderen. Verder is er dit: Zal niet het feit dat D. voortaan bevrijd zal zijn van dreigend agres sief optreden van zijn Oost. buurman het bescheidene deel der Duitsche natie, dat er toch ook nog is, in kracht en aantal doen winnen? ten koste van hen, die de sier der Bescheidenheid nog niet kennen? En kan dit niet ten gevolge hebben, dat Michel voortaan beter opschiet met zijn wereld broeders ook Frankrijk heeft het toch als toekomstige dreiger afgelegd, vooral nu de groote Russische broer dood is die den ruwen makker niet mochten, maar ook dik wijls weinig moeite deden hem het leven aangenaam te maken. Vergist de schijn, of hebben die broeders ingezien, dat ze, om te behouden wat ze hebben, het verstandigst doen met hun imperialisme aan Bram den uitdrager te verkoopen en niet meer over Transvaal, Maiokko en Tripoli te spreken, daar anders op den duur Michel hen met gelijke munt zou kunnen betalen. Wie had gedacht dat die vent zoo sterk was. Zouden we daarom maar niet vrede maken? Je stuk is dus wel mooi pro-allié, maar niet neutraal, niet pro-hollandsch, al is je waarschuwing op zich zelf juist. En dat vind ik jammer van je blad. Ook Kernkamp wordt veel te veel pro-allié. Ik heb er niets tegen als je Michel uitscheldt, maar vergeet ook de anderen niet, die geen haar beter zijn. Zie Wilson's zalvende woorden aan de Russische broeders, wat beteekent: je wilt toch niet, dat ik die honderden mijnconcessies verlies, die jij i«e voor m'n belanglooze hulp geeft; en Lloyd George's goede be doelingen met het Duitsche volk, dat hij in zijn handel overal schaadt zooveel in z'n macht is, terwijl het stelen van recepten der Badische met een triomfkreet begroet wordt, terwijl het toch een vuil gegap is. Je ziet, veel vrije tijd is het lot van would be PRIKKEREEN lingen zóó kiezen, dat hij er tevens zijn bijbedoelingen mee bereiken kon. Door de Zweedsche medjateurs liet hij den Staten weten, dat hij bereid was een andere plaats te noemen, mits zij er hem schriftelijk om verzochten en verklaren wilden, dat zij daarop alleen aandrongen om hun bondgenooten genoegen te doen. Deze satisfactie wilden de Staten den koning gaarne geven. Daarop sloeg Karel II Den Haag voor. Officieel motiveerde hij die keuze op ver schillende gronden, o.a. daarmede, dat het zoo gunstig gelegen was, omdat het zoo gemakkelijk van Londen uit te bereiken was; dat de Staten-Generaal er resideerden en er dus geen tijd verloren behoefde te gaan, indien de Staatsche onderhandelaars op sommige punten nadere instructies van hun regeering wilden hebben. Deze beleefdheid werd echter door de Republiek en haar bondgenooten maar matig geapprecieerd. Vooral Holland nam het voor een latet anguis in herba. De Witt doorzag heel goed den toeleg van Karel II. Hij vreesde, dat de Engelschen door hun verblijf in Den Haag hun invloed zouden doen gelden op de Oranjeparlij, wier intriges pas verijdeld waren door de terechtstelling van Buat. Zij zouden het volk doen gelooven, dat het de vijanden van het Oranjehuls waren, die den oorlog veroorzaakt hadden en den vrede tegenhielden en zoo zouden binnenlandsche woelingen de moeilijkheden van den Staat ANTWOORD Amice, Dank voor uw brief, dien ik met belang stelling las. Gij maakt in de beoordeeling van mijn schrijven intusschen nog een groote fout, n.l. te denken dat het er mij om te doen zou zijn op Duitschland te schelden" en dat het dan neutraler" is op de twee kanten te schelden". Nu scheld" ik echter in 't geheel niet, en speel over geen van allen den zedemeester. Ik wijs alleen Holland op de gevaren die Holland bedreigen en zijne duurzame zelf standigheid ondermijnen. Die gevaren liggen nu eeamaal aan den Duitschen kant en in het Duitsche hart. En nu is het juist de vervloekte theorie ten onzent dat het neutraal" zou zijn daar over niet te spreken, en dat de waarschuwing tegen onze mogelijke of geleidelijke inpal ming door Duitschland schelden" tegen Duitschland is. Die vervloekte theorie is op zichzelf een vrij aardig middel om ons geschikter te maken voor Duitsche inpalming. Zij is m.i. dan ook van Duitsche zijde aan onze openbare meening ingedruppeld geworden. Het recept is eenvoudig. De Hollanders moeten er toe gebracht op het Duitsche gevaar niet gewezen te willen worden uit vrees dat dit schelden" is, of onneutraal" Wanneer iemand er eens over spreekt, dan moet hij de kracht van zijn waarschu wing minstens ook weer terstond on gedaan maken, door tegelijkertijd op de Entente te schelden", hoe\*el de gevaren welke ons van dien kant dreigen nooit van zoo'n ingrijpend en dadelijk belang zijn. Ik kan dus ook zeer wel, met u, de Duitsche praestaties allermerkwaardigst vinden, en toch den Duitschen expansiezin voor onze belangen verderfelijk. En ik wil wel aannemen, dat nmaal die expansiedrang zal kalmeeren, maar aan de democratiseering" hecht ik daartoe weinig of niets. Alleen aan den afweer hunner overmoed, zoo dit mogelijk is. Geloof mij, zoolang gij de anti-duitsche actie in mijn geest, blijft aanzien voor onneutraal" of voor schelden", en voor pro-allié", zoolang zult gij het innig pro-Hollandsche van deze werkzaamheid niet begrij pen, maar zoolang komt bij u het pro-Hollandsche in den druk. Met vr. gr. t. t. v. H. * * ? Waar te beginnen? Mevrouw van Balen?Klaar betoogt hier de wcntchelijkheid, dat vrouwelijke afge vaardigden niet in de Eerste, maar in de Tweede Kamer zitting zouden nemtn. In het Handelsblad kwam onlangs van den hoefij zer-correspondent een artikel voor, getiteld Oud en Nieuw, waarin naar aanlei ding van eene uiting van mevr. Wijnaendts Francken in het weekblad Stad en Land" gesproken wordt over de verkiesbaarheid van vrouwen in de Tweede Kamer. Het is van belang hetgeen daarin gezegd wordt nog eens onder de oogen te zien, IIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIHIIHIIIIIIIItllllllMIMHMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII nog komen verhoogen. Evenals het Duitsch land er nu om te doen is, in elk geval den afzonderlijken vrede met Rusland door te drijven en dit land dus bij de besprekingen over de vredesvoorwaarden zooveel mogelijk van zijn bondgenooten verwijderd, dus van Stockholm vandaan te houden, zoo was het Engelands doel om met behulp der Oranjege zinden uit de in vloedrijke Haagsche kringen de Republiek van haar bondgenoot Frankrijk te scheiden en zoo mogelijk tot een afzon derlijken vrede te dwingen. En evenals thans de binnenlandsche toestand in de oorlog voerende landen onverbrekelijk met hun buitenlandsche politiek verbonden is, zoo maakten ook toen overwegingen van inwendigen politiek het niet geraden de aanbieding van Den Haag botweg af te slaan. De Witt had immers rekening te houden met de stemming in de meer of min Oranjegezinde provincies. De bezwaren moesten dus van Fransche zijde geopperd worden en het viel de Witt zeer gemakkelijk om zich daarom trent met den Franschen gezant te verstaan, omdat deze van oordeel was, dat Frankrijk op dat oogenblik voor zijn buitenlandsche politiek minstens evenveel belang had bij de handhaving van het regime der Staatsche partij als deze zelve. Even handig als Karel II was geweest in hel verbergen van zijn bedoelingen bij zijn motiveering om de keuze van Den Haag smakelijk te maken, waren de Staten in de ,?,.?, ,t, , mini mi, iiui mui! nul iimiiiiiu. imliinmii nu i min n 111 mi IIIIHI . Minimin imiinmilllll teneinde het postvatten van eene meening te voorkomen, die m. i. een stap achteruit zou beteekenen met betrekking tot datgene wat de vrou wen bij de thans in werkingtredende Grondwet hebben gewonnen. Mevrouw W. F. wees er in Staden Land op, dat het nu mevr. Boissevain Pijnappel verklaarde niet in aan merking te willen komen als candidate voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer, gewenscht zou zijn deze vrouw bij een komende vacature in de Eerste Kamer, in dat college een zetel aantebieden.De