De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 26 januari pagina 1

26 januari 1918 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

sna Zaterdag 26 Januari A°1918 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRÜGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE GASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f 2.25. Abonn. loopen per jaar UITGEVERS: VAN HOLKEMA ft WARENDORF, AMSTERDAM Advertenfiën omslag f 0.35 p. regel, binnenpag. f 0.40 p. regel NOVELLEN-PRIJSVRAAG DE UITSLAG Zooeven is de Jury gereed gekomen met haar zware taak: het keuren en schiften der 229 novellen, die ingekomen ivoren in antwoord op de in Juli 1917 uitgeschreven Prijsvraag voor een Novelle of Schets, bestemd om te worden opgenomen als feuilleton in de Amsterdammer." Redactie en iiitgevers brengen hierbij hun oprechten dank aan mevrouw Top van Khyn-Naeff en de heeren Cyriel Buysse en dr. Frederik van Eeden, voor de nauwgezetheid en toewijding, waarmede zij zich van deze, hun zware taak gekweten hebben. In plaats van 15 novellen, werden er 17 bekroond, op voorstel van de Jury, die, na de eerste keuze van 15 uit de 229, nog tivee novellen terzijde legde, Op pag. 3 van dit nummer publiceert de Amsterdammer de novelle: DE STEUVENDEN, door Arnold Saalborn, wien de eerste prijs (f 125.?) Werd toegekend. De tweede prijs (f75.?) kwam aan den*lieer Maurits Wagenvoort, en de derde (f 50.?) aan Nelly van Oostveen. V o orts werden p rij z en van f 25.?behaald door: Mr. M. L. Graeter, H. J. Smid, II e r m a n Poort, m e j. Marie S c h m i t z, m e j. B e p van 't H o v e k e, m e v r. S c h m i d tP r g er, H. S c h e n k k a n, IJ u g o Penning, ten Klooster, W. C. J. Mooy, mevr. A. W as-O s ing a, H. Phil. Kelder, m e j. N. van der Laan en J. W. W e l b e r g e n. Hunne novellen zullen in deze volgorde 'm de Amsterdammer gepu bliceerd worden. * » ? En nu ligt nog een liooge stapel novellen voor ons. Daarbij is nog zeer veel, dat waard is gedrukt te -worden ; redactie en uitgevers zullen dus gaarne gebruik maken van het recht, dat zij zich voorbehielden, om 't geen, wat haar uit die bijdragen geschikt voorkomt, tegen de gewone voorwaarden te publiceer en. Inzenders, die intusschen hunne novellen terug mochten verlangen. kunnen die tegen bewijsbriefje-met-motto bij onze administratie ontvangen. * ? * Het ligt niet in de bedoeling, den lezers een volledigcn kijk te geven. op den arbeid van de Jury. Wij willen echter volstaan met de mededeeling, dat alle niet bekroonde novellen (in drie onafhanke/fjk gestelde keurcijfers) een aantal van minder dan 19 punten op zich vereen laden. iiiiiiiimiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiHHiiiiMiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiim De inhoud staat op pagina 8. IlIttlllllIIIlllllltllllllllllltll EVENREDIGE VERKIEZING IN DE PRAKTIJK Het experiment, met de werking van het nieuwe Evenredige Kiesrecht, de vorige week door dit weekblad genomen, heeft uitteraard in zeer wijden kring levendige belangstelling gewekt. Wij zijn met de werking van het nieuwe kiesrecht nu den tijd van rede neeren voorbij, en aan dien van ervaren toe. Het volk heeft de proefneming aan vaard. Tastenderwijs gaan wij er op af. Sommige staten van de nieuwe wereld hebben het nog anders gedaan. Zij hebben hunne nieuwe systemen van kiesrecht pok officieel eerst bij wijze van proef" ingevoerd. Zulk eene wijze van experimental legislation zou hier, voor dit onderwerp althans, wat vreemd zijn ge weest. Doch in werkelijkheid zal ook ten onzent 't nog onbekende en zeker tal van verrassingen bergende stelsel, na de eerste toepassingen weder ter hand moeten worden genomen. Wij moeten er ons niet te vast aan gebonden gevoelen. Op de komende wetgevers rust zeker onverminderd de taak, zich van de blijkende resultaten, leemten en nadeelen, onbevangen reken schap te geven. Op grond daarvan zal dan, wat voor herziening vatbaar is, eenmaal behooren te worden herzien. Voorhands meenen wij ook uit de met het Vrouwenparlement" genomen proef, reeds eenige conclusie's omtrent de ver moedelijke werking van onze nieuwe kieswet te kunnen trekken. ** * De uitslag der stemming zal, naar wij tot ons genoegen vernemen voor ver scheidene nauwkeurige kenners van het nieuwe stelsel nog aanleiding tot het geven van nadere commentaren zijn. Vóór alles behoeft het stelsel thans populariseering, zoodat de kiezers, en ook de kiesvereenigings- en partij besturen, weten wat hun te doen staat. Het hanteeren van het lijstenstelsel voor de kiesvereenigingen, en van zijn stem voor den kiezer, wordt een zeer neenvoudige zaak! Zoo heeft het bij de vrouwenverkie zing veler verwondering gewekt, dat candidaten met vél minder stemmen geko zen kunnen worden verklaard, terwijl anderen met gunstiger stemmencijfer er buiten blijven. Het sterkste is dit uitgekomen bij de verkiezing van een candidate, mevrouw Mansfeldt?de Wit Huberts, die, zooals dan gezegd wordt slechts 5 stemmen op zich vereenigd had." En dit, terwijl voor haar eigen partij, de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, in kieskring I, Mevrouw Thiel met 27, en Fr. Wichers met 15 stemmen ongekozen bleven! Nu is dit geval, wegens de loting, inderdaad nog al zér toevallig geweest. Maar ook in andere gevallen trekt iets dergelijks de aandacht. In de partij" van V rouwen werkzaam op sociaal gebied' werd Fr. Boddaert met 39 stemmen niet gekozen, terwijl Mej. Kooistra met 26 stemmen wél ge kozen moest verklaard. En dit is gekomen, doordat op die partij in kieskring II 149, in kieskring I slechts drie minder: 146 in 't geheel zijn uitgebracht. Door deze 3 stemmen verschil, kreeg de lijst van kieskring II recht op n afgevaardigde meer, en daardoor was de candidate met op n na 't hoogste aantal stemmen aan de beurt. * * * Zulke abnormaliteiten bestaan in het tegenwoordige districtenstelsel natuurlijk ook. Hier wordt iemand gekozen met minder stemmen, dan de candidaat der zelfde partij, die 't elders aflegt. Maar bij het nieuwe stelsel is immers juist de eigenaardigheid, dat heel Neder land ons als n kiesdisdrict wordt voor gezet. En toch blijkt nu het hulpmiddel der kieskringen te maken, dat niet de per soonlijk meest gewenschte candidaat per se voorgaat. Het blijkt nu reeds, tot wat voor ver rassingen en combinaties dit lijstensteisel de eerste maal aanleiding geven zal! Als uit een goocheltoer zal 't nieuwe parlement te voorschijn komen. Hierin ligt dan ook een grond voor dit-aangevoerde bewaar: dat het Even redige Kiesrecht neerkomt op verzwak king van de macht en van de positie der volksvertegenwoordiging. In de tweede plaats voor dit feit:dat handige groepeering der namen op de lijsten, een heel apart vak van studie en toewijding wordt, waardoor ontzag lijk veel persoonlijke invloed uitgeoefend worden kan! En waar dus ook veel intrige bij te pas komen kan. Het nieuwe stelsel verhoogt zeer zeker de aangename, eerlijke onderlinge ver houding der candidaten in een zelfde partij niet! Integendeel, het kan die ver pesten. Wij staan er niet voor in, dat de ervaring in dezen niet reeds onver kwikkelijke indrukken biedt. Daar kunnen slechts diegenen buiten blijven, die op het standpunt staan, zich persoonlijk met hunne plaatsing op de lijsten zoo weinig mogelijk in te laten. Een punt heeft verder in de proefver kiezing getroffen: dat velen hun stem niet naar de partijlijst, maar naar den persoon bepalen. In de werkelijkheid zal dit misschien in mindere mate het geval zijn. Toch kan men ook daar verwachten, dat vele kiezers stemmen op een naam, en niet op een partij. Met de leer van het stelsel strijdt dit natuurlijk geheel. Dit wil in iederen kiezer vóór alles een partijganger, een lijstaanhanger zien. Hierin zit zelfs ook de verklaring van wat boven als schijnbare abnormaliteiten werden aangehaald. De verklaring is immers juist, dat een candidaat niet allén krijgt zijn eigen stemmen, maar ook de overschotten van zijn mede standers op de lijst. Het eigenaardige is dus, dat de stem des kiezers geheel buiten diens eigen wil naar geheei andere, hem onbekende per sonen toe kan vliegen, bijna als de schoen bij 't slof je-onder. Bedriegen wij ons niet, dan zal déze ontdekking in de . praktijk nog veel kritiek wekken. " In elk geval zal men beleven, dat velen, los van partij verban d, stemmen op den hun meest sympathieken persoon van het stembiljet. De overgang van individueel kiezer tot partijkiezer zal zoo maar een, twee, drie niet gaan! Men wordt waarlijk geneigd, de woor den te herhalen, eens door Clemenceau, die uit democratisch oogpunt steeds een aartsvijand van het evenredige stelsel is gebleven, broederlijk overgenomen van den Opstenrijkschen premier Vpn Gautsch: dit is een stelsel voor wiskundigen, maar niet voor burgers of politici". * * Toen de thans in den dienst van zijn land zoozeer gestegen Belgische afge vaardigde, de socialist Jules Destrée, een tiental jaren geleden zich de vraag ge steld zag: Kunt gij op grond van uwe ervaring de invoering aan het Evenredig Kiesrecht aanbevelen", was het ant woord: Hoed er u met zorg voor. Dit is de meening van iemand, die de treurige werkelijkheid heeft zien volgen op de verleidelijke woorden." Dit als voorwoord bij de even uitvoerige als vurige bestrijding van hel stelsel, door den Franschen déput Breton, wiens Contre la Proportionnelle in Frankrijk een zeer inslaande waar schuwing tegen de invoering van een instituut: dat slechts het conservatieve en reactionaire clericalisme dienen kan" gevormd heeft. Soortgelijke bezwaren hebben nog gegolden in de merkwaardige behande ling op 4 Juli 1917 in het Engelsche Lagerhuis. Daar is toen na uitvoerige bespreking geweigerd, aan de uitbreiding van het kiesrecht de invoering van het evenredige stelsel gepaard te doen gaan; op welke beslissing echter dezer dagen teruggekomen is. ?*' Uitteraard hebben alle beschouwingen steeds slechts betrekking op een bepaald stelsel, als: het in Belgiëgeldende, of het door de Fransche commissie voorgestelde. Ons stelsel staat op zijn eigen eigen aardigheden. Maar toch zullen de elders gevoelde bezwaren ook ten onzent, als een con trolemiddel bij de praktische werking, de moeite waard blijven. Zal het ook eenmaal ten onzent worden gezegd, wat de Geneefsche advocaat Combothecra schreef, in zijne nauw keurige studie over de werking van het evenredig kiesrecht in zijn land: dat ,,in het kanton Genève 't evenredige kiesrecht eene ontbindende werking heeft gehad"; de vorming in 't leven geroepen van talrijke groepen, voor een groot deel uit rivaliteit van personen voort spruitend" ? en dat: sinds de toepas sing van het evenredige kiesstelsel het land is aangetast door een echte electoraal-parlementaire ziekte; terwijl het vertegenwoordigend lichaam is geslagen met algemeene paralyse en krachteloos heid"? Zullen wij beleven, waar Destrée van gesproken heeft: een eeuwig voort durende partificatie, partijdeeling en partijbewind"; een bestuur door clubs"; een versteening van het politieke leven, doordat de uitslag der verkiezingen vooraf kan worden vastgesteld, en eene geregelde omzetting van de meerderheid, waardoor nieuw bloed in de regeering gebracht kan worden" vrijwel uitgesloten is? Zal het voordeeligst gebruik van stemmenoverschotten de voornaamste bezigheid der kiesvereenigingsbesturen worden?" de persoonlijke intrige" tot wasdom komen en de konkelarij der fractie's in het parlement zich meer en meer ontwikkelen?" De députésuppl ant'',zal hij inderdaad, door het wegvallen van de tusschentijdsche verkiezingen, aan de kiezers de gelegenheid benemen, hun kritiek op den staatkundigen toestand van het oogenblik tot uiting te brengen", en zullen de landen, die in den val zijn geloopen, ongetwijfeld eenmaal van de dwalingen huns weegs trachten terug te komen?" De vrees door Asquith, ofschoon een voorstander, besproken dat freaks and faddists", prullen en praatjesmakers", naar voren zullen komen, wordt zij be waarheid? * * * Wij halen al deze uitlatingen van menschen, die het hebben medegemaakt, op het oogenblik aan pro memorie. De ervaringen, met andere stelsels opge daan, zullen eenmaal als toetssteenenvoor onseigen stelsel weer moeten ter hand ge vat. Terwijl de kiezers en staatkundig be langstellenden op het oogenblik mee moeten werken tot een goede en ver standige toepassing van het stelsel in de practijk, moeten zij het tevens in de gaten houden. De publieke opinie mag er niet bij inslapen. Dit te minder, omdat de uit het even redig kiesrecht voortkomende parlementen een gevaar loopen, er zelf in vast te groeien en niet meer de geschikte lichamen te zijn, om de grondslagen onbevangen en energiek te herzien. Daarom hebben wij pok van den aan vang af eene onpartijdige commissie gewenscht, die reeds nu tot opdracht krijgt, na de e.k. verkiezingen een kri tisch rapport over de werking van het stelsel publiek te maken. Hieraan schijnt eenigszins tegemoet gekomen, doordat 't zoo juist benoemde Centrale Stembureau, waarin mannen van hooge competentie zitting hebben, tevens tot opdracht gekregen heeft het verstrekken van voorlichting en advies over de uitvoering van de Kieswet. Maar de praktijk van het evenredig kiesrecht blijft ook de geheele natie aangaan. Het is een proef, die op onze geheele natie genomen wordt, en de praktische waarde ervan moet dus ook de geheele natie ter harte blijven gaan, onder het motto: De Tijt sal 't leeren. v. H. iiiiiiiiniiitiiiiiiiiniiiiriiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii De Ontbinding der Russische Constituante De Stakingen in Oostenrijk-Hongarije Vóór het volk, maar niet door het volk dat was de vlag, waaronder de verlichte despoten van de tweede helft der achttiende eeuw voeren. De despoten, die op het oogenblik te Petrograd de macht nog in handen hebben, denken er eveneens over. Zij komen daarbij echter in strijd met hunne theorie, wat men aan Jozef II en Frederik den Groote en wie er verder nog op het lijstje der verlichte despoten staan, niet kan verwijten. Deze waren niet ge houden, het volk zelf te laten beslissen over wat er voor zijn bestwil moest geschieden, omdat zij het als onmondig beschouwden. Maar Lenin en de zijnen, die de leer van de volkssouvereiniteit huldigen, kunnen het met geen enkele behoorlijke reden verde digen, dat zij aan den uitgesproken volkswil het zwijgen opgelegd en de Constitueerende Vergadering ontbonden hebben. Met een behoorlijke reden niet. Zij kunnen niet zeggen, dat de oorlogstoestand het onmooglijk maakt, het geheele volk aan de verkiezingen te laten deelnemen, want ook voor de soldaten, die nog aan het front zijn, stond de gelegenheid open, hunne stem uit te brengen. Zij kunnen evenmin den uitslag der verkiezingen disqualificeeren door te zeggen, dat aan de kiezers de vrijheid om te stemmen op wien zij wilden, was ont nomen. Dit laatste Is wel dikwijls het geval geweest; maar die vrijheid ging dan verloren juist door pressie van de tegenwoordige machthebbers. Met geen behoorlijke reden kunnen zij het rechtvaardigen, dat zij de eenige vergadering, die namens het geheele Russische volk kan spreken, weer naar huis hebben gestuurd. Maar zij hadden daarvoor wel een afdoende reden. Deze: dat die vergadering terstond een einde aan hunne macht zou hebben gemaakt. Omdat zij, ondanks allen druk, dien zij op de verkiezingen uitoefenden, vreesden, dat de uitslag van die verkiezingen niet naar hun wensch zou uitvallen, hadden zij hunne maatregelen genomen om de Constitueerende Vergadeiing uiteen te jagen. Met brutale openhartigheid van achterbakschheid kan niemand hen beschuldigen maakten zij bovendien tevoren hun voornemen bekend zich niet aan de Vergadering te storen, indien hunne tegenstanders daarin de meerderheid hadden. Zoodoende hebben zij hen gelogenstraft, die hen voor dogmatici hielden. Lenin en Trotst y zijn geen theoretici, maar mannen van den daad. Zij hebben naar de macht gegrepen, zoodra zij wisten dat hunne regeering, zij het dan ook maar tijdelijk, door het volk zou worden verdragen, omdat die regeering niet slechts, zooals de vorige, den vrede beloofde, maar ook onderhandelingen over den vrede aanknoopte. Misschien hebben zij zich niet eens de illusie gevormd, dat hunne regeering van langen duur zou zijn. Maar hoe kort zij dan ook maar de macht in handen mochten hebben, van dien tijd zouden zij gebruik maken om enkele dingen tot stand te brengen, die door volgende regeeringen niet meer ongedaan zouden kunnen worden gemaakt. Een van die dingen is: de onteigening van de groot-grondbezitters en het brengen van den bodem in het gemeenschappelijk bezit der dorpsgemeenten. Indien het aan de maximalisten gelukt, deze hervorming in de practijk te verwezenlijken, zal geen latere reactie hieraan kunnen tornen zoomin als het voor de regeeringen, die na de revolutie in Frankrijk kwamen, mogelijk is geweest den verkoop van de bezittii gen der Kerk en der emigranten ongedaan te maken. Het is dan ook opmerkelijk, dat een van de be sluiten, die de Constitueerende Vergadering te Petrograd nog in de gauwigheid heeft genomen, een bekrachtiging is geweest van de agrarische revolutie. Een ander voldongen feit, waarvoor zij hunne opvolgers geplaatst hebben, is: dat Rusland niet langer deelneemt aan den oorlog en dat het Russische volk niet meer ertoe te bewegen zal zijn, de wapens op te vatten, Ook toen Kerenski aan het hoofd der regee ring stond, was de kans niet groot meer, dat Rusland nog militaire diensten van eenige beteekenis aan de zaak der Entente zou bewijzen. Maar toen kon althans nog de mogelijkheid worden verondersteld, dat Rus land, zij het dan ook een verzwakt leger op de been zou houden en dit langzamerhand zou versterken. Nu is zelfs de kans daarop voor de Entente geheel verkeken. Intusschen, al zouden de maximalisten met deze resultaten zich tevreden kunnen stellen, zij zullen er nog meer willen be reiken en hunne macht niet vrijwillig neer leggen. Door hun coup d'état tegen de Constitueerende Vergadering hebben zij hunne tegenstanders uitgedaagd, macht tegenover macht te stellen. Ook zonder deze les zouden die tegenstanders vermoedelijk hebben geweten, dat een regeering als die van de maximalisten alleen met geweld kan worden bestreden. De duur van die regee ring hangt dan ook alleen daarvan af, hoe veel tijd de overige partijen noodig hebben om haar verzet te organiseeren. Met n resultaat zouden de Maximalisten hunne macht het stevigst gevestigd'hebben: Indien zij een vrede hadden kunnen sluiten op voor Rusland aannemelijke voorwaarden. In de officieele mededeeling van het St. Petersburgsche Telegraafagentschap over de onderhandelingen te Brest?Litovsk, die vandaag is gepubliceerd, wordt den volke kond gedaan, dat van die onderhan delingen niets meer te verwachten is. Toch hebben zij haar nut gehad: zij hebben het Duitsche imperialisme ontdaan van de de mocratische garderobe en de wreede werke lijkheid tentoongesteld van zijne doeleinden". Het zou mij niet passen, dit te bestrijden; de vorige week heb ik hier iets dergelijks geschreven. Maar ik zou toch willen be twijfelen, of de Russen alleen naar BrestLitovsk zijn gegaan, om aan de wereld het onderscheid aan te toonen tusschen de be ginselen" van de Duitsche regeering en de toepassing" daarvan. Vermoedelijk hebben zij nog iets anders beoogd dan deze overigens zeer loffelijke demonstratie. Als geheel onmogelijk moeten zij het niet hebben beschouwd, dat de centralen vrede zouden willen sluiten zonder een gebieds uitbreiding, zelfs in verkapten vorm, te eischen. Maar hoe dit zij de officieele verklaring, dat er van de onderhandelingen niets meer te verwachten is", klinkt eenigszins voorbarig. Want de gebeurtenissen, die de laatste week in Oostenrijk en Hongarije zijn voor gevallen, moeten bij de Russen toch de hoop hebben versterkt, dat er van die onder handelingen wel degelijk iets te verwachten is. Niet: een onmiddellijke inwilliging van den eisch, dien Trotzky heeft gesteld, dat de Duitschers het bezette gebied zullen ont ruimen en dat vervolgens aan de bevolking ervan de gelrgenheid zal worden gegeven, zelf te beslissen over haar staatkundig lot; maar wel: het bijbrengen van het besef aan de Duitsche regeering, dat zij niet heel lang meer weerstand zal kunnen bieden aan den aandrang van het volk om vrede te verkrijgen, wanneer de eenige prijs voor dien vrede is, dat Duitschland af moet zien van machtsvergrooting. ; In Oostenrijk-Hongarije heeft men klaar blijkelijk er zijn bekomst van gekregen, den oorlog voort te zetten alleen ter wille van Duitschland. De hooggeroemde eenheid van de volkeren in dit rijk, die door den oorlog zou zijn gesmeed, begint bedenkelijk veel barsten te krijgen. Tusschen Hongarije en Oostenrijk loopt het spaak, niet alleen wegens den wensch van het eerstgenoemde rijk, om een eigen leger te hebben, maar vooral omdat het aan Oostenrijk niet zooveel levensmiddelen afstaat, als waarop dit recht meent te hebben. Met de Slaven Het de verstandhouding al lang veel te wenschen over; In Bohemen bekreunt men zich weinig meer om wat er te Weenen wordt gedecreteerd. Maar de stakingen van de vorige week hebben boven dien aangetoond, dat de wensch naar vrede overal heel sterk is geworden. Waarom zou Oostenrijk-Hongarije ook nog verder oorlog voeren ? Van Rusland heeft het niets meer te vreezen; Triest wordt niet meer door de Italianen bedreigd; alleen trouw tegenover haar bondgenoot verplicht haar Duitschland niet in den steek te laten, zoolang dit geen vrede op aannemelijke voorwaarden kan sluiten; maar vrede met Rusland kan het in eik geval sluiten, wan neer Duitschland en Oostenrijk geen annexa ties ten koste van Rusland verlangen. De bedoeling nu van de stakingen in Oostenrijk en Hongarije is geweest, aan de regeering duidelijk te maken, dat het volk een spoedig resultaat wenscht te zien van de onderhandelingen te Brest-Litovsk en dat het die onderhandelingen in geen geval wil laten mislukken door den annexatlelust van Duitschland. De beweging was eigenlijk meer gericht tegen de Duitsche.dan tegen de Ooitenrijksche regeering; tegen de laatste alleen in zooverre, als zfl zich op sleeptouw liet nemen door de Duitsche. Het anti-Duitsche van de beweging blijkt ook hieruit, dat de Reichs-Deutsche" partijgenooten van de sociaaldemocraten in Oostenrijk er niet aan deelgenomen hebben. Men krijgt bijna den indruk, dat aan de Oostenrijksch-Hongaarsche regeering de sta king niet zoo heel onwelkom is geweest. Aan haar eigen gezindheid tot een vrede zonder annexatie valt niet te twijfelen; reeds de redevoering, die Graaf Czernin in den vorlgen herfst hield, was in het wezen der zaak tegen Duitschland gericht. Sinds de vorige week kan zij aan de redenen, waarmede zij bïj haar bondgenoot gematigd heid heeft bepleit, een krachtig argument toevoegen: het gevaar van een revolutie. Een argument, waarvoor de Duitsche regeering zich niet Oostindisch-doof kan houden vooral niet, nu ook in Duitschland zelf de voorstanders van een vrede zonder annexaties hunne lijdelijke houding laten varen en door betoogingen op straat be ginnen te protesteeren tegen het drijven van de annexionisten. Daarom mag men de officieele verklaring uit Pttroprad, dat er van de onderhande lingen te Brest-Litovsk .niets meer te ver wachten is", eenigszins voorbarig noemen. 23 Jan. 1918. G. W. KERNKAMP

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl