Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
16 Febr. '18. No. 2121
SLUITINGSUUR
Teekenlttg voor De Amsterdammer" van Jordaan
i
y"'
r
*,
ik
Asjeblieft, meneer Afrekenen.... l"
IIMIMIIIMIIIlmlIIIIIIHIIItlllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIII
viërs plaats voor hen moeten maken.
Zoo hadden dan de centralen in het alge
meen en sommigen hunner in het bizonder,
. stof tot juichen, toen Trotzky op eens dien
leelijken streek uithaalde.
Met de brutaalste minachting voor alle
diplomatieke gebruiken maakt hij op zijn
eigen houtje een einde aan den oorlog; hij
ziet af van de onderteekening van een for
meel vredesverdrag, en verklaart eenvoudig
den oorlogstoestand met Duitschland,
Oostenrijk-Hongarije, Turkije en Baelgarije voor
geëindigd.
Voor Turkije en Boelgarfje maakt dit niets
uit; die komen daardoor niet in een slechter
positie.
Maar voor Duitschland en
OostenrQkHongarije wel. De ministers van die landen,
die te Brest-Litovsk de onderhandelingen
leidden, zullen Trotzky nu nog meer ver
wensenen dan zij vermoedelijk reeds in hun
hart gedaan hebben, toen zij het college
van Trotzky over de theorie en de practijk
van het zelfbeschikkingsrecht der volken
moesten aanhooren.
Zij hadden, door den afzonderlijken vrede
met de Oekraïne, juist aan Trotzky geleerd,
iiiiiiimiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimii
WAAROM PRO-ENTENTE EN
ANTI-DUITSCH
Wij ontvingen het volgende schrijven:
Geëerde Redactie
de bedoeling van dit schrijven is niet, u
ruimte te vragen voor eenig artikel van mijn
eigen hand, maar u, zoo het niet met alle
bescheidenheid strijdt, te verzoeken om een
aanwijzing en ontwikkeling van de gronden
van uw klaarblijkelijke verzekerdheid dat de
Entente-landen en vooral ook niet minder
Amerika oorlog voeren voor hooge, geeste
lijke doeleinden, en niet vooreigen imperialis
tische en kapitalistische belangen.
Ik zou niets liever willen dan te kunnen
gelooven dat het werkelijk zoo is, als voort
durend door u in uw blad, niet wordt betoogd
en nog veel minder beweezen, maar een
voudig als onbestrijdbaar en van zelf sprekend
wordt verondersteld, dat de zegepraal van
Engeland en Amerika deze alleen, de zege
praal beteekenen zal van het recht en van
de heele hoogere beschaving. Dat de wereld
Duitschland, met name den Pruissischen
machtswaanzin, te vreezen heeft, ingeval van
een overwining der Centralen, wordt wel
voldoende door mij beseft, maar nooit heeft
het mij nog duidelijk willen worden om
welke redenen wij geloof zouden nebbe*
te slaan aan de hoogdravende verzekeringen
van de heeren George en Wilson dat zij
bezig zijn een wereldroeping te vervullen
in den dienst van recht en menschelijkheid.
Zijn deze heeren niet op eenigerlei wijs de
werktuigen en de spreekbuizen van het
Engelsche en het Amerlkaansche groot-kapitaal?
Zoo niet, hoe hebben wij dan de plotselinge en
ongedachte verandering van Wilson te ver
klaren van vredestichter in oorlogsheid ?
En hoe is het dan mogelijk dat de
Engelsche regeering met de meest onbuigzame
halstarrigheid weigeren blijft om zelfs over
den vrede te praten ?
Ik kan moeielijk aannemen, dat ik de
eenige onder de lezers van uw blad zou
zijn wien dit raadselachtig en onbegrijpelijk
dunkt, en die verlangend uitziet naar eenig
artikel (van b.v. Dr. Frederik van Eeden of
van den hooggeleerde die schuil gaat achter
de bekende initialen v. H.) waarin het
gezag waarmee u terecht door het publiek
wordt bekleed, «ok door bewijzen van de
juistheid van uw gevoelen wordt onder
steund en gerechtvaardigd.
In hoogachting heb ik de eer te zijn
Uw D w. dn
J. MOLENAAR,
rust-pred.
Gaarne voldoe ik aan het verlangen van
deezen correspondent. Zeeker is hij niet de
dat praatjes geen gaatjes vullen; zij hoopten
hem nu te dwingen om zaken te doen; zij
rekenden er vermoedelijk op, dat Trotzky
niet van Brest-Litovsk zou durven thuis
komen zonder voor het Russische volk den
vrede mede te brengen, dien de maximalisten
het beloofd hadden; zij zullen dan hebben
verwacht, dat hij, zij het ook onder protest,
een vrede zou teekenen, waarbij de regelingen
bekrachtigd werden, die de Centralen tijdens
den oorlog ten opzichte van Polen en het
andere bezette gebied hebben gemaakt en
die, volgens hen, door de vertegenwoordi
ging van de bevolking, dezer landen zijn
goedgekeurd.
Dan hadden Duitschland en
OostenrijkHongarije zonder inleving! in het
Oosten de vergrooting van macht gekregen,
die zij beoogen; dan was dit alles reeds
vastgelegd in een vredestractaat en zou het
voor de Entente nog veel moeilijker zijn
dan het nu reeds is om het bij den
algemeenen vrede weer ongedaan te maken;
dan was de quaestie van de Oostgrens reeds
afgedaan en kon Duitschland verder
probeeren in het Westen nog eenige waar
borgen" er bij te krijgen.
eenige leezer van ons blad die zoo denkt,
hoewel ik ook namens mijn meederedacteur,
die achter de zeer doorzichtige initialen
v. H. schuil gaat", meen te spreeken als
ik mijn verwondering betuig dat deeze ver
langde toelichting nog noodlg is. Als wij
onze gezindheid onbestrijdbaar en van zelf
spreekend noemen, dan geschiedt dat waar
lijk niet uit gebrek aan argumenten en
eevenmin zonder dat wij uitvoerige toelich
ting hebben gegeeven. In tal van artikelen
heeft professor van Hamel betoogd dat wij van
het Engelsch of Amerikaansch imperialisme
'weinig of niets, van het Duitsche daarenteegcn
alles te vreezen hebben, en het gaat hem
zeeker als mij, hij vindt het nu al wél en
ziet er van af telkenmale dezelfde on weer
sprooken en blijkbaar onweersprekelijke
betoogen te herhalen. Ik meende reeds zoo
uitvoerig en principieel als mij moegelijk is,
te hebben uiteengezet, in mijn ook als bro
chure gepubliceerde weekblad-artikels bij
't licht van de oorlogsvlam", dat deeze
groote oorlog een geweldig proces van
vooruitgang is, waarin de Autokratische
monarchieën hara-kiri pleegen en de repu
blieken en demokratische volkeren strijden
voor de beetere toekomst der mensehheid.
Na dit betoog scheen het mij ooverboodig
nog iedere week onze leezers er aan te
herinneren dat de rechtvaardige of de
betrekkelijk minst onrechtvaardige zaak
was aan de kant van de entente. Ook al
hadden Duitsche schrijvers en spreekers,
zooals de schrijver van j'accuse", Carl
Liebknecht, Hermann Fernau, Wolfgang
Breithaupt e. a. ongelijk in hun voorstelling
van de zaak hoewel die voorstelling
nooit afdoende is weerlegd dan nog zou
Duitschland in 't ongelijk zijn, omdat het
aanvallend en aggressief is opgetreeden, wat
een vreede-lievende van zijn kracht bewuste
staat niet doet.
Dit feit moet voor ieder zelfstandig denkend
en ethisch voelend mensen vast-staan dat
Duitschland, op zijn allerbest beschouwd,
een preventief oorlog voerde, geen defensief
oorlog, en da' dit onverdeedigbaar is en de
weerstand t' ooverige volken niet alleen
verontschul ,t maar ook rechtmatig en
goed doet jrkoomen.
Nu vra dominee Molenaar bewijzen,
bewijzen r de rechtvaardige gezindheid
van de ate. Maar vooreerst kon hij
weeten i dit conflict geen zuiver logi
sche b' i moogelijk zijn, aangezien de
teegen /s reeds al hun argumenteer
kracht en uitgeput, zonder elkaar te
kunnen overtuigen. En ten tweede is het
voor een ethisch-gevoelig mensch reeds van
den aanvang af duidelijk, uit de feiten, dat
de moraal van de entente volken hooger
N.V. PAERELS
Meubileering MIJ.
COMPLETE MEUBILEERING
-: BETIMMERINGEN
:Rokin 128
Telef. 454
Illllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllllltllllllllllllllllllllltllllllllltllllllllll
Maar nu staat alles nog op losse schroe
ven. Verfluchter Kerl!" hebben zij te Berlijn
gezegd, toen hun uit Brest-Litovsk werd
geseind, met welke surprise Trotzky ten
slotte voor den dag was gekomen, De
meeste Duitsche couranten hebben het niet
dadelijk zoo begrepen; die waren eerst in
de wolken, toen op n en denzelfden dag,
het bericht kwam van den vrede met de
Oekraïne en van Trotzky's verklaring, dat
de oorlogs toestand geëindigd was. Maar
de volgende dagen zakten zij weer af, toen
hun de wenk werd gegeven, dat alles niet
zoo mooi was als het leek. En nog altijd
zitten de Duitsche en de Oostenrijksche
regeering er over te denken, welke houding
zo nu moeten aannemen. Verfluchter Kerll"
Met dat al zal een bedachtzaam lezer
zeggen staat de westgrens van Rusland
toch ook niet vast; de streek van Trotzky
HUGO DE VRIES
16 Februari 1848-1918
Weinig Nederlandsche geleerden genieten
een zoo groote wereldvertnaardheid als
Hugo de Vries, die den 16en Februari zijn
70sten geboortedag viert; maar weinigen
kunnen dan ook bogen op een zoo reus
achtige levenstaak: het stichten en toe
passen van een geheel nieuwen tak van
wetenschap, die niet alleen van theoretisch
belang is, maar ook tal van praktische toe
passingen belooft of reeds heeft opgeleverd.
moge nog zoo slim bedacht zijn, hij heeft
er toch geen einde door gemaakt aan de
bezetting van een groot stuk van het vroegere
Rusland door Duitsche troepen.
Volkomen juist. Maar hij zal zich ook niet
gevleid hebben met de hoop, dat hij dit ge
daan zou krijgen bij een voortzetting van de
onderhandelingen. Zijn jongste tour de force
heeft hem gered uit de moeilijkheid, waarin
hij geraakt was; hij behoeft nu geen vredes
verdrag te teekenen, waarvan de voorwaar
den door de centralen zijn gedicteerd; hij
brengt uit Brest-Litovsk geen formeelen
vrede mee, alleen den geëlndigden oorlogs
toestand"; het verschil tusschen die twee is
te subtiel, dan dat het Russische volk aan
Trotzky zou verwijten, dat hg knollen voor
citroenen verkoopt.
En wat de zwevende westgrens vau Rus
land betreft daarom zullen Trotzky en
Le«in zich niet veel bekommeren.
Grensquaesties hebben geen beteekenis meer,
als overal in Europa de sociale revolutie is
uitgebroken. Om die sociale revolutie is het
den leiders der maximallsten te doen. Daar
op wachtte Trotzky, toen hij te Brest-Litovsk
stond te oreeren. De werkstakingen in
Oostenrijk-rfongarqe en Duitschland schenen er
de voorbode van te zijn. Die kans is
voorloopig verkeken. De maximalisten moeten
nog wat geduld oefenen. Uit Brest-Litovsk
hebben zij intussen gehaald wat er voor hen
te halen was. Toen de citroen was uitge
knepen, heeft Trotzky hem weggegooid en
den.oorlogs toestand voorgeeindigd verklaard.
13 Febr. 1918. G. W. KERN KAMP
Na hel verschijnen van DarwinVs ,,0rigin
of Species" in 1859?1861, vond de evolutie
leer de theorie der gemeenschappelijke
afstamming van alle planten en dieren die
wel niet door dezen grooten natuuronder
zoeker opgesteld, maar toch stevig gegrond
vest is, al meer en meer aanhangers, zoodat
tegenwoordig nagenoeg niemand er meer
aan twijfelt. Miar langen tijd bleef het de
algeme*>ne opvatting, dat de wijze, waarop
die afstamming heeft plaats gehad, wel nooit
proefondervindelijk zou zijn na te gaan, daar
hiertoe een veel te lang tijdsverloop vereischt
Prof. Hugo de Vries. Naar de schilderij van Thërèze van Duyl Swartze
IIIII1IIIIIIIIIIIIIHII
staat dan die waartoe thans het Duitsche
volk zich oopenlijk bekent.
Het gaat niet aan, de verklaringen en
reedenen van Lloyd George en Wilsoa van
den aanvang af te wantrouwen, zoolang zij
niet door hun daden dat wantrouwen wet
tigen. En dat is tot nog toe niet gebeurd.
Frankrijk heeft ziek teegen een aanval
verdeedigd, en Engeland heeft den aange
vallene geholpen, zooals het behoorde te
doen, zooafs wij óók hadden behooren te
doen, als wij er de macht toe gehad hadden.
De zaak is zóó bizonder eenvoudig. Duitsch
land pleegde onrecht, volgens eigen beken
tenis en de andere volken weerstonden het.
Het nageslacht ook het Duitsche zal
zich verwonderen oover de sotistlek waar
mee deeze eenvoudige waarheid werd ver
duisterd.
Laat dominee Molenaar, en wie denken
als hij, zich eens afvragen of wij er Engeland
niet een verwijt van zouden gemaakt heb
ben, als het in zelfzuchtige
vreede-lievendheid België, Serviëen Frankrijk had laten
oovervallen en onder Duitsche heerschappij
koomen.
En als nu het Duitsche volk zich solidair
blijft verklaren met zijn militaristische macht
hebbers, moeten wij dan niet vragen: welk
onrecht hadden de Duitsche regeerders wel
moeten pleegen om het Duitsche volk van
zich te vervreemden? Kon het onrecht dui
delijker en feitelijker voor ieders oogen staan?
Meent men dat het Duitsche volk zou zijn
opgestaan en geweigerd hebben te vechten
als het onrecht nog duidelijker ware geweest?
Wat beteekent daarbij dan hun poovere
verontschuldiging? Is een sterk volk, met
zulk een staatsinrichting, zulke onverant
woordelijke regeerders en zulke gedwee
onderdanen niet een blijvende bedreiging,
een schrikkelijk gevaar voor alle andere
volken, vooral de kleinen? En moesten wij
niet dankbaar zijn dat er volken zijn die de
macht en de wil hebben het o_nrecht te
weerstaan? Maar dan moeten wij ook ge
duld hebben opdat er geen half werk worde
verricht, en niet klagen en jammeren en
wantrouwen terwijl wij er betrekkelijk nog
gezeegend afkoomen tot dusver.
De Duitsche regeerders hebben een
verfoeyelijke en recht satanische leer aan hun
volk opgedrongen en wel deeze: dat het
onrecht geoorloofd is, wanneer het gaat om
eigen leeven en welzijn.
Is dit niet een duivelsche leer, dominee
Molenaar? En kan men er andere volken
een verwijt van maken dat zij met alle macht
een dergelijke leer bestrijden?
Het kwaad loont nu reeds zijn meester.
Het Noth fcennt kein Gebot", de preventief
oorlog en de duikboot-oorlog zijn in hun
ilniiiiiiiiuiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiliiiiii
afschuwelijke wreedheid en boosaardigheid
door het Duitsche volk aanvaard en nu
reeds volgt, volgens hun eigen bekentenis,
algemeene demoralisatie en vijandschap
der gansche poverige waereld.
Dat Frankrijk, Engeland, Italiëen Amerika
nu vechten voor de handhaving van de hoo
gere en meer ridderlijke moraal, die het recht
wil gehandhaafd zien ook al gaat het om
eigen leeven en welzijn, dat is niet alleen
een hoogdravende", beweering, maar een
feit dat nog door geen enkele daad der
Entente is weersprooken.
Wij hebben geloof te slaan" aan de
verzeekeringen van Lloyd George en Wilson,
omdat zij hun ongeloofwaardigheid niet
hebben getoond. Men gelooft in de ernst
en eerlijkheid van een mensen, ook van een
staatsman, zoolang het tegendeel niet blijkt,
en zijn valschheid niet is aangetoond die
rechts-reegel zal wel bij dominee Molenaar
geen weerspraak vinden.
De Duitsche machthebbers hebben hun
verraderlijkheid wel getoond. Zij zijn begon
nen met het recht, uit eigen belang, op zij
te zetten, oopenlijk en hun perh'diteit is
geheel in oovereenkomst met de schande
lijke leer die geweld, vrees-aanjaging, mis
handeling, moord op onschuldigen goedkeurt,
als het eigen voordeel, het eigen bestaan
er mee gemoeid is.
Iets dergelijks is door de Staatslieden der
Entente niet getoond. Wat die volken op
hun kerfstok hebben uit vroeger tijden, is
geen reeden hen thans het recht te ont
zeggen zich teegen de agressie van
Dnitschland met alle macht te verdeedigen.
Inteegendeel ons past groote dankbaarheid
voor de offervaardigheid van Engeland en
Amerika waarmee zij hei hoogste goed der
mensehheid het algemeene menschenrecht
trachten te beschermen.
Geheel onbegrijpelijk zijn mij de argu
menten van dominee Molenaar, als hij uit de
omkeer in president Wilson's gezindheid en
uit de weigering om een voorbarige vreede
een Duitsche vreede te sluiten afleidt dat
de Entente-staatslieden spreektrompetten zijn
van het groot-kapitaal en het imperialisme.
Meent hij werkelijk dat het voortzetten van
den oorlog in 't belang is van het groot
kapitaal? Dat neutraliteit er niet oneindig veel
voordeeliger voor zou geweest zijn? Voor hoe
onnoozel ziet hij de groot-kapitalisten aan om
te denken dat zij voordeel kunnen hebben
van zulk een verschrikkelijk offer in geld en
bloed, als thans door Engeland en Amerika
gebracht wordt?
Verwart hij het groot-kapitaal" met de
enkele winstjagers, die in alle landen wat
geld hebben opgehoopt? Begrijpt hij niet
wat het voor een volk zeggen wil zich zoo
DE ZUIDERZEE
Holland als ge wijs wilt wezen
Demp dan gauw de Zuiderzee,
Schenk u zelve een provincie
Want daar doet ge zaken mee.
Ga naar mannen zooals Volker
Zooals Kalis en als Bos,
Geef ze maar 'n hand millardjes
En dan krachtig er op los.
Maak van Marken 'n Museum
Maak van Urk een rariteit,
Overstroomingen en rampen
Zijt ge dan voor altijd kwijt.
Waar bokkingen nu zwemmen
Waar de spiering juichend stoeit,
Zult ge zien dat na 'n poosje
Hel gezegend koebeest loeit.
Waar de stoomboot naar Stavoren
Nu nog vice-versa vaart,
Groeien dan de juttepeeren
En het huppelende paard.
Waar de mijnen nu nog drijven
En de mossel goed gedijt,
Zingen dan de forsche maaiers
En de rappe boerenmeid.
Hoort ge reeds de stoomtram puffen
Van Blokzijl naar Medembllk,
Vol van versche Nederlanders
Van de Zuiderzeesche slik.
Wagens vol met suikerbieten
Vol komkommers, kaas en graan,
Komen via Hoorn, of Kampen
Van Schiermonnikoog van daan.
Holland nu de spaarpot open
Om een groote daad te doen,
Laat ons pompen, graven, dammen
Zie niet op een paar millioen.
Holland als ge rijk wilt worden
Demp dan snel de Zuiderzee,
En de achterneefs en nichtjes
Worden millioenairs er mee.
J. H. SPEENHOFF
H. VAN DOOREN & Cie.
DEN HAAQ - AMSTERDAM - UTRECHT
DAMES-HOED EU en BOHIWERKEI
IMIIIIIIIIIIIKIIIIIIinlIIIIMIIIIIMMIIIIMIIIIIIIIIMIIIIIttllllllllllllllllll l
zou worden. Zoodoende verdiepten de meeste
natuuronderzoekers zich in bespiegelingen
over de vraag, hoe het zou kunnen zyn ge
gaan, zonder pogingen aan te wenden om te
weten te komen, hoe het gegaan is, of nug
gaat.
Niet aldus H u g o de Vries. Van den
beginne af een overtuigd aanhanger der
evolutieleer, besloot hij te trachten, de zaak
experimenteel te onderzoeken. Ruim 30 jaren
van zijn leven heeft hij aan dit onderzoek
besteed, naast zün, vooral in de eerste tien
tallen yan jaren, zeer drukke bezigheden als
docent, daartoe in staat gesteld door e«n schier
ongelooflijke werkkracht. Aanvankelijk waren
het vooral de z.g. rnoBstrositeiten, zooals
klemdraai en fasciatie, die zijn aandacht bezig
hielden, en waarvan hij kon aantoonen, dat
ze m tegenstelling met de heerschende
opvatting wel degelijk erfelijk zijn. Ook
had hij reeds in 1889 een werk in het licht
tot het alleruiterste in te spannen ? Zou dat
moogelijk zijn, in die democratische landen,
zonder een volstrekt algemeen gevoel van
hooge geestdrift om een imponderabel goed?
Heeft Lloyd George die de gansche
reactie in Engeland tot vtjand had niet al
die teegenstanders tot zwijgen gebracht en het
Engelsche Staats-systeem gerevolutioneerd ?
En wat kan men in vreede's naam tegen
de actie van Wilson aanvoeren? Toen hij
maanden en maanden talmde, in het geweldig
besef van zijn verantwoordelijkheid, toen
werd hij bespot om zijn dralen en zijn lange,
uitvoerige nota's. En toen hij eindelijk
Duitschlands tergen en bedriegen moe werd,
en op de grens kwam die een man van eer,
en een volk van eer niet mag ooverschrijden,
kon men hem toen verwijten dat hij ten
slotte weerstand boodt en deeze
rechtsverkrachting niet langer wilde dulden?
Want men vergete niet, dat het nog steeds
gaat om een flagrante rechtsverkrachting,
eeven erg als de inval in België.
Volgens het algemeen erkende volkenrecht
moeten non-combattanten gespaard blijven,
en is een blokkade niet geldig als ze niet
afdoende is. Geen sofisme van Duftsche
zijde heeft dit kunnen bemantelen. Duitsch
land schendt het recht en blijft dit doen en
zoolang het niet tot inzicht daarvan komt,
tot erkenning en berouw, mag Amerika nu
geen vreede sluiten, juist omdat het niet
om winstbejag en gebieds-vergrooting, maar
om geestelijke waarden in den oorlog ging.
Als Wilson nu toegaf aan het angstig drijven
naar vreede van de neutralen, dan zou hij
zijn plicht verzaken en met schande door
zijn volk worden afgezet. Hij strijdt niet
alleen voor Frankrijk en Amerika, maar voor
ons allen neutralen, want het recht dat hij
verdeedigt, is ook het recht dat ons, kleine
staten, een vrij zelfstandig bestaan
verzeekert. Wij hebben geen reeden hem te wan
trouwen, ook al treedt hij soms streng
tegen ons op, wat niet altijd onverdiend is.
Maar van den Oostdijken kant hebben wij
alle reeden om verzeekeringen te wantrou
wen. En een vreede thans, nu de oovermoed
van Duitschland nog steeds niet gebrooken
is, zou alle offers die reeds gebracht zijn,
weer te niet doen.
De achtste kruistocht" heet deeze oorlog
in Amerika, en naar mijn gevoel terecht.
Het groot-kapitaal heeft mij dit gevoel
stellig niet ingeblazen. Verlangt de geachte
korrespondent nog nader toelichting, zoo
ben ik tot zijn dienst, al vrees ik dat veel
heid van argumentatie in een vrij eenvou
dige zaak als deeze, niet steeds de waarheid
verheldert.
FREDERIK VAN EEDEN