schrijfstervan datartikel bedoelde daar evenwel m. i. niet mede, dat het in ieder geval gewenscht zou zijn dat de vrouwen haar parlementaire loopbaan in de Eerste Kamer zullen beginnen en niet in de Tweede. Alleen wilde zij een poging wagen om mevr. Boissevain die zij gaarne in ons parlement zou zien, althans in de Eerste Kamer een kans te geven, nu dit voor die persoon in de Tweede Kamer, volgens haar eigen verlangen, onmogelijk is. De hoef ijzercorrespondent grijpt echter, naar aanleiding van het stukje in Stad en Land, de gelegenheid aan, om te betoogen dat het, in het algemeen genomen, zoo goed zou zijn als de vrouwen beginnen als lid van de Eerste Kamer. Er zal, zoo zegt hij zoeveei van het eerste optreden der vrouwen in ons parlement afhangen. Er zal zóó critisch op al haar doen en laten worden gelet dat het misschien beter is, wanneer zij begint met het rustiger werk van de Eerste Kamer. In tegenstelling met den schrijver in het Handelsblad, ben ik van meeniog dat dit de averechtsche weg zal zijn. Om dit aan te toonen, zij de vraag gesteld: Waarom wenscht men vrouwen in onze vertegen woordigende lichamen te brengen ? Het antwoord op deze vraag kan dunkt mij niet anders luiden dan aldus: om naast het oordeel der mannen, het practisch en spe ciaal vrouwelijk inzicht der vrouwen te vernemen. Vooral in de komende tijden, van veranderde economische toestanden, van gewijzigde, maatschappelijke verhou dingen, met als gevolg daarvan nieuwe eischen aan wetgeving en regeering, zal het aan de gemeenschap ten goede komen als mannen en vrouwen te zamen beraadslagen. Hoe meer deze beraadslagingen vallen op practisch wetgevend gebied, zooveel te meer voordeel zal men er hebben van de mede werking der vrouw. Bijgevolg zal de vrouw zich veel meer op haar plaats gevoelen, zal haar werkzaamheid van grooter nut zijn in de Tweede Kamer dan in de Eerste Kamer. Wie zich beschikbaar stelt voor het lid maatschap van de Kamer of van eenig ander vertegenwoordigend lichaam, moet tegen critiek gewapend zijn en goed haar verantwoordelijkheid beseffen. Doch dit is een zaak die haar zelf aan gaat en de kiezers. De hedendaagsche vrouwen beseffen wel aegelijk hare verantwoordelijkheid tegenover de maatschappij en haar taak tegenover de gemeenschap. Doch boven alles dit: als men overtuigd is van het goede werk dat de vrouw als parlementslid kan verrichten, dan stelle men haar ook in staat dien arbeid te volvoeren op de juiste plaats in onzen Senaat, maar daar waar het practische werk wordt ver richt, in de Tweede Kamer. F. S. VAN BALEN KLAAR iiiiiiimMiiiiimminiii} is ditmaal te vinden Het Feuilleton op pag. 10. hunne om van die keuze de schaduwkant te doen uitkomen. Zij schreven terug, dat zij hun best zouden doen om Den Haag door de bondgenooten aangenomen te doen krijgen, doch, indien zij hierin niet slaagden, stelden zij Maastricht, s Hertogenbosch of Breda voor. Den Haag had n.l. het nadeel van een open stad te zün, die tegen subite gevallen, die llchtelyck können ghebevren ende die men qualyck kon voorsien, niet was genoegh bevesticht." Tegelijkertijd liet Frankrijk bekend maken, dat het Den Haag geen gelukkige keuze vond en dat wel om dezelfde reden, waarop de staten reeds gezinspeeld hadden. En daar Zijne Allerchristelijkste Majesteit niet voor zijn Britsche collega in edelmoedigheid wenschte onder te doen, was hij wel bereid zijn gezanten naar Engeland te zenden, b.v. naar Dover. Dit combat de générositéwas echter niet anders dan een speculatie op de geraaktheid en onwil van Karel II, omdat voor Frankrijk bij zijn exoansieplannen de oorlogstoestand tusschen Engeland en de Republiek de meest gewenschte conjuctuur was. Dat spel door zag de Engelsche diplomatie ook wel en omdat zij den vrede met de Republiek haar naastbijliggend belang achtte, maakte zij bonne mine a mauvais jeu en koos uit de voorgestelde plaatsen Breda. L. HOOFIFN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl