De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 9 februari pagina 1

9 februari 1918 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

f1' 2120 Zaterdag 9 Februari A' 1918 DE AMSTERDAM MER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDER1K VAN EEDEN en H. SALOMONSON | Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f 2.25. Abonn. loopen per jaar | [ UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORP, AMSTERDAM | | Advertentiën omslag fO.'j p. regel, binnenpag. f 0.49 p. regel De Inhoud staat op pag. 11 VLAANDEREN MOET BELGIËVERZWAKKEN Het zal nu wel iederen onbevangen toeschouwer duidelijk worden, waartoe het Vlaamsche activisme" uitsluitend dient. Het dient, om België; te ontzielen. Het dient, om de Zuidelijke Nederlanden tot een gemakkelijken prooi te maken voor de Duitsche staatkundige begeerten. Een geheel eervolle en gerechtvaardigde Vlaamsche beweging is daartoe listig aangegrepen geworden en verdraaid. Elke goede neiging kan worden misbruikt. De sluwe minnaar exploiteert de liefde der dochter, om de protectie van den vader machtig te worden. De godsdienst wordt misbruikt, om de geloovigen te knechten. Zoo grijpt in deze dagen de veroveraar de vaderlandsche, nationale gevoelens van anderen aan, teneinde daardoor zijn macht te vergrooten. Wie het wél meent met een land, zoekt dit land tot nheid te brengen. Dit is de toetssteen voor dengene, wiens oogmerken men beproeven wil. Wie een land voor zijn eigen belangen wil doen dienen, die zaait er tweedracht en partijstrijd. Nihil praestare majus fortuna potest, quam hostium discordiam", riep Constantijn Huygens uit. Geen grooter voordeel kan de fortuin aanbrengen, dan twist onder den vijand." Dit fortuintje hebben de Duitschers in Vlaanderen gevonden. Zooals trouwens ook in het Oosten, in de verschillende randstaten", al pakt dit nu niet zoo schitterend uit. Van den Belgischen staat is n ding zeker: dat hij alleen vrij en onafhankelijk kan voortbestaan, wanneer hij ongesplitst en n blijft in den status van vóór 1914. De Zuidelijke Nederlanden kunnen zich de weelde van verdeeldheid niet veroor loven, evenmin als de Noordelijke, of zij vallen terug in den ouden toe stand van slavernij en afhankelijkheid waarvan hun verleden gewaagt. Dit geheele verleden is de proef op deze som. De onderlinge verdeeldheid tusschen de verschillende gewesten, tusschen Brabant en Vlaanderen, en Henegouwen en Artois, is altijd het vaste middel ge weest voorbuitenlandscheoverheersching. Ieder, die van Belgiëeen eigen iets heeft willen maken, heeft gestreefd naar n Belgisch geheel. Ten slotte heeft ook Europa begrepen, dat zulk een Belgische staat de beste oplossing is voor het geweldige probleem, dat daar in het botsingsgebied van Maas, Schelde en Noordzee geborgen ligt. En dezelfde historie wijst aan, hoe er wel degelijk een Belgische nationaliteit als eenheid bestaat. Het is nonsens, wat door de hand langers van de Duitsche staatkunde steeds wordt geventileerd,datdeBelgischestaatseenheid slechts een kunstmatig gebouw van de diplomaten van 1830 zou zijn. Neen, de naam Belgica heeft reeds sedert eeuwen een eigen klank, een eigen recht gehad. Reeds onder de Aartshertogen, in het begin van de 17e eeuw, was er een besef van Belgische eenheid en zelf standigheid, dat toen (óók uit eigen belang), in niet geringe mate is gefnuikt door... Noord-Nederland. Elke onafhankelijkheidsbeweging in de Zuidelijke-Nederlanden, waarvan het eind der 18e eeuw er verscheidene heeft ge zien, is steeds gevoerd onder het ideaal van de Belgische nheid. En dat de verschillende gewesten, dat Walenland en Vlamingenland eigenlijk los op zichzelfstaande gebieden zouden zijn, het is een van de quasi-wetenschappelijke, maar belachelijke onwaar heden, waarvan het Duitsche