Historisch Archief 1877-1940
* 9 Jarf. '18.
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
VOIDEU
nrta nuguMii BB betond don
l .m DHHznJ ZBNEI
AISTEIUMillHioiBnliuniral 70
ARIHEM: Nieuws Plein 6
UTRECHT: Wittnrouwenstraal 30
LEEUWARDEN : Eebuurl 10
OE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
kost slechts f 2 25 per kwartaal
'OXTDOX.'
(CHLORAS KALICUS TANDPASTA)
45 cent p. Tube.
hul Vmi, STUIK i ti
Chemische Fabriek ,,'s-Hage"
's-ORAVENHAOE.
l HEEREN MODE-ARTIKELEN i
H - HEE&EN STRAAT 12, GRONINGEN - =
= TELEFOON 1083 =
N. V. Maas- en Waterweg
Maatschsppt
Industrieën te
tot berordering van de vestiging van
3DAM EN OMSTREKEN
bange Haven 3 Tel. 93 Schiedam
Verleent haar bemiddeling b| den Aan- en Verkoop van Panden en
Industrieterreinen en het verschaffen van Bedr|fskapitaal.
B.V.D HEIDE
'8-QraTel.weg. Tel. 1150
ARTISTIEKE
MEUBILEERIHG
SPECIALE ONTWEBPEN
LIBERTY
l
C PERZISCHE
TAPIJTEN
METZ&CO
LEIDSCHESTRAAT AMSTERDAM
ALLERLEI ZIEKTEN
BLINDGEBORENEN, DOOFSTOMMEN en IDIOTEN
H. G. THIEME, Chrislian Science Expert
Den Haag - Oenneweg 25a
verzoekt briefwisseling. Spreekuur 10-12
HET ADRES
VOOR
HEERENKLEEDING
H.J.LOOR, Utrecht
tro-t
Eiënts
Balt
Zelfond. BO Ct. In d. Boekh. en na postw. bij
RIËNTS BALT, Den Haag, bij wlen ook mond. en schr. ond.
Na verw. van Uw Dlpl. werd mijn sal. met 5 gld. per
maand verhoogd." (w. g.) Mej. A. te R.
V
PERFLACON
?1.50 - 0.80
-'////*
EEN «P ^
VOORTREFFELIJK
VOEDINGSMIDDEL:
HETZIJ OP DE BOTERHAM;
HETZIJ AF EN TOE EEN LEPELTJE:
HETZIJ ALS PAP.
MiuiiMiMiiimiiiMiiiiiimimii
SPREEKZAAL
Mond en Hart"
Een artikel van Mr. W. H. de Beaufort,
over dit onderwerp, bereikte ons te laat, om
nog in dit nummer plaats te vinden.
Een Briefwisseling
Amice,
Zoo juist uw hoofdartikel van deze week
in de oude Groene gelezen hebbend, gevoel
ik behoefte u daarmede mijne instemming
te betuigen.
Wat is er idioter dan het slappe gefemel
dergenen, die aan een gelouterd
Duitschland gelooven?
Maar het ongeluk is dat het voortkomt
uit de vrees, de behoefte om het den Duit
schers naar den zin te maken. Men kan
geen beter bewijs vinden voor de reeds
voltrokkene .penetratie" der Duitschers hier
te lande. Want het is de overgewaaide
liknaar-boven politiek in optima forma.
Fiere taal onzer Regeering heeft geen zin
en blfift playing to the gallery" zoolang
men door daden geen blijk van die fierheid
geeft. Wanneer wordt er daarvan blijk
gegegeven door het verdwijnen van Posthuma?
Laast ge reeds the Assault" van Wile,
den Amerikaanschen journalist? Dat bevat
zeer interessante hoofdstukken over den
Duitschen geest en deszelfs capaciteit voor
.loutering". Ook Gerard's boek, door
Kernkamp aangehaald, ofschoon luidruchtig ge
schreven, is door zijne zakelijkheid van
belang. Hij zegt .beware of Kühlman".
Geloof mij, uw theorie van Kühlman's blauwtje
bfj beide partijen zal niet uitkomen. Hij
denkt aan zuivering of democratiseering der
BREST?BREDA
1667?1917
In technisch en strategisch opzicht zoowel
als in de economische begeleidingsverschijn
selen, wijkt de tegenwoordige oorlog geheel
af van alles, wat tot dusverre regel is ge
weest. Niet aldus In de verschillende politieke
kwesties, die in elk stadium van den oorlog
op hun beurt naar voren treden. Daar is
alles schon dagewesen en dringen zich de
analogieën met onweerstaanbare kracht aan
ons op. ... ...
Zoo kunnen we ons bijvoorbeeld voorbe
reiden op langdurige en netelige onderhan
delingen over de keuze van de plaats, waar
liet vredescongres zal gehouden worden.
Een voorproefje daarvan hebben we nu al
reeds bij het geharrewar over de voortzetting
van de reeds begonnen negotiatie tusschen
Duitschland en Rusland.
Duitschland en Rusland onderhandelen nu
te Brest-Litowsk. Duitschland, dat heele
stukken van Rusland militair bezet heeft,
voelt zich de overwinnaar en ofschoon het
In de tot dusver gepubliceerde voorloopige
onderhandelingen niet met zooveel woorden
formuleert, dat het als overwinnaar zijn
voorwaarden dicteert, dat geveel wordt toch
teel duidelijk uitgesproken door den
Rijkskanselier. De Russen wilden de onderhande
lingen voortzetten te Stockholm, omdat zij
op deze neutrale plaats contact hadden
kunlllllllllllllllllillllMHtlllllllllltlllllllllll
Duitschers evenmin als een vos aan het
planetenstelsel.
Het is nu eenmaal in Duitschland niet
.gekleed" om iets anders te doen, dan met
de Durchhaltern medewerkend de rest van
de wereld een loer te draaien.
Een oude Dultscher, zoon van een oud
Silezisch geslacht sedert jaren In Amerika
op remlttance levend voor vroegere
familiezonden, zeide mij in 1916, openhartig wegens
oude vriendschap (ik bemin hem daarom
nog steeds) Natiirlich geht Holland dran,
die Schweiz und Danemarken können nicht
langer unabhangig bleiben, daraus solist
du dir aber nichts machen; die Hollander
würden mit etwas mehr Disciplin viel
schneller vorangehen. Das würden wir
euch schon beibringen," Hij was in 1911
in Sileziëen Ost Elbien geweest en wist wat
men daar in zijn oude familie dacht en voelde.
Ik lachte hem uit en wij dronken een
cocktail on the way home, als bewijs dat
er geen ill feeling was.
J. H. O. B.
Amice,
Je «Mond en hart" zette me aan 't schrijven.
Want je geeft m. i. zeer juist weer hoe thans
de toestand in Qermany |is, maar bent m. i.
niet neutraal met op te houden waar je
zulks doet. Waarom is die toestand zoo
geworden en welke zijn de kansen op ver
betering?
Die toestand of stemming werd zoo o. a.
door de moeilijke ligging tusschen Frankrijk
en Rusland. De legerversterking van Rus
land in de laatste jaren had toch zeker als
oorzaak niet alleen de wensch om de
BallllllllMIIUIlltllllllnlllllllMIIMII
nen houden met de geallieerden. Dat ziet
men in Duitschland ook wel in en om de
zelfde reden weigert het natuurlijk om daar
in te treden. Het staat niet aan de Russen,
meent men daar, om te kunnen vaststellen,
waar de onderhandelingen voortgezet zullen
worden. Duitschlands prestige eischt, dat
het dik verzoek der Russen niet inwilligt.
Zijn nTachtspositiej' zooals von Hertling het
uitdrukt, kan het die weelde veroorloven.
Als vanzelf komt bij deze strubbelingen
de herinnering bij ons op aan een dergelijk
geval in onze eigen geschiedenis^ n.l. op
't eind van de tweede Engelsche oorlog.
Karel II eischte toen, dat de Staten hun
gezanten naar Londen zouden zenden. Dat
hadden zij onder Cromwell ook wel gedaan
en hij oordeelde zich zelf van minstens even
goeden huize als de Protector. De Staten
wilden daarop niet besluiten zonder hun
bondgenooten, Frankrijk en Denemarken,
er in te kennen. Lodewijk XIV oordeelde
het echter in strijd met de waardigheid van
Frankrijk om zijn gezanten naar Londen
te zenden en wenschte een neutrale plaats.
Karel II had eigenlijk zijn eer al te zeer in de
weegschaal geworpen om nog met gratie terug
te kunnen. Toch had Engeland den vrede te
zeer noodig, dan dat het de onderhande
lingen om deze questie kon laten afspringen.
Indien er dus een modus kon gevonden
worden, waarbij aan Engelands eer voldaan
werd, kon hij de plaats der onderhande
kanslaven te helpen, maar oek de lust tot
verovering van O. Duitschland.
En ook door het militaire succes in den
oorlog. Put yourself in their place. In Aug
1914 bij Engeland's meedoen innerlijk over
tuigd dat hun zaak verloren was, blijken de
mofjes hun krachten onderschat te hebben
en toonen ze zich opgewassen tegen allen
tezamen ondanks uithongeringspolitiek. Als
jij zoo was, stak je ook je neus in de lucht,
en zei: ben ik een vent of niet, en jullie
zult met mij meer rekening houden dan
vroeger en om je daartoe te dwingen zal ik
mezelf sterker maken, wat mQn onderdanen
ruimschoots verdiend hebben.
En nu de toekomst. Gelooft ge na den
vrede in een veldwinnende democratie, dan
zal die ook in Duitschland sterker worden
en kan uit dien hcofde een vermindering
der veroveringszucht verwacht worden. Ge
looft ge dp°rin echter niet, meent ge dus
dat Engeland, Frankrijk, Italië, de Ver. Sta
ten (Cuba, Portorico Haiti, Domigo, Panama,
Nicaragua, Honduras, St. Thomas) hun impe
rialistische politiek zullen voorzetten, waarom
zou dan D. zijn veroveringslust moeten
opgeven ? Hij kreeg toch de laatste jaren al
veel minder dan de anderen.
Verder is er dit: Zal niet het feit dat D.
voortaan bevrijd zal zijn van dreigend agres
sief optreden van zijn Oost. buurman het
bescheidene deel der Duitsche natie, dat er
toch ook nog is, in kracht en aantal doen
winnen? ten koste van hen, die de sier
der Bescheidenheid nog niet kennen? En
kan dit niet ten gevolge hebben, dat Michel
voortaan beter opschiet met zijn wereld
broeders ook Frankrijk heeft het toch als
toekomstige dreiger afgelegd, vooral nu de
groote Russische broer dood is die den
ruwen makker niet mochten, maar ook dik
wijls weinig moeite deden hem het leven
aangenaam te maken.
Vergist de schijn, of hebben die broeders
ingezien, dat ze, om te behouden wat ze
hebben, het verstandigst doen met hun
imperialisme aan Bram den uitdrager te
verkoopen en niet meer over Transvaal,
Maiokko en Tripoli te spreken, daar anders
op den duur Michel hen met gelijke munt
zou kunnen betalen. Wie had gedacht dat
die vent zoo sterk was. Zouden we daarom
maar niet vrede maken?
Je stuk is dus wel mooi pro-allié, maar
niet neutraal, niet pro-hollandsch, al is je
waarschuwing op zich zelf juist. En dat
vind ik jammer van je blad. Ook Kernkamp
wordt veel te veel pro-allié. Ik heb er niets
tegen als je Michel uitscheldt, maar vergeet
ook de anderen niet, die geen haar beter
zijn. Zie Wilson's zalvende woorden aan de
Russische broeders, wat beteekent: je wilt
toch niet, dat ik die honderden mijnconcessies
verlies, die jij i«e voor m'n belanglooze
hulp geeft; en Lloyd George's goede be
doelingen met het Duitsche volk, dat hij in
zijn handel overal schaadt zooveel in z'n
macht is, terwijl het stelen van recepten der
Badische met een triomfkreet begroet wordt,
terwijl het toch een vuil gegap is. Je ziet,
veel vrije tijd is het lot van
would be PRIKKEREEN
lingen zóó kiezen, dat hij er tevens zijn
bijbedoelingen mee bereiken kon. Door
de Zweedsche medjateurs liet hij den Staten
weten, dat hij bereid was een andere plaats
te noemen, mits zij er hem schriftelijk om
verzochten en verklaren wilden, dat zij daarop
alleen aandrongen om hun bondgenooten
genoegen te doen. Deze satisfactie wilden
de Staten den koning gaarne geven.
Daarop sloeg Karel II Den Haag voor.
Officieel motiveerde hij die keuze op ver
schillende gronden, o.a. daarmede, dat het
zoo gunstig gelegen was, omdat het zoo
gemakkelijk van Londen uit te bereiken
was; dat de Staten-Generaal er resideerden
en er dus geen tijd verloren behoefde te
gaan, indien de Staatsche onderhandelaars op
sommige punten nadere instructies van hun
regeering wilden hebben.
Deze beleefdheid werd echter door de
Republiek en haar bondgenooten maar matig
geapprecieerd. Vooral Holland nam het voor
een latet anguis in herba. De Witt doorzag
heel goed den toeleg van Karel II. Hij vreesde,
dat de Engelschen door hun verblijf in Den
Haag hun invloed zouden doen gelden op
de Oranjeparlij, wier intriges pas verijdeld
waren door de terechtstelling van Buat. Zij
zouden het volk doen gelooven, dat het de
vijanden van het Oranjehuls waren, die den
oorlog veroorzaakt hadden en den vrede
tegenhielden en zoo zouden binnenlandsche
woelingen de moeilijkheden van den Staat
ANTWOORD
Amice,
Dank voor uw brief, dien ik met belang
stelling las. Gij maakt in de beoordeeling
van mijn schrijven intusschen nog een groote
fout, n.l. te denken dat het er mij om te doen
zou zijn op Duitschland te schelden" en dat
het dan neutraler" is op de twee kanten te
schelden".
Nu scheld" ik echter in 't geheel niet, en
speel over geen van allen den zedemeester.
Ik wijs alleen Holland op de gevaren die
Holland bedreigen en zijne duurzame zelf
standigheid ondermijnen.
Die gevaren liggen nu eeamaal aan den
Duitschen kant en in het Duitsche hart.
En nu is het juist de vervloekte theorie
ten onzent dat het neutraal" zou zijn daar
over niet te spreken, en dat de waarschuwing
tegen onze mogelijke of geleidelijke inpal
ming door Duitschland schelden" tegen
Duitschland is.
Die vervloekte theorie is op zichzelf een
vrij aardig middel om ons geschikter te maken
voor Duitsche inpalming. Zij is m.i. dan
ook van Duitsche zijde aan onze openbare
meening ingedruppeld geworden.
Het recept is eenvoudig. De Hollanders
moeten er toe gebracht op het Duitsche
gevaar niet gewezen te willen worden uit
vrees dat dit schelden" is, of onneutraal"
Wanneer iemand er eens over spreekt,
dan moet hij de kracht van zijn waarschu
wing minstens ook weer terstond on gedaan
maken, door tegelijkertijd op de Entente te
schelden", hoe\*el de gevaren welke ons van
dien kant dreigen nooit van zoo'n ingrijpend
en dadelijk belang zijn.
Ik kan dus ook zeer wel, met u, de Duitsche
praestaties allermerkwaardigst vinden, en
toch den Duitschen expansiezin voor onze
belangen verderfelijk.
En ik wil wel aannemen, dat nmaal die
expansiedrang zal kalmeeren, maar aan
de democratiseering" hecht ik daartoe
weinig of niets. Alleen aan den afweer
hunner overmoed, zoo dit mogelijk is.
Geloof mij, zoolang gij de anti-duitsche
actie in mijn geest, blijft aanzien voor
onneutraal" of voor schelden", en voor
pro-allié", zoolang zult gij het innig
pro-Hollandsche van deze werkzaamheid niet begrij
pen, maar zoolang komt bij u het
pro-Hollandsche in den druk.
Met vr. gr.
t. t. v. H.
* * ?
Waar te beginnen?
Mevrouw van Balen?Klaar betoogt hier
de wcntchelijkheid, dat vrouwelijke afge
vaardigden niet in de Eerste, maar in de
Tweede Kamer zitting zouden nemtn.
In het Handelsblad kwam onlangs van
den hoefij zer-correspondent een artikel voor,
getiteld Oud en Nieuw, waarin naar aanlei
ding van eene uiting van mevr. Wijnaendts
Francken in het weekblad Stad en Land"
gesproken wordt over de verkiesbaarheid
van vrouwen in de Tweede Kamer.
Het is van belang hetgeen daarin gezegd
wordt nog eens onder de oogen te zien,
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIHIIHIIIIIIIItllllllMIMHMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
nog komen verhoogen. Evenals het Duitsch
land er nu om te doen is, in elk geval den
afzonderlijken vrede met Rusland door te
drijven en dit land dus bij de besprekingen
over de vredesvoorwaarden zooveel mogelijk
van zijn bondgenooten verwijderd, dus van
Stockholm vandaan te houden, zoo was het
Engelands doel om met behulp der Oranjege
zinden uit de in vloedrijke Haagsche kringen de
Republiek van haar bondgenoot Frankrijk
te scheiden en zoo mogelijk tot een afzon
derlijken vrede te dwingen. En evenals thans
de binnenlandsche toestand in de oorlog
voerende landen onverbrekelijk met hun
buitenlandsche politiek verbonden is, zoo
maakten ook toen overwegingen van
inwendigen politiek het niet geraden de aanbieding
van Den Haag botweg af te slaan. De Witt
had immers rekening te houden met de
stemming in de meer of min Oranjegezinde
provincies. De bezwaren moesten dus van
Fransche zijde geopperd worden en het viel
de Witt zeer gemakkelijk om zich daarom
trent met den Franschen gezant te verstaan,
omdat deze van oordeel was, dat Frankrijk
op dat oogenblik voor zijn buitenlandsche
politiek minstens evenveel belang had bij
de handhaving van het regime der
Staatsche partij als deze zelve.
Even handig als Karel II was geweest in
hel verbergen van zijn bedoelingen bij zijn
motiveering om de keuze van Den Haag
smakelijk te maken, waren de Staten in de
,?,.?, ,t, , mini mi, iiui mui! nul iimiiiiiu. imliinmii nu i min n 111 mi IIIIHI . Minimin imiinmilllll
teneinde het postvatten van eene
meening te voorkomen, die m. i. een
stap achteruit zou beteekenen met
betrekking tot datgene wat de vrou
wen bij de thans in werkingtredende
Grondwet hebben gewonnen.
Mevrouw W. F. wees er in Staden
Land op, dat het nu mevr. Boissevain
Pijnappel verklaarde niet in aan
merking te willen komen als
candidate voor het lidmaatschap van de
Tweede Kamer, gewenscht zou zijn
deze vrouw bij een komende vacature
in de Eerste Kamer, in dat college een
zetel aantebieden.De schrijfstervan datartikel
bedoelde daar evenwel m. i. niet mede, dat het
in ieder geval gewenscht zou zijn dat de
vrouwen haar parlementaire loopbaan in de
Eerste Kamer zullen beginnen en niet in de
Tweede. Alleen wilde zij een poging wagen
om mevr. Boissevain die zij gaarne in ons
parlement zou zien, althans in de Eerste
Kamer een kans te geven, nu dit voor die
persoon in de Tweede Kamer, volgens haar
eigen verlangen, onmogelijk is.
De hoef ijzercorrespondent grijpt echter,
naar aanleiding van het stukje in Stad en
Land, de gelegenheid aan, om te betoogen
dat het, in het algemeen genomen, zoo goed
zou zijn als de vrouwen beginnen als lid
van de Eerste Kamer. Er zal, zoo zegt
hij zoeveei van het eerste optreden der
vrouwen in ons parlement afhangen. Er zal
zóó critisch op al haar doen en laten worden
gelet dat het misschien beter is, wanneer
zij begint met het rustiger werk van de
Eerste Kamer.
In tegenstelling met den schrijver in het
Handelsblad, ben ik van meeniog dat dit
de averechtsche weg zal zijn. Om dit aan
te toonen, zij de vraag gesteld: Waarom
wenscht men vrouwen in onze vertegen
woordigende lichamen te brengen ? Het
antwoord op deze vraag kan dunkt mij
niet anders luiden dan aldus: om naast het
oordeel der mannen, het practisch en spe
ciaal vrouwelijk inzicht der vrouwen te
vernemen. Vooral in de komende tijden,
van veranderde economische toestanden,
van gewijzigde, maatschappelijke verhou
dingen, met als gevolg daarvan nieuwe
eischen aan wetgeving en regeering, zal het
aan de gemeenschap ten goede komen als
mannen en vrouwen te zamen beraadslagen.
Hoe meer deze beraadslagingen vallen op
practisch wetgevend gebied, zooveel te meer
voordeel zal men er hebben van de mede
werking der vrouw. Bijgevolg zal de vrouw
zich veel meer op haar plaats gevoelen, zal
haar werkzaamheid van grooter nut zijn in
de Tweede Kamer dan in de Eerste Kamer.
Wie zich beschikbaar stelt voor het lid
maatschap van de Kamer of van eenig
ander vertegenwoordigend lichaam, moet
tegen critiek gewapend zijn en goed haar
verantwoordelijkheid beseffen. Doch dit is
een zaak die haar zelf aan gaat en de kiezers.
De hedendaagsche vrouwen beseffen wel
aegelijk hare verantwoordelijkheid tegenover
de maatschappij en haar taak tegenover de
gemeenschap.
Doch boven alles dit: als men overtuigd
is van het goede werk dat de vrouw als
parlementslid kan verrichten, dan stelle men
haar ook in staat dien arbeid te volvoeren
op de juiste plaats in onzen Senaat, maar
daar waar het practische werk wordt ver
richt, in de Tweede Kamer.
F. S. VAN BALEN
KLAAR
iiiiiiimMiiiiimminiii}
is ditmaal te vinden
Het Feuilleton
op pag. 10.
hunne om van die keuze de schaduwkant
te doen uitkomen. Zij schreven terug,
dat zij hun best zouden doen om Den
Haag door de bondgenooten aangenomen
te doen krijgen, doch, indien zij hierin niet
slaagden, stelden zij Maastricht, s
Hertogenbosch of Breda voor. Den Haag had n.l. het
nadeel van een open stad te zün, die tegen
subite gevallen, die llchtelyck können
ghebevren ende die men qualyck kon voorsien,
niet was genoegh bevesticht."
Tegelijkertijd liet Frankrijk bekend maken,
dat het Den Haag geen gelukkige keuze
vond en dat wel om dezelfde reden, waarop
de staten reeds gezinspeeld hadden. En daar
Zijne Allerchristelijkste Majesteit niet voor
zijn Britsche collega in edelmoedigheid
wenschte onder te doen, was hij wel bereid
zijn gezanten naar Engeland te zenden, b.v.
naar Dover.
Dit combat de générositéwas echter niet
anders dan een speculatie op de geraaktheid
en onwil van Karel II, omdat voor Frankrijk
bij zijn exoansieplannen de oorlogstoestand
tusschen Engeland en de Republiek de meest
gewenschte conjuctuur was. Dat spel door
zag de Engelsche diplomatie ook wel en
omdat zij den vrede met de Republiek haar
naastbijliggend belang achtte, maakte zij
bonne mine a mauvais jeu en koos uit de
voorgestelde plaatsen Breda.
L. HOOFIFN