macchiavellisme zich heeft weten te bedienen. / * ' * * Dat wat taal en beschaving betreft, het Vlaamsche gedeelte van den eindelijk gevestigden Belgische staat wel in den druk is geraakt, valt door niemand te ontkennen, 't Is ook wel, althans in zijn aanvang, te verklaren. Men vindt dit reeds gedaan in eene merkwaardige brochure, door Thorbecke in 1830 ge schreven. Hij toonde daarin aan, dat de Belgen hun vrije cultuur en welvaart aan Frankrijk te danken hebben, en dit ook zeer sterk voelden, terwijl zij van Nederlandsche zijde steeds onder den domper gehouden waren. Doch dit is nu anders. Wij zouden allen gaarne zien, dat de Belgische regeerirg reeds nu duidelijk verkondde, de Vlaam sche rechten hoog te zullen houden. Noord-Nederland stond gereed, en het zal nog veel meer gereed staan, het Nederlandsche Belgiëkracht en steun te bieden in zijn verdere opkomst. Een steun, even los van Duitschland", even anti-pangermaansch, als ook elke eerlijke Belg hem wenschen moet! Moge Noord-Nederland zich daartoe voorbereiden. Het is voor ons niet enkel een beschavings-, het is ook een staat kundig belang. Want de ongerepte en zelfstandige levenskracht van den Belgischen staat, het werd in deze kolommen reeds her haaldelijk betoogd, is evenzeer een volstrekt levensbelang voor de onaf hankelijkheid van Noord-Nederland. Met walging en bezorgdheid beschou wen wij de uitroeping van de Zelfstan digen Vlaamschen Staat", welke de Duitschers dezer dagen te Brussel op touw hebben weten te zetten. Wij kunnen hier van de aankondigingen, waarmede de comedie is ingeleid, eenige reproduceeren, welke naar onzen schrijf tafel zijn overgewaaid. De zaak schijnt beklonken. De Vlamingen willen zelfstandig zijn... Zij hebben zelfs een eigen ministerie gekregen: de leden van den indertijd onder Duitschen invloed benoemden Raad van Vlaanderen zijn zoo goed geweest, zich zelve als zoodanig te ontslaan, en zich tevens tot ministers te benoemen. 't Mocht alles wat! Het geheel is een akelige truc. En wij stellen er prijs op, dit hier te lande goed te doen gevoelen, waar nog verscheidene sentiments-NederlandschVerbonders door 't geval zouden kunnen worden geïmponeerd. Wie op het oogenblik werkelijk in Belgiëzou kunnen zien, door de censuur en de Duitsche pressie heen, hij zou, wij kunnen het op grond van afdoende ge gevens verzekeren, dit zien: een geheele Vlaamsche bevolking, die niets met de geheele zaak te maken heeft of wil hebben; ook eene geestelijkheid die, zeer ijverig voor de Vlaamsche beweging, zich van het activisme" geheel afkeerig betoont; een natie, die n wil blijven; een troep grootendeels obscure heertjes, die zich door de Duitschers naar voren hebben laten schuiven om Vlaanderen te vertegenwoordigen"; en een heirleger Duitsche intriganten en regisseurs, ge steund door eenige Noord-Nederlandsche mispunten, die een soortement instem ming van het publiek" en scène zetten, welke dan toch nog mislukt! Men behoeft maar eens de echt Vlaam sche volkblaadjes onder de oogen te krijgen, de blaadjes die in het geheim verschijnen en rondfladderen, om te zien hoe vijandig in werkelijkheid Vlaanderen tegenover deze afscheidingsbeweging en het activisme staat. De leden van den Raad, die straks vertegenwoordigers moeten heeten, worden er niet veel beter dan als verraders beschouwd. * * Wij bemerken met onuitsprekelijk ge noegen, dat zoo de toestand in Belgi is, en dat men zich ginds niet bij den neus laat nemen. De bombarie van den Raad van Vlaanderen" bewijst iutusschen twee dingen, die hier te lande goed moeten worden verstaan. Ten eerste, ook al vaker in ons blad gezegd: dat de Duitschers nog in het geheel niet van Belgi afzien! Anders zou immers het middel van slinksche onderwerping niet met zooveel ijver worden toegepast, zooals het ook in Polen, Koerland, enz. is toegepast geworden. Ten tweede, dat de geheele opzet dienen moet, om ons ook eenmaal te vergasten op een wil der bevolking" in Vlaanderen, een zelfbeschikkingsrecht der Vbmingen" ten einde zich een eigen, eenen machteloozen staat, te vormen. De Raad van Vlaanderen, quasi ge kozen en toegejuicht (in verscheidene gevallen zijn de kiezers zelfs met gegevangenisbedreiging tot deelneming ge dwongen!) moet dan natuurlijk dienst doen als uit eigen boezem der burgerij opgekomen orgaan'. Men kan verwachten, dat eerlang ook de gemeentelijke en provinciale raden naar den zin van de Duitsche Vlamenpolitiek zullen worden omgezet. Wanneer de soortgelijke organen" in de oostelijke randstaten op eenzelfde bamberg-politiek berusten als in Vlaan deren, weten wij nu des te beter hoe laat het is! Men mag er Trotsky dank voor weten, dat hij dit droevige spel met de in elkaar gepreste vertegenwoordigingen" ont zenuwd heeft. Doch wij in het Noorden zullen zijne aansporingen verder niet noodig hebben, om de stem te verheffen, wanneer een maal op zoo'n manier geprobeerd mocht worden het rijk van Koniag Albert te ontmannen, en den Belgischen zuster staat in nieuwe machteloosheid en satrapie te brengen, een nieuw ongeluk voor zichzelve, een nieuwe bedreiging ook voor anderer vrijheid. Nog broeit natuurlijk juist ook de beiersche Rijkskanselier Von Hertling op vestiging van de Duitsche macht in België. Speciaal Zuid-Duitschland is daarvoor immers zeer gezind. Nog ijveren andere kringen, als die der PROPAGANDA VOOR DE ZELFSTANDIGVERKLARING VAN VLAANDEREN IN HET ONDER DUITSCHE CENSUUR VERSCHIJNENDE DAGBLAD Het VLAAMSCHE NIEUWS" M, HOODESTRAAT, H AMTWfi'ftfQN "l?i£Ü5£S§^o^Jaau»ri 1918- 4ac Jaa : i Prijs 6 Centiem voor Belgi A, A N SQ S DWINGER ' ?'.e bL.JI, dea regel I.M " Verschijnt 7 maal per week ug. H*Kii», K-«4;i»!nt«i A», YAX .'):.H B,1\M'£; ras* tfn -tttt» medewerking vut B«*gjorr>M fijttm A a Men JACOB U persoonlijk 08 'Raad van Vlaanderen roept leifstani i Brussel. 19 Januari. (C. V. P.) Overeenkomstig de doe!' einden aangegeven in zijn eeiste manifest, n i<i.u- geJcd'.:n ver.scKc-n* n. heefïde Raad -ven Vlaanderen, in djn al^emecne vcr-^sdering vari . 22 December 19!7, plechtig en eenperigiijk VU.indoren's vollere ? zelfstandigheid besloten. i In gevolge dixa vtrklorir.g, legt de Raad var. Vlaanderen het ' mandaat neer, hem donr den Vïaamschcn Landdag van 4 Februari i916 i (oevertrouwd, en za! zich aan een nieuwe volksraadpleging onderwer* pen. dit r>ec Vlaarascrie vc!k g;elegcrihe:c! mort v.-rschaJfen, z/jn w t noïwjna dit bealui* van den Rüad uit -te. drukken. * : DE KOMMfSSIK VAN GE'/OLMACHTIGDÏN : < De Algemeene Sekretarts, De Voorzitter, . ? ? A. BRijS. Prof. Dr. TACK.. ' . Bmtenlandscae Zaken : Prof. Mi. A. T. M. JGNCK'V j Bim*riU-,id»che Zaken : Prol;, Mr. K. HKYNDRICKX. Landbouw en Openbare .Werken . Prof. VERyiF.'jV/E. Wetenschappen en Kunsten : Prgf. Dr. j. DE DECKP.K. i Justitie: Mr. Flor HEUVELMANS. ; ' Financiën : L. MEERT. ? Nijverheid .?;;? AiV-id : Dr. E VFR HEF.? Nationaal Verweer : De. Aug. EC:V,MS. i; Posterijen, Telegrafen en Zee'vezi.n : Prol. F, BtvlILF.^. Facsimile's van de in Het Vlaamsche Nieuws" verschenen aankondigingen JGROOTE PLECHTIGEFïD TE BRUSSEL ft ZONDAG ZO JAN0AE!, »m 11 a,, in iit« A!'j«iub,-a-Siiio:iK5ljrjs {Znahilaan) VOORLOOPJG RAPPORT van de Jury Kracht- en Warmle-Prijsvraag Hieronder volgt een kort overzicht van de Jury in verband met de prijsvraag inzake Kracht m Warmte. Vooraf zij medegedeeld, dat oplossingen die ten volle aan de verwachtingen der Commissie hebben beantwoord, niet zijn binnengekomen en dus ook hoogere prijzen dan f 200.?niet konden worden toegekend. Het totaal aantal der inzendingen bedroeg 173. Een groot aantal der inzenders zocht de oplossing van liet vraagstuk in het nuttig aanwenden van voorhanden natuurkrachten, als: wind. eb en vloed en ome rivieren. Andtren wijdden zich meer speciaal aan hel briketteercn van minderwaardige brand.stoffen. Voorts zij nog opgemerkt, dat meerdere inzenders in hun pogen dt wet op het behoud van het arbeidsvermogen uit het oog verloren, waardoor hunne oplossingen neerkwamen op het ontwikkelen van een soort perpetuum-mobile. De Jury stelt zich voor in een, uitvoerig artikel de bekroonde oplossingen afzonderlijk te behandelen en daarna in een kort overzicht den inhoud der overige inzendingen samen te vatten, daar toch enkele inzendingen, hoewel zij niet volgens het oordeel der Jury voor een prijs in aanmerking komen, een origineel karakter dragt-n. l)e volgende prijzen zijn t/ians toegekend: 1. C. Prince, Driebergen, Sintelsortecring f 'MO. ''. Mofto: ,,De tijd zal 't leererï'. BrikcMeeren van mager/ijnkool in kalkzandsteenfabrieken ., L~>0. ?V. Motto: .,Sinfe/s'\ Krikettceren can gesorteerde sintels in een steenfab, 100. f .jö. i. Motto: ..Ernst'1', Gloeiend zand in combinatie met systeem liooikist ., 100. y. Motto: Alle beetjes helpen'", holecrutanchet voor gaskooktoestellen ,, lUO. . l 'ooiis heeft de Jury geineend aan de volgende inzenders kleinere, bedragen beneden f 100. ter beschikking te moeten stellen, welke bedragen echter niet het karakter van een prijs dragen, docli meer van. een tegemoetkoming in de ko-'en welke de inzenders zich hebben getroost. 1. Motto: ,,\\"dt gij niet geslagen zijn, slaag'', Bruinkoolcokes en bruinkooloniginning ................ 2. A. J. den Dinjtsen, Arnhem, Turfinolm-Vulkachel ...... ?1. Motto: Aschki>'\ Sorteeren van asch, en briketteering ..... ?L Motto: Alle beetjes helpen'''', Isnleeringsoven voor gaskooktoestellen liet heeft bij de Junj een punt van overweging uitgemaakt zich te constitueeren, daar voortdurend nog meerdere inzendingen binnenkomen en de cncacfd.ing mag worden gekoesterd, dat er personen zijn, die wegens de korte spanne tijds, die voor de uitwerking ter beschikking stond, van een inzending hebben afgezien, doch hiertoe alsnog zullen overgaan wanneer hun meer tijd daarvoor ter beschikking staat. Hiertoe werd besloten, zoodat de inzond in. ;J HOff verder is Qp&nQ&steld; oplossingen dienen te worden geadresseerd aan den Secretaris, Mr. K. Jansma, Keizersgracht 450, Amsterdam. Tenslotte verzoekt de Jury den bekroonden inzenders zoome.de hen, aan tpie een bedrag van onder f 100.?is toegekend, voor zooverre, de inzending onder een motto geschiedde, ten spoedigste machtiging tot opening der enveloppen en publicatie van hunne namen. DE JURY INZAKE PRIJSVRAAG KRACHT EN WASMTE, J. G. BELLAAR SPRUIJT, J. DE KUIJSEB, DB. W. LULOFS, J. MUYSKEN, J. VAN ROSSUM Du CHATÏEL. Europaische Staats- and Wirtschaftszeitung" voortdurend voor eene wedertoevoeging van Belgiëaan Holland, als de ,,beste oplossing" van het geheele geval. In haar nummei van 29 Decem ber 1.1. bracht dit Dwitsche blad nog een zeer scherpe kritiek op het Duitsche bestuurswezen in België, en op deszelfs flamingantisme''. Het is goed, dat vanuit Holland daar tegenover steeds met nadruk vernomen worde, en nu in 't bijzonder in het aan gezicht van de Vlaamsche manoeuvre : w ij verwachten niet anders, dan dat Belgiëonverdeeld, onverzwakt, in zijnen vroegeren staat terugkeeren zal, en w ij zien geen andereregeering van Belgiëdan zijnen Koning. v. H. Aan Inlijving van Belgi denkt niemand" De Nederlanders zeuden dadelijk de Engelschen bijvallen, als wij de dwaasheid begingen door ons in Belgiëte nestelen hunne onafhankelijkheid te bedreigen". Zoo sprak professor Hans Delbrück tot een lid der redactie van de Nieuwe Rotlerd. Courant, dat hem kwam interviewen. Een aantal van zijne landgenooten en helaas! ook een aantal Nederlanders denken er anders over. Indien Duitschland en Belgiëeen militaire en economische eenheid zouden vormen, zo* meenen zij, dan blijft er voor Nederland niet veel anders over dan zich op de eene of andere wijze daarbij aan te sluiten. Maar Delbrück heudt ons veor menschen met te veel zelfbewustzijn en te veel liefde voor de zelfstandigheid van ons vaderland, dan dat wij ooit gevolg zouden geven aan een uHnoodiging om in nauwer verband tot Duitschland te treden. Wq zouden bij Enge land hulp gaan zoeken en de bedreiging der onafhankelijkheid van Nederland zou een nieuwen wereldoorlog doen uitbreken. Ik heb geen enkele reden, aan de goede gezindheid van Del&iück ten opzichte van Nederland te twijfelen; ook heeft hij nu niet voor het eerst zich tegen een opaniijke of verkapte inlijving van Belgiëbij Duitschland verklaard, maar sinds geruimen tijd het volledig herstei van rie souvereinit'iit en de terrirurtale integriteit van België" er n nood zakelijke vredesvoorwaarde genoemd. Maar wél zou ik er aan willen twijfelen, of het argument, waarmede hij den Duitsehers wil betoogen, dat zij hunne handen van Belgiëaf moeten houden, heel veel indruk zal maken op diegenen van zijne landgenooten, die juist in het Westen de beroemde waarborgen" tegen een nieuwen overval" willen z«eken. Ook dezen zullen er zich vermoedelijk wel rekenschap van hebben gegeven, dat het brengen van Belgiëonder de militaire en economische macht van Duitschland de positie van Nederland als zelfstandige mo gendheid bedreigt. Maar of zij koesteren een geringeren druk van de liefde der Ne derlanders voor hunne onafhankelijkheid dan Delbiück toonde te hebben en vleien zich met de hoop dat Nederland, zij het dan ook na wat tegenspartelen, door de macht der omstandigheden gedwongen zal worden aan sluiting te zoeken bij Duitschland, of zQ erkennen, mét Delbrück, dat een poging om Nederland In nauwer betrekking met Duitsch land te brengen reden tot een nieuw conflict zal geven. In het laatste geval behoeft deze meening hen er echter niet van te weerhouden, reeds nu de hand op Belgiëte leggen. Zij kunnen de kans aanvaarden, dat alleen door een nieuwen oorlog ook de monden van Schelde, Maas en Rijn binnen de machtssfeer van Duitschland kunnen worden getrokken; maar zij zullen er misschien de voorkeur aan geven bij den vrede, waarmede de tegen woordige oorlog moet eindigen, twee vliegen in n klap te slaan en tijdelijk met de Bel gische ook de Nederlandsche quaestie te regelen". Uit een oogpunt van zuinigheid is daar veel voor te zeggen. He* zou de moeite en kosten van een nieuwen wereld oorlog uitsparen. Bij die regeling" Is het dan niet noodig Nederland bij Duitschland in te lijven. Ook zonder inlijving" kan men een land afhan kelijk maken. In dit opzicht is heel leerzaam een bro chure, getiteld: Zwei Schwabenreden zur gegenwartigen Lage". Men kan e» twee redevoeringen in lezen, die prof. Theobald Ziegler en Oberstudienrat dr. Egelhaaf in September 1917 resp. te Frankfurt a/Main en te Stuttgart hebben gehouden. Beide sprekers gaan te keer tegen de meerderheidsresolutie van den Rijksdag, tegen een vrede zonder annexatie en schade loosstelling dus; beiden vinden de demon stratie uit den booze en willen aan de regeering de handen geheel vrij la1 en om bij den vrede een zoo groet mogelijken buit binnen te halen. Vooral bij Egelhaaf ook hier te lande wel bekend door zijne leerboeken van ge schiedenis, zijn boek over Hismarck, zijne geschiedenis van den nieuwsten tijd na den vrede van Fiankfort kan men vernemen, hoe een Duitsche vrede" hijzelf gebiuikt dit woord eruit moet zien, wil hij be hagen aan een annexionistisch-gezind Duit

